Dag 7: Dinsdag 23 augustus, Liberec, Kopicův Statek en Hrad Valdštejn
Onze eerste nacht in Liberec is goed bevallen. Ondanks dat er 100.000 mensen in deze stad wonen hebben we vannacht met de ramen open geslapen en is het hier in de wijk lekker rustig. De bedden liggen goed, de kamer is stijlvol ingericht, er is een mini-bar op de kamer waaruit je na thuiskomst ’s avonds nog een gekoelde Urquell of een flesje fris kunt nemen, de badkamer is lekker ruim en alles is spik en span gepoetst.
Als we aan de ontbijttafel aanschuiven in de eveneens in oude-bakkerij-stijl ingerichte eetruimte, valt ons iets op dat we kennen van Kutná Hora: aan de wand een breedbeeld scherm waar ook hier Óčko TV haar “zláty hity” tot ons brengt.
Op het ontbijt valt niets aan te merken. Net zo’n ruime keus als in Kutná Hora met als extraatje dat de gastvrouw op wens en met liefde, heerlijke pannenkoekjes bakt, palačinka genaamd. De voorkeursvulling van de meeste gasten is daarbij geen jam, suiker of stroop, maar een flinke streek chocopasta.
Vandaag staan twee zaken op het programma: het Oblastní Galerie v Liberci - Lázně museum en een wandeling even ten zuiden van Turnov.
Het Lázně in Liberec, voorheen Keizer-Franz-Jozef-stadsbad van 1902 tot 1984
Lázně, bij de ingang van het museum
Het Lázně gaat vanochtend open om 10.00 uur.
Als we 10 minuten na openingstijd aan de kassa staan blijkt dat we de eerste bezoekers zijn vanochtend. Er zitten twee dames op leeftijd achter de kassa en één van de twee spreekt gebroken Duits. Nadat ze een minuut of twee wat toetsen van haar computer indrukt kijkt ze ons aan met een glimlachende maar enigszins beteuterde blik, wijzend op haar kassa-systeem en komt ze niet verder dan de kreet “Kapoet !”.
“Kasse Iest kapoet !”
We moeten allemaal lachen om deze ongewone situatie.
Mevrouw probeert nog van alles, maar de kassa is en blijft kapoet.
Waarop we van mevrouw uitleg krijgen over hoe het beste door het museum te lopen, wat waar te zien is en wat de spelregels hier zijn. Daarna krijgen we een folder in het Duits en wenst mevrouw ons veel plezier in het museum.
En o ja. Of we dan straks als we uitgekeken zijn nog even terug langs de kassa willen komen om de entree te betalen.
Ik weet niet waarom, maar deze ad-hoc werkwijze maakt dat ik met een enorm goed humeur het museum in stap. Mijn vrouw vergaat het trouwens niet anders.
Het Lázně (“stadsbad”) is gevestigd in een monumentaal uit 1902 stammend pand in neo-renaissance stijl waarin van 1902 tot 1984 het stadszwembad gevestigd was. Nadat het Kaiser Franz Joseph Bad in 1984 haar deuren sluit wisselt het enkele malen van eigenaar, wordt een aantal jaar voor allerlei doeleinden gebruikt, raakt vervolgens langzaam in verval, tot de stad Liberec het op een veiling in 2005 koopt. Met geld uit lokale en EU fondsen wordt het gebouw opgeknapt zodat het in 2014 kan openen als regionale galerie waar sindsdien een omvangrijke kunstcollectie te aanschouwen is. Tot die tijd was een kleinere collectie te bewonderen in het Liebigpaleis, elders in de stad, maar dit gebouw werd op een gegeven moment te klein en ontoereikend om nog als museum te kunnen dienen.
Basis van het tentoongestelde werk vormt de in 1904 door Heinrich von Liebieg (1839–1904) geschonken schilderijencollectie die deze fabrikant dankzij zijn vooraanstaande positie in de regionale textielindustrie bijeen had weten te kopen. Liebig had in zijn testament laten vastleggen dat niet alleen zijn schilderijencollectie, maar ook ruim 2000 ambachtelijke kunstvoorwerpen, een aantal financiële stichtingen en nog wat onroerend goed na zijn dood geschonken moest worden aan zijn geboortestad Liberec.
Een groot deel van de Liebig-collectie is te zien in het Lázně, maar ook in het Noord-Boheems museum dat er in dezelfde straat schuin tegenover ligt zijn nog een aantal voorwerpen van de verzameling tentoongesteld.
De vaste collectie is geordend in een aantal:
- “Op de golven van de kunst”: een chronologisch geordende verzameling van stromingen in Tsjechisch werk van 1500 tot ongeveer 1950
- “Het gouden tijdperk der Nederlandse schilderkunst” met werken uit de periode 1600-1750 uit Nederland en Vlaanderen
- Franse, Duits en Oostenrijkse schilderkunst uit de 19e eeuw
- De Liebig-collectie
Daarnaast zijn er een aantal tijdelijke exposities te zien die om de paar maanden vervangen worden.
Trosky: een regionaal motief vastgelegd door een Tsjechische landschapsschilder
We lopen de grote tentoonstellingsruimte op de begane grond in en bevinden ons midden in het voormalige bad. De structuur van dat bad, met een balustrade op de tweede verdieping, is nog goed als dusdanig herkenbaar. Als extra verwijzing is er in een gang nog een tweetal houten kleedhokjes opgesteld, waarvan in één van de twee de deur toegang geeft tot een erachter liggende tentoonstellingszaal.
We lopen ongeveer 2 uur rond, daarbij sommige zalen wat vluchtiger, andere wat aandachtiger bekijkend. De drie vaste collectiezalen zijn wat ons betreft alledrie de moeite waard. De iets modernere kunstobjecten, een tijdelijke foto-expositie, enkele tijdelijke installaties en een expo-ruimte op de bodem van het bad kunnen ons minder boeien. Van een van de Tsjechische kunstenaars schrijven we de naam op zodat we daar thuis nog eens iets van kunnen opzoeken: Adolf Lachman.
Adolf Lachman: Startováni Bublebota / De Lancering van Bublebota (2010)
Op verdieping “-1” hangen een aantal surrealistsiche door Lachman gemaakte tekeningen van robotachtige wezens in een fantasiewereld. Ze zien er apart uit. Het lijken van bestaande technische uitvindingen als een helikopter of een stofzuiger afgeleide wezens die in een vrij kaal landschap iets aan het doen zijn dat intrigeert maar waarvan niet direct duidelijk is wat ze nou aan het doen zijn.
CMYK demonstratie met de Ještěd TV toren: hoe vier basiskleuren toch een full-colour afbeelding kunnen worden
Verder is er in de kelder nog een boeiend experiment waarbij je kunt zien hoe in de lichttechniek de RGB kleuren (Rood, Groen, Blauw) als primaire kleuren gebruikt worden en hoe je in de drukkunst de CMYK kleuren (Cyaan, Magenta, Geel, Zwart) kunt gebruiken om alle andere kleuren van te maken. Dat laatste wordt gedemonstreerd aan de hand van 4 foto’s op doorzichtige plexiglasstroken die je over elkaar heen kunt schuiven, waarbij een full-colour afbeelding van de TV toren van Ještěd ontstaat.
Tegen half een nemen we plaats in het Art-Café van het Lázně. Daar hadden we ergens van op internet gelezen dat je vooral een van hun taarten moest proberen.
Dat is niet aan dovemansoren besteed. We proberen het uit in combinatie met een latte en een cappuccino. Het smaakt voortreffelijk!
Smullen in het Lázně Art Café
Ook in het café valt ons, net als eerder vanochtend in het museum zelf, opnieuw op hoe weinig mensen hier rondlopen op een plek waar zo veel te zien is.
Als koffie en taart achter de kiezen zijn lopen we terug naar de kassa om de entree te betalen. Wat een volgorde
Men herkent ons direct. We rekenen af, ontvangen het entreekaartje waarvan we denken dat we er niets meer mee kunnen, maar krijgen nog een verrassing: het kaartje is nog twee weken geldig en we kunnen er ook het Noord-Boheems museum mee bezoeken.
Dat komt prima uit, want daar waren we toch al van plan later in de week heen te gaan.
Voor nu gaat het naar de auto om een dikke 25 km zuidwaarts naar het dorpje Kacanovy te rijden. Kacanovy ligt ongeveer 4 km ten zuiden van Turnov en net zo ver ten westen van de rotsstad Hrúba Skála. Kacanovy zelf heeft niet veel te bieden, maar tijdens het neuzen op mapy.cz was ons oog gevallen op een bij het dorp horende boerderij uit 1787: Kopicův Statek.
In het Nederlands is er wat beknopte informatie te vinden over deze boerderij, maar de Tsjechische achtergrond info die we thuis al door Google Translate haalden was een stuk uitgebreider. Daarbij de plaatjes ziend van wat de „boer“ in zijn achtertuin gecreëerd heeft en we wisten: dit willen we zien.
De statek (boerderij, alweer een gebouw in onze woordenschat erbij) werd door velen bewoond, maar is tegenwoordig vernoemd naar de beroemdste onder hen: Vojtěch Kopic (1909-1978). Vojtěch, vanaf zijn achtste wees en opgevoed door een tante in Turnov, werkte van kinds af in de landbouw. Geld om naar school te gaan was er niet. Op zijn 23e trouwde Vojtěch met een boerendochter en trok bij haar in in wat nu bekend staat als Kopicův Statek.
Hij leerde zichzelf muzieknoten lezen, kocht een harmonium en begon te oefenen om zijn droom waar te maken: het orgel spelen in de kerk. Vojtěch was opgegroeid met het idee dat hij er was op aarde om God te dienen. Hij slaagde er uiteindelijk in zijn droom te verwezelijken en bespeelde regelmatig het orgel tijdens diensten in de kapel van het nabij gelegen kasteel Wallenstein (Hrad Valdštejn). Ook leerde hij in die tijd van een steenhouwer in de buurt hoe de zachte zandsteen uit de regio te bewerken. Het steenhouwen was onder andere van praktisch nut. Omdat er geen stromend water in de buurt van de boerderij was, begon Vojtěch zelf een put in de rotsen te slaan om het 35 meter dieper liggende grondwater naar boven te kunnen halen. Deze rotsgrond was echter een stuk harder dan de zandsteen die hij had leren bewerken. Tijdens het werk, dat hem het leven had kunnen kosten omdat hij af en toe gevaarlijk diep had kunnen vallen, raakte hij er nog dieper van overtuigd dat het God was die hem al die tijd voor ongelukken behoed had.
Het meest bekend werd Vojtěch om zijn bewerkingen van de zachte zandsteen. In het dal achter zijn boerderij heeft hij niet alleen het orgel, maar ook talloze cultuur-historische thema’s uit de Tsjechische geschiedenis in de rotswanden vereeuwigd.
Vojtěch Kopic (1909-1978)
Omdat we toch al Kopicův Statek wilden zien, maar Hrad Valdštejn ook in de buurt was heb ik met behulp van mapy.cz op de Tsjechische opensource topokaart een wandelroute van zo’n 7 km uitgezet langs beide bezienswaardigheden.
We beginnen aan het kerkhof van Kacanovy waar we de auto parkeren. Daar parkeert naast ons ook een Tsjech met herdershond die plaatsneemt aan de tafel voor het kerkhof en daar een halve-literfles bier opentrekt. We krijgen het vermoeden dat hij er nog meer in de auto heeft liggen. Wellicht gaan man en hond dadelijk ook samen wandelen.
We trekken onze wandelschoenen aan en lopen zonder de gebruikelijke rugzak –er zou een terras bij het kasteel zijn- oostwaarts richting bos. Na een minuut of tien wandelen komen we bij Kopicův Statek. De boerderij ligt er prachtig bij, maar we komen eigenlijk voor wat achter de boerderij ligt.
Kopicův Statek: tegenwoordig beheerd door twee kleindochters van Kopic
We slaan voor de boerderij rechtsaf en volgen het pad dat in een boog achterom loopt en dan een stukje bergaf gaat. In de schaduw komen we tussen de rotsen en worden verrast door een eerste in reliëf gemaakt werk.
Het ziet er uit als een soort altaar of toegangspoort met zuilen aan weerszijden en erboven een heilige te paard die veel weg heeft van de heilige Martinus, maar ook wel wat van sint Wenceslas zoals die zich in Praag op het gelijknamige plein bevindt. Tegen het eind van de wandeling komen we in Kacanovy op een infobord een zwartwit-foto tegen waar Kopic toevallig poseert naast hetzelfde werk. Misschien is dit het eerste werk dat hij uit de rotswand gemaakt heeft? Of wellicht is het gewoon omdat deze het dichtste bij de boerderij ligt?
Bij thuiskomst googelen we wat en blijkt dat onze veronderstelling klopt. Het stelt svatý Václav (Sint Wenceslas) voor, het eerste beeld dat Vojtěch in 1940 gemaakt heeft.
We lopen verder en bevinden ons al snel midden in een klein paradijsje. Op diverse plaatsen, soms vlak naast het pad, soms wat verder weg of een stuk hoger tegen de wanden aan, zijn kleinere en grotere beeldhouwwerken.
Sommige daarvan hun oorspong door de Tsjechische cultuurgeschiedenis, anderen beelden zijn geïnspireerd door de natuur. Ook het orgel dat zo’n centrale rol in zijn leven innam is in reliëf vereeuwigd, vergezeld van een klein zelfportret in de hoek van het volks-kunstwerk.
Sommige voorstellingen zijn deels met mos overgroeid, hetgeen de mystiek van dit oord alleen maar groter maakt, sommige werken zijn aan hun kleur te oordelen recentelijk gerestaureerd en zien er uit alsof ze vers zijn toegevoegd. Dat laatste blijkt niet het geval, alle (ongeveer 50) werken zijn door Vojtěch tussen 1940 en zijn dood in 1978 gemaakt.
Přemysl de Ploeger
Orgel met zelfportret
Svatý Vojtěch / de heilige Wenceslas
Český lev, de Tsjechische leeuw houdt de wacht
Aan de andere kant dan waar we het kleine paradijsje zijn binnengekomen houdt een Tsjechische leeuw statig liggend de wacht. Alhoewel gesitueerd op een relatief beperkte ruimte kijken we bijna drie kwartier rond naar het moois dat Vojtěch Kopic hier heeft achtergelaten.
Met in totaal in al die tijd slechts 4 andere bezoekers.
Wat een contrast met het anderhalve kilometer verder gelegen Hrad Valdštejn.
Alleen al op het terras voor de naar het kasteel leidende toegangsbrug zit zowat een tienvoud aan bezoekers. Om nog te zwijgen van de wandelaars en mountainbikers die hier voorbij komen of het kasteel bezichtigen.
We melden ons aan de kassa met het idee het terras na de rondleiding te bezoeken. De rondleiding wordt verzorgd in het Tsjechisch met alweer een prima Nederlandstalig boekje, ditmaal inbonden en in kleur!
De vriendelijkheid van de gebroken Engels sprekende dame achter de kassa staat in schril contrast met de veel beter Engels sprekende gids. Deze laatste vertikt het onderweg en op het einde om ook nog maar in één woord Engels uit te leggen dat de rondleiding wat korter duurt dan normaal, daarbij wel in uitgebreid Tsjechisch en op zijn horloge wijzend aan de twee andere gasten uitleg gevend. Waarschijnlijk is er met het horloge, of zijn waarneming daarvan iets aan de hand, want als we een twintigtal minuten na afloop van de gegidste tour de hoofdpoort verlaten zit hij nog steeds op het terrasje ernaast.
Op de tien stops die er in de rondleiding zijn ingebouwd horen we de naam “Valdštejn” zowat iedere vijf zinnen minstens één keer vallen. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat dit geslacht, ook bekend onder haar Duitse naam Wallenstein, op vele plaatsen in de regio haar sporen heeft nagelaten. De uit de 13e eeuw stammende burcht Wallenstein torent hoog boven de omgeving uit, is gelegen op een stel rotspunten en wordt daardoor aan drie zijden op natuurlijke wijze beschermd. Toch wisselde de burcht na zijn ontstaan regelmatig van bezitter totdat in 1620 Albrecht Wallenstein de inmiddels vervallen ruïne weer terug in familiebezit kreeg en er ruim 150 jaar geen aandacht meer aan besteed werd. Pas in 1694 neemt een kluizenaar zijn intrek in de leegstaande ruimten en ontstaan er bedevaartstochten naar dit vergeten oord. In 1722 wordt de Nepomukkapel gebouwd zodat er ook diensten plaats kunnen vinden. De Wallensteins verkopen burcht en graafschap eromheen in 1821 aan een diplomaat: Alois Lexa von Aehrenthal. Het is deze familie die de burcht in neo-gotische stijl restaureert. Na afloop van WOII wordt de gemeente Turnov eigenaar van de burcht en wordt ze opengesteld voor het publiek. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers.
Hrad Valdštejn: uitzicht op de Hruboskalské skalní mesto met daarachter de Trosky ruïne
Hrad Valdštejn: Nepomuk-kapel
Na de rondleiding lopen we nog wat rond, genieten van het uitzicht op de rotsformaties en nemen een kijkje in de kapel. Het is twintig voor zes, als we bij de uitgang staan. De boel zou nog minstens 20 minuten open moeten zijn, maar de souvenir-shop sluit alvast haar deuren en ook op het terras is, op een paar laatste gasten na, weinig activiteit meer te bespeuren.
We besluiten dan maar zonder terras de wandeling voort zetten. Van even verder zou vanaf de Calvarieberg een mooi uitzicht zijn op het kasteel, maar we krijgen eigenlijk behoefte aan wat vulling in onze maag en besluiten het uitzicht over te slaan.
Kacanovy : hier wordt gebarbecued
Kacanovy: hier werd gebarbecued
Op weg terug naar Kacanovy komen we langs een caravan die wat verlaten tussen de bomen staat, maar aan de prullenbak en het reclamebord ernaast te oordelen nog dagelijks in gebruik is als Fastfood Imbiss (voor hongerige wandelaars?).
Als we aan de parkeerplaats terug zijn staat de auto van de Tsjech met zijn hond nog steeds naast de onze. De hond is in geen velden of wegen te bekennen. Het baasje ligt onder een camouflagedeken op de achterbank te snurken.
Zou hij zijn roes aan het uitslapen zijn?
Misschien heeft zijn vrouw hem wel het huis uitgeknikkerd?
Wie zal het zeggen. We laten hem maar rustig verder slapen.
Zelf trekken we even wat frisse kleren aan en rijden terug naar Liberec.
We willen vandaag eens typisch Tsjechisch proberen en gaan voor het Radniční sklípek Liberec, een restaurant/bierlokaal dat zich onder het raadhuis van de stad bevindt. Het is nauwelijks aangegeven, maar met een rondje om het raadhuis is de ingang snel gevonden.
Beneden in de raadskelder een ruime nette zaak die sober maar passend ingericht is, een vriendelijke en snelle bediening en bovenal prima eten!
Aan de wanden langs de trap hangen in de vorm van notitievelletjes de opmerkingen van honderden tevreden klanten die bevestigen dat dit restaurant niet voor niets nummer 1 van de 130 op Tripadvisor is.
De kelner die ons eerst in onverstaanbaar Tsjechisch en dan in vloeiend Duits aanspreekt is enigszins verrast als mijn vrouw om een Duitse en ik om een Engelse menukaart vragen. Als we dan twijfelen over wat iets is, kunnen we altijd nog op de andere kaart kijken of we daar snappen wat het inhoudt.
Hranolky brambory (friet), grilovaná zeleni (gebakken groenten) met een steak jizerský (vernoemd naar de Jizera rivier) smaken heerlijk. De topper van de avond is wat mij aangaat de Kulajda die als voorgerecht wordt opgediend; een witte gebonden soep, bestaande uit water, licht zure room, kruiden, dille en aardappelen met bovenin een gepocheerd ei.
Dit is met afstand de lekkerste soep die ik dit jaar, nee, zeg maar gerust de afgelopen vijf jaar geproefd heb!
Samen met een halve liter witbier, een halve liter malinovka (vruchtenlimonade) en twee caffe latte zijn we net iets meer dan de helft kwijt van wat we gisteren bij de Indiër betaald hebben.
Radniční sklípek: de raadskelder van het stadhuis in Liberec
Radniční sklípek: berichtjes van honderden tevreden klanten
Na het eten stuiten we voor het raadhuis op een plein vol toeschouwers in plastic tuinstoeltjes die naar een dans/toneelvoorstelling van Dr. Jekyll and Mr. Hide aan het kijken zijn.
Doordat er verder nauwelijks in gesproken wordt is de voorstelling ook voor ons goed te volgen en blijven we tot het einde kijken.
Als de voorstelling is afgelopen volgt een staande ovatie van het publiek. Dat was een mooi slot van een leuke dag.
We lopen terug naar de oude bakkerij, sturen daar wat foto’s van vandaag naar huis en vergroten onze woordenschat met een woord afkomstig van de vrachtwagen van het toneelgezelschap: "divadlo" = theater.
Een onverwacht toetje: Dr. Jekyll & Mr. Hide op het raadhuisplein
Tegen elf uur is het bedtijd.
Morgen opnieuw een kasteel en een wandeling in het Boheemse Paradijs.
uvidíme se později / see you later !
Onze eerste nacht in Liberec is goed bevallen. Ondanks dat er 100.000 mensen in deze stad wonen hebben we vannacht met de ramen open geslapen en is het hier in de wijk lekker rustig. De bedden liggen goed, de kamer is stijlvol ingericht, er is een mini-bar op de kamer waaruit je na thuiskomst ’s avonds nog een gekoelde Urquell of een flesje fris kunt nemen, de badkamer is lekker ruim en alles is spik en span gepoetst.
Als we aan de ontbijttafel aanschuiven in de eveneens in oude-bakkerij-stijl ingerichte eetruimte, valt ons iets op dat we kennen van Kutná Hora: aan de wand een breedbeeld scherm waar ook hier Óčko TV haar “zláty hity” tot ons brengt.
Op het ontbijt valt niets aan te merken. Net zo’n ruime keus als in Kutná Hora met als extraatje dat de gastvrouw op wens en met liefde, heerlijke pannenkoekjes bakt, palačinka genaamd. De voorkeursvulling van de meeste gasten is daarbij geen jam, suiker of stroop, maar een flinke streek chocopasta.
Vandaag staan twee zaken op het programma: het Oblastní Galerie v Liberci - Lázně museum en een wandeling even ten zuiden van Turnov.
Het Lázně in Liberec, voorheen Keizer-Franz-Jozef-stadsbad van 1902 tot 1984
Lázně, bij de ingang van het museum
Het Lázně gaat vanochtend open om 10.00 uur.
Als we 10 minuten na openingstijd aan de kassa staan blijkt dat we de eerste bezoekers zijn vanochtend. Er zitten twee dames op leeftijd achter de kassa en één van de twee spreekt gebroken Duits. Nadat ze een minuut of twee wat toetsen van haar computer indrukt kijkt ze ons aan met een glimlachende maar enigszins beteuterde blik, wijzend op haar kassa-systeem en komt ze niet verder dan de kreet “Kapoet !”.
“Kasse Iest kapoet !”
We moeten allemaal lachen om deze ongewone situatie.
Mevrouw probeert nog van alles, maar de kassa is en blijft kapoet.
Waarop we van mevrouw uitleg krijgen over hoe het beste door het museum te lopen, wat waar te zien is en wat de spelregels hier zijn. Daarna krijgen we een folder in het Duits en wenst mevrouw ons veel plezier in het museum.
En o ja. Of we dan straks als we uitgekeken zijn nog even terug langs de kassa willen komen om de entree te betalen.
Ik weet niet waarom, maar deze ad-hoc werkwijze maakt dat ik met een enorm goed humeur het museum in stap. Mijn vrouw vergaat het trouwens niet anders.
Het Lázně (“stadsbad”) is gevestigd in een monumentaal uit 1902 stammend pand in neo-renaissance stijl waarin van 1902 tot 1984 het stadszwembad gevestigd was. Nadat het Kaiser Franz Joseph Bad in 1984 haar deuren sluit wisselt het enkele malen van eigenaar, wordt een aantal jaar voor allerlei doeleinden gebruikt, raakt vervolgens langzaam in verval, tot de stad Liberec het op een veiling in 2005 koopt. Met geld uit lokale en EU fondsen wordt het gebouw opgeknapt zodat het in 2014 kan openen als regionale galerie waar sindsdien een omvangrijke kunstcollectie te aanschouwen is. Tot die tijd was een kleinere collectie te bewonderen in het Liebigpaleis, elders in de stad, maar dit gebouw werd op een gegeven moment te klein en ontoereikend om nog als museum te kunnen dienen.
Basis van het tentoongestelde werk vormt de in 1904 door Heinrich von Liebieg (1839–1904) geschonken schilderijencollectie die deze fabrikant dankzij zijn vooraanstaande positie in de regionale textielindustrie bijeen had weten te kopen. Liebig had in zijn testament laten vastleggen dat niet alleen zijn schilderijencollectie, maar ook ruim 2000 ambachtelijke kunstvoorwerpen, een aantal financiële stichtingen en nog wat onroerend goed na zijn dood geschonken moest worden aan zijn geboortestad Liberec.
Een groot deel van de Liebig-collectie is te zien in het Lázně, maar ook in het Noord-Boheems museum dat er in dezelfde straat schuin tegenover ligt zijn nog een aantal voorwerpen van de verzameling tentoongesteld.
De vaste collectie is geordend in een aantal:
- “Op de golven van de kunst”: een chronologisch geordende verzameling van stromingen in Tsjechisch werk van 1500 tot ongeveer 1950
- “Het gouden tijdperk der Nederlandse schilderkunst” met werken uit de periode 1600-1750 uit Nederland en Vlaanderen
- Franse, Duits en Oostenrijkse schilderkunst uit de 19e eeuw
- De Liebig-collectie
Daarnaast zijn er een aantal tijdelijke exposities te zien die om de paar maanden vervangen worden.
Trosky: een regionaal motief vastgelegd door een Tsjechische landschapsschilder
We lopen de grote tentoonstellingsruimte op de begane grond in en bevinden ons midden in het voormalige bad. De structuur van dat bad, met een balustrade op de tweede verdieping, is nog goed als dusdanig herkenbaar. Als extra verwijzing is er in een gang nog een tweetal houten kleedhokjes opgesteld, waarvan in één van de twee de deur toegang geeft tot een erachter liggende tentoonstellingszaal.
We lopen ongeveer 2 uur rond, daarbij sommige zalen wat vluchtiger, andere wat aandachtiger bekijkend. De drie vaste collectiezalen zijn wat ons betreft alledrie de moeite waard. De iets modernere kunstobjecten, een tijdelijke foto-expositie, enkele tijdelijke installaties en een expo-ruimte op de bodem van het bad kunnen ons minder boeien. Van een van de Tsjechische kunstenaars schrijven we de naam op zodat we daar thuis nog eens iets van kunnen opzoeken: Adolf Lachman.
Adolf Lachman: Startováni Bublebota / De Lancering van Bublebota (2010)
Op verdieping “-1” hangen een aantal surrealistsiche door Lachman gemaakte tekeningen van robotachtige wezens in een fantasiewereld. Ze zien er apart uit. Het lijken van bestaande technische uitvindingen als een helikopter of een stofzuiger afgeleide wezens die in een vrij kaal landschap iets aan het doen zijn dat intrigeert maar waarvan niet direct duidelijk is wat ze nou aan het doen zijn.
CMYK demonstratie met de Ještěd TV toren: hoe vier basiskleuren toch een full-colour afbeelding kunnen worden
Verder is er in de kelder nog een boeiend experiment waarbij je kunt zien hoe in de lichttechniek de RGB kleuren (Rood, Groen, Blauw) als primaire kleuren gebruikt worden en hoe je in de drukkunst de CMYK kleuren (Cyaan, Magenta, Geel, Zwart) kunt gebruiken om alle andere kleuren van te maken. Dat laatste wordt gedemonstreerd aan de hand van 4 foto’s op doorzichtige plexiglasstroken die je over elkaar heen kunt schuiven, waarbij een full-colour afbeelding van de TV toren van Ještěd ontstaat.
Tegen half een nemen we plaats in het Art-Café van het Lázně. Daar hadden we ergens van op internet gelezen dat je vooral een van hun taarten moest proberen.
Dat is niet aan dovemansoren besteed. We proberen het uit in combinatie met een latte en een cappuccino. Het smaakt voortreffelijk!
Smullen in het Lázně Art Café
Ook in het café valt ons, net als eerder vanochtend in het museum zelf, opnieuw op hoe weinig mensen hier rondlopen op een plek waar zo veel te zien is.
Als koffie en taart achter de kiezen zijn lopen we terug naar de kassa om de entree te betalen. Wat een volgorde
Men herkent ons direct. We rekenen af, ontvangen het entreekaartje waarvan we denken dat we er niets meer mee kunnen, maar krijgen nog een verrassing: het kaartje is nog twee weken geldig en we kunnen er ook het Noord-Boheems museum mee bezoeken.
Dat komt prima uit, want daar waren we toch al van plan later in de week heen te gaan.
Voor nu gaat het naar de auto om een dikke 25 km zuidwaarts naar het dorpje Kacanovy te rijden. Kacanovy ligt ongeveer 4 km ten zuiden van Turnov en net zo ver ten westen van de rotsstad Hrúba Skála. Kacanovy zelf heeft niet veel te bieden, maar tijdens het neuzen op mapy.cz was ons oog gevallen op een bij het dorp horende boerderij uit 1787: Kopicův Statek.
In het Nederlands is er wat beknopte informatie te vinden over deze boerderij, maar de Tsjechische achtergrond info die we thuis al door Google Translate haalden was een stuk uitgebreider. Daarbij de plaatjes ziend van wat de „boer“ in zijn achtertuin gecreëerd heeft en we wisten: dit willen we zien.
De statek (boerderij, alweer een gebouw in onze woordenschat erbij) werd door velen bewoond, maar is tegenwoordig vernoemd naar de beroemdste onder hen: Vojtěch Kopic (1909-1978). Vojtěch, vanaf zijn achtste wees en opgevoed door een tante in Turnov, werkte van kinds af in de landbouw. Geld om naar school te gaan was er niet. Op zijn 23e trouwde Vojtěch met een boerendochter en trok bij haar in in wat nu bekend staat als Kopicův Statek.
Hij leerde zichzelf muzieknoten lezen, kocht een harmonium en begon te oefenen om zijn droom waar te maken: het orgel spelen in de kerk. Vojtěch was opgegroeid met het idee dat hij er was op aarde om God te dienen. Hij slaagde er uiteindelijk in zijn droom te verwezelijken en bespeelde regelmatig het orgel tijdens diensten in de kapel van het nabij gelegen kasteel Wallenstein (Hrad Valdštejn). Ook leerde hij in die tijd van een steenhouwer in de buurt hoe de zachte zandsteen uit de regio te bewerken. Het steenhouwen was onder andere van praktisch nut. Omdat er geen stromend water in de buurt van de boerderij was, begon Vojtěch zelf een put in de rotsen te slaan om het 35 meter dieper liggende grondwater naar boven te kunnen halen. Deze rotsgrond was echter een stuk harder dan de zandsteen die hij had leren bewerken. Tijdens het werk, dat hem het leven had kunnen kosten omdat hij af en toe gevaarlijk diep had kunnen vallen, raakte hij er nog dieper van overtuigd dat het God was die hem al die tijd voor ongelukken behoed had.
Het meest bekend werd Vojtěch om zijn bewerkingen van de zachte zandsteen. In het dal achter zijn boerderij heeft hij niet alleen het orgel, maar ook talloze cultuur-historische thema’s uit de Tsjechische geschiedenis in de rotswanden vereeuwigd.
Vojtěch Kopic (1909-1978)
Omdat we toch al Kopicův Statek wilden zien, maar Hrad Valdštejn ook in de buurt was heb ik met behulp van mapy.cz op de Tsjechische opensource topokaart een wandelroute van zo’n 7 km uitgezet langs beide bezienswaardigheden.
We beginnen aan het kerkhof van Kacanovy waar we de auto parkeren. Daar parkeert naast ons ook een Tsjech met herdershond die plaatsneemt aan de tafel voor het kerkhof en daar een halve-literfles bier opentrekt. We krijgen het vermoeden dat hij er nog meer in de auto heeft liggen. Wellicht gaan man en hond dadelijk ook samen wandelen.
We trekken onze wandelschoenen aan en lopen zonder de gebruikelijke rugzak –er zou een terras bij het kasteel zijn- oostwaarts richting bos. Na een minuut of tien wandelen komen we bij Kopicův Statek. De boerderij ligt er prachtig bij, maar we komen eigenlijk voor wat achter de boerderij ligt.
Kopicův Statek: tegenwoordig beheerd door twee kleindochters van Kopic
We slaan voor de boerderij rechtsaf en volgen het pad dat in een boog achterom loopt en dan een stukje bergaf gaat. In de schaduw komen we tussen de rotsen en worden verrast door een eerste in reliëf gemaakt werk.
Het ziet er uit als een soort altaar of toegangspoort met zuilen aan weerszijden en erboven een heilige te paard die veel weg heeft van de heilige Martinus, maar ook wel wat van sint Wenceslas zoals die zich in Praag op het gelijknamige plein bevindt. Tegen het eind van de wandeling komen we in Kacanovy op een infobord een zwartwit-foto tegen waar Kopic toevallig poseert naast hetzelfde werk. Misschien is dit het eerste werk dat hij uit de rotswand gemaakt heeft? Of wellicht is het gewoon omdat deze het dichtste bij de boerderij ligt?
Bij thuiskomst googelen we wat en blijkt dat onze veronderstelling klopt. Het stelt svatý Václav (Sint Wenceslas) voor, het eerste beeld dat Vojtěch in 1940 gemaakt heeft.
We lopen verder en bevinden ons al snel midden in een klein paradijsje. Op diverse plaatsen, soms vlak naast het pad, soms wat verder weg of een stuk hoger tegen de wanden aan, zijn kleinere en grotere beeldhouwwerken.
Sommige daarvan hun oorspong door de Tsjechische cultuurgeschiedenis, anderen beelden zijn geïnspireerd door de natuur. Ook het orgel dat zo’n centrale rol in zijn leven innam is in reliëf vereeuwigd, vergezeld van een klein zelfportret in de hoek van het volks-kunstwerk.
Sommige voorstellingen zijn deels met mos overgroeid, hetgeen de mystiek van dit oord alleen maar groter maakt, sommige werken zijn aan hun kleur te oordelen recentelijk gerestaureerd en zien er uit alsof ze vers zijn toegevoegd. Dat laatste blijkt niet het geval, alle (ongeveer 50) werken zijn door Vojtěch tussen 1940 en zijn dood in 1978 gemaakt.
Přemysl de Ploeger
Orgel met zelfportret
Svatý Vojtěch / de heilige Wenceslas
Český lev, de Tsjechische leeuw houdt de wacht
Aan de andere kant dan waar we het kleine paradijsje zijn binnengekomen houdt een Tsjechische leeuw statig liggend de wacht. Alhoewel gesitueerd op een relatief beperkte ruimte kijken we bijna drie kwartier rond naar het moois dat Vojtěch Kopic hier heeft achtergelaten.
Met in totaal in al die tijd slechts 4 andere bezoekers.
Wat een contrast met het anderhalve kilometer verder gelegen Hrad Valdštejn.
Alleen al op het terras voor de naar het kasteel leidende toegangsbrug zit zowat een tienvoud aan bezoekers. Om nog te zwijgen van de wandelaars en mountainbikers die hier voorbij komen of het kasteel bezichtigen.
We melden ons aan de kassa met het idee het terras na de rondleiding te bezoeken. De rondleiding wordt verzorgd in het Tsjechisch met alweer een prima Nederlandstalig boekje, ditmaal inbonden en in kleur!
De vriendelijkheid van de gebroken Engels sprekende dame achter de kassa staat in schril contrast met de veel beter Engels sprekende gids. Deze laatste vertikt het onderweg en op het einde om ook nog maar in één woord Engels uit te leggen dat de rondleiding wat korter duurt dan normaal, daarbij wel in uitgebreid Tsjechisch en op zijn horloge wijzend aan de twee andere gasten uitleg gevend. Waarschijnlijk is er met het horloge, of zijn waarneming daarvan iets aan de hand, want als we een twintigtal minuten na afloop van de gegidste tour de hoofdpoort verlaten zit hij nog steeds op het terrasje ernaast.
Op de tien stops die er in de rondleiding zijn ingebouwd horen we de naam “Valdštejn” zowat iedere vijf zinnen minstens één keer vallen. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat dit geslacht, ook bekend onder haar Duitse naam Wallenstein, op vele plaatsen in de regio haar sporen heeft nagelaten. De uit de 13e eeuw stammende burcht Wallenstein torent hoog boven de omgeving uit, is gelegen op een stel rotspunten en wordt daardoor aan drie zijden op natuurlijke wijze beschermd. Toch wisselde de burcht na zijn ontstaan regelmatig van bezitter totdat in 1620 Albrecht Wallenstein de inmiddels vervallen ruïne weer terug in familiebezit kreeg en er ruim 150 jaar geen aandacht meer aan besteed werd. Pas in 1694 neemt een kluizenaar zijn intrek in de leegstaande ruimten en ontstaan er bedevaartstochten naar dit vergeten oord. In 1722 wordt de Nepomukkapel gebouwd zodat er ook diensten plaats kunnen vinden. De Wallensteins verkopen burcht en graafschap eromheen in 1821 aan een diplomaat: Alois Lexa von Aehrenthal. Het is deze familie die de burcht in neo-gotische stijl restaureert. Na afloop van WOII wordt de gemeente Turnov eigenaar van de burcht en wordt ze opengesteld voor het publiek. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers.
Hrad Valdštejn: uitzicht op de Hruboskalské skalní mesto met daarachter de Trosky ruïne
Hrad Valdštejn: Nepomuk-kapel
Na de rondleiding lopen we nog wat rond, genieten van het uitzicht op de rotsformaties en nemen een kijkje in de kapel. Het is twintig voor zes, als we bij de uitgang staan. De boel zou nog minstens 20 minuten open moeten zijn, maar de souvenir-shop sluit alvast haar deuren en ook op het terras is, op een paar laatste gasten na, weinig activiteit meer te bespeuren.
We besluiten dan maar zonder terras de wandeling voort zetten. Van even verder zou vanaf de Calvarieberg een mooi uitzicht zijn op het kasteel, maar we krijgen eigenlijk behoefte aan wat vulling in onze maag en besluiten het uitzicht over te slaan.
Kacanovy : hier wordt gebarbecued
Kacanovy: hier werd gebarbecued
Op weg terug naar Kacanovy komen we langs een caravan die wat verlaten tussen de bomen staat, maar aan de prullenbak en het reclamebord ernaast te oordelen nog dagelijks in gebruik is als Fastfood Imbiss (voor hongerige wandelaars?).
Als we aan de parkeerplaats terug zijn staat de auto van de Tsjech met zijn hond nog steeds naast de onze. De hond is in geen velden of wegen te bekennen. Het baasje ligt onder een camouflagedeken op de achterbank te snurken.
Zou hij zijn roes aan het uitslapen zijn?
Misschien heeft zijn vrouw hem wel het huis uitgeknikkerd?
Wie zal het zeggen. We laten hem maar rustig verder slapen.
Zelf trekken we even wat frisse kleren aan en rijden terug naar Liberec.
We willen vandaag eens typisch Tsjechisch proberen en gaan voor het Radniční sklípek Liberec, een restaurant/bierlokaal dat zich onder het raadhuis van de stad bevindt. Het is nauwelijks aangegeven, maar met een rondje om het raadhuis is de ingang snel gevonden.
Beneden in de raadskelder een ruime nette zaak die sober maar passend ingericht is, een vriendelijke en snelle bediening en bovenal prima eten!
Aan de wanden langs de trap hangen in de vorm van notitievelletjes de opmerkingen van honderden tevreden klanten die bevestigen dat dit restaurant niet voor niets nummer 1 van de 130 op Tripadvisor is.
De kelner die ons eerst in onverstaanbaar Tsjechisch en dan in vloeiend Duits aanspreekt is enigszins verrast als mijn vrouw om een Duitse en ik om een Engelse menukaart vragen. Als we dan twijfelen over wat iets is, kunnen we altijd nog op de andere kaart kijken of we daar snappen wat het inhoudt.
Hranolky brambory (friet), grilovaná zeleni (gebakken groenten) met een steak jizerský (vernoemd naar de Jizera rivier) smaken heerlijk. De topper van de avond is wat mij aangaat de Kulajda die als voorgerecht wordt opgediend; een witte gebonden soep, bestaande uit water, licht zure room, kruiden, dille en aardappelen met bovenin een gepocheerd ei.
Dit is met afstand de lekkerste soep die ik dit jaar, nee, zeg maar gerust de afgelopen vijf jaar geproefd heb!
Samen met een halve liter witbier, een halve liter malinovka (vruchtenlimonade) en twee caffe latte zijn we net iets meer dan de helft kwijt van wat we gisteren bij de Indiër betaald hebben.
Radniční sklípek: de raadskelder van het stadhuis in Liberec
Radniční sklípek: berichtjes van honderden tevreden klanten
Na het eten stuiten we voor het raadhuis op een plein vol toeschouwers in plastic tuinstoeltjes die naar een dans/toneelvoorstelling van Dr. Jekyll and Mr. Hide aan het kijken zijn.
Doordat er verder nauwelijks in gesproken wordt is de voorstelling ook voor ons goed te volgen en blijven we tot het einde kijken.
Als de voorstelling is afgelopen volgt een staande ovatie van het publiek. Dat was een mooi slot van een leuke dag.
We lopen terug naar de oude bakkerij, sturen daar wat foto’s van vandaag naar huis en vergroten onze woordenschat met een woord afkomstig van de vrachtwagen van het toneelgezelschap: "divadlo" = theater.
Een onverwacht toetje: Dr. Jekyll & Mr. Hide op het raadhuisplein
Tegen elf uur is het bedtijd.
Morgen opnieuw een kasteel en een wandeling in het Boheemse Paradijs.
uvidíme se později / see you later !
Laatst bewerkt: