Dag 6: Zondag 13 augustus 2017: fietsen in Lednice-Valtice
Voor vandaag heeft men zonnig weer voorspeld zonder neerslag. Met een maximum temperatuur tot 28 graden Celsius moet het geen probleem zijn enige lichamelijke inspanning te verrichten en dat is maar goed ook want we willen vandaag de hele dag op de fiets doorbrengen.
Van internet hebben we een route geplukt die we in de gps gezet hebben waardoor we zonder al te veel problemen verwachten onze weg van gebouw tot gebouw te vinden. De twaalf gebouwen die we op de gekozen route willen zien maken allemaal deel uit van het Lednice-Valtice cultuurlandschap.
Met een kleine 40 km fietsen hopen we een groot deel van het cultuurlandschap te zien
Dit bijna 300 km² grote landschap behoorde ooit toe aan de familie Liechtenstein. Het eerste gebouw dat in hun bezit kwam was het kasteel van Lednice in 1249. De Liechtensteins veranderden in de 18e en 19e eeuw het moerassige gebied in een afwisselende combinatie van kastelen, gebouwen en parken die tegenwoordig vaak de “Tuin van Europa” genoemd wordt. Het wordt beschouwd als grootste kunstmatige landschap in Europa en misschien wel in de wereld. In navolging van Engelse parken werden tal van “revival” elementen toegevoegd tot een gemixte verzameling bouwstijlen; barokke architectuur ontmoet een neogotisch verbouwd kasteel en hier en daar zijn diverse kleinere bouwwerken in romantische stijl geplaatst.
Uiteindelijk zouden de vorsten van Liechtenstein hun bezittingen blijven vergroten tot in 1939 de Duitsers hun intrek namen. Na de annexatie van Sudetenland namen de Nazi’s het bestuur van de regio over en werd het gehele cultuurlandschap door hen geconfisqueerd. De familie Liechtenstein verhuisde hierop noodgedwongen naar Vaduz. Na de oorlog werd de Tsjechische staat eigenaar van het complex. De Liechtensteins hebben vervolgens zowel tijdens de communistische heerschappij als ook in recentelijker tijden vergeefs pogingen ondernomen hun eigendom terug te krijgen. In 1996 is het Lednicko-valtický areál als een van de schatten van het wereldcultuur- en natuurerfgoed op de lijst van de UNESCO opgenomen.
Als we vanochtend van het ontbijt komen, komt de enthousiaste pension-eigenaar ons al tegemoet. Hij heeft van bij de kennismaking afgelopen donderdag goed onthouden dat we vandaag willen gaan fietsen. Uit een berging worden een dames en een heren mountainbike gehaald en verstellen we de zadels tot een aangename hoogte. In zijn beste Duits legt onze gastheer uit hoe we ongeveer kunnen fietsen om zoveel mogelijk te zien en tekent daarbij een 35 km lange route op een flyer van het gebied. Op een klein stukje na is dit precies wat we zelf ook al in de GPS hadden gezet.
Rond tien uur zitten we op de fiets. Meer dan wat water en een wafeltje nemen we niet mee. Er zouden onderweg genoeg gelegenheden moeten zijn om wat te drinken of te eten. We gaan ons laten verrassen door wat we tegenkomen.
fietsen is hier een populaire vrijetijdsbesteding voor heel het gezin
In het begin is het even wennen. Zowel aan de fiets als aan de route. Iets te enthousiast gaan we na het passeren van de spoorlijn rechtsaf omdat we denken dat dat de juiste route is, maar we hebben de woorden “spoorlijn” en “kerkhof” een beetje met elkaar verwisseld.
Pas bij het kerkhof rechtsaf (had ook de pensioneigenaar ons gewaarschuwd) want daar ligt een fietspad waarmee we op de langere route kunnen komen.
En inderdaad, even terug en een halve kilometer verder rechtsaf en vanaf dan gaat alles prima.
De route voert vanaf de rand van Valtice door een afwisselend vrijwel vlak landschap van veld- en boswegen naar het eerste object: het zogenaamde Rendezvous. Het gebouw in de vorm van een klassieke triomfboog staat ook wel bekend als de Dianin Chrám, oftewel de tempel van Diana en werd in 1812 op een open plek in het bos gebouwd. Aan de zuidzijde zijn er reliëfs met jachtmotieven te zien (Diana/Artemis is immers de godin van de jacht) en voorstellingen die de verschillende delen van de dag representeren.
Tijdens de jachtpartijen van Johann I. von Liechtenstein (1760-1836) diende de triomfboog en zijn omgeving als coulisse voor het ontbijt. Johann wordt door de Tsjechen overigens meestal Jan genoemd. We zullen de naam vandaag nog enkele malen tegenkomen. Hij is van grote invloed geweest op het ontstaan van het Lednice-Valtice cultuurlandschap.
Rendezvous / Dianin Chrám
Nadat we, net als een aantal andere voorbijgangers, de boog van alle kanten bekeken nemen we een slokje water en stappen weer op de tweewielers om de tocht te vervolgen naar het volgende gebouw, de Kaple sv. Huberta. Deze kapel vormt een op een driehoekige vorm opgetrokken neogotische beschutting voor het beeld van Sint Hubertus, patroonheilige van de jagers, stamt uit 1855 en is gemaakt van zandstenen blokken.
Ook hier bekijken we het bouwsel van alle kanten. Aan de achterkant blijven we wat minder lang omdat we daar een serie bijenkorven op een rij zien en we niet staan te springen om een verdwaalde angel in ons vel. Aan een van de drie steunpilaren ontbreekt iets essentieels. Tussen twee hertenkoppen hangt een kruisbeeld dat door zijn uiterlijk een glimlach op menig gezicht tovert. Dat wil zeggen, bij hen die het zien. Het kruis is nog compleet, maar Christus heeft iets weg van een onthoofde mannelijke Venus van Milo waarvan de handen op miraculeuze wijze een ramp overleefd hebben, maar de rest (armen, benen en hoofd) deze aardse omgeving verlaten hebben.
Bij nadere beschouwing blijken overigens hier en daar ook wat (delen van) hertengeweien en kleine stukjes ornamenten de benen te hebben genomen. Het is echter vooral de zwevende Christus torso die in het oog springt.
Kaple sv. Huberta
zoek de ontbrekende onderdelen...
We stappen terug op de fiets en komen in het bos steeds meer fietsers tegen die dezelfde route maar dan in tegengestelde richting afleggen. Fietsen is hier onder Tsjechische gezinnen een veel gebezigde vrijetijdsbesteding op de vrije zondag. Ook de allerkleinsten gaan mee op een soort duo mountainbike waarbij het voorste wieltje van de kinderfiets in de lucht hangt en het geheel met een stang met de fiets van (meestal) papa verbonden is.
De plaatselijke horeca heeft handig ingespeeld op de behoefte van de sportieve bezoeker. Onderweg tal van terrasjes en hutjes onder de naam “cyclo-občerstveni”, letterlijk “fiets-versnaperingen”, hetgeen op de meeste plaatsen inhoudt: pivo, vino, limo; waarmee dan het gehele gezin aan zijn trekken komt. Pivo=bier, vino=wijn en voor de kids is er limo (alles in het spectrum van kofola tot huisgemaakte limonade).
Restaurants liggen er, afgezien van een paar in het dorp Lednice, nauwelijks op de route, maar een bonte verzameling snacks is bij bijna ieder hutje verkrijgbaar. Niemand hoeft hier bang te zijn dat zijn maag iets te kort komt.
diverse cyclo-občerstveni met rechtsboven een duo-bike in pauzestand
Als de kilometerteller net voorbij de 8 staat komen we bij het derde gebouw aan: Chrám Tří grácií, de tempel van de drie gratiën. Deze tempel in een galerij-vormige halve cirkel werd gebouwd in 1825 en staat niet ver van de oever van het langgerekte Prostředední rybník meer. Tussen de bomen door zien we een klein stukje van het water met aan de andere oever een het slotje Rybniční zámeček waar we later vandaag nog langs zullen komen. De tempel dankt zijn naam aan een beeld van drie dames aan de voorzijde. Ook hier stappen de meeste fietsers af om even van omgeving, gebouw en uitzicht te genieten.
Chrám Tří grácií
We lopen een rondje om het gebouw, proberen aan de achterkant naar binnen te loeren, maar zien niet echt veel, zoeken een geocache in de buurt en stappen weer op de fiets.
Onderweg passeren we de Nový Dvůr (nieuwe hof) uit 1810, een grote boerderij oorspronkelijk bedoeld voor het fokken van zeldzame koeien en schapenrassen, later aangevuld met paardenstallen. Tegenwoordig is de boerderij privé bezit, worden er paarden gefokt die vrij succesvol aan races deelnemen en is er (uiteraard) pivo, vino en limo verkrijgbaar
Nový Dvůr
Ongeveer 5 minuten later zetten we de fiets wat langer aan de kant als we bij de Apollónův Chrám arriveren. Deze aan Apollo gewijde tempel is geopend en we kunnen er tegen betaling van 20 kronen een kleine tentoonstelling over de geschiedenis van het gebouw bekijken en op zolder via een dakluik naar boven om vanaf het platform van het weidse uitzicht over het meer genieten. Die Liechtensteins wisten wel waar ze hun tempeltjes neerzetten!
Tijdens het rondkijken horen we beneden met tussenpozen iemand hard schreeuwen. In eerste instantie veronderstellen we dat iemand wat diep in het glaasje heeft gekeken. Als we vanaf de achterkant wat beter van het platform naar beneden kijken zien we waar het geluid vandaan komt. Vanuit een kleine verkoopstand wordt er telkens als iets van de grill klaar is geroepen dat de klant zijn bestelling kan afhalen. Het uitzicht over het meer wordt er gelukkig niet minder van, maar het geschreeuw geeft het verder zo kalme landschap wel een aparte dimensie.
Apollónův Chrám
panorama uitzicht vanaf het dak van de Apollo tempel
Lovecký Zámeček
Als we uitgekeken zijn fietsen we nog een stukje in de schaduw langs een slingerend pad door het bos, gaan even heen en weer tot het jagersslotje Lovecký Zámeček (1806) om bij kilometer 17 een wat langere pauze te maken bij Janův Hrad (Jan’s kasteel).
Jan’s kasteel is een voor Jan van Liechtenstein als ruïne gebouwd nep-kasteel. Op een infobord bij deze romantische kasteelruïne staat dat indertijd zowat elke tweede edelman graag een kasteelruïne bezat. Het aantal ruïnes was echter beperkt en als er geen kasteelruïne meer voorhanden was om te bezitten, dan liet men er simpelweg zelf eentje bouwen. Deze Janův Hrad is zoals gezegd zo’n in 1801 zelfgebouwde pseudogotische kasteelruïne die tijdens de jachtpartijen toentertijd als jachthuis functioneerde en die dan ook ontworpen werd om bewoond te kunnen worden. Eromheen tal van hutjes met gegrilde worsten en bier en flink wat op hun zij gezette wijnvaten waar wijn geproefd en gekocht kan worden.
Met verbazing kijken we hoe men het met twee man personeel in één van de hutjes klaar krijgt toch een rij wachtenden voor de zaak te creëren. Uiteindelijk blijkt als we zelf in de rij staan waarom: vrijwel iedere klant wil iets van de grill, maar men vraagt klant 1 wat hij wil hebben, gooit dat op de grill, maakt vervolgens de bestelling af en pas als de klant zijn zaakjes heeft wordt de bestelling van klant 2 opgenomen. Die wil natuurlijk ook iets van de grill, waarop dat weer eerst gegrild wordt voordat klant 3 gevraagd wordt die ook weer iets van de grill wil enz enz.
Men is kennelijk nog niet op het idee gekomen eerst te kijken of er nog meer op de grill gelegd mag worden zodat de bestellingen sneller afgehandeld kunnen worden.
Als ook onze bestelling gaar en klaar is nemen we plaats aan de houten bankjes en verorberen we een klobása grillova met Radler uit blik. Met klobása grillova (gegrillde worst met currysaus, mosterdsaus en mierikswortelsaus en een schijf bruin brood) hebben we vorig jaar al eens kennis gemaakt op een wandelaarsterras in Bohemen. Ook hier bij Janův Hrad laten we de pittige mierikswortelsaus onaangetast staan. Van de andere sausjes wordt wel gretig gebruik gemaakt.
klobása grillova
Met de worst achter de kiezen blijven we nog een tijdje rondkijken en valt het ons op dat hier werkelijk geen enkel woord Frans, Duits, Engels, Spaans of Nederlands te horen is. In reisgidsen wordt een bezoek aan de kastelen van Lednice en Valtice steevast aangeraden, maar verder dan dat komt de gemiddelde buitenlandse toerist hier blijkbaar niet. Een enorm gemis als je het ons vraagt want deze fietstocht is ons inziens een ideale manier om het gebied een beetje beter te leren kennen.
Janův Hrad
Tegen kwart voor drie stappen we weer op de fiets om in een grote boog het noordelijke gedeelte van de kasteeltuinen van Lednice te omronden. Graag hadden we een kijkje genomen bij de 60 meter hoge Minaret die we nu al twee dagen op rij van meerdere kanten op afstand gezien hebben. In het kasteelpark mag je echter met de fiets niet komen. Daarenboven scheidt ons aan de kant waar wij langsfietsen een Diye-zijtak van het park en is er geen brug over de stroom te bekennen. We moeten het daarom doen met de mooie aanblik vanaf afstand.
Als we na een drukker stuk ook door auto’s gebruikt asfalt in Lednice aankomen gaat de fiets de stalling in en gaan we per benenwagen om het kasteel heen. Voor de hoofdingang wanen we ons eerder in Engeland dan in Tsjechië, zulk een Tudor uitstraling heeft dit lichtgeel gekleurde bouwwerk.
Het kasteel van Lednice is een populaire toeristen attractie, met meer dan 300.000 bezoekers per jaar zelfs een van de populairste in Tsjechië. Net als de kapel van Sint Hubertus is ook het Lednice Zámek opgetrokken in een romantisch neogotische stijl. Het oorspronkelijk sinds de 16e eeuw op deze plaats aanwezige slot werd door de Liechtensteins in de 19e eeuw onderhanden genomen en kreeg zijn huidige uiterlijk na een 12 jarige reconstructie die afgesloten werd in 1858.
Zowel de voor als de achtergevel zijn een genot om te bekijken als je ziet hoeveel details in de zandstenen beelden, torentjes en gevelranden verwerkt zijn. Dankzij de nodige restauraties, waarvan een groot deel uitgevoerd werd met steun van de EU, hebben de soms bij andere gebouwen grauw uitziende mergelstenen hier weer hun volle en schone gele kleur terug gekregen. Graag zouden we van binnen een kijkje nemen, maar toen we eergisteren via de website kaartjes wilden reserveren bleek vanmiddag al alles uitverkocht.
Jammer maar helaas. Aan de andere kant, er staan nog een paar kastelen op de planning deze vakantie en vormt het missen van Lednice Zámek ooit nog eens een reden om terug te komen.
Als we in de tuinen bij de Moorse waterwerken staan krijgen we een beetje een Efteling gevoel. Door paarden getrokken open wagens (op rubberbanden...), bootjes op het water die richting Minaret varen, een gebouw met motieven erop a la Fata Morgana, een paar ijsverkoop stands, het zou er zo allemaal in Kaatsheuvel bij passen.
Minaret
paardenstallen
Zámek Lednice
kasteeltuin met op de achtergrond de kas
We maken een rondje door de tuinen, bekijken de mooie glazen kas aan de oostkant, werpen een blik naar binnen in de paardenstallen om even na vieren weer terug bij de fietsenstalling te eindigen.
Ook zonder bezoek aan het interieur is dit een prachtig kasteel.
Als we vijf minuten later de bebouwde kom van Lednice verlaten komen we langs een opvallend gebouw met geglazuurde bakstenen in diverse kleuren. Het is het station van Lednice dat in het zomerseizoen gebruikt wordt door toeristen die per trein naar de regio komen. Op de gevel zijn geometrische patronen aangebracht die het gebouw van een afstand de schijn geven alsof het is opgebouwd uit een speciaal kruisachtig breipatroon.
Als we de spoorwegovergang passeren maakt de toeristische drukte van Lednice plaats voor de landschappelijke rust die we ook op de rest van de rit gezien hebben. Via een half verharde veldweg komen we na een kilometer aan het langgerekte meer dat we vanochtend vanaf de drie Gratiën al kort zagen. Bij een langs de rand van de weg met struiken overwoekerde bunker (er schijnen er nog veel meer hier te liggen, maar dit is een van de weinigen die we daadwerkelijk vandaag zien) slaan we rechtsaf en rijden we een viertal kilometer parallel aan het meer over een smal pad. Telkens als we tegenliggers hebben gaan we even opzij door het gras om zo snel mogelijk weer terug te keren op de beduidend minder hobbelige kale strook die nog geen 30 cm breed is. Het is heerlijk fietsen hier alhoewel je op dit stukje voortdurend je hoofd erbij moet houden en geen rare fratsen met je stuur uit moet halen. Omdat het zo lekker rolt op het smalle strookje slaan we het Rybniční Zámeček (Vijverkasteeltje)) dat we passeren over.
Aan het eind van het meer draait het links de bocht om en gaat de fiets opnieuw de stalling in, ditmaal bij het Hraniční Zámeček (grenskasteeltje). Ook dit gebouw, tegenwoordig een hotel met eigen restaurant, is gebouwd door en voor Jan van Liechtenstein. Men heeft er van 1816 tot 1827 zo’n kleine 11 jaar aan gewerkt. Op het hoogste punt van de voorgevel staat in grote letters geschreven: „Zwischen Österreich und Mähren“ (tussen Oostenrijk en Moravië). Toen men aan het Hraniční Zámeček begon te bouwen behoorde de grond waarop het kasteel stond toe aan Moravië, maar tijdens de bouw werd de grens tussen Moravië en Neder-Oostenrijk verplaatst naar het centrum van het kasteel. Dat had tot gevolg dat toen het kasteel klaar was de ene kant ervan in Moravië lag terwijl de andere kant zich in Neder-Oostenrijk bevond. Vandaar dat het de naam „grenskasteeltje“ kreeg toebedeeld.
Het terras bevindt zich recht voor het uiteinde van het langgerekte meer en biedt uitzicht op een paar reigers die geduldig staan te wachten totdat een lekker visje of een kikker voorbij komt. We bestellen allebei een glas domácí limonáda malina (huisgemaakte frambozenlimonade); een glas water met prik met frambozen, ijsblokjes, siroop en een rietje. Eenvoudig maar heerlijk! Zo heerlijk dat we als het op is nog een tweede glas bestellen.
Hraniční Zámeček
genieten van limonade en uitzicht
Tegen kwart over zes kijken stappen we terug op de fiets om de laatste vijf kilometer tot Valtice af te leggen. Landschappelijk gezien het minst interessante stuk van vandaag met tegelijkertijd het grootste aandeel aan asfalt. Onderweg nog een kort kuitenbijtertje waarvan we de laatste meters te voet afleggen, gevolgd door een afdaling tot de rand van Valtice waar we nauwelijks hoeven bij te trappen.
Het laatste gebouw dat we passeren is het Belvedér. De pensioneigenaar had ons al voorspeld dat dit niet veel soeps zou zijn. We moeten hem volkomen gelijk geven. Het Belvedér ziet er niet bepaald fraai uit, is voor het publiek niet toegankelijk en staat achter een aantal hekwerken te smeken om een flinke opknapbeurt.
Geen stop waard dus.
bijna thuis
Als we terug aan het pension zijn staat de kilometerteller op 39. Moe maar voldaan nemen we allebei een verfrissende douche voordat we voor een tweede keer het achterom gelegen restaurant Albero bezoeken.
Op het menu voor ons allebei: Mals gesudderde varkenlapjes met Karlsbader knödel in een roomsaus met bosbessen en slagroom. Vooraf een runderbouillon respectievelijk knoflooksoep en achteraf nog een cappuccino en een latte macchiato. Dankzij een fles Valtice-wijn lukt het ons dit maal eindelijk een rekening van meer dan 30 euro in de wacht te slepen (al is het voor omgerekend 33 euro ook maar krap boven die 30 euro).
Tegen half tien op de hotelkamer valt ondergetekende vrijwel direct in slaap.
Dat was het voor vandaag.
Morgen gaan we de Napoleontische slagvelden rondom Slavkov (Austerlitz) bekijken en verhuizen we ons verblijf naar een rijtjeshuis in een buitenwijk van Brno.
Tot dan!