Zomer 2016 - Twee weken Tsjechië van dag tot dag

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Precies een maand na dato (we vertrokken op 17 augustus) volgt hier een dag per dag verslagje van onze twee weekjes zomervakantie in Tsjechië.
Ter leesplezier van de forumgebruikers :lezen:en wellicht (net zoals wij ons tevoren mede hier hebben ingelezen) handig voor wie erover denkt om iets te bezoeken wat wij toevallig ook bezocht hebben.
Here we go:

De voorbereiding.
Oorspronkelijk was het plan om vorig jaar naar Tsjechië te gaan. Een verhuizing in die zelfde zomervakantie zorgde ervoor dat dat plan even uitgesteld werd. Als vervanging, toen de verhuizing aan het eind van de (school)vakantie alsnog vroeger dan verwacht erop zat, werd het in augustus 2015 een weekje Berlijn. Van uitstel kwam geen afstel, dus in de winter werd het Tsjechië-plan 2015 weer ter hand genomen. Het nog niet in detail uitgewerkte idee bestond uit 4 dagen Český Krumlov en omgeving, 3 dagen Moravische Karst en 4 dagen Decín en omgeving.
Toen we erachter kwamen dat Kutná Hora naast het ossuarium van Sedlec héél wat meer te bieden had en we ons realiseerden dat Decín eigenlijk niet ver van de Sächsische Schweiz in Duitsland ligt (waar we ook ooit nog heen wilden gaan), werd het beginidee volledig op de schop gegooid.
Standaard speuren we ter voorbereiding van onze zomervakanties wat toeristische internetsites af, aangevuld met info van wikipedia en Tripadvisor, waarna we op de (digitale) kaart een serie vlaggetjes prikken van dingen die we graag willen zien.
Daarna wordt gekeken van waaruit we de op de kaart geprikte vlaggetjes het beste kunnen bereiken en zoeken we naar een leuk hotel, pension of B&B en vallen de vlaggetjes af die te ver van het centrale punt af liggen.
Zoals gezegd, Kutná Hora bleek veel meer te bieden dan in eerste instantie ingeschat. Maar ook in het noorden kwamen er steeds meer dingen bij die we vorig jaar niet op het lijstje hadden staan. De verzameling vlaggetjes op de kaart groeide en groeide. Om wat duidelijkheid in de brij te krijgen, markeer ik altijd de interessante zaken met een rood vlaggetje, krijgen de nog interessanter lijkende bezienswaardigheden een groen vlaggetje en worden een aantal praktische kaartpunten met blauw gevlagd.

full

rode, groene en blauwe vlaggetjes op de kaart
Zo kristalliseerden zich vanzelf twee centrale plekken en werd er gekozen voor 4 dagen Kutná Hora in pension B&B (geen echt originele naam, maar volgens de recensies tevreden klanten) en 7 dagen Liberec bij Penzion Stará Pekárna (mooie inrichting volgens de plaatjes, lekker centraal in de stad en toch in een rustige wijk).​
De groene vlaggetjes hebben we vervolgens in een ruw tijdsschema gegoten, zodat we onderweg een idee hebben als we nog iets anders onverwachts leuks tegenkomen of we daar ook nog tijd genoeg voor hebben.
Onze tijdsplanning is niet echt strak. Als we ergens lezen dat bijvoorbeeld een museumbezoek ongeveer 2 uur kost, dan rekenen we zelf meestal een half tot een heel uur meer, omdat we weten dat we alles op ons gemak doen en daarom wel eens wat langer rondneuzen dan gemiddeld.
Ook houden we van wandelen en als dat aan bod komt calculeren we ook ruim meer tijd in dan reisgidsen of sites aanraden. Rondkijken, foto’s maken, door de natuur struinen of een terrasje onderweg meepikken, het gaat er allemaal in als koek. ;)
Zo ook met heen en terugreis naar Tsjechië. Het hoeft van ons niet allemaal op één dag jakkeren over de autobaan gehaald te worden, vandaar dat we zowel op de heenweg als ook op de terugweg een extra overnachting nemen. Op de heenweg wordt dat Gasthof/Hotel Zum Schwarzen Bären bij Vohenstrauss vlak bij de A6/D5 voor de Tsjechische grens. Op de terugweg valt onze keuze op het Penta Hotel in Gera, niet ver van de A4.

Voor vertrek een en ander bij elkaar gegoogled over andere verkeersregels in Tsjechië.
Opvallendste zaken die anders zijn als in NL:
- de alcoholgrens ligt bij 0,0 promille
- bij onbewaakte spoorwegovergangen mag je maximaal 30 km/h
- buiten de bebouwde kom mag je 90 km/h
- op de autosnelweg mag je (buiten de stad) 130 km/h
- je mag je voertuig niet tegen de rijrichting in parkeren

Daarnaast is er op veel snelwegen een vignet verplicht dat verkrijgbaar is voor 10 dagen, een maand en een jaar. Aan die van 10 dagen hebben we niet genoeg, dus het wordt een maandvignet. Dat hebben we voor het gemak en omdat we niet aan de grens willen zoeken naar een verkooppunt vooraf besteld bij Hartmanova.
Erg verrassend dat de ANWB dit niet aanbiedt trouwens.

Daarnaast eens op een rijtje gezet welke extra kosten de diverse Nederlandse banken rekenen bij pinnen in het buitenland. Tsjechië heeft immers geen euro’s.
Conclusie: nooit de conversiekoers die menig pin of bank-terminal aanbiedt (meestal de rechter optie op het beeldscherm van de ATM) kiezen, want die is zwaar ongunstig.

full

Pinnen bij de bank in niet-euro landen. Pas op voor DCC en kies de linker optie​

En inderdaad.
Als we een eerste keer pinnen in Kutná Hora wordt pijnlijk duidelijk welke onbeschofte “service” de bankwereld (niet alleen in Tsjechië trouwens) erop nahoudt.
Als service naar de klant laat de bank zien wat het totaalbedrag in euro’s is dat afgeschreven zal gaan worden, zodat de klant niet zelf naar zijn rekenapparaat hoeft te grijpen. Echter met een veel ongunstiger wisselkoers dan de officiële dagkoers.
Een service met woekerwinst, zo blijkt na thuiskomst als we zien wat daadwerkelijk wordt afgeschreven als je voor de andere (linker) optie kiest.
We kiezen bij de pinautomaat van de CSOB dus niet voor de aangeboden optie van koersconversie, maar voor “accept without conversion”. Wie daarvoor kiest krijgt de officiële omwisselkoers (die niet zichtbaar is op het scherm), meestal opgehoogd met een klein percentage transactiekosten van de eigen Nederlandse bank.
We willen 5000 Tsjechische Kronen pinnen.
Bij het aanvaarden van de voorgestelde koersconversie zou dat 212,35 euro gaan kosten.
De optie “zonder conversie” waar wij voor kozen leverde, zo bleek achteraf, een afschrijving op van 187,19 euro.
Krijg je bij de rechter optie 23,55 kronen voor je euro, bij de linkeroptie krijg je er bijna 27.
Dat is dus 25 euro verschil op ca. 200 euro gepind geld, oftewel ruim 10% winst voor de bank zodat jij je rekenapparaatje er niet bij hoeft te pakken...
Voor meer informatie over deze praktijken, google eens op “Dynamic Currency Conversion”.

Omdat we verder wat berichten lazen van reizigers die niet zo tevreden waren over het kraanwater, hebben we een zestal twee-liter-flessen bronwater in de kofferbak gegooid.
Ook dat bleek geen verkeerde keuze. Met name in Kutná Hora gaf zelfs het water dat we bij het tandenpoetsen gebruikten, een vervelende nasmaak.

Wat betreft de (auto) navigatie:
Om alle aan te rijden bezienswaardigheden goed te kunnen vinden, heb ik de op de peecee geprikte vlaggetjes in de GPS overgezet. We gebruiken onder het wandelen al een GPS (Garmin 64s) met voorgeïnstalleerde open source topokaarten en diezelfde GPS gebruiken we in de auto ook als navigatie omdat we geen TruusTruus hebben.
Willen we toch met stem begeleid navigeren, dan kunnen we altijd nog de op de smartföhn geïnstalleerde app gebruiken en ook dat hebben we onderweg een paar keer gedaan.
Op diezelfde smartföhn heb ik dan ook nog diverse van het web geplukte pdf-bestanden van VVV's en andere instanties gedownload, zodat ook die overal bij de hand zijn.

Tot zover enkele praktische zaken.
Dit zou dan het programma moeten worden:

Dag 1 Naar Duits-Tsjechische grens met stop in Aschaffenburg
Dag 2 Verder naar Kutná Hora met onderweg een bezoek aan Praag
Dag 3 Sedlec, Kutná Hora
Dag 4 Kutná Hora en zuidelijke zilverwandelroute
Dag 5 Zelena Hora
Dag 6 Besedice, Zámek Sychrov
Dag 7 Liberec, Kopicův statek, hrad Valdštejn
Dag 8 Zámek Mnichovo Hradiště, Drábské světničky
Dag 9 Jablonecnad Nisou, Prachovské skály, Údolí Plakánek
Dag 10 Terezín/Theresienstadt
Dag 11 Liberecké vseho trh, Sloup v Čechách, Nový Bor
Dag 12 Liberec, Ještěd
Dag 13 Zittau, Zgorzelec
Dag 14 Naar huis met stop in Gieβen

Voor het grootste gedeelte is het dat inderdaad geworden.
Op dag 9 hebben we het middagprogramma aangepast.
En een technische panne deed onze plannen voor dag 12 helemaal in duigen gooien.
Daarover later meer.
Tot morgen voor Dag 1 :zwaai2:
 

Ad Verschoor

Donateur
Het lijkt me heel leuk je verhaal te gaan lezen en vooral omdat ik nogal wat plaatsen ken. Het lijkt er trouwens op dat je heel goed op de hoogte bent van het gebruik van de computer. Meestal snap ik daar niets van. Veel plezier bij het schrijven, dat voor jezelf ook weer veel herinneringen zal oproepen.
 
Dag 1: Woensdag 17 augustus, naar de Duits-Tsjechische grens

Vanochtend zijn we rond 06.30 opgestaan en de bedoeling is dat we ongeveer rond 08.30 vertrekken. De dag zal vooral in het teken staan van het “fahren fahren fahren auf der Autobahn”. We hebben ongeveer 625 km voor de boeg tot de Duits-Tsjechische grens en dat hebben we in twee stukken verdeeld.
Halverwege hebben we een kleine 3 uur uitgetrokken om eens rond te neuzen in Aschaffenburg. We hadden ervoor kunnen kiezen om die drie uur te gebruiken zodat we in één klap al in Kutná Hora zouden kunnen komen, maar we doen het verplaatsen graag op ons gemak en als er onderweg iets leuks te zien is, willen we bij voorkeur halverwege een wat langere stop inbouwen. Meer dan 6 à 700 kilometer op een dag willen we niet doen.
Vandaag wordt dat via Aachen-Koblenz-Frankfurt-Würzburg-Nürnberg tot in de buurt van de grensovergang Waidhaus-Rozvadov aan de A6/D5. We hebben er een klein hotelletje geboekt dat op nog geen 2 km van de A6 ligt, maar toch in een rustig dorpje zodat we zeker geen nachtrust te kort gaan komen.
Halverwege op de kaart ligt dan Aschaffenburg en daar willen we in ieder geval het Pompejanum bezichtigen.

Bij het opendoen van de gordijnen thuis een raar fenomeen.
Ondanks dat de hemel al blauw is en de zon ruim boven de horizon zijn toch alle straatlantaarns nog aan. Gisteravond was het omgedraaide het geval. Tot enkele uren na zonsondergang bleven alle straten in de buurt in het donker gehuld. Er bleek een storing te zijn in de centrale die de openbare verlichting in Limburg aanstuurt, waarna monteurs eraan te pas moesten komen om de straatverlichting handmatig aan te zetten.
Kennelijk is de automaat kaduuk en slapen de monteurs nog want vanochtend gaat de verlichting niet meer uit. Of zouden ze het gedaan hebben om ons feestelijk uit te zwaaien?
We hebben er inderdaad zin in, maar we houden het maar op het eerste ;)

Nadat we ontbeten hebben en ook ik mijn tas heb ingepakt (mijn vrouw deed dat al gisteravond, maar toen zat ik nog wat te haspelen met wat gegevens op een reserve GPS), de kippen en de eenden voor een laatste keer gevoerd hebben en de boel hebben afgesloten kruipen we rond kwart voor 9 in de ochtend in de heilige koe voor een rit oostwaarts.
Na een dik kwartier rijden we bij Aachen de grens over en nog geen minuut later komt de eerste snelheidsduivel al met bijna 200 km/h voorbij racen. We zouden zelf ook harder dan 120 mogen rijden, maar van mij hoeft dat niet. Later vandaag zullen we nog genoeg plekken zien waar je je volle verstand nodig hebt om op in plaats van naast het asfalt te blijven.

Na een kleine 2½ uur rijden stoppen we voor een heerlijke caramel macchiato met een broodje gezond bij Rasthof Bad Camberg West, een kilometer of 50 achter Koblenz aan de A3. Na dit smakelijke relaxmoment gaat het weer verder via de A3. In de buurt van Frankfurt zien we steeds meer vliegtuigen in de lucht en als we ter hoogte van het vliegveld rijden komen er een paar zo laag over dat het bijna lijkt alsof ze tegen de hoogspanningsmasten gaan vliegen. Allemaal optisch bedrog natuurlijk, maar het blijft fascinerend te zien hoe zo’n minuscuul stipje in de verte binnen 2 minuten vlak boven je hoofd vliegt.

full

Laagvliegend vliegtuig boven de A3 bij Frankfurt​

Rond half één rijden we een parkeergarage in het centrum van Aschaffenburg in en als we daar buiten komen blijken we toevallig direct onder het VVV-kantoor geparkeerd te hebben.
We maken van de gelegenheid gebruik om wat foldertjes voor onszelf en voor het thuisfront in te slaan en zoeken even op de kaartjes hoe we het beste van hier naar het Pompejanum kunnen lopen.
Dat blijkt te kunnen door bij de VVV de bocht om te lopen alwaar direct het grote kasteel voor ons opdoemt dat we bij het binnenrijden van Aschaffenburg ook al vanuit de auto gespot hadden. Het Schloss Johannisburg, dat helaas gedeeltelijk in de steigers staat, is prachtig gelegen op een hoge terrasoever langs de Main. Het werd gebouwd tussen 1605 en 1614 in renaissance stijl en is opgetrokken uit de voor deze streek typische Buntsandstein. De roodbonten kleur van de stenen vormt een mooi contrast met de achterliggende blauwe hemel.
Het kasteel heeft op iedere hoek een flinke vierkante toren waardoor het geheel vooral vanaf de overliggende oever aangenaam symmetrisch oogt.
Tot 1803 diende het gebouw als tweede residentie van de aartsbisschop van Mainz. De folder laat een paar foto’s van het interieur zien, maar we zijn eigenlijk gekomen voor het even verderop liggende Pompejanum en daarnaast; in Tsjechië gaan we zeker nog meer kastelen tegenkomen!

full

Bij de parkeergarage om de bocht: Schloss Johannisburg
We lopen om het kasteel heen, genieten van het uitzicht op het kasteelterras en zie dan in de verte ons doel liggen: het Pompejanum.

full

Uitzicht op het Pompejanum en Main dal vanaf het kasteelterras​

Het Pompejanum ligt op dezelfde terrasoever, maakt in feite deel uit van de kasteeltuin en kijkt uit over het Main dal. Onder de indruk van de opgravingen in Pompeï liet König Ludwig I von Bayern (de grootvader van de beroemde Ludwig II, bekend van Schloss Neuschwanstein) een Romeins woonhuis midden in Duitsland bouwen.
Onder leiding van hofarchitect Friedrich von Gärtner ontstond tussen 1840 en 1848 een kopie van het Casa dei Dioscuri in Pompeï, met het doel niet als villa te fungeren, maar als kijk en studie object voor Duitse kunstliefhebbers. In tegenstelling tot het origineel waarvan alleen de benedenverdieping bekend was, werd de tweede verdieping ingericht als koningskamer en uitzichtspaviljoen, mede vanwege de mooie situering boven het Main dal. Het atrium werd vanwege klimatologische redenen met glas overdekt.

Vanuit het kasteelterras lopen we door een prachtige loofgang die dankzij de overdekking bij dit warme weer ook nog een aangename verkoeling met zich meebrengt richting Pompejanum.
We passeren de uit 1782 stammende Frückstückstempel van waaruit het voor de dames en heren van stand een fantastische gewaarwording moet zijn geweest vanaf de ontbijttafel over het rivierdal uit te kunnen kijken.
Even verderop staan we dan voor het Pompejanum. De tuinmannen en vrouwen zijn druk bezig met bloemen en struiken en het moet gezegd, ze leveren een mooi schouwstuk van een tuin af. Hier en daar een fontein, een paar loofgangen en overdekte prieeltjes en de nodige bloemenkleuren geven het geheel in combinatie met het hoofdgebouw zelf een on-duits achtig aanzien.

full

Loofgang tussen Schloss Johannisburg en Pompejanum​

full

De Früstückstempel uit 1782​

full

Het Pompejanum en haar actieve tuinmannen​

full

Het terras van het Pompejanum

full

Het Schloss gezien vanuit het Pompejanum; dat mag met recht een plaatje genoemd worden​

Binnen heerst een oase van koelte en rust.
Slechts een enkele bezoeker maakt dat we volop kunnen genieten van de sfeer.
Midden in het atrium een waterbekken waar het water lekker naar beneden kabbelt. Sommige deuren aan de zijkant zijn geopend waardoor er ook nog eens een fris briesje naar binnen waait. Die Ludwig wist wel waar hij zijn villa plaatste.
Binnen een zien we een aantal deels ingerichte kamers, (studiekopieën van) Romeinse beelden, tentoonstellingsruimtes, bouwtekeningen van de originele Romeinse villa, met mozaïeksteentjes versierde wanden en vloeren, maar ook een aantal ruimtes waar de wanden met onvoltooide of afgebrokkelde fresco’s voorzien zijn alsof ze zich inderdaad in het net opgegraven Pompeï bevinden. Tevens een Romeinse keuken en, ook dat ontbreekt niet, een doodlopend gangetje zonder deur met aan het einde een poepdoos met daarbij een lachwekkende spreuk aan de wand.
We moesten zo hard lachen dat ik vergeten ben de tekst te noteren. Bij thuiskomst wat googelen leverde direct de juiste op: “cenaturit Vacerra, non cacaturit”.
Het maakt deel uit van een wat langere uitdrukking/rijm van dichter Martialis dat in het Engels treffend en rijmend vertaald kan worden als: “In privies Vacerra consumes the hours; the whole day does he sit; Vacerra wants to dine, he does not want to shit”.

Helaas mag je binnen geen foto’s maken.
Om toch een indruk te krijgen hieronder een paar van wikipedia afkomstige afbeeldingen.

full

Pompejanum zomereetzaal​

full

Pompejanum westvleugel​

full

Pompejanum: atrium met waterbekken​

full

Pompejanum wandschilderingen​

full

Pompejanum tentoonstellingszaal​

We hebben vandaag extra geluk
Er is deze zomer een tijdelijke expositie getiteld “Antike Welt in Ton” (antieke wereld in klei). Te zien is een verzameling van bijna 100 antieke terracotta beeldjes die normaal in een museum in München bewonderd kunnen worden. Getuigen van volkskunst en geloof, sommigen bedoeld als kijkobject voor in huis, sommigen bedoeld als offergave om mee te gaan in het graf van overledenen. Er zitten een paar prachtige en gave exemplaren bij, zeker als je bedenkt dat hier beeldjes tussen staan die bijna 3000 jaar oud zijn.
Hoogtepunt wat mij betreft was een ca 10 cm groot engelenbeeldje dat haast een kopie leek van de gouden Victoria op de Siegessäule te Berlijn.

Alhoewel het qua grootte een relatief goed te overzien gebouw is, zijn we toch een dik uur binnen geweest om een en ander te bekijken. Ook de tuin bij Pompejanum en kasteel waren de moeite waard.
De rest van Aschaffenburg gaat voor een volgende reis naar Tsjechië zijn ;)

Na de pauze gaat het verder over de A3 richting Tsjechische grens. Wonder boven wonder overleven we de soms roekeloze stunts die met name onoplettende vrachtagenchauffeurs onderweg uit hun trukendoos lijken te toveren. Bij voorkeur bij wegwerkzaamheden en versmallingen gaan vrachtwagens onverwacht van rechts naar links, daarbij voor menig personenauto soms maar enkele centimeters ruimte overlatend.
Het zal geen toeval zijn dat bij de tientallen ongelukken en probleemsituaties die we na Aschaffenburg passeren zonder uitzondering telkens minstens één vrachtwagen betrokken is.
Zelfs de rookpluim die we in een weiland langs de snelweg zien blijkt geen mesthoop op een boerenerf, maar is afkomstig van een in brand staande vrachtwagen.

full

Vrachtwagen in brand langs de snelweg​

Even na 18 uur staan we in Oberlind/Vohenstrauss voor de deur van hotel Zum Schwarzen Bären. Die deur blijkt hermetisch op slot. Net als we de eigenaar willen bellen houdt een auto halt met daarin een mevrouw die zich verontschuldigt. Het blijkt de vrouw des huizes te zijn die net terugkomt van de begrafenis van de plaatselijke bakker.
Na wat formaliteiten afgehandeld te hebben brengt ze ons naar een nette kamer met balkonnetje aan de achterkant. Hier houden we het ongetwijfeld een nacht goed uit.

full

Welkom in de Oberpfalz, blik vanaf het balkon​

Een uurtje later zitten we in een eenvoudige ruimte naast het bierlokaal waar dezelfde vrouw des huizes het restaurant runt. In de keuken nog iemand (de heer des huizes?) die de woorden van de menukaart boven het vuur in eenvoudige doch lekkere gerechten omzet.

We nemen beiden een goulash soep, gevolgd door varkensmedaillons in peperroomsaus cq champignonroomsaus, met gebraden aardappelen en sperciebonen.
Ik laat me door de vrouw des huizes een Zoigl-bier aanraden. Het is een uitsluitend in de Oberpfalz gebrouwen bier van lage gisting waar de ingrediënten niet uitgefilterd zijn zodat het geheel een nogal troebele aanblik geeft. Aha. Dat is dus dat goedje dat ook al de andere gasten op hun tafel hebben staan.
De naam Zoigl, zo leert het wereldwijde web me dezelfde avond nog, is een verbastering van het Duitse woord “Zeichen” (teken).
Als de brouwers het bier, dat al van rond 1400 gebrouwen wordt, voor consumptie geschikt achtten, werd een teken voor de brouwerij aan de muur gehangen zodat iedereen wist: het bier is klaar!
Dit teken lijkt op een zeshoekige Davidster. Zeshoekig vanwege de zes voor het bier benodigde elementen en ingrediënten: water, aarde vuur als element en water, hop en mout als ingrediënt.
Het Zoigl bier, waar ik nog nooit eerder van gehoord had, smaakte prima!

’s Avonds wordt er nog wat nagekeuveld, sturen we wat fotootjes en een kort berichtje naar huis en gaan we niet lang na zonsondergang onder de wol.
Morgen op naar Tsjechië. Uvidíme se zítra / tot morgen !
 

kuurgast

Donateur
Wauw Leo dat is een mooie binnenkomer op het forum. ;)
Wat een professionele voorbereiding en uitgebreid verslag met foto's.
Ga vooral zo door. :toppie:
....op de (digitale) kaart een serie vlaggetjes prikken van dingen die we graag willen zien....
Is dit een kaart die ergens online te vinden/maken is of gebruik je hier plak/knip-werk of een programma voor? :denk:
 
Wauw Leo dat is een mooie binnenkomer op het forum. ;)
Wat een professionele voorbereiding en uitgebreid verslag met foto's.
Ga vooral zo door. :toppie:

Is dit een kaart die ergens online te vinden/maken is of gebruik je hier plak/knip-werk of een programma voor? :denk:

Dankjewel, bloos.
Ik probeer zo door te gaan, haha.
Voor de voorbereiding gebruik ik het programma Mapsource (tegenwoordig vervangen door Basecamp).
Dat is eigenlijk een soort kaart en waypointbeheer programma dat standaard bij GPS toestellen van Garmin geleverd wordt en op Windows peecees werkt. Basecamp is gratis en van Mapsource zwerven er zover ik weet ook gratis versies rond op het web.
De gedetailleerde kaart van Tsjechië die ik op peecee en op de GPS gebruik is eveneens freeware en te downloaden bij freizeitkarte.de
 
Dag 2: Donderdag 18 augustus, via Praag naar Kutná Hora

Afgelopen nacht hebben we prima geslapen en na een kort telefoontje vanochtend naar het thuisfront schuiven we aan in het restaurant van Zum Schwarzen Bären voor het ontbijt. We kletsen kort met de vrouw des huizes die de gasten hier goed verzorgt en bovenal een ontzettend opgewekt humeur heeft.
Ze veronderstelt dat we op weg naar Praag zijn, wat inderdaad gedeeltelijk klopt, maar tot haar verrassing ligt ons einddoel van vandaag zo’n 80 kilometer verder. Ze blijkt, hoewel het op nauwelijks 2 uur rijden van hier ligt, al in geen 20 jaar meer in de Tsjechische hoofdstad te zijn geweest. Vroeger toen ze nog als administratieve kracht aan de grensovergang Waidhaus-Rozvadov werkte kwam ze er vaker, zo vertelt ze.
Voor ons geldt zowat hetzelfde. We zijn –voor het eurotijdperk- ooit eens 10 dagen in Praag en omgeving geweest, maar na de millenniumwisseling was de enige voet op Tsjechisch grondgebied een middagje Cheb, nu zo’n jaar of vier geleden. Vandaag willen we naar Kutná Hora en ligt Praag op onze weg. Omdat we de meeste zaken in het centrum ooit al eens gezien hebben gaat onze voorkeur uit naar iets wat we nog niet eerder bezochten.
De keus is gevallen op het Nationaal Monument op de Vitkov heuvel.

Tegen kwart voor tien verlaten we Oberlind, werpen een laatste blik op de plaatselijke kerk en een minuut of tien later rijden we al in Tsjechië.

full

Goodbye Oberlind !​

Wat aan Duitse zijde nog de A6 heet, noemt men aan de Tsjechische de D5. Het is een stuk rustiger op de weg dan gisteren en behalve buitenlandse vrachtwagens zien we het 200 kilometer durende stuk tot voorbij Praag op een enkele Slowaak en een verdwaalde Duitser na geen enkele buitenlandse personenauto. We weten het op dit moment nog niet, maar zo zal het de komende dagen vrijwel iedere keer zijn. Tsjechië moet kennelijk nog ontdekt worden door de West-Europese toerist.
Tot drie keer toe zien we een joekel van een adelaar in de vorm van houten borden met een woord eronder waarvan we de betekenis op dat moment niet kunnen achterhalen. Enkele dagen later op een terras komen we erachter dat het om reclame voor Mattoni ging. Tsjechisch bronwater, zowel naturel als met een fruitig smaakje verkrijgbaar. De adelaar blijkt in het logo van dit merk te zitten en het vreemde woord dat we niet herkenden was gewoon de merknaam zelf.

We hebben vooraf besloten om mogelijke files in de avondspits te kunnen omzeilen eerst alvast voorbij het centrum van Praag te rijden en parkeren de auto even na het middaguur in de parkeergarage bij Letnany, het oostelijke eindstation van Metro C. Voor 20 Tsjechische kronen kun je bij de P+R je auto de hele dag bewaakt stallen en direct in de metro stappen om het centrum van Praag in iets meer dan 10 stops te bereiken.
Op die manier verspillen we tevens geen tijd met het zoeken naar een kostbare parkeerplaats in het centrum met eventueel ook nog het risico op een deukje en voor de prijs van de Praagse Metro hoef je het ook niet te laten.
Die kost maar een schijntje van wat we in Nederland gewend zijn. Voor 32 kronen kun je een rit maken tot anderhalf uur en voor 110 kronen (ongeveer 4n euro) kun je de hele dag in tram, metro en bus van het centrum tot ver daarbuiten. Het kost even wat moeite aan het loket om duidelijk te maken welk kaartje we graag willen kopen. De vriendelijke dame blijkt geen Duits en slechts gebrekkig Engels te spreken, maar als we de prijs noemen van het gezochte kaartje valt, om in geldtermen te blijven, het spreekwoordelijke kwartje.

Op een vrijwel leeg perron hoeven we nog geen vijf minuten te wachten op de eerste metro. Prima geregeld dat openbaar vervoer hier.
Behalve dan op de Vitkov heuvel waar we heen willen. Er is weliswaar vanuit het oosten een toegangsweg die het Nationaal Monument ontsluit, maar die is voor gewoon verkeer en voor openbaar vervoer verboden terrein. De enige mogelijkheid om bij het monument te komen is zelf de heuvel op te lopen. We stappen uit op metrostation Florenc, steken de straat over, slaan twee keer de bocht om en zijn al aan de voet van de heuvel.
Van daaruit gaan er trappen omhoog die om een of ander reden op twee plaatsen gebarricadeerd zijn met betonnen afzettingen. Dat maakt dat we twee keer een leuk evenwichtskunstje moeten uithalen om erlangs te komen. Eens terug op de geasfalteerde weg gaat het slingerend verder naar boven.

full

Voetgangersvriendelijke barricade​

Gelukkig is het niet overdreven warm, maar met een paar zweetdruppeltjes op het gezicht zijn we na een minuut of tien puffen toch boven.
Daar worden we beloond met een prachtig uitzicht over de stad. Om meteen daarna te staren naar wat het grootste, het op één grootste of het op twee na grootste bronzen ruiterstandbeeld ter wereld zou zijn.
De diverse folders en websites zijn het er niet helemaal over eens welke plaats op de ranglijst het inneemt, maar dat het groot is, dat is overduidelijk. Op het paard bevindt zich Jan Žižka, een van de belangrijkste leiders die de Hussieten gekend hebben. Onder zijn leiding versloegen ze ooit vijf kruisvaarderlegers.

full

Ruiterstandbeeld Jan Žižka​

Het 9 meter hoge en 16½ ton zware beeld van ruiter en paard werd nog voor de tweede wereldoorlog ontworpen door beeldhouwer Bohumil Kafka. Deze bouwde in de stad in een 27 meter lange en 18 meter hoge hal eerst een gipsen model van het kunstwerk. Het gipsen model was uiteindelijk klaar in november 1941, maar voordat hij aan de bronzen versie kon beginnen overleed Kafka in november 1942.
Na de oorlog werd de bronzen versie alsnog gemaakt en uiteindelijk werd het kunstwerk op 14 juli 1950 onthuld bovenop de heuvel. Dit ter herinnering aan de door de Hussieten op de katholieke kruisvaarders en hun heilige keizer Sigismund gewonnen slag om Vitkov die op dezelfde dag in 1420 plaatsvond.
Žižka wordt trouwens wel eens de eenogige genoemd omdat hij tijdens een van zijn vele gevechten een oog verloor. En inderdaad, er hangt ook een lapje voor het oog van het standbeeld hier. Een jaar na de slag zou Žižka ook zijn tweede oog verliezen, maar ondanks zijn blindheid bleef hij nog tot zijn dood drie jaar later de leider van de Hussieten.

Het erachter liggende gebouw is wat dat ons eigenlijk naar hier heeft gebracht. Volgens een poll van enkele jaren geleden is het Nationaal Monument naar mening van de Tsjechen zelf het minst populaire toeristische doel van Praag. En inderdaad, waar het in het stadscentrum krioelt van de toeristen, loopt hier bijna geen kip rond. Een enkel Duits gezin met drie kinderen die aan hun gejengel te oordelen liefst andere dingen zouden doen, twee wielerfanaten die de heuvel als trainingsobject gebruiken en een enkele Tsjech die met een leesboek op de bank van schaduw en uitzicht geniet en dan heb je het ver gehad.

full

Het begrip massatoerisme moet hier nog uitgevonden worden​

In het café op de tweede verdieping, waar we een mooi uitzicht op de verderop gelegen Tv-toren hebben komt nog een oma met haar kleinkind een ijsje halen en twee jongedames nemen plaats op het buitenterras voor een cappuccino.
Zelf werken we een heerlijke getoaste panini met tomaat en mozzarella naar binnen, compenseren de verloren zweetdruppels met twee flesjes cola en merken ook aan de voor Praagse maatstaven relatief goedkope rekening dat deze plek niet echt bovenaan de toeristische lijstjes staat.

full

Uitzicht op de TV toren met de omhoog klimmende baby's​

Nochtans is het een ideale start om iets over Tsjechië te weten te komen. Het monument werd gebouwd tussen 1928 en 1938 ter ere van het Tsjechische legioen. Na de tweede wereldoorlog werd het vanaf 1948 gebruikt ter verheerlijking van de communistische ideologie en har Tsjechische leiders. Tussen 1954 en 1962 heeft een deel ervan dienst gedaan als mausoleum voor Klement Gottwald, medeoprichter en leider van de Tsjechische communistische partij, premier en daarna president van Tsjecho-Slowakije. In het grote gebouw is een overzichtstentoonstelling over geschiedenis en politiek van Tsjecho-Slowakije en Tsjechië.
We doorlopen de tentoonstelling, zo blijkt halverwege, eigenlijk in de verkeerde volgorde.
We beginnen links achter de entree met de periode 1918-heden, om er vervolgens achter te komen dat zich rechts achter de entree de afdeling middeleeuwen tot wereldoorlog I bevindt.

full

Museum afdeling post 1918

full

Vitrine Jan Palach met gipsen dodenmaskerafdruk en paar schoenen dat hem ooit toebehoorden​

Aan de vorm en wanden van het interieur is, ondanks de vitrines en museumstukken, nog goed te zien dat het een typisch communistische architectuur betreft. Als we in de grote ceremoniële feesthal staan bekruipt ons zelfs even het gevoel dat we in jaren 80-kleuren naar een 3D scherm van het Kremlin-congresgebouw kijken.

full

Ceremoniële hal​

Hoogtepunt, wat mij betreft dan, bevond zich in de kelder van het gebouw.
Daar was ooit de technische afdeling gevestigd die ervoor zorgde dat het gebalsemde lichaam van Klement Gottwald van 1954 tot 1962 te zien was. Een deel ervan werd na 1963 afgebroken, maar het originele laboratorium en de controleruimte heeft men behouden en zijn nu voor bezoekers van het Nationaal Monument te zien. De mummificering van Gottwald werd 8 jaar lang met de voor die tijd modernste technieken in stand gehouden totdat het echt niet langer ging. De temperatuur werd op exact 16 graden gehouden, de luchtvochtigheid moest per se 80% bedragen. Er waren alarmsensoren aangebracht voor het geval er brand uit zou breken en zelfs aan elektronische vliegenvallen ontbrak het niet. Stel je voor er zou een vliegje binnenkomen en zomaar beginnen smikkelen aan de gemummificeerde Gottwald. De ramp zou niet te overzien zijn geweest!
Om de kans op verval te verkleinen werd het lichaam ’s nachts via een soort telescopische lift naar het ondergronds laboratorium gebracht, om de volgende ochtend in omgekeerde richting te bewegen en weer aan het publiek getoond te worde.
Toen het lichaam van Gottwald in 1962 naar oordeel van de artsen niet langer meer toonbaar was, werd besloten het alsnog te cremeren. Het gerucht gaat dat er inmiddels onder andere een arm vanaf gevallen zou zijn maar diverse bronnen spreken elkaar hierover tegen.
Zeker is dat een en ander samenviel met het einde van de persoonsverheerlijking van Stalin en Lenin en wat dat betreft onderging Gottwald, zelf fervent stalinist, eenzelfde lot.

full

Ondergronds laboratorium van het Gottwald Mausoleum

full

Controlekamer van het Gottwald Mausoleum​

Na 1962 verloor het gebouw zijn originele functie als mausoleum (behalve Gottwald lagen er nog een klein dozijn sarcofagen van andere voormalig communistische leiders) en begon een periode van verwaarlozing. Pas in 2000 werd het aangekocht door het Nationaal Museum en startte men met restauratiewerkzaamheden.
Als gevolg van zijn geschiedenis en functie is het gebouw niet bepaald geliefd onder de Tsjechen. Gottwald zelf werd in een poll van de Tsjechische zender ČT in 2005 met 26% van de stemmen verkozen tot slechtste Tsjech aller tijden…

full

Westzijde ceremoniële hal​

Na het bezoek van het ondergrondse gedeelte gaan we verder door de ceremoniële hal. Aan de westzijde van de feestzaal lopen we tegen een kleine tentoonstelling van historische Olympische posters aan, maar voordat we die goed en wel kunnen bekijken wenkt een man ons dat we naar hem toe moeten komen. Het blijkt een uiterst vriendelijke liftbediende die in gebrekkig Engels duidelijk maakt dat hij ons met plezier naar het uitzichtplatform brengt. Ook weet hij uit te leggen dat de bedoeling is dat we daarna weer met de trap naar beneden komen.
In een –alweer communistisch aandoende- kleine lift gaan we omhoog.
Boven gekomen waait het aangenaam.
Maar tsjonge jonge, wat een klasse uitzicht hier!
Met de ogen en met de zoomfunctie van het fototoestel speuren we de horizon af op zoek naar herkenbare punten. En dat zijn er in een stad als Praag heel wat.

full

Klasse uitzicht op stad en ruiter​

Het ruiterstandbeeld van Žižka ziet er van boven qua nog indrukwekkender uit op het moment dat er een toerist naast staat en opvalt hoe klein de mensen van hierboven zijn in vergelijking tot de ruiter. Na een minuut of vijf komen er zowaar nog drie Japanse toeristen op het platform en zijn we even niet de enigen die hier rondlopen. Het weer is prima. Een windje van tijd tot tijd, lekker zonnetje dat niet te warm is en wat schapenwolkjes die het gehele uitzicht extra diepte geven. Dit is genieten puur!
Aan alles komt echter een eind, ook aan ons uitzicht. We wille ten slotte rond een uur of zes in Kutná Hora zijn, dus het wordt langzaam tijd weer eens terug te keren naar het metrostation. De liftbediende draait overuren (niet dus…) en wil ons maar wat graag weer met zijn lift naar beneden brengen. We nemen het aanbod aan, veel leuker dan de trap.

Eenmaal beneden zoeken we de uitgang en lopen we om het gebouw heen om ook de achterkant te kunnen zien. Daar treffen we een paar flinke toegangsdeuren met mooi metalen (communistische…) tafereeltjes erop.
Ook nemen we nog een kijkje bij het graf van de onbekende soldaat dat eveneens in hetzelfde gebouw gevestigd is. Daarna lopen we de heuvel weer af. Dat gaat een stuk sneller en gemakkelijker dan omhoog.

full

Communistisch kunstwerkje

full

Graf van de onbekende soldaat​

full

Pantservoertuig bij het militair museum​

Op het laatste stuk slaan we de betonnen hindernissen over en komen we daardoor langs het militaire museum waar naast de ingang een pantservoertuig (uit 1968?) de bezoekers welkom heet. Rond half vijf zijn we met de metro weer terug op Letnany en na een autorit van zo’n dik uur draaien we de parkeerplaats van pension B&B in Kutná Hora op.

In het pension wordt de tent zo te zien gerund door moeder met twee dochters. Moeder komt niet ver, maar dochterlief spreekt haast vloeiend Engels. Ook hier een hartelijke ontvangst, tekst en uitleg over B&B, wat tips over Kutná Hora, een stadsplattegrond (die ik ook al op mijn telefoon had, maar een papieren versie ook al is ie in het Tsjechisch kan geen kwaad) en de sleutel van onze kamer die tot onze verrassing lekker rustig aan de achterkant ligt en bovendien is uitgerust met airco.

We droppen onze tassen op de kamer, bellen even met het thuisfront dat we veilig zijn aangekomen en wandelen daarna Kutná Hora in. Direct aan het begin passeren we de Kamenná kašna, een gotische fontein uit de vijftiende eeuw die tot 1890 als drinkwatervoorziening heeft dienstgedaan.

full

Kutná Hora, Kamenná kašna, 15e eeuwse stenen gotische fontein​

We strijken neer op een terrasje op het centrale Palackého Námestí plein, bestellen allebei een pastagerecht en maken voor het eerst kennis met huisgemaakte limonade. Iets dat hier, zo blijkt de komende dagen, op heel wat terrassen verkrijgbaar is. We kiezen voor een bosbesachtige versie. Het smaakt een beetje zoet, maar eigenlijk best wel lekker.
Na het bezoek aan de Italiaan slenteren we op de gok door wat straatjes en komen zo aan de achterkant van het Jezuïetenklooster waar een rechte straat die geflankeerd wordt door een serie beelden die ons aan de Karelsbrug van Praag doen denken. De straat leidt naar de Barbarakathedraal die we later nog willen bezichtigen en door de kloostertuinen wandelen we terug naar het pension.

full

De maan komt op boven het Jezuïetenklooster​

Op de terugweg passeren we een alleraardigst verkeersbord dat de voorbijgangers erop wijst dat Kutná Hora haar straten graag schoon houdt. Rond een uur of tien is het bedtijd. Vanuit bed wordt een kort berichtje en wat foto’s naar Nederland gemaild en daarna gaan we horizontaal.

Tijd voor een goede slaappartij en morgenvroeg weer fris verder!
 
Dag 3: Vrijdag 19 augustus, Sedlec en Kutná Hora

De eerste nacht in pension B&B is goed bevallen. Ondanks dat het pension aan de doorgaande weg ligt hebben we aan de achterzijde ook met openstaand raam geen enkele last gehad van verkeerslawaai. Als we op de benedenverdieping in de ontbijtzaal komen maken we kennis met een fenomeen waarvan niemand aan de ontbijttafel opkijkt, maar dat ons onbekend voorkomt. Aan de muur een breedbeeld LCD-screen waarop golden oldie clips, Tsjechische hits uit vroeger tijden en moderne top 40 clips elkaar afwisselen, af en toe eens onderbroken door wat reclamebokken waarvan ons de onderwerpen door gebrek aan kennis over de Tsjechische taal compleet ontgaan. Sinds ons vertrek is onze woordenschat aangegroeid met enkele tientallen woorden, maar die zijn voornamelijk van de categorie hrad (kasteel), dům (huis), dvur (hof), kámen (steen), klášter (klooster), kostel (kerk) etc.
Deze woordenschat zegt vooral iets over wat we de komende dagen (willen) gaan zien maar bepaald niets over wat nu op het LCD scherm voorbij komt.
Gisteren hebben we geleerd dat černý zwart betekent. Hoe? Doordat er zwart bier verkrijgbaar was en dat moest natuurlijk geproefd worden ;)
Nieuwsgierig als we zijn wilden we direct weten wat wit dan is. Dat blijkt bílý te zijn. Handig zo’n woordenboek-app op je smartföhn.
Doordat Kutná Hora van vroeger uit bekend staat als de zilverstad zijn we meermaals het woord stříbro tegengekomen hetgeen dus zilver betekent. Dankzij de clips van Óčko TV, want dat is de zender die het bewegend beeld met muziek tot ons brengt, leren we dat “zlaté hity“ gouden hits betekent.
Alweer twee woorden erbij. We vorderen gestaag.

Wat het ontbijt betreft, dat hebben moeder en dochter hier prima voor elkaar. Meerdere soorten brood, broodjes met en zonder zoutsnippers, kleine cakejes, diverse soorten kaas en vlees, chocopasta, jam, honing, tomaat, komkommer in schijfjes, mozzarella, gebakken spek, warme worstjes, gebakken ei, diverse soorten muesli, yoghurt, appelsap en jus d’orange en uiteraard kofie en thee. Is er iets op, dan wordt het direct aangevuld.
Na een half uurtje videoclips kijken en de innerlijke mens aangesterkt te hebben verlaten we de ontbijtzaal met de zekerheid dat het ons hier de resterende drie ochtenden aan niets gaat ontbreken.

Voor vanochtend staat een bezoek aan het Kostnice Sedlec op de planning. We waren al eens eerder bij een ossuarium (Douamont, Marville, Köln en Schorbach), maar het ossuarium van Sedlec belooft er een van buiten categorie te zijn.
In een ruimte onder de door Cisterciënzers in de 15e eeuw op hun kerkhof gebouwde Allerheiligenkapel in het dorp Sedlec, dat zowat begint waar Kutná Hora eindigt, bevindt zich een knekelhuis dat zijns gelijke niet kent.
Om te begrijpen hoe dit bijzondere ossuarium tot stand is gekomen moeten we ruim 700 jaar terug in de tijd gaan.
In 1278 stuurde koning Ottokar II van Bohemen de abt van het nabijgelegen abdijklooster voor een diplomatieke missie naar het Heilige Land. Op zijn reis belandde de abt onder andere in Jeruzalem van waar hij een handvol aarde van de Calvarieberg mee terug naar Sedlec nam.
Dit handjevol aarde werd uitgestrooid over de begraafplaats waarmee die tot heilige grond verklaard werd. Als gevolg daarvan werd het kerkhof van het kleine Sedlec een gewild laatste rustoord voor mensen uit geheel Europa. Na de pest-epidemieën in de 14e eeuw en de oorlogen die de Hussieten in de 15e eeuw voerden, puilde het kerkhof uit zijn voegen en moest het meerdere malen uitgebreid worden. Begin 15e eeuw werd een kapel met twee verdiepingen op het kerkhof gebouwd. Om plaats te maken op het te krappe kerkhof en toch de reeds begraven doden op/in heilige grond te laten blijven, werden hun botten in een kelder onder de nieuw gebouwde kapel bijgezet.
Volgens de overlevering zou vanaf 1511 een half blinde monnik zich bezig gehouden hebben met dit klusje en hij is daarbij systematisch en doordacht te werk gegaan. Hij stapelde de botten en schedels op een zodanige manier dat de boel stabiel bleef maar toch zo weinig mogelijk ruimte in beslag nam. Op deze manier zijn er naar schatting in totaal van zo’n 40000 overledenen de botten in het ossuarium bijeen gebracht.
In het begin van de 18e eeuw werd de van oorsprong gotische kapel door Jan Blažej Santini Aichelverbouwd tot een Boheemse barokstijl. In de 19e eeuw werd het in de jaren langzaam in vergetelheid geraakte ossuarium met bijhorende kapel aangekocht door de adellijke familie Schwarzenberg die in 1870 timmerman en houtsnijder František Rint de opdracht gaf weer wat ordening in de opgeslagen botten te brengen. František maakte inderdaad gebruik van zijn houtsnijkunsten om de kapel wat meer glans te geven, maar naast hout maakte hij voornamelijk gebruik van de reeds aanwezige botten en schedels om er een uniek geheel van te maken.

Na het lezen van wat internetartikelen van het Kostnice dat ons inziens in menig engelstalige toeristenfolder wat oneerbiedig als „bonechurch“ betiteld wordt, wilden we deze graag eens met eigen ogen zien.
Wat ons in eerste instantie wat minder leek was dat er schijnbaar ruim 200000 toeristen per jaar hier de kapel bezichtigen. Om de sfeer op plekken als deze goed te kunnen proeven is het eigenlijk wel zo prettig als je niet ondergaat in het gedrang. Blijkens diezelfde folders zijn het echter vooral dagjestoeristen die met een bus uit Praag komen, Kutná Hora en Sedlec in één dag doen en ‘s avonds weer terug naar Praag gaan. De keuze wanneer Sedlec te bezoeken is met dit feit in het achterhoofd snel gemaakt; we gaan zo vroeg mogelijk na het ontbijt richting Sedlec in de hoop een nog enigzins rustige kapel aan te treffen.

Dat blijkt een verstandige keuze.
Als we om even voor tien uur in de ochtend de auto parkeren is er tegenover de gotische kerk van Sedlec nog ruim voldoende plaats. Aan de overkant van de doorgaande weg kopen we een combi-ticket dat geldig is voor het Kostnice en de Cisterciënzerkerk in Sedlec en voor de Barabara kathedraal in Kutná Hora. De behulpzame dame in het VVV kantoor vraagt ons nog of we ook kaartjes nodig hebben om met de bus naar Kutná Hora op en neer te gaan, maar nee, we zijn met eigen vervoer ;) Op de parkeerplaats trouwens geen enkele buitenlandse nummerplaat te zien.
Tevens waarschuwt ze ons vooraf dat de beroemde kroonluchter momenteel niet aanwezig is wegens restauratiewerkzaamheden, maar dat hadden we al ergens op internet gelezen. De sfeer zal er bij een eerste bezoek echt niet minder om zijn vermoeden we.
Op weg naar de kapel passeren we een aantal kleine souvernirwinkeltjes die vooral glaswerk en gimmick artikelen met botten en/of schedels verkopen.

full

De ingang van het Kostnice is geheel in thema​

Voor de hoofdingang van het kerkhof een eerste verrassing op de grond.
Men heeft de stenen op een toepasselijke manier geordend. Dit zal gezien de ouderdom zeker niet het werk van František Rint zijn, maar het past er eigenlijk best goed bij.
Beter dan de soms banale uitingen van “kunst” in de vorm van flesopeners met schedels erop die we enkele tientallen meters eerder in de etalages zagen.

Eenmaal de ingangsdeur voorbij dompelen we onder in een wereld buiten deze wereld. Aan de muur, aan het plafond, in iedere nis, kortom overal waar je kijkt wordt je aangestaard door “mensen die ooit waren wat wij nu zijn” en die je met de neus op de feiten duwen dat “wij ooit worden wat zij nu zijn”. Menigeen meent dat de omschrijving “luguber” het beste past bij wat in het Kostnice van Sedlec te zien is, maar wat ons betreft is het vooral fascinerend.
In vier grotere nissen ligt het merendeel van de door de halfblinde monnik gestapelde botten in een grote klokvorm waarboven een waarschijnlijk door Rint vervaardigde vergulde houten kroon hangt. In het midden van de ruimte staan vier houten “torentjes” in de vorm van pinakels met elk bovenop een trompet blazende engel. Aan het plafond diverse guirlande-achtige slingers, zo te zien gemaakt van afwisselend bovenarmen en schedels. Voor één van de vier nissen hangt een eveneens van botten gemaakt wapen, dat het familiewapen van Schwarzenberg uitbeeldt. Opvallend detail: het originele wapen bevat een raaf die een hoofd de ogen uitpikt en ook in het door Rint gemaakte wapen bevindt zich een uit botten samengestelde raaf die een schedel in de oogkas pikt.

Om niet in de vergetelheid te raken heeft Rint ook zijn eigen naam en het jaartal 1870 aan de muur achtergelaten. In botvorm uiteraard…

Allebei een fototoestel in de hand lopen we ruim een uur door de kapel. Wie foto’s maakt gaat nog aandachtiger kijken wat er te zien is en hoe meer je kijkt, des te meer je ziet.
En te zien valt hier heel wat.
Hieronder een kleine impressie van hetgeen we hebben mogen bewonderen.


full


full


full


full


full


full


full

Bij binnenkomst zijn er net een tiental mensen in de kapelkelder, als we tegen kwart over tien naar buiten gaan zijn er dat al meer dan vijftig. Bij het naar buiten gaan valt ons oog op een paar stof vangende objecten boven de trap.
Ja, stofzuigen en vegen, hoe vaak zouden ze dat hier niet moeten doen? En hoe eigenlijk?

Eenmaal buitengekomen voelt het alsof je van een duistere onderwereld in de positieve zin van het woord, terecht komt in de “normale” wereld van alledag. Toch zien we aan de zijkant van de kapel de link terug tussen die vervreemdende wereld die we zojuist binnen aanschouwden en de dagelijkse wereld die we gewend zijn van de buitenkant. Een vijftal bouwvakkers en onderzoekers zijn bezig met archeologische opgravingen rondom de fundering. Op enkele plekken steken er genummerde kaartjes in de voorzichtig afgegraven wanden en bij één van die nummertjes tekent zich de omtrek van een half naar buiten stekende schedel vast.
Dat en hoe er honderden jaren geleden schedels vanaf het kerkhof werden opgegraven viel al in de kapel te lezen, maar hier kun je het met eigen ogen zien.
Terwijl twee bouwvakkers bezig zijn een steiger te bouwen (waarschijnlijk om met een tentdak zoveel mogelijk regenwater uit de ontstane gracht te houden) zijn twee onderzoekers bezig met een kwastje voorzichtig de wand af te poetsen en probeert even verderop een derde de toestand van de wand in een schets te vangen.
146 Jaar na Rint zijn ook hier mensen vol toewijding bezig met de geschiedenis zichtbaar te maken. En ook dit is boeiend om te zien.


full
Opgravingen langs de fundering


full
Langzaam komt weer een stukje geschiedenis tevoorschijn

Even voor half twaalf, de Praagse bussen zijn inmiddels Sedlec aan het veroveren, steken we de doorgaande weg weer over en lopen we naar de gotische Kostel Nanebevzetí P. Marie. Deze in 1142 gestichte Maria Hemelvaart-kerk is de kloosterkerk van de gemeenschap van waaruit de abt ooit in 1178 naar Jerusalem werd gestuurd. Net als de Barabarakathedraal in Kutná Hora bevindt deze kerk zich op de UNESCO werelderfgoedlijst. Wat er tegenwoordig te zien is, is niet meer het originele gebouw. Dat werd in diverse oorlogen meermaals deels, de laatste keer tijdens de Hussietenoorlogen vrijwel geheel vernield. In 1421 gebeurde dat nota bene door dezelfde Žižka waarvan we gisteren in Praag dat mooie ruiterstandbeeld zagen.
“Het kan verkeeren” zei Bredero al…


full
Een van de vele bussen uit Praag

Het huidige complex stamt grotendeels uit de 18e eeuw. In een van de bijgebouwen bevindt zich een tabaksfabriek met museum, maar dat laten we aan ons voorbijgaan. Misschien iets voor een volgende keer.
Binnen in de onverwacht hoge kerk een symmetrisch plafondwerk met een fascinerend lijnenspel in geel en wit. Achterin is een door (alweer) Santini-Aichel ontworpen wenteltrap die toegang geeft tot een ruimte boven het plafond. Dat maak je niet vaak mee dat je een kerkplafond ook eens van de bovenkant kunt zien. Wat ons verrast is dat het infoblad dat we aan de ingang meekrijgen in foutloos Nederlands is opgesteld. Iets dat we later deze vakantie nog meer zullen meemaken, maar ons desondanks blijft verrassen. Goede zaak!
In een van de zijkapellen wordt onze aandacht gevangen door een mooi eikenhouten Maria-altaar. Tussen schip en hoofdaltaar blinkt aan beide zijden het bladgoud aan een glazen schrijn. In de linker schrijn volgens het infobordje de overblijfselen van de Heilige Felix, in de rechter van de heilige Vincent. Ze doen ons denken aan soortgelijke schrijnen die we een aantal jaar geleden in de kerk van Waldsassen (Beieren) zagen. Of het toeval is weten we niet, maar bij thuiskomst de folders een goed doorlezend leren we dat de abdij in Sedlec ooit gesticht is door Cisterciënzers uit Waldsassen.


full
De kerk van Sedlec: symmetrisch lijnenspel aan het plafond


full
Hetzelfde plafond, maar nu van de bovenkant gezien


full
De schrijnen van de heilige Felix en de heilige Vincent

Tegen twaalf uur stappen we in de auto om terug te rijden naar ons 3 km verderop gelegen B&B in Kutná Hora. Die mag daar ruim anderhalve dag genieten van een rustpauze want wij gaan vanmiddag en morgen te voet verder.
Net als de auto willen we ons ook graag even terugtrekken en doen dat in het centrum van Kutná Hora bij Restaurace Dobrá Čajovna. “Het goede theehuis” vrij vertaald (alweer twee woordjes bijgeleerd).
We nemen plaats in een apart ingerichte kamer (het varieert hier van theetuin en kelder tot shisha-zithoek en eetruimte) en krijgen een theekaart in de handen waar je u tegen zegt.
Nooit geweten dat er zoveel soorten thee bestonden.
Mijn vrouw kiest voor een jasmijn-achtig smakende theebloem en zelf kies ik iets waar me ’s avonds al de naam van ontschoten is. Wel onthouden heb ik dat bij de omschrijving iets stond van “het beste te drinken voor aanvang van een flinke wandeling bergop”.
Dat komt goed uit, want voor morgen staat een wandeling op het programma ;)
Op tafel iets waarvan we niet weten of het typisch Tsjechisch is, maar dat we elders nog nooit eerder zagen: een klein potje met blaadjes erin en een tekst erop in het Tsjechisch en Engels. Het blijken blaadjes te zijn om je kauwgum in te doen zodat die niet op ongewenste plekken overal aan plakken blijft. We hebben geen kauwgum in de mond maar nemen toch een blaadje mee. Leuk voor in het plakboek.


full
Theeceremonie bij Dobrá Čajovna

We dachten een klein hapje bij de thee te kunnen nemen, maar dat gaat hem vandaag niet worden, zo legt de vriendelijke jongeman in een met Tsjechisch accent doorspekt Engels uit. De kok voor de (vegetarische) snacks is voor vier uur niet aanwezig vandaag. Wel aanwezig is de kok die de middagmaaltijden klaarmaakt. We kijken elkaar vol vraagtekens aan.
Een verdere verklaring blijft uit. Wel kunnen we gebruik maken van de op de kaart vermelde kleinigheden die bij de thee kunnen gaan. We kiezen voor een flink potje pistachenoten dat we nog twee keer laten bijvullen.
Vooral het pellen van de nootjes, waarvan er enkele onder de tafel en in de hoek van de kamer belanden bezorgt ons de nodige lachers.
Anderhalve liter thee en een honderdtal nootjes verder is de middag al redelijk gevorderd en besluiten we verder Kutná Hora in te gaan.


full
Een van de vele mooie gevels in Kutná Hora

We komen langs een scala aan mooi versierde gevels waarvan er geen twee hetzelfde zijn en gaan naar binnen bij Tylův dům, het geboortehuis van Josef Kajetán Tyl, schrijver van de tekst van het Tsjechisch volkslied.
Tussen ons en de wat oudere dame aan de kassa (een tafeltje met een stoel) ontstaat een Babylonische spraakverwarring als we willen weten hoeveel de entreeprijs bedraagt. Zij spreekt geen woord Engels of Duits, onze Tsjechische kennis reikt niet verder dan vier kleuren en een vijftiental benamingen voor gebouwen.
Na een paar minuten krijgen we eindelijk overgeseind dat ze met pen op papier een getal opschrijft. 10 Tsjechische kronen. Een minuut vol gebaren verder wordt duidelijk dat dat per persoon is en niet voor ons tweeën samen. Het lukt wel, al is het met de handen.
Wat niet lukt is informatie te verkrijgen over Tyl. De beschrijvingen bij de verzameling persoonlijke bezittingen van Tyl zijn uitsluitend beschikbaar in het Tsjechisch. Da’s jammer.
We lopen nog even door een tweede ruimte waar een tentoonstelling is van speleologische activiteiten in de gangen onder de stad. Na tien minuten staan we weer buiten.
Achteraf blijkt dit kleine museumpje een uitzondering. Het is de enige plek van de tientallen die we bezochten waar de informatie in geen andere taal dan het Tsjechisch beschikbaar is.

Even verder komen we op het centrale plein waar we gisteren bij de Italiaan op het terras hebben gezeten. Daar wordt een antieke auto van een aanhanger afgeladen. Dit weekend vindt de jaarlijkse Veteran Rallye plaats. Het is vrijdagmiddag en langzaam druppelen de auto;s het centrum van Kutná Hora binnen. De een rijdt zelfstandig het plein op, de ander komt kennelijk van wat verder en wordt per aanhanger voorgereden. Deelnemen aan de toertocht op zaterdag en de races op zaterdag en zondag mogen auto’s met een bouwjaar van vóór 1940.
Als we de kans krijgen willen we zaterdag of zondagochtend eens gaan kijken bij de race.
Die schijnt vanuit Kutná Hora langs één straat bergop naar het ongeveer 2 km verder liggende Kaňk te gaan. Met behulp van Google Translate hebben we uitgevist welke straat dat dan moet zijn en het bijhorende vlaggetje op de digitale kaart en in de GPS geplaatst.
Voor vandaag beperken we ons tot het uitzoeken van de naar onze smaak mooiste auto.
Mijn vrouw gaat voor een kleine rode BMW uit 1928, mijn voorkeur gaat uit naar de ernaast gestalde Cadillac uit 1917. Achteraf lezen we de uitslagen en constateren dat mijn vrouw het betere oog van ons tweeën heeft; de BMW Dixi heeft de race (die zowel op snelheid als op stijl en uiterlijk beoordeeld wordt) gewonnen. De Cadillac eindigde in het middenveld op een zeventiende plaats.


full
Een voertuig uit vervlogen tijden

We slenteren nog wat door de straten, bekijken de 14e eeuwse Svatý Jakub (Jacobskerk) waar een orgelspeler de bezoekers van zijn oefeningen laat meegenieten en belanden uiteindelijk bij het Vlašský Dvur (Italiaanse hof).
Daar kiezen we voor Tour A en Tour B. Als we om half vijf aan de Engelstalige Tour A beginnen blijken we de enige deelnemers te zijn. Desondanks doet de vriendelijke en prima Engels sprekende jongedame haar uiterste best ons een ander over de historie van de zilverstad te vertellen. Wat ons betreft is dit Italiaanse Hof een aanrader voor iedereen die Kutná Hora bezoekt en meer wil begrijpen over hoe dit relatief kleine stadje het op Praag na belangrijkste van het land kon worden.
In het Italiaanse hof werd tot 1547 de Prager Groschen geslagen, ooit de belangrijkste munt van heel Europa. We zien een korte animatiefilm over het leven in de stad en de werkwijze van de Koninklijke Munt. Na een demonstratie hoe de Groschen vroeger met de hamer op een mal en aambeeld geslagen werd, mogen we bij gebrek aan medebezoekers de munt als aandenken meenemen. Dat is nog eens een origineel souvenir.
Langzaam groeit het besef en inzicht dat we –zoals in de folders vermeld- ons hier inderdaad in het economische hart van middeleeuws centraal Europa bevinden. Ook op Tour B die ons door het koninklijk paleis voert zijn we de enige gasten. Het hoogtepunt vormt de rijkelijk met Art Nouveau fresco’s voorziene kapel waar we helaas geen foto’s van mogen maken.
Als we twee minuten met open monden rond hebben gekeken en onze gids wil gaan toelichten wat we zien, draait de toegangsdeur open en komen er een dertigtal drukke Koreanen van het type “Europe in four days” binnenstormen. Van een fotografieverbod trekken de meesten zich weinig aan. Via een speaker/hoofdtelefoonsysteem weet hun reisleider, vergezeld door een tweede medewerker van het hof, hen duidelijk te maken dat ze hun mobieltjes moeten opbergen. Een minuut is de hele bups, even snel als ze binnenvlogen door de tweede deur weer verdwenen. Dit is niet “Europe in four days”, dit is “Europe in one day” grappen we tegen elkaar. Ook onze gids moet er lichtelijk van lachen en begint op haar gemak uit te leggen wat we op muren en plafond zien.
Tegen half zes staan we weer op het binnenhof en snappen we de positie van Kutná Hora in het middeleeuwse Bohemen een stuk beter.

full

Binnenhof van het Vlašský Dvur

full

Vlašský Dvur: raadzaal​

We zetten de middag voort in de straten van Kutná Hora, passeren een in de steigers staand object dat de pestzuil blijkt te zijn maar waarvan nu weinig zichtbaar is en belanden bij het gotische Kamenný dům (stenen huis). Terwijl we de prachtige beeldhouwwerken aan de gevel bewonderen komt een heerlijk geurtje voorbij, afkomstig uit ernaast liggende Italiaanse restaurant. We besluiten naar binnen te gaan en hebben geluk.
Net nadat ons eten geserveerd wordt vallen wifi, licht en muziek uit en stuurt de serveerster de binnenkomende klanten bij gebrek aan kookmogelijkheid teleurgesteld naar buiten.
Uiteindelijk kunnen we alsnog een latte krijgen als een half uur later de inderhaast opgetrommelde monteur constateert dat het slechts een kapotte zekering betreft. De kassa heeft kennelijk nog enige opstarttijd nodig want de rekening wordt uiteindelijk op een velletje papier geschreven.
We beëindigen de dag genietend van een ijsje uit de hand met nogmaals een wandeling over het plein, waar de verzameling oude auto’s inmiddels flink aangegroeid is. Via het uitzichtpunt achter de Jacobskerk (de tweede keer vandaag zo mooi is het hier) lopen we langs dezelfde route als gisteren terug naar het B&B.

full

uitzicht op Barbarakathedraal, wijngaarden en Jezuïetenklooster, het blijft prachtig om te zien​

Tegen half negen zijn we op onze kamer, worden wat foto’s en een haastig getypt berichtje naar Nederland gestuurd en kijk ik nog even naar de wandelroute van morgen.
Rond half elf dringen een stel brutale muggen naar binnen, delen we een paar meppen uit en doven de lichten om de binnenkant van onze ogen eens goed te gaan bekijken.
Morgen is weer een nieuwe dag. Die van vandaag was zeer geslaagd.
Truste!
 
Laatst bewerkt:

Dag 4: Zaterdag 20 augustus, de zuidelijke zilverroute en Kutná Hora


Gisteren hebben we een en ander geleerd over de historie van de zilverwinning in Kutná Hora. Vandaag willen we graag een stukje wandelen in de omgeving zodat we ook wat van de omringende natuur kunnen zien. Natuur en geschiedenis blijken hier goed te combineren, zo lezen we tijdens de voorbereiding thuis. Het schijnt dat de VVV een educatieve route heeft uitgezet met als onderwerp de zilverwinning in de middeleeuwen.
Helaas kunnen we in het Engels of Duits wel wat informatie hierover vinden, maar geen uitgebreide beschrijving over hoe en wat. De veel uitgebreidere Tsjechische info die we kunnen vinden wordt daarom door Google Translate gegooid zodat we onderweg tenminste iets snappen van hetgeen op de waarschijnlijk alleen in het Tsjechisch opgestelde borden staat.
Omdat we niet zeker weten of de route voldoende gemarkeerd is, speuren we verder totdat we een door de Tsjechische toeristenclub opgezette site vinden.
“Trail in the footsteps of mining activities in the Kutná Hora” stelt Google Translate.
Er zit een kaartje bij waarop zowel een noordelijke als een zuidelijke route te vinden is.
De zuidelijke route is 12 km lang, bestaat uit 14 stops met informatieborden en lijkt ons landschappelijk het meest afwisselend, dus die wordt het. De route zou gemarkeerd moeten zijn met bordjes met een groene diagonale balk op witte achtergrond en we vinden ook een Tsjechische routebeschrijving. We willen niet blindvaren op de capaciteiten van Google Translate, dus aan de hand van het gevonden kaartje zet ik de route zelf in de GPS over.
Onderweg blijkt dat het vrijwel overal prima gemarkeerd is, maar met de track in de GPS loopt het voor ons gevoel toch wat prettiger door een onbekende gebied. Zolang de batterijen stroom leveren weet je zeker dat je je weg terug altijd vinden kunt ;)

Eigenlijk hadden we vanochtend de stad in willen gaan en vanmiddag dan de wandeling doen, maar omdat voor vanmiddag 29 graden voorspeld wordt besluiten we de volgorde om te draaien om zo de grootste warmte tijdens het wandelen te vermijden. Dat komt meteen dubbel goed uit, want de Barbarakerk –zo lazen we gisteren op hun website- is vanochtend wegens omstandigheden tot 12.30 uur gesloten, dus dan kunnen we daar mooi vanmiddag heen gaan. En als het dan even meezit kunnen we ook nog naar de Kostel Sv. Jana Nepomuckého, want daar stonden we gisterenmiddag een half uurtje na sluitingstijd voor de deur.

Aan het ontbijt zien we één tafel met gasten die er gisteren ook zaten. De rest is allemaal nieuw, wellicht hier voor verblijf in het weekend. Net als gisteren is TV Óčko aan de muur te bewonderen maar nu met vooral Tsjechische hits uit de jaren zestig in zwartwit.
Het ontbijt smaakt weer prima. Na het ontbijt worden de wandelschoenen aangetrokken, de rugzak gevuld met wat water en wat versnaperingen voor onderweg en tegen kwart voor tien zijn we bij het zilvermuseum waar de zuidelijke route oppikken.
Direct achter het zilvermuseum voert het pad ons het dal in en komen we langs een eerste infobord: Štola sv. Jiří (St. George mijnschacht). De schacht, die pas in 1967 bij werkzaamheden ontdekt werd schijnt technisch gezien een van de meest bijzondere te zijn. Bezoekers van het zilvermuseum kunnen er met een rondleiding in. We hebben gisteren inderdaad boven aan de helling een groep gezien die, gekleed in witte jasjes en voorzien van een helm met een mijnwerkerslampje, ergens achterom naar buiten kwam. Het lijkt ons interessant om te zien, maar ja, we moeten keuzes maken en je kunt niet alles tegelijk doen. Wie weet komen we hier later ooit nog een keer.

full

Aan het begin van de wandeling. De Barbarakerk eens vanuit een ander perspectief.
De wandeling voert verder. Het pad kruist de spoorlijn vanwaar we een mooi zicht hebben op de Barbarkathedraal. Aan de andere kant van de spoorlijn gaat het weer bergop. In het begin is er aan één zijde, iets verderop aan twee zijden een laag muurtje van gestapelde stenen te zien. Geen idee wat het is, maar het is beslist niks uit de moderne tijd. We passeren infobord twee dat iets vertelt over een mijnschacht uit de 13e eeuw die –of Google Translate het juist vertaalde weten we niet- iets met “jonge konijnen” in zijn naam heeft zitten. In Nederland let je er niet zo op, maar nu je op vakantie nadenkt over de herkomst van allerlei namen en naamwoorden valt pas op dat ook in eigen land allerlei benamingen een historische oorsprong hebben. Zo zal het hier met die konijnen ook vast gegaan zijn ;)

Een kleine kilometer verder, het pad loopt inmiddels langs een open veld aan de rand van het bos, draaien we ons om en zien de torenspitsen van de Barbarakerk net boven de bomen uitkomen. Een mooi gezicht. Iets verderop vertelt infobord 3 iets over de geschiedenis en het belang van de kerk in de middeleeuwen. We zullen er later vanmiddag nog meer over te weten komen. In de verte horen klinken een aantal claxons van auto’s die vandaag deelnemen aan de historische toertocht.

full

De torenspitsen komen net boven de bomen uit​

Aan de rand van het gehucht Vrchlice, dat vernoemd is naar het gelijknamige riviertje dat in het dal onder ons loopt, stoppen we even voor een wafel en wat water en kunnen we tussen een paar bomen door nog net de anderhalve kilometer terug gelegen Barbarakerk zien.
Daarna gaat het de heuvel af, passeren we een paar eveneens van de zilvermijnen afkomstige slakhopen en steken we via een klein bruggetje de Vrchlice over. Naast het bruggetje vanaf een verhoging worden we stilzwijgend gadegeslagen door Johannes van Nepomuk, patroon van o.a. Bohemen, de biechtvaders, de priesters, schippers en molenaars en –daar zie je hem hier doorgaans het vaakst- van de bruggen.
Na de brug gaat ondergetekende met de GPS op een van de slakhopen op zoek naar een geocache. Het wordt een pittig gevecht met stenen in het riviertje (je wil tenslotte met droge voeten aan de overkant komen), onder mijn voeten wegglijdende stenen en op het eind een paar struikjes die als houvast dienen om me omhoog te kunnen trekken. De geocache bij een rots bovenaan de slakhoop wordt gevonden en het moet gezegd: een prachtige uitzicht over de slakhoop van hierboven. Beneden begint mijn vrouw ongerust te worden, zeker als de terugweg een stuk langer duurt dan de heenweg. Zonder schrammetjes of kleerscheuren kunnen we onze weg vervolgen, maar de geocache op de volgende slakhoop laat ik netjes links liggen.

full

Een van de slakhopen langs de Vrchlice​

We passeren een oud fabrieksgebouw dat zo te zien nog steeds in gebruik is, waarna het mooiste gedeelte van de wandeling volgt. We liepen al een tijdje bijna parallel aan de Vrchlice door het dal, maar nu volgt na een nog in gebruik zijnde steengroeve een klein dalletje met aan weerszijden groen en rotsen waartegen hier en daar een omgevallen boom leunt. Zonlicht en schaduw wisselen elkaar op een speelse manier af. Op de rotsen en in de grondlagen zien we vlekken en stroken met kleine blinkende puntjes die op plekken waar de zon eraan komt extra fel oplichten. Waarschijnlijk zijn dit de mineralen en ertsen die ooit ook de zilverzoekers aantrokken. We stoppen een paar opvallende steentjes in de rugzak in de hoop thuis te achterhalen wat dit voor iets is en lopen weer verder. We komen bij punt 8 aan: Mlýn Cimburk. Een ruïne van een watermolen die nog tot in de 20e eeuw in gebruik is geweest. Bij het infobord staan twee wandelaars, pas het tweede stel dat we tegenkomen vandaag.
„Mlýn“ (molen) hebben we al vaker op bordjes en kaarten zien staan. We bekijken de foto’s uit vroeger tijden en vergroten onze woordenschat dankzij de ruïne met één. En alweer is het iets uit de categorie gebouwen. Nog even en we kunnen makelaar in Tsjechië worden. ;)

full

Blinkende spikkeltjes, vlekken en stroken in de grond​

full

In het Vrchlice dal

full

Ruïne Mlýn Cimburk​

Even verderop aan de andere kant van het pad is een oude mijningang. Ik loop er met wat licht van de smartphone in, maar het risico op een flink besmeurde broek is me toch wat groot zodat ik na een paar meter weer wijselijk besluit om te draaien.
We lopen verder tot bord 9 met de titel „Velký rybník“ (grote vijver) waar twee tekeningen duidelijk maken hoe de kracht van stromend water dankzij grote houten raderen gebruikt werd in de middeleeuwse mijnindustrie. Enerzijds om middels een overbrengingsmechanisme het mijnerts uit de verticale schachten omhoog te takelen, anderzijds om de langzaam met grondwater vollopende mijngangen op hydraulische wijze weer leeg te pompen.

full

Waterrad als hydraulische pomp en als takelmechanisme​

Even na stop 9 volgt een kort maar flink kuitenbijtertje dat ons licht slingerend uit het dal terug omhoog voert waarna we nog eens 300 meter verder getrakteerd worden op een mooi uitzicht over de landbouwakkers. In de verte een bekend beeld: de torenspitsen van Kutná Hora.

full
De torenspitsen van Kutná Hora in de verte​

Het pad loopt een tijdje langs een van die akkers en gaat langzaam over in een holle weg met hier en daar een boompje dat bomvol rode appeltjes zit. Aan de rand van het dorp Bylany passeren we een plek waar een neolithische nederzetting werd opgegraven. Twee Tsjechen met een fiets, beiden een reistas op de bagagedrager, zitten op een bankje van een biertje te genieten. We vragen ons af of in de reistassen de boodschappen voor het weekend zitten, of een paar flessen voor de volgende bank ;)

Even verderop staan een paar reeën in het veld. Als ze ons gewaar worden spurten ze de struiken in, maar één blijft er onverstoord doorgrazen waardoor het lukt hem op de foto te krijgen. Niet veel later rapen we een paar stenen van de grond die een olie-achtig glimmend oppervlak hebben dat qua kleu varieert van paarsgroen via een donker oranje naar zwart. Als we infobord 11 zien wordt duidelijk waar de stenen en de opvallende kleuren vandaan komen, We lopen tussen en over de slakhopen van Markovicky waarvan een deel afkomstig is van restmateriaal uit de kopermijnen dat overbleef na metallurgische bewerking. Er schijnen hier vijf van die (koninklijke) metallurgische installaties geweest te zijn. De slakhopen, die een duidelijk andere samenstelling hebben dan die in het dal van de Vrchlice, zijn daarvan de stille getuigen.
Zo leer je nog eens wat.

full

Deze is niet zo bang

full

1. ertssteen uit Vrchlice dal
2. (slak?)steen uit Vrchlice dal
3. en 4. slakstenen van de hopen bij Markovicky​

Via punten 12 en 13 bij respectievelijk een mijnschacht en een mijnberg komen we –in the middle of nowhere- plots bij een kerk waarvan de toren deels in de steigers staat. Een opmerkelijke plek voor een kerk. Normaal tref je zoiets midden in het dorp aan, maar deze Drievuldigheidskerk, want zo luidt de vertaalde naam, bevindt zich volgens onze kaart op zo’n halve kilometer afstand van de dichtstbijzijnde huizen. Eromheen ligt een dikke stenen muur en binnen die omwalling zijn er tal van graven die niet echt in een geordend patroon lijken te passen. Er is een rechthoekige zuil met daarop een soort soldatenbuste waar zo te zien een aantal slachtoffers uit de tweede wereldoorlog begraven zijn. Tegen de ommuring staat een obeliskachtige zuil ter herinnering aan 3 Oostenrijkse en 28 Pruisische soldaten die bij een slag in 1866 om het leven zijn gekomen. De kerk ziet er uit alsof een flinke opknapbeurt niet verkeerd zou zijn, maar als we door een spleet in de deur naar binnen gluren zien we een stel glimmende banken staan en er hangt ook een kruis aan de muur. Wellicht dat de kerk toch nog een paar keer per jaar gebruikt wordt?
Op een paar graven staan verse bloemen. Er staat een handpomp waarmee we wat grondwater omhoog pompen en schenken dat aan de bloemetjes die het dichtste bij staan.
Zelf drinken we ook wat meegebracht water, eten wat, zoeken een geocache die net buiten de ommuring ligt en gaan weer verder. Via een buitenwijk komen we langs een paar nieuwbouwwoningen en even na half drie zijn we weer terug bij ons B&B.
De beloofde 12 kilometer blijken er uiteindelijk 14,6 te zijn geworden.

Even onder de douche door, een half uurtje relaxen en dan lopen we vanuit het B&B weer het oude stadscentrum in.

Om tien over vier, ditmaal 20 minuten voor sluitingstijd, staan we in de barokke Kostel Sv. Jana Nepomuckého kerk. De jongedame aan de entree, die zich in een galerie om de bocht bevindt, is zichtbaar verrast dat ze zo kort voor het eind van haar dienst nog bezoekers krijgt. Ondanks de drukte op straat, die vooral veroorzaakt wordt door de auto-rallye en een Food-fair op het Palackého plein te maken heeft, is er niemand in de kerk. Misschien ook doordat de kerk in het straatbeeld niet erg opvalt, want tussen twee bijna even hoge gebouwen in weggemoffeld. Ook hier weer krijgen we een informatieblad, ditmaal in het Engels, waarin een en ander over de kerk en zijn rijke interieur wordt uitgelegd. De legende van Nepomuk en daarmee samenhangend ook een grote versie van zijn tong zijn meermaals terug te vinden in het interieur. Behalve dat in deze uit begin 18e eeuw daterende kerk een aantal mooie beelden, altaren en wandschilderingen te zien zijn is het vooral de geschiedenis van de laatste 60 jaar die voor een kerk op zijn minst opmerkelijk te noemen is.
In 1951 waren de centjes van de Rooms-Katholieke Kerk hier op. Om toch inkomsten te verkrijgen werd men gedwongen de kerk te verhuren aan de stad en werd ze achtereenvolgens gebruikt als opslagplaats voor de burgerbescherming, als brandweerkazerne en als opslagplaats voor bouwpuin. In de jaren 80 werden dan reconstructiewerkzaamheden aan de buitenkant uitgevoerd en van 1997 tot 2000 werd dankzij een flinke financiële injectie het interieur onder handen genomen. Anno 2016 ziet het er van binnen weer prachtig uit en zou je niet vermoeden dat hier ooit de gemeentelijke brandweer gevestigd was.

full

Kutná Hora: Kostel Sv. Jana Nepomuckého

full

Kostel Sv. Jana Nepomuckého: De heilige Barbara met toren en zwaard​

Op het binnenhof naast de kerk is een vanuit de galerie georganiseerde tentoonstelling van moderne kunst, maar slechts weinig werken kunnen ons bekoren.
We lopen verder naar hèt herkenningsteken van de stad: Chrám svaté Barbory; de Barbarakerk, dom of kathedraal, zo men wil.
Een zeer markante gotische bouw, uniek in Europa, ooit begonnen in 1388 en gefinancierd door rijke mijnbezitters. Voor de bouwers was het een prestige-object waarmee men de middels de zilvermijnen ontstane rijkdom van Kutná Hora wilde tonen en dat moest kunnen wedijveren met de kerken van Praag en Sedlec. Door geldgebrek werd in 1588 de bouw gestaakt na de constructie van een provisorische tussenmuur. Eigenlijk was het de bedoeling dat de kerk nog groter zou zijn geworden, maar de zilvermijnen raakten grotendeels uitgeput en daarmee samenhangend verloor Kutná Hora haar leidende positie in Bohemen. Het geld om verder te bouwen was er bij de zilvermijneigenaren gewoonweg niet meer. In 1621 namen de Jezuïeten de kerk over en bouwden er een eigen klooster naast. De laatste bouwwerkzaamheden vonden plaats in 1905. Het heeft dus in feite 517 jaar geduurd eer men met de bouw van de kathedraal klaar was. Frappant detail: tot 1547 was het middenschip nog niet voorzien van een dak en kon het zomaar gebeuren dat het tijdens de dienst binnen regende.

full

Prachtig Art-Nouveau raam in de Chrám svaté Barbory​

Overal is er wel iets te zien als je eenmaal binnen bent. Toch zijn er een aantal dingen die er uitspringen. Wat ons betreft zijn dat: Art Nouveau glas in loodramen van begin 20e eeuw, een orgel met een paar duizend pijpen, middeleeuwse fresco’s (enkele bewaarde gebleven exemplaren stammen uit 1390) en de koorbanken met houtsnijwerk uit 1480.
De heilige Barbara naar wie de kerk vernoemd is en die hier al meer dan 600 jaar vereerd wordt is de patroonheilige van de mijnwerkers. Ze is meerdere malen in de kerk in diverse vormen terug te vinden, meestal afgebeeld met een toren in haar ene hand en vaak met een zwaard of mijnwerkersattributen in de andere hand.
Naast Barbara zijn er nog veel meer zaken in de kerk terug te vinden die rechtstreeks met het mijnverleden van de stad te maken hebben.

Zo staat er tegen een van de pijlers een beeldhouwwerk van een mijnwerker.
Ook zijn er aan de wanden van een zijkapel een paar fresco’s te zien waarop alledaagse voorstellingen uit het middeleeuwse zilverstadje te zien zijn. Op een ervan zien we een tafereel dat gisteren in het Italiaanse Hof ook al aan bod kwam.

full

Wie nog twijfelt waar het geld voor deze kerk vandaan kwam, krijgt van deze mijnwerker een hint.​

full

15e eeuws fresco in de Munt-kapel​

Links op het 15e eeuwse fresco een muntmaker die zijn hamer heft om de munt te slaan.
Rechts een persoon die de mal vasthoudt waarin de opgeheven hamer moet slaan om de nog structuurloze zilveren muntschijf tot Prager Groschen te muteren.
De persoon die de mal vasthoudt doet dat met één vinger en kijkt daarbij lichtelijk bevreesd naar die vinger. Het risico bestaat dat de man met de hamer wel eens mis zou kunnen slaan en dat is dan op zijn minst goed voor een gebroken vinger, met wat pech een gebroken hand. In het Italiaans hof was het de gewoonte dat gevangen criminelen diegenen waren die de mallen mochten/moesten vasthouden. Als de gevangene na 50 dagen nog geen gekneusde of gebroken vingers had werd dat gezien als teken van boven en werd hem pardon verleend. De meesten hielden het maar een paar weken uit zonder ongelukken en werden als beloning met een stel verminkte handen weer terug de kerker in gegooid.

full

Wat een hoogte! Een verrekijker kan geen kwaad om al het moois te kunnen zien.

full

Neo-gotisch houtsnijwerk achter het altaar (Laatste Avondmaal, 1905)​

Na ruim een uur in de kathedraal rondgekeken te hebben zijn we nog even in de ernaast gelegen Corpus Christi kapel gaan kijken, een onderaards gotisch gewelf dat nog ouder is (1300) dan de kathedraal zelf en ooit als ossuarium gediend heeft. Het gebouw (eigenlijk een kelder) stond in 1990 op de lijst van ’s wereld 100 meest bedreigde gebouwen, maar dankzij een flinke injectie van de stad en het nationale ministerie van cultuur is het van 1997 tot 2000 gerestaureerd en voor het nageslacht bewaard gebleven. Hier is het op een warme middag als deze aangenaam koel. De ruimte is groot en kaal maar de gotische bogen en pilaren geven het geheel een aparte sfeer. We zijn er snel uitgekeken.

full

Corpus Christi kapel naast de Barbara-kerk​

Het einde van de middag nadert, dus we besluiten weer richting het Palackého plein te lopen om een restaurant te zoeken. Op het plein een drukte van jewelste.
De meeste deelnemers aan de Veteran Rallye zijn teruggekeerd van hun toertocht. Eromheen tal van bezoekers en dagjesmensen die met diverse auto’s op de foto willen. In het midden van het plein en langs twee straten staan een serie kraampjes met lekkernijen en streekproducten en aan de zijkant van het plein een groot podium waar bij toerbeurt een aantal bands optreden.

full

Drukte op het Palackého náměstí
Als we door een zijstraat lopen is het al een heel stuk rustiger en we besluiten bij het eerste het beste restaurant, "U Vlašského dvora", neer te strijken voor de avondmaaltijd.
We begrijpen nog steeds niks van de ingewikkelde Tsjechische vervoegingen, maar dankzij wat logisch combineren met de beginletters en het feit dat het Italiaanse hof (Vlašský dvur) om de bocht ligt trekken we de conclusie dat de juiste vertaling hiervan niet anders dan “Bij het Italiaanse hof” kan zijn.
We nemen plaats in een stel tuinstel-achtige stoelen op een groene kunststof grasmat en gaan voor een knoflooksoep respectievelijk runderbouillon, twee keer vlees met friet en twee keer een Griekse salade. Culinair gezien niks bijzonders, maar het smaakt prima.
Mijn vrouw merkte overigens 24 uur later op dat ze de knoflooksoep nog steeds rook, maar zelf heb ik daar niks van meegekregen ;)
Op het herentoilet nog een leuke gimmick: in het urinoir een matje met daarop klein voetballetje op een veertje voor een goal. Wie met een fatsoenlijke straal hard genoeg en goed mikt scoort een goal J

Na het eten gaat het terug over het nog steeds drukke marktplein, weten we met wijzen en gebaren het gewenste ijsje te bestellen en gaat het voor de derde achtereenvolgende keer achterom het Jezuïetenklooster en langs de Barbarakerk terug naar het pension.

Onze voeten hebben vandaag zo’n kilometer of 20 afgelegd, de auto heeft rustdag gehad. Die mag morgen weer aan de bak, dan gaan we naar Zelená Hora.
Hora?
Heej, dat kennen we van Kutná Hora. Hora betekent berg.
Wat is zelená dan?
Dat blijkt groen te zijn.
Na wit, zwart, zilver en goud een vijfde kleur in onze woordenschat!

Morgen meer.
Sbohem.
 
Laatst bewerkt:

kuurgast

Donateur
Laatst bewerkt:
Die eerste site had ik idd ook gevonden. Ik was op zoek naar een uitvoeriger routebeschrijving en vond die (in het Tsjechisch) op http://www.stezky.info/naucnestezky/ns-stribrna-stezka-jizni-cast.htm
En met Google Translate kom je dan een aardig eind ;)

Voor een kaartje met daarop de infoborden en hun nummers op de juiste plekken ingetekend heb ik gebruik gemaakt van http://www.tj-turista.cz/stribrna-stezka-v-kutne-hore/

En uiteindelijk vond ik ook nog een gps-track die me wat moeite bespaarde waarbij nog een leuk filmpje van iemand die de route per mountainbike heeft afgelegd, met een soort helmcamera of Go-Pro geheel gefilmd en ook online heeft gezet.
Wie slecht ter been is en toch de route wil zien kan dat hier virtueel doen: http://www.livetouring.com/cs/track/pesi-trasa-kutna-hora-stribrna-stezka
http://www.livetouring.com/cs/track/pesi-trasa-kutna-hora-stribrna-stezka
Die laatste site van de Drievuldigheidskerk had ik nog niet gevonden.
Leuk!
Bedankt voor de tip.
 
Laatst bewerkt:
Dag 5: Zondag 21 augustus, Zelená Hora

Tijdens de voorbereiding van de vakantie in 2015 werd al snel duidelijk dat er in Kutná Hora ruim voldoende te zien was om 2 of misschien wel 3 complete dagen te vullen zonder de stad te verlaten. Bij het zoeken van achtergrondinformatie kom je, ongeacht op welke site je kijkt, de opmerking tegen dat het historisch centrum, de Barbara-kathedraal en de kerk en het ossuarium van Sedlec allemaal deel uitmaken van de UNESCO werelderfgoedlijst.
Door wat muisklikken kom je dan op een gegeven moment ook uit bij het Tsjechische deel van die lijst en daarop trok een opvallende kerk onze aandacht: Poutní kostel svatého Jana Nepomuckého na Zelené hoře. Een hele mond vol, ook in het Nederlands: Bedevaartskerk van Sint-Johannes van Nepomuk op de Groene Berg.


full
Zelená Hora. Ziet er goed uit!

Vlaggetje op de kaart geplaatst, routeplanner laten rekenen, 80 km rijden in 1 uur en 4 minuten.
Mmmm. Niet gek.
Dan valt nog iets op: in het naastliggende kasteel staat zowel op de wegenkaart als op de Freizeitkarte een “Muzeum Knihy”. Van “knihy” had ik onthouden dat het “boeken” betekent.
Effe door-googelen en ik kom een paar sites tegen waaruit blijkt dat het een soort overzichtstentoonstelling over de geschiedenis van het boek en de boekdrukkunst betreft.
Het museum belandt op het lijstje en lijkt mooi te combineren met een bezoek aan de bedevaartskerk van Nepomuk. Tot een paar dagen later blijkt dat het boekenmuseum voltooid verleden tijd is, want sinds eind 2014 gesloten.
Aj. Da’s jammer. Bijzonder jammer.


We laten het plan Zelená Hora varen en vullen gewoon een extra dag in Kutná Hora met een bezoek aan de ondergrondse mijn en aan het Kamenný dům plus museum. Opgelost.
Uiteindelijk gaat de vakantie in 2015 door omstandigheden niet door en wordt het plan doorgeschoven naar 2016.
Begin 2016 is er in een gebouw verderop plotseling iets nieuws te vinden: “Muzeum Nové Generace”, oftewel het “museum van de nieuwe generatie”. De ernaar verwijzende website lijkt nog in opbouw, maar ondanks dat die in eerste instantie nog vrij primitief overkomt (andere talenversies werken niet echt behoorlijk en bevatten minder info dan de Tsjechische versie) ziet het er bijzonder interessant uit.
Men meldt dat je er via multimedia technieken in de wereld van de barok en de gotiek kunt stappen. Er is een filmpje zonder spraak, dat eigenlijk nauwelijks iets toont van het museum, maar op een of andere manier toch boeit en nieuwsgierigheid opwekt.

We gaan terug naar plan A.
Zelená Hora komt opnieuw op het lijstje en we gaan het bedevaartsoord en het museum met elkaar combineren, ondanks het dikke uur rijden en ondanks dat we niet helemaal een voorstelling hebben wat we in het “Museum van de Nieuwe Generatie” te mogen verwachten.

Bij het wakker worden vanochtend regent het. Na 4 dagen prima en zonnig weer een klein dipje, maar de weersberichten beloven voor vanmiddag wat opklaringen en voor morgen wordt wederom droog en zonnig weer aangekondigd.


Die regen zal men bij de Veteran Rallye niet zo leuk vinden. Op youtube hebben we filmpjes gezien van vorige edities waar de antieke auto’s, gereden door mannen en vrouwen in bijpassende klederdracht met open dak de helling naar Kaňk oprijden. Met het regenweer van vandaag zijn de meeste auto’s waarschijnlijk door een kap afgedekt, wellicht dat sommigen zelfs helemaal niet mee doen. Het racegedeelte schijnt in 4 manches te verlopen. Manche 1 en 2 zijn, als alles goed is, gisterochtend verreden. Manche 3 en 4 zouden vandaag vanaf 10 uur op het programma moeten staan.

Na het ontbijt rijden we richting Lorecká want dat is de licht stijgende straat waarop de race plaatsvindt. Als we in de buurt van de start zijn zien we dat de toegangsweg is afgezet met lint en hekken. Dat ziet er goed uit, er wordt ondanks de regen toch geraced!
We rijden door een paar hobbelige zijstraten, parkeren op een stuk weg in aanleg met een diepe rioolstrook ernaast en trekken daarbij enkele verbaasde blikken van twee bewoners die zich waarschijnlijk afvragen wat die geelzwarte nummerplaat uitgerekend in hun straat komt doen. De race vinden ze kennelijk zo gewoon (of niet bijzonder genoeg) dat ze er geen aandacht aan besteden. Wij lopen, voorzien van paraplu, richting Lorecká waar we van afstand al een vrolijk toeterend mobiel naar boven zien puffen. De kap is dicht getrokken vanwege de regen, dus van de kledij van de inzittenden valt jammer genoeg niet veel te zien. Desondanks is het een heel bijzonder gevoel hier zulke oude auto’s voorbij te zien komen.

Een ervan heeft een passende bord aan de achterkant hangen: “Horseless carriage”, oftewel een paardloze kar. Welk een gevoel moet dat honderd jaar geleden zijn geweest als je voor het eerst een vierwielig gevaarte kar voorbij ziet komen zonder dat er een paard voor loopt dat de kar vooruit trekt? Een wondere wereld!

Met onregelmatige tussenpozen komen de deelnemers en hun ronkende machines soms tergend langzaam, dan weer onverwacht snel voorbij.
Deelnemer 8 maakt met zijn Citroën Torpédo uit 1923 wel heel erg bont. In zijn streven via een zo kort mogelijke lijn de finish in Kaňk te bereiken rijdt de rode bolide in een licht krommende binnenbocht de cameraman van cslive.cz bijna van zijn sokken. Die cameraman op zijn beurt is zo ingespannen naar zijn scherm aan het turen dat hij van het voorval in het geheel niets meekrijgt totdat de Citroën al ruim gepasseerd is.


full
Dat ging maar nèt goed

Na een kleine 20 minuten zijn alle deelnemers voorbij en blijkt dat dit manche 4 was. De race zit er op en de straat wordt weer vrij gemaakt voor het gewone verkeer. We hebben dus manche 3 en het begin van manche 4 begin gemist, maar desondanks lopen we met een licht opgewonden gevoel terug naar onze VW Golf die vermoedelijk net zo veel pk-s heeft als vijf van die antieke paardloze karren bij elkaar ;)
Dat was nog eens een leuke verrassing!

Na een uurtje over de 38, de 346, de 345 en de 37 arriveren we tegen kwart over twaalf bij het Zámek Žďár nad Sázavou.Voor het kasteel is een parkeerplaats waar we ruim voldoende vrije plekken aantreffen en (alweer) geen enkel buitenlands kenteken gestald is.

De matige regen van vanochtend is onderweg overgegaan in lichte motregen en als we uitstappen is het de moeite eigenlijk niet meer waard om nog de paraplu open te klappen. Schuin achter het kasteel ligt het bedevaartsoord op een glooiende groene helling. Van de voet loopt een kaarsrecht, met vlakke vierkante natuurstenen geplaveid pad in stappen omhoog naar de Nepomukkerk. In het midden een stevige leuning om de minder goed ter been zijnde bedevaartganger van dienst te zijn.

full

Toegangsweg naar Zelená Hora​

Op de site hebben we gelezen dat er regelmatig Engelstalige rondleidingen zijn, maar gezien de enorme variëteit in nummerborden op de parking zal dat er vandaag wel niet in zitten. Ter plekke blijkt men ook aan de anderstalige gast gedacht te hebben want we kunnen direct naar binnen met een Tsjechische groep en krijgen door het vriendelijke personeel wederom een in perfect Nederlands opgestelde vertaling mee.
Tijdens het Tsjechische verhaal wordt duidelijk dat de vrouwelijke gids veel meer weet dan wij op papier hebben, maar we hebben ruim voldoende om te lezen en daarbij: het interieur is zo boeiend dat we de eerste tien minuten alleen rondkijken zonder op de toelichting te neuzen.

full

Zelená Hora, bedevaartskerk Johannes van Nepomuk​

Deze bedevaartskerk, gebouwd tussen 1719 en 1722 ter ere van Johannes van Nepomuk, wordt gekenmerkt door een mengeling van gotische en barok elementen. Deze stijl, aangebracht, of zo men wil bedacht door architect Jan Blažej Santini-Aichel, is uniek maar ondanks de vermenging van stijlen ook zeer herkenbaar.
Je vindt hem terug in o.a. de Barbarakerk in Kutná Hora, waar Santini ook aan (mee) verbouwd heeft in de 18e eeuw en spitsbogige elementen van de reeds aanwezige gotiek heeft gemixt met de meer ronde, open en weelderige vormen uit de barok. Het trappenhuis in de kerk van Sedlec is eveneens van Santini’s hand en daar toegepaste barokgotiekstijl is ook overduidelijk herkenbaar.
Het summum van barokgotiek is echter onmiskenbaar de Poutní kostel svatého Jana Nepomuckého na Zelené hoře waarin we ons nu bevinden.

Oorspronkelijk heette de heuvel hier “Černý Les” (zwart woud), maar na het kappen van het bos ten faveure van de bouw van de kerk werden heuvel en bijliggend dorpje omgedoopt tot Zelená Hora (groene heuvel).
Architectonisch vallen, ook zonder enige voorkennis op dit gebied, een paar zaken op die het tot in de puntjes bedachte en uitgevoerde concept kenmerken: het cijfer 5 komt meermaals en in verschillende motieven en vormen terug, 6, 8, 10 en 12-puntige sterren zijn op verschillende manieren verwerkt in objecten en wandschilderingen, spits (gotiek) en rond (barok) gaan naadloos in elkaar over alsof ze altijd al bij elkaar gehoord hebben.
Daarbij is de wand maagdeloos wit waardoor het beperkte gebruik van pastelachtige kleuren (rood, bruin, geel en groen) in decoraties en altaar lang niet zo protserig overkomt als overdaad aan kleuren die je in een standaard barokkerk aantreft.
De raampjes waardoor ondanks hun beperkte afmetingen behoorlijk wat daglicht naar binnenvalt zijn er in drie vormen die een kruising zijn tussen een driehoek en een cirkel.
Ze zijn niet rond, maar ze zijn ook niet rechthoekig.
Wat rechthoekig betreft, je kunt hier lang zoeken, maar in de bouw zelf zul je geen enkele rechte hoek aantreffen.

full

Drie verschillende vormen van driehoekige ramen, gotiek en barok in de mix​

Uit het begeleidend schrijven in onze handen maken we op dat zowat ieder (cijfer)motief dat hier aangebracht is ook een symbolische betekenis heeft.
In de aanbestedingstekeningen van Santini heeft men zinssneden teruggevonden als "de creatie van een onafhankelijke ruimtelijke werkelijkheid" met "het getal 5 dominerend in het grondplan, de bouw en de verhoudingen van de kerk".

Wat ons betreft heeft Santini een 10 verdiend voor zijn werk.
Daar zou hij vast heel tevreden mee zijn geweest want 10 is gelijk aan 2 x 5 en die 5 komt hier in heel wat zaken terug: 5 ovaalvormige kapellen, 5 driehoekige kapelnissen, 5 altaren, 5 engelen boven het hoofdaltaar, 5 toegangsdeuren enzovoorts.
Het cijfer 5 komt niet toevallig uit de lucht vallen, maar refereert aan de 5 sterren die aan de hemel verschenen boven het lijk van Johannes van Nepomuk toen dat aan de oevers van de Moldau gevonden werd. Johannes was door koning Wenceslaus vanaf de Karelsbrug in Praag in de rivier gegooid. Op beelden en afbeeldingen van Nepomuk waar hij een heiligencirkel om zijn hoofd heeft, zijn aan die cirkel ook altijd 5 sterren bevestigd.
Een tweede symbool dat je hier in de kerk, maar ook op andere plekken waar Nepomuk vereerd wordt terug ziet is een tong. Nepomuk is niet alleen beschermheilige van de bruggen, hij is ook de patroon van het biechtgeheim.
Volgens de geschiedschrijving zou koning Wenceslaus woedend zijn geworden toen Nepomuk weigerde te vertellen of het waar was dat koningin Sophia had opgebiecht dat ze er een minnaar op na hield. Op 20 maart 1393 werd Nepomuk gearresteerd en gefolterd door de soldaten van Wenceslaus maar hij hield zijn kaken stijf op elkaar. Daarop werd hij nog dezelfde nacht door Wenceslaus aan de Karelsbrug om het leven gebracht. De tong die we in de kerk aan het plafond en op tal van andere plekken terugvinden staat symbool voor het zwijgen van Johannes van Nepomuk op de avond dat hij gefolterd en vermoord werd.
Daarbij, toevallig of niet, “tacui” (Latijn voor “ik zwijg”) heeft ook nog eens 5 letters…

full

Johannes van Nepomuk​

full

Het plafond met in het midden de tong​

We lezen wat stukjes in het geleende Nederlandstalige infoblad en leren welke symboliek er hier verder nog in alle cijfers, vormen en voorwerpen te vinden is.
We maken er een foto van om alles thuis op ons gemak nog eens na te lezen en beperken ons nu vooral tot kijken, kijken, een paar foto’s maken en nog eens kijken.
Als zoiets als het perfect gevormde kerkgebouw al bestaat, dan moet het dit wel zijn.​

full

Panorama van het bedevaartsoord, gemaakt vanuit een van de toegangspoorten in de buitenring​

De UNESCO zelf schijnt hier ook nog wat in de melk te brokkelen te hebben. Men heeft geëist dat alle na de originele bouw tussen ommuring en kerk toegevoegde graven verwijderd worden en met dat klusje is hier inderdaad iemand bezig. Op sommige plekken kun je zien dat er ooit iets geweest is dat er nu niet meer is, op sommige plekken staat er een lintafzetting waar men nog bezig is met het exhumeren en verplaatsen van een overledene en zijn graf.

Ook aan de buitenzijde heeft Santini gedacht aan de schoonheid en uitstraling van de kerk. Zoals gezegd, de bomen op de heuvel werden gekapt zodat niet alleen de kerk gebouwd kon worden, maar ook de rest eromheen werd verwijderd zodat de kerk van een afstand goed zichtbaar zou zijn. Aan de voet van de heuvel werd een kunstmatig meer aangelegd zodat heuvel en kerk mooi in het water zouden spiegelen.
We lopen na het bezoek de heuvel af richting kasteel en inderdaad, vanaf de overkant van het meer is de reflectie in het water prachtig. Het is een plaatje en dat schieten we er ook van.
Meer als één zelfs ;)

full

Het kasteel gezien vanaf Zelená Hora

full

Zelená Hora en haar spiegelbeeld gezien vanaf het kasteel​

Aansluitend nemen we plaats in het café bij het kasteelcomplex en laten ons daar de bestelde Caramel Macchiato en de Panini Mozzarella goed smaken. Het personeel in het café en aan de museumskassa is jong. Zo te zien is er hier niemand ouder dan 25 bij. Niet alleen heet het Museum “van de nieuwe generatie”, die nieuwe generatie zwaait er ook de scepter.

Tegen kwart voor drie duiken we, voorzien van een audioguide in 4 talen in een multimedia-museum zoals we nog nooit eerder ervaren hebben.
Het “Museum van de nieuwe generatie” doet zijn naam eer aan. Via een fikse verzameling genummerde stations wordt de bezoeker wegwijs gemaakt in de wereld van de gotiek op de eerste en in de wereld van de barok op de tweede verdieping. Zoals Santini in zijn architectuur een link legt tussen de twee verschillende stijlen, zo krijg je hier als bezoeker een dieper inzicht in hoe het was om in die twee werelden te leven. Een dag uit het leven van een monnik, hoe is het om als mijnwerker in de zilvermijn te werken, wat was het belang van licht in de baroktijd, volgens welke principes is de bouw van Santini’s bedevaartskerk tot stand gekomen, filmpjes waarbij je gelijktijdig commentaar hoort in een taal naar jouw keuze, lichtspelen die een verhaal vertellen, enzovoorts enzovoorts.
Dit museum toont je niet iets om te bekijken, dit museum laat je iets ervaren.
Zo is er een boek waarvan je zelf de bladzijden kunt omslaan en op iedere bladzijde een verhaal over het ontstaan van de Cistercienzer orde in beeld, geluid en voorzien van audio commentaar tot leven komt.

full

Muzeum Nové Generace: een boek komt tot leven​

full

Muzeum Nové Generace: afdeling gotiek​

full

Muzeum Nové Generace: afdeling barok

full

Muzeum Nové Generace: wetenschap in het baroktijdperk

full

Muzeum Nové Generace: Santini's ontwerp nader verklaard​

In onze (Duitstalige) folder valt te lezen: “U kunt het Museum der Nieuwe Generatie met een audioguide in 30, maar ook in 90 minuten bezichtigen. Van ons ontvangt u slechts een handleiding hoe u op weg kunt gaan. De geschiedenis beleeft u dan alleen.”
We hebben niet alles gehoord en gezien; op het laatste gedeelte waren er nog een aantal zaken in opbouw. Maar inderdaad om kwart over vier, precies 90 minuten nadat we binnengingen staan we, een zeer bijzondere ervaring rijker, aan de uitgang.
Alwaar we in het café nogmaals een lekkere Caramel Macchiato bestellen.

full

Caramel Macchiato met barokmotief​

De jongedame die, toen we anderhalf uur geleden naar binnen gingen druk bezig was de menukaart met fluorescerende pen op een spiegel te schrijven, veegt met een doekt voor de zoveelste keer een kennelijk fout gespeld woord uit en schrijft een licht gewijzigde versie op het bord. Om dat proces op de volgende regel nogmaals te herhalen.
We genieten van het feit dat we niet de enigen zijn die Tsjechisch een verdraaid moeilijke taal vinden ;)
Maar zonder dollen, wie ooit in de buurt van Žďár nadSázavou komt: Bezoek de bedevaartskerk in Zelená Hora en sla het Museum der Nieuwe Generatie zeker niet over!

Na de koffie lopen we een rondje om de Barokní kamenný most, een brug waarlangs de doorgaande weg naar Žďár overheen voert. De brug wordt ook wel eens de kleine Karelsbrug genoemd en inderdaad, daar heeft ie best wel wat van weg.
Onze parate kennis der Tsjechische taal is weer met één opgehoogd: most=brug.

full

Zelená Hora: Barokní kamenný most, de kleine Karelsbrug
Aan de andere kant van het kasteel is nog een kerk te vinden waarvan het altaar ook door Santini ontworpen is. Deze kerk, de Nanebevzetí Panny Marie (Maria Hemelvaartskerk) maakt ooit deel uit van het Cistercienzer-complex waartoe ook de kasteelgebouwen hoorden.​
De kerk is afgesloten voor publiek, maar van achter het hekwerk in het portaal kunnen we toch een prima blik op het interieur werpen.

full

Nanebevzetí Panny Marie: vanachter het ijzerwerk toch goed te zien​

Als we weer buiten komen valt ons oog op een achttal opgeschoten jongeren op een bankje die allemaal naar hun telefoonscherm aan het staren zijn.
Het zal toch niet?
Als we dichterbij komen vangen we een woord op dat in het Tsjechisch hetzelfde is als in het Nederlands.
Jawel: Pokémon !!!

full

Pokémon, zou dat over 300 jaar ook in een museum te zien zijn?​

We draaien nog een rondje om het kasteel waar men aan de achterzijde druk bezig is om er nog veel meer van te maken en rond half zes gaat het in de auto terug naar Kutná Hora.

Daar nemen we rond kwart over zeven plaats in de tuin van het met afstand gezelligste en beste restaurant waar we tot nu toe waren: V Ruthardce.
En niet alleen dat, ook nog het vriendelijkste personeel.
Soep, kippenbout, steak, frietjes, salade, zwart bier, latte macchiato en een ijsje, het gaat er allemaal in als koek.

Het is bijna tien uur als we voor een laatste keer achterlangs het Jezuïetenklooster langs de Barbarakathedraal lopen. In het donker ziet het minstens zo mooi uit als overdag.
Tegen half elf kruipen we onder de wol om morgen te verkassen richting Liberec.

full

Kutná Hora in het donker: Jezuïetenklooster en Chrám svaté Barbory​

Kutná Hora, bedankt voor je schoonheid en je gastvrijheid!
:top:
 
Laatst bewerkt:
Dag 6: Maandag 22 augustus, Besedice en Zámek Sychrov

Vandaag is het maandag Op de eerste dag van de nieuwe week zijn in Tsjechië veel musea, attracties en kastelen gesloten. Dat hadden we gezien toen we bij de voorbereiding keken wat er onderweg van Kutná Hora naar ons volgende verblijf in Liberec allemaal voor bezienswaardigheden lagen. In eerste instantie hadden we een bezoek aan het Zámek Mnichovo Hradište willen combineren met een wandeling naar het in de buurt gelegen uitzichtpunt Drábské Svetnicky. Beiden liggen langs de route van Kutná Hora naar Liberec dus die combinatie zou ideaal zijn. Helaas, het kasteel van Mnichovo Hradište is op maandag gesloten, dus dat feest gaat niet door.

Daarom verder geneusd op mapy.cz, een paar touristensites en op wikipedia tot we daar plots een ander kasteel langs de route tegenkomen dat er ook interessant uitziet: Zámek Sychrov.
We zoeken verder naar iets dat daarmee goed te combineren is en komen uiteindelijk op Besedice / Skalní bludiště waar een interessant rots-labyrint beloofd wordt.
En er schijnt een terrasje op het uitgangspunt te zijn.
Altijd fijn zoiets.
Op de site van het kasteel van Sychrov wordt vermeld dat er ook in het Engels rondleidingen zijn, maar die vinden minder frequent plaats dan de Tsjechische. We plannen daarom buiten het kasteel en de wandeling niks anders zodat we ook niet in tijdnood kunnen komen.

Na een laatste ontbijt in Kutná Hora betalen we de rekening, bedanken we de moeder en dochter voor het aangename verblijf en zetten we koers richting Noorden. Als we na zo’n 15 km Kolín voorbij zijn volgt een omleiding van de hoofdweg en belanden we voor een gesloten spoorwegovergang in Velim, waar me de schrik om het lijf slaat.
Nadat de spoorwegovergang al 5 minuten gesloten is en de file groeit en groeit wil ik van de situatie een filmpje maken met het fototoestel, maar verdorie, waar is dat fototoestel?
Na een paar minuten zoeken voor een nog steeds gesloten spoorweg heb ik hem nog niet gevonden en besluiten we na de overgang even de auto aan de kant te zetten om het B&B in Kutná Hora te bellen, in de veronderstelling dat ik hem daar op de balie heb laten liggen.

De spoorwegovergang gaat na een gevoelde eeuwigheid open, we passeren het spoor en er zit zoveel verkeer voor en achter ons dat ik nergens de rij uit kan om de auto neer te zetten. Sjips.
Na een kilometer volgt eindelijk een zijweg. Ik draai het stuur, zet de auto in de berm en wil mijn telefoon pakken om te gaan bellen.
Net dan zien we het fototoestel onder mijn stoel liggen. Die is dus onder het rijden van de midden console gevallen. Oef, dat is effe geluk hebben…

Zonder extra vertraging rijden we verder over de 38 richting Noorden.
Het grootste deel van de 38 is eenbaansweg.
Voor ons veel vrachtwagens.
Achter ons ook.
Ertussen lijkt men een blik wegpiraten opengetrokken te hebben die met maximaal gevaar voor eigen en andermans leven minimale tijdswinst boeken, door af en toe eens een van die vrachtwagens in te halen. Een select groepje van die gasten gooit er nog een schepje bovenop door ons of een van de vrachtwagens de pas te snijden. Menig chauffeur knippert uit irritatie eens met zijn groot licht, maar het haalt allemaal weinig uit.

Na zo’n 60 km rijden sluit de 38 aan op de D10 die gelukkig twee banen heeft hetgeen een heel stuk meer ontspannen rijdt en waar het ook nog eens sneller opschiet.
Even voor half twaalf arriveren we in Besedice waar blijkt dat ik het vlaggetje voor de parking 80 meter te ver heb geplaatst. Ik rijd per abuis een doodlopend steegje in, draai op een plek waar het gelukkig nog nèt kan en parkeer tot genot van de toekijkend parkeerwachter alsnog op zijn betaalde parkeerplaats.

We trekken de wandelschoenen aan en beginnen aan de rondwandeling die ons in ongeveer 4 km langs een rots-labyrint en twee uitkijkpunten weer terug moet brengen naar Besedice.
Vrij kort na het dorp volgt een vork waar we kunnen kiezen: linksaf en de kring met de klok mee lopen of rechtsaf het rondje tegen de klok in. We kiezen linksaf waarbij we in eerste instantie een tijdje de blauwe route volgend en belanden na 5 minuten al in het labyrint.

Het eerste deel waar we doorheen lopen heeft de naam “U Kalich” (bij de kelk). In de tijd dat mensen die een niet officieel geaccepteerd geloof aanhingen of zelf een ondergrondse eigen interpretatie van het geloof vervolgd werden, was het labyrint een toevluchtsoord waar vervolgden zich konden verstoppen. Zo stond in Bohemen bijvoorbeeld de protestantse minderheid voortdurend tegenover de katholieke meerderheid. Een van de groeperingen die zich in de tijd van de dertigjarige oorlog hier verstopten waren de Boheemse Broeders die als embleem o.a. een kelk hadden. Op een gegeven moment passeren we tijdens onze wandeling inderdaad een nis waarin een tweetal teksten voorzien van een kelk. Een van de teksten is een citaat van de in Naarden begraven Jan Comenius, een van de Moravisch-Boheemse Broeders (Moravië 1592 – Amsterdam 1670) die in 1628 zijn land ontvluchten moest. Als balling schreef Comenius een werk getiteld "Het labyrint van de wereld en het paradijs van het hart” waarin hij de hoop uitspreekt eens naar een onafhankelijk Bohemen te kunnen terugkeren.
Het is die wens die hier beknopt en in het Tsjechisch op een vlak stuk rots geschilderd is. Ergens in de buurt zou ook nog een in de rotsen uitgehouwen kelk moeten zijn, maar die hebben we niet gezien.

full

“Věřím v Boha, že po přejití vichřic hněvu, vláda věcí tvých k tobě se zase navrátí, ó lide český”.
Ik geloof in God, dat als de storm is overgedreven, u weer zult regeren over uw eigen land, o Tsjechisch volk.

full

Besedice rots-labyrint

full

Prachtige geologische structuren

full

Dit mag met recht een doolhof genoemd worden​

Het wordt een sluip-door-kruip-door route in het rotsendoolhof waar we een paar keer moeten omdraaien omdat we ondanks de prima bewegwijzering ergens een klein paadje of afslag missen. Op de knieën hoeven we nog net niet, maar hier en daar is het redelijk smal. Dat je tussen de rotsen doolt merk je vooral aan de temperatuur. Daar waar de zon niet reikt is het direct flink frisser dan buiten het rotsgebied. Langs de wandelweg staan hier en daar infoborden in zowel Tsjechisch als Engels over de geologische kenmerken en ontstaansgeschiedenis van dit rotsgebied.
Na een half uurtje komen we bij het uitzichtspunt: Husníkova vyhlídka. De naam van deze mooie uitkijkpost is afkomstig van Anthony Husník, directeur van de luchtvaartuigenfabriek in Praag die in 1934 het ijzer doneerde waarmee de relingen en hekwerkjes op de uitkijkpunten gemaakt zijn.
We worden verrast door een prachtig uitzicht over het dal van de Jizera rivier met aan de overkant het dorpje Malá Skála. In het riviertje een aantal peddelaars in opblaasboten die weinig peddelen maar vooral gewoon met de stroom mee dobberen. Niet te missen is het kasteeltje Vranov dat bovenop een rotspunt hoog boven het Jizera dal aan de overkant uitsteekt. Aan de horizon zien we voor de eerste keer de toren van Ještěd.

full

Husníkova vyhlídka, uitzicht over het Jizera dal​

Na een tijd rondgekeken te hebben lopen we weer verder door een relatief vlak bosgebied totdat we bij het uitzichtpunt Sokol komen. Van hieruit hebben we een mooi zicht op de Suché Skály, een serie zandstenen rotsen die door hun uiterlijk regelmatig vergeleken worden met de Dolomieten.

Na Sokol gaat het, nog steeds in het bos slingerend bergaf en komen we uiteindelijk weer op een nagenoeg vlak lopend pad uit. Op een gegeven moment horen we een specht die flink aan de weg (lees: boom) aan het timmeren is. De kinderen van een gezin dat voor ons wandelt proberen de specht te vinden, maar het lukt niet.
Wij doen ook een gooi. Het beest is enorm goed (en waarschijnlijk ook enorm ver) hoorbaar, maar hij zit zo hoog dat we hem niet kunnen spotten.
Ik ga waar het geluid het hardste klinkt met mijn hand één voor één alle bomen na totdat ik er een vind die in het juiste ritme tikt. Zelfs met de juiste boom in handen duurt het nog een dikke minuut voordat ik de specht zie. Hij trekt er zich niks van aan en gaat onverstoord door met rikketikken. Dat geeft mij de gelegenheid om met de zoom hem op de gevoelige plaat vast te leggen.
Het resultaat stemt tot tevredenheid.

full

Het duurde even, maar hier is Rikketikketik
We lopen verder en strijken een kilometer verder neer bij het startpunt: het Občerstvení Rychlé (vrij vertaald: Fast-food) terras Besedice. De overdaad aan zwak en sterk alcoholische dranken waarvan de namen en prijzen in allerlei kleurtjes op allerlei plakkaten en paneeltjes zijn aangebracht doen vermoeden dat het hier eerder een Fast-booze terras betreft, maar er blijkt toch ook gewoon nog eetbare waar en non-alcoholische drank verkrijgbaar.
De maat van de eigenaar zal het worst wezen wat men koopt. Het lijkt er veel op dat hij tegen betaling in natura (halve liters bier dus) ieder half uur in 2 minuten de wc schoonveegt om daarna zijn pul weer bij te laten vullen zodat hem nog 28 gezellige minuten resteren tot de volgende schoonmaakpartij, ondertussen druk kletsend en proostend met de overige gasten op het terras.

full

Fast-food en Fast-Booze terras​

We bestellen allebei een cola en een worst waarvan ons de ingewikkelde naam ontschoten is, maar die we thuis met wat Googelen weten te achterhalen: "Klobása s chlebem a hořčicí". Het is iets dat nog het meeste weg heeft van een gemarineerde roodbruin gekleurde braadworst met daarbij drie dipsauzen: mosterd, mierikswortel en mosterd met een honingachtig smaakje. Vooral die laatste smaakte super. Daarbij nog twee sneden brood met kummel. Mjammie!

full

Klobása s chlebem a hořčicí: Mjammie !​

We peuzelen de lekkernij op ons gemak op en tegen een uur of twee rijden we een kilometer of tien verder tot het kasteel van Sychrov. Twee Duitse auto’s op de parkeerplaats (de eerste buitenlandse toeristen die we in vijf dagen zien!) en een handjevol Tsjechische auto’s.
Onbegrijpelijk voor zo’n prachtig (on-Tsjechisch) in gotiekstijl omgebouwd kasteel.

full

Zámek Sychrov: neo-gotiek uit 1850​

Kasteel Sychrov is in 1693 als klein barok kasteel gebouwd op de plek waar vroeger een kleine vesting gelege moet hebben. In 1820 wordt het angekocht door de Franse aristocratische familie Rohan. Dit van Bretagne afkomstige adellijke geslacht is na de Franse revolutie uit hun vaderland verbannen en zoekt daarom zijn heil in het Oostenrijkse keizerrijk waartoe Sychrov en omgeving op dat moment behoren. De Rohans nemen het kasteel flink onderhanden, bouwen het om in neo-gotiek stijl en leggen een Engelse landschapstuin aan. Ze blijven 125 jaar eigenaar van het kasteel. In 1945/46 wordt de familie als gevolg van de Beneš-decreten onteigend en komt het kasteel in handen van de nationale overheid. Vanaf 1950 wordt het kasteel mondjesmaat opengesteld voor het publiek, waarna een aantal restauratieperiodes volgen die erop gericht zijn de inrichting en bouw van het kasteel zo origineel mogelijk naar de toestand van rond 1850 te tonen.
Tegenwoordig wordt het kasteel regelmatig voor filmopnames gebruikt vanwege zijn sprookjesachtige karakter.
Er liggen hier heel wat kastelen en ruïnes, maar deze schijnt toch een van de mooiste te zijn.

full

Deurklink met stijl​

Aan de kassa gekomen hebben we pech. En geluk.
Pech omdat er vandaag geen Engelstalige rondleiding is.
Geluk omdat we direct met de Tsjechische rondleiding meekunnen en er alweer een prima Nederlandse vertaling op papier beschikbaar is. Daarbij, tussen de aandacht voor de Tsjechische gasten door spreekt de vriendelijke jongedame die de rondleiding doet ook nog eens een perfect Engels zodat ook wij tussendoor nog wat kunnen vragen.
Prachtig houtsnijwerk in de kamers, aan sommige plafonds en aan de wenteltrap, heel veel schilderijen van de Franse familie Rohan, adellijke gasten en koninklijke huis, de gebruikelijke jachttrofeën aan de muur, prachtig ingerichte kamers met originele meubels enz enz.

full

Zámek Sychrov: ontvangsthal

full

Prachtig houtsnijwerk aan het plafond...

full

...maar ook in de trappenhal

full

De familie Rohan in het glaswerk​

Wat ons betreft is Zámek Sychrov een zeer bijzonder kasteel. Of het inderdaad zo bijzonder is als je er eenmaal meer gezien hebt gaan we deze week vanzelf merken, want er staan nog twee bekende kastelen op het programma.
Het kasteel zou officieel nog rondleidingen bieden tot 16.30 uur, maar als we even voor vieren naar buiten komen is de entreekassa net aan het sluiten en even later gaat onze de rondleidster bij gebrek aan nieuwe bezoekers ook huiswaarts.
Derhalve geen koffie meer in de orangerie, maar aan de overkant van de nu vrijwel lege kasteelparking is nog een terras. We drinken er een kop koffie, maken van de gelegenheid gebruik voor een sanitaire stop en kijken via het open Wifi netwerk of er nog iets kleins in de buurt is dat we zouden kunnen bekijken. Doordat we onverwacht snel al een rondleiding hadden in het kasteel blijft er namelijk een dik uur extra over.

Aan de achterkant van de kasteeltuinen moet ergens een bijzondere spoorbrug liggen. De 120 meter lange en 32 meter hoge stenen spoorwegbrug uit 1859 ligt aan de lijn Liberec-Turnov. Hij valt onder de technische monumentenzorg omdat hij in het midden 8 dubbele bogen boven elkaar heeft, iets dat bij stenen spoorbruggen niet echt vaak voorkomt. Omdat we waarschijnlijk niet verder komen dan de brug van afstand te bekijken, zoeken we uit of er misschien nog een leuke geocache in de buurt ligt. Dat blijkt het geval.
Hemelsbreed ongeveer 1 km verderop, net buiten Radimovice, moet er een liggen bij bij een beeld van de heilige Barbara (waar hebben we die eerder gezien?). Op een kruispunt van wegen zou je er een mooi uitzicht moeten hebben op de regio.
We slaan de gegevens op de smartphone op, betalen de rekening en nemen de auto voor een ritje van anderhalve kilometer dat bijna 10 minuten duurt. 3 Minuten rijtijd en de andere 7 minuten wachten voor een verkeerslicht bij wegwerkzaamheden…
Barbara staat ons al op te wachten tussen twee bomen, de geocache wordt gevonden en we genieten van het uitzicht. In het Noorden zien we het silhouet van de berg Ještěd met zijn markante spitse top. Volgens de GPS bevindt zich die op 15 km afstand. Daar ergens moet ook Liberec liggen waar we de komende week gaan verblijven. Ietsje verder naar rechts zien we de contouren van een aantal bergen die deel uitmaken van het reuzengebergte tegen de Tsjechisch-Poolse grens (25 km) en aan de zuidkant.
In tegenovergestelde richting zien we tegen het zonlicht in een ander silhouet dat ons van internetafbeeldingen bekend voorkomt: de ruïnes van de burcht Trosky.

We kijken een tijdje rond, proberen iets van de teksten aan de voet van Barbara te lezen en nemen dan de auto terug naar Sychrov. We hoeven ditmaal niet te wachten voor het verkeerslicht. Bij verrassing neem ik na de verkeerslichten niet de kortste route richting spoorbrug, maar rijdt een afslag te ver over een brede weg richting Třtí.
Geen probleem, nemen we toch gewoon de eerste afslag naar rechts. Dat blijkt in Třtí inderdaad te kunnen, maar het is een nogal smalle weg. Na een paar honderd meter hobbelen zien we aan de rechterkant van de weg de gezochte spoorbrug. Hij ziet er inderdaad leuk uit, technisch gezien een bijzonderheid, maar het is niet echt wereldnieuws te noemen wat we hier zien. We maken een paar foto’s en rijden enigszins teleurgesteld verder. We hadden een spectaculairdere aanblik verwacht, maar ja, het is niet anders.

full

Dubbelbogige spoorbrug Radostín​

Vijfhonderd meter verder komt dan de verrassing van de dag.
Ik trap intuïtief op de rem als er plots een haakse bocht met een brug voor ons opdoemt.
En wat voor brug!
De rijstrook is nog een stuk smaller dan het asfalt waarop we rijden.
Onmiskenbaar hebben we hier te maken met een Bailey-brug.
En wel eentje van het type en tijdperk WOII waar aan de afgebladderde verf en de geroeste onderdelen te oordelen na de bouw weinig meer aan onderhoud gedaan is.
Even twijfel ik. Die dingen zijn stevig, maar past dat wel?
Langzaam maken we de draai en ja, het past. We hebben zelfs een meter ruimte over.
Als we in een slakkengang de brug op rijden rammelen de houten planken onder ons. In het midden houden we halt, tarten het lot en kijken naar beneden. Tien meter lager bevindt zich de spoorlijn die we zojuist over de stenen bogen zagen lopen.

full

Surprise !

full

de planken rammelen goed...​

We maken een paar foto’s, halen ongeschonden de overkant en rijden hobbelend door het dorpje Radostín waar we door een paar mensen op straat gadegeslagen worden alsof ze nog nooit een auto gezien hebben, kruipen via twee haarspeldbochten bergop en rijden langs de achterzijde van het bij kasteel Sychrov horende landgoed verder totdat we ons weer op de doorgaande weg bevinden.
We gingen voor een spoorbrug. En we hebben een spoorbrug gekregen.
Maar dan anders. Een beetje vreemd maar wel lekker ;)

Bij thuiskomst eens gespeurd op het wereldwijde web of we wat meer over de Baileybrug bij Radostín kunnen vinden. Dat blijkt niet veel te zijn.
Volgens lokale bewoners zou de brug aan het eind van de jaren ’40 door het Tsjecho-Slowaakse leger gebouwd zijn ter vervanging van de originele houten brug die er toen lag. De brug bestaat uit 8 segmenten van elk 3 meter lengte. Het vermoeden bestaat dat de brug niet op de voor Baileybruggen gebruikelijke wijze geplaatst werd, maar dat het leger vanaf een eronder gebouwde steiger te werk is gegaan. Dit omdat de helling aan weerszijden van de spoorweg te kort en te steil is om de brug op de standaardbouwwijze uit te schuiven. De Baileybrug van Radostín zou stevig genoeg moeten zijn voor een vrachtwagen van 32 ton, maar als die nu erover zou rijden ben ik in ieder geval niet bereid om erin te gaan zitten.

Na deze onverwacht spannende oversteek is het tijd om richting Liberec te gaan willen we daar rond een uur of zes. Dat is snel gepiept via de 35/E442 waar het prettig en probleemloos rijden is. Vanaf de snelweg hebben we een paar keer zicht op de futuristische tv-toren/zender/hotel op Ještěd, de huisberg van Liberec.

Even na zes uur bellen we aan bij hotel/pension Stará Pekárna in Liberec.
De eigenaar heeft deze bouw uit 1797 in twee jaar tijd opgeknapt en verbouwd tot hotel. We kenden de plaatjes al van de internetsite, maar eenmaal binnen is het nog mooier dan we verwacht hadden. Het kantoortje waar de receptie gevestigd is was vroeger een bakkerij. In de muur de restanten van wat ooit de oven was. In de ruimte ernaast, nu privé vertrek, was de winkel gevestigd van waaruit de rijkere bewoners van de begin 19e eeuw gebouwde wijk Kristiánov van vers gebakken brood voorzien werden.
We noteren in onze Tsjechische woordenschat “+2”. Stará = oud, pekárna = bakkerij.

full

Stará Pekárna kantoor​

full

Ons verblijf voor de komende zeven dagen​

Onze kamer is op de tweede verdieping. Een mooi ingerichte kamer, een paar schilderijtjes aan de wand, waterkoker, tv, schrijftafeltje, ruime badkamer/toilet, grote dubbele ramen die helemaal open kunnen en lekker rustig aan de achterzijde. Aan de voorzijde is het trouwens net zo rustig. De auto kunnen we achterom op omheind en afsluitbaar privé terrein parkeren. Daarbij komen de rijkunsten die we vanmiddag op de Baileybrug geoefend hebben goed van pas. De straat is opgebroken en bestaat uit –letterlijk- bergjes van stenen en omhoogstekende deksels en rioolputjes waartussen het behendig manoeuvreren is om de achterom zonder deukjes aan te sturen.
Het lukt.

We sjouwen onze tassen naar boven, even wat opfrissen met zeep en water en lopen naar het stadscentrum. Binnen 10 minuten staan we op het centrale plein voor het raadhuis.
We noteren wederom +1 voor de naam van (alweer) een gebouw dat ook zonder woordenboek goed te raden valt: “Radnice” = “raadhuis”.
We gaan vandaag voor exotisch en nemen tegen kwart over zeven plaats in het op één tafeltje na lege Indisch restaurant “Royal Maharaj”, van waaruit we uitzicht hebben op de mooie Jugendstil-gevel van Hotel Praha.
Linzensoep met een Lamb Curry schotel uit de oven, kippensoep met Chicken Tikka Masala, Kashmir rijst, twee gewone en twee extra Garlic Naan, twee cola, twee mango-lassi, twee cappuccino en anderhalf uur verder bedraagt de rekening 928 CZK, omgerekend zo’n kleine 35 euro, voor Tsjechische begrippen behoorlijk hoog.
Met het buikje vol en rond lopen we, links en rechts in wat etalages neuzend, via een andere winkelstraat dan we gekomen zijn terug naar ons Stará Pekárna.

full

Etalages neuzen in Liberec​

Een dik uur later is het bedtijd. Nog even een mailtje naar het thuisfront en dan horizontaal.
Morgenvroeg naar een museum, morgenmiddag wandelen en een kasteelbezoek
Dobře se vyspi / Slaap lekker.
 
Laatst bewerkt:
Bovenaan