Columnsz van Janszen

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Vietnamese markt

Vandaag gaan we een dagje naar de Vietnamese markt in Zelezna Ruda. Onze familieauto is overvol. De gehele familie Janszen is dit keer van de partij. Ik stel ze even voor: oudste zoon Janszen 1, Duo Penotti, respectievelijk Janszen 2 en 3, dochter Janszen 4 en Donderwolk, ons sluitstuk nummer 5.
Omdat de heren duidelijk de overhand hebben in dit gezelschap, heeft dochter een vriendin mee en haar hond Jimmiboy. Wat natuurlijk een hoop commentaar van de heren heeft opgeleverd, want ‘waarom mag zij wèl haar hond en wij niet de kat, het konijn en huisspin Arnold S. meenemen?’
Verder is Joch, vriend nummer 1 mee, die jaren geleden bij ons binnen is gelopen en blijkbaar nooit meer is weggegaan, want ook nu is hij weer van de partij.
Bij aankomst nuttigen we eerst gezamenlijk een drankje op een terras en spreken af dat we elkaar hier over precies twee uur opnieuw treffen.
Donderwolk heeft meteen al commentaar, hij heeft geen horloge om, hoe moet hij nou weten hoe laat het is? ‘Dan koop je maar een gouden Rolex op de markt’, besluiten wij. Ieder gaat zijns weg. Janszen 1 heeft sinds kort een ‘Yuppenbaan met auto en mobiel’ en is daarmee de enige Janszen die echt iets te besteden heeft. Hij besluit de Vietnamese markt links te laten liggen en her en der te informeren naar de skipistes. Duo Penotti gaan samen op pad. De naam Duo Penotti verdient een uitleg. De twee zijn van dezelfde leeftijd, maar omdat de een het levenslicht voor het eerst in Sri Lanka heeft gezien is er sprake van een groot kleurverschil.
Dochter Malou, ook gezegend met een donker kleurtje, gaat samen met vriendin en Jimmiboy op pad. Joch en Donderwolk vormen de laatste opvallende combinatie: laatstgenoemde is in de ban van Gothic, de ander heeft een voorkeur voor de vrolijk gekleurde Australische ‘surfboylook’.
Vader en moedersz wandelen zover als mogelijk van dit zooitje ongeregeld vandaan, om ergens op een ander terras nieuwe energie op te doen, die zo broodnodig is om een gezin als dit draaiende te houden.
Na een zaligmakende rust van bijna twee uur slenteren wij terug.
We lopen nog even over de markt, waar Janszen een slof Lucky Strike van omstreden herkomst aanschaft.
Een kraam verder zien we Duo Penotti, gezellig keuvelend met een oude Vietnamees, met een gelukzalige glimlach op het gezicht. Ze zitten gehurkt naast hem en lurken aan een waterpijp. Wanneer ze ons in het vizier krijgen, roepen ze vrolijk uit ‘Wat vinden jullie hiervan?’ Ze houden triomfantelijk het mondstuk van de waterpijp omhoog. ‘Er zit opium in, gaaf hè!’. We negeren de vriendelijke lach van de Aziaat en vatten ieder één zoon in de kraag. Op naar het terras, waar zowaar iedereen, afgezien van Joch en Donderwolk present zijn. Die verschijnen een half uur te laat, vanwege het feit dat geen enkele van de te koop aangeboden horloges dezelfde tijd aangaf. De oudste heeft besloten zijn wintersportvakantie toch maar in Oostenrijk door te brengen, om daar het driedubbele uit te gaan geven. Joch en Donderwolk hebben illegale dvd’s aangeschaft en dochter en vriendin hebben typische meisjesdingetjes gekocht, die – uiteraard - met hoongelach worden ontvangen. Jimmiboy heeft een walgelijk plastic bot, in een uiterst interessante gifkleur, tussen de tanden. Tot ons grote afgrijzen ook nog voorzien van een indringend snerpend piepgeluid. De bruine helft van duo Penotti heeft gitaarsnaren gekocht en de witte helft heeft voor zestig euro ‘merkschoenen’ gekocht. Vrij prijzig vinden wij, maar onze Yup, is onder de indruk. Niet van écht te onderscheiden besluit hij. Ik zie een vleugje spijt in zijn ogen, jammer dat hij toch niet even de markt is opgegaan.
Onderweg naar huis, stoppen we bij een wegrestaurant, waar we tegen een – voor ons gezin - betaalbaar bedrag heerlijk eten. Thuis worden de aankopen nog een keer bewonderd. De door de meiden geshowde blote topjes van JOOP, vallen nu toch wel in de smaak bij de heren. Janszen steekt een sigaret van Russisch stro op en verbrandt daarbij zijn wenkbrauwen. En ergens, ergens is iemand misschien wel héél erg blij met zijn nieuwe schoenen. In ieder geval niet bij ons thuis, want die onbenul, Janszen 3 heeft zijn aankoop achtergelaten op het terras…
 
De gelagkamer

Al, Lionell (Janszen 3 en Janszen 5) en Joch (vriend nummer 1) verblijven de zomervakantie bij ons in Tsjechië. Het weer is prachtig en de mannen arriveren met heel veel boeken, gitaren, geld voor pivo en hangmatten, meer is er niet nodig om er een fantastische tijd van te maken.
De Janszens bevalt deze zomerse, luie manier van leven prima, maar nummer 1 stuitert na enkele dagen van de ADHD energie.
Tijdens zijn korte verblijf in de hangmat heeft hij een leuk vakantieproject bedacht,
‘Zullen we de gelagkamer gaan omtoveren in een echte bar?’ vraagt hij enthousiast.
Wij laten onze gedachten even de vrije loop. Hoe bedenkt hij het! Joch staat bij ons niet te boek als handige klusser. Integendeel. Meestal gaan er in zijn omgeving alleen maar dingen ‘spontaan’ kapot.
Maar een bar in de gelagkamer? Het is - dat moet gezegd – een gaaf idee. De gelagkamer dient nu als rommelhok. Vanuit de hangmat visualiseren we een knapperend houtvuurtje, een stamtafel en vooruit - voor de aankleding en de sfeer ook van die inmiddels weer hippe hertengeweien aan de muur. Dat betekent ontzettend veel werk…
Mijnheer Janszen heeft het na een paar dagen in de hangmat eigenlijk ook wel gehad, klussen is zijn lust en zijn leven en bovendien is hij niet vies van een of meer pivo’s, dus besluit hij het een kans te geven.
‘Geweldig idee Joch, kom op jongens, aan de slag.’ Het wordt een project voor slechts twee man en het is meteen over met de rust. Terwijl ik met de twee zonen stug het oude ritme aanhoud: af en toe een bladzijde omslaan en de boel insmeren met zonnemelk, verandert ons decor. Twee zwetende en zwoegende mannen sjouwen kreunend en steunend met boomstammen. Het mag natuurlijk allemaal niets kosten, dat is de uitdaging, er is genoeg materiaal voor handen in de oude schuur en garage. Het wordt een waarlijk Piet Hein Eek project.
Zelfs met een IPod en gesloten ogen krijg ik met geen mogelijkheid het gevaarlijke beeld van Joch met cirkelzaag van mijn netvlies af.
Ondertussen denk ik associatief aan vrouw Boula, die soms in ons buurthuis het bier tapt. ‘Vrouw van de houtzagerij’, noemt mijnheer Janszen haar. Mevrouw Boula mist namelijk een paar vingers van haar rechterhand. Een uitspraak die voor een Babylonische spraakverwarring heeft gezorgd. 1 + 1 is een gemakkelijke som, maar daarvoor moet je de getallen wel optellen. Doe je dat niet, dan resulteert dat in de volgende door mij gestelde vraag: ‘Waar staat die houtzagerij van de familie Boula eigenlijk?’
Terug naar het decor. ‘Dit is fantastisch’, roept Joch uit, terwijl hij vervaarlijk met de elektrische boomzaag staat te zwaaien. ‘Van mijn ouders mag ik niet eens een schroevendraaier vasthouden!’ Ik zie ineens een zwangere vrouw Boula voor me, zwanger van Joch, de zoon van de houtzagerij…
Mijnheer Janszen houdt een meeslepend pleidooi over vertrouwen in nummer 1, waarna ik heel laf besluit om een lange wandeling te gaan maken.
Maar het moet gezegd, na een aantal dagen van zagen, timmeren en vooral veel sjouwen, begint er in de gelagkamer zowaar iets te ontstaan, dat verdomd veel weg heeft van een bar. Joch volgt keurig alle raadgevingen van mijnheer Janszen en de inmiddels toegesnelde buurmannen op.
Het brengt veel gezelligheid met zich mee en - alsof de bar al open is - Becherovka.
Na dagen van liturgie, voelen de zonen en ik, ons buitengesloten van een project, dat zijn weerga niet kent. Zelfs het buurthuis doet mee, vrouw Boula brengt enthousiast tafelkleden met het logo van Gambrinus, bierviltjes en andere ‘echte’ attributen.
Wanneer Joch voor de zoveelste keer, heel professioneel om een ‘fretbout’ vraagt, hoor ik mijn zonen, groen van jaloezie, afkeurend kreunen. Zelfs de pivo lijkt hen minder te smaken, want die ene Pivo, die mijnheer Janszen en nummer 1 over enige tijd naar binnen gaan klokken aan ‘hun bar’, zo goed gaat het nooit smaken…
En wat een lof krijgen zij toebedeeld! Geen enkele aandacht voor onze lijdensweg: lawaai, stof, het gekreun en gesteun, plus gruwelijke fantasieën over rondslingerende ledematen.
Na slechts één week is er een heus café ontstaan in ons voormalig rommelhok.
Joch zit tevreden op de veranda en mijmert: jammer dat we hier in het dorp geen hout kunnen kopen voor de afwerking, het zijn een paar kleine details, maar dat zou het helemaal af maken.
Wij luie donders tellen 1 + 1 razendsnel op en opperen vilein: ‘waarom ga je niet even langs bij de vrouw van de houtzagerij?’ Joch springt op. ‘Wat een geweldig idee’, dat ik daar zelf niet aan gedacht heb, de vrouw van de timmerman’ daarmee onbewust de spraakverwarring nog groter makend. ‘Waar staat die houtzagerij van de familie Boula eigenlijk?’ ‘Laat maar, ik vind ‘m wel!’ Hij gaat meteen op weg. Onze pivo smaakt tezamen met een vleug wraak weer ouderwets lekker! En die rust, heerlijk!
 

char

† In Memoriam
Tsjezus,...Tsjezus!!!...Wat doe jij hier?...

Ga een boek schrijven!!...

Geweldig!!..

Char.

___________________________________________
Char. ...kan nog een hoop leren van jou!...
 
Tsjezus,...Tsjezus!!!...Wat doe jij hier?...

Ga een boek schrijven!!...

Geweldig!!..

Char.

___________________________________________
Char. ...kan nog een hoop leren van jou!...

Haha, dank je Char, maar ik voel me heel erg thuis op het Tsjechisch Forum. De reacties zijn heel erg leuk om te lezen...
Ik probeer wat meer tijd vrij te maken, om meer verhalen van de anderen te lezen, die ook erg de moeite waard zijn, waaronder die van jou!
 
Bovenaan