Zomer 2016 - Twee weken Tsjechië van dag tot dag

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Dag 7: Dinsdag 23 augustus, Liberec, Kopicův Statek en Hrad Valdštejn

Onze eerste nacht in Liberec is goed bevallen. Ondanks dat er 100.000 mensen in deze stad wonen hebben we vannacht met de ramen open geslapen en is het hier in de wijk lekker rustig. De bedden liggen goed, de kamer is stijlvol ingericht, er is een mini-bar op de kamer waaruit je na thuiskomst ’s avonds nog een gekoelde Urquell of een flesje fris kunt nemen, de badkamer is lekker ruim en alles is spik en span gepoetst.

Als we aan de ontbijttafel aanschuiven in de eveneens in oude-bakkerij-stijl ingerichte eetruimte, valt ons iets op dat we kennen van Kutná Hora: aan de wand een breedbeeld scherm waar ook hier Óčko TV haar “zláty hity” tot ons brengt.
Op het ontbijt valt niets aan te merken. Net zo’n ruime keus als in Kutná Hora met als extraatje dat de gastvrouw op wens en met liefde, heerlijke pannenkoekjes bakt, palačinka genaamd. De voorkeursvulling van de meeste gasten is daarbij geen jam, suiker of stroop, maar een flinke streek chocopasta.

Vandaag staan twee zaken op het programma: het Oblastní Galerie v Liberci - Lázně museum en een wandeling even ten zuiden van Turnov.

full

Het Lázně in Liberec, voorheen Keizer-Franz-Jozef-stadsbad van 1902 tot 1984

full

Lázně, bij de ingang van het museum​

Het Lázně gaat vanochtend open om 10.00 uur.
Als we 10 minuten na openingstijd aan de kassa staan blijkt dat we de eerste bezoekers zijn vanochtend. Er zitten twee dames op leeftijd achter de kassa en één van de twee spreekt gebroken Duits. Nadat ze een minuut of twee wat toetsen van haar computer indrukt kijkt ze ons aan met een glimlachende maar enigszins beteuterde blik, wijzend op haar kassa-systeem en komt ze niet verder dan de kreet “Kapoet !”.
“Kasse Iest kapoet !”

We moeten allemaal lachen om deze ongewone situatie.
Mevrouw probeert nog van alles, maar de kassa is en blijft kapoet.
Waarop we van mevrouw uitleg krijgen over hoe het beste door het museum te lopen, wat waar te zien is en wat de spelregels hier zijn. Daarna krijgen we een folder in het Duits en wenst mevrouw ons veel plezier in het museum.
En o ja. Of we dan straks als we uitgekeken zijn nog even terug langs de kassa willen komen om de entree te betalen.

Ik weet niet waarom, maar deze ad-hoc werkwijze maakt dat ik met een enorm goed humeur het museum in stap. Mijn vrouw vergaat het trouwens niet anders.

Het Lázně (“stadsbad”) is gevestigd in een monumentaal uit 1902 stammend pand in neo-renaissance stijl waarin van 1902 tot 1984 het stadszwembad gevestigd was. Nadat het Kaiser Franz Joseph Bad in 1984 haar deuren sluit wisselt het enkele malen van eigenaar, wordt een aantal jaar voor allerlei doeleinden gebruikt, raakt vervolgens langzaam in verval, tot de stad Liberec het op een veiling in 2005 koopt. Met geld uit lokale en EU fondsen wordt het gebouw opgeknapt zodat het in 2014 kan openen als regionale galerie waar sindsdien een omvangrijke kunstcollectie te aanschouwen is. Tot die tijd was een kleinere collectie te bewonderen in het Liebigpaleis, elders in de stad, maar dit gebouw werd op een gegeven moment te klein en ontoereikend om nog als museum te kunnen dienen.
Basis van het tentoongestelde werk vormt de in 1904 door Heinrich von Liebieg (1839–1904) geschonken schilderijencollectie die deze fabrikant dankzij zijn vooraanstaande positie in de regionale textielindustrie bijeen had weten te kopen. Liebig had in zijn testament laten vastleggen dat niet alleen zijn schilderijencollectie, maar ook ruim 2000 ambachtelijke kunstvoorwerpen, een aantal financiële stichtingen en nog wat onroerend goed na zijn dood geschonken moest worden aan zijn geboortestad Liberec.
Een groot deel van de Liebig-collectie is te zien in het Lázně, maar ook in het Noord-Boheems museum dat er in dezelfde straat schuin tegenover ligt zijn nog een aantal voorwerpen van de verzameling tentoongesteld.
De vaste collectie is geordend in een aantal:
- “Op de golven van de kunst”: een chronologisch geordende verzameling van stromingen in Tsjechisch werk van 1500 tot ongeveer 1950
- “Het gouden tijdperk der Nederlandse schilderkunst” met werken uit de periode 1600-1750 uit Nederland en Vlaanderen
- Franse, Duits en Oostenrijkse schilderkunst uit de 19e eeuw
- De Liebig-collectie
Daarnaast zijn er een aantal tijdelijke exposities te zien die om de paar maanden vervangen worden.

full

Trosky: een regionaal motief vastgelegd door een Tsjechische landschapsschilder​

We lopen de grote tentoonstellingsruimte op de begane grond in en bevinden ons midden in het voormalige bad. De structuur van dat bad, met een balustrade op de tweede verdieping, is nog goed als dusdanig herkenbaar. Als extra verwijzing is er in een gang nog een tweetal houten kleedhokjes opgesteld, waarvan in één van de twee de deur toegang geeft tot een erachter liggende tentoonstellingszaal.
We lopen ongeveer 2 uur rond, daarbij sommige zalen wat vluchtiger, andere wat aandachtiger bekijkend. De drie vaste collectiezalen zijn wat ons betreft alledrie de moeite waard. De iets modernere kunstobjecten, een tijdelijke foto-expositie, enkele tijdelijke installaties en een expo-ruimte op de bodem van het bad kunnen ons minder boeien. Van een van de Tsjechische kunstenaars schrijven we de naam op zodat we daar thuis nog eens iets van kunnen opzoeken: Adolf Lachman.

full

Adolf Lachman: Startováni Bublebota / De Lancering van Bublebota (2010)​

Op verdieping “-1” hangen een aantal surrealistsiche door Lachman gemaakte tekeningen van robotachtige wezens in een fantasiewereld. Ze zien er apart uit. Het lijken van bestaande technische uitvindingen als een helikopter of een stofzuiger afgeleide wezens die in een vrij kaal landschap iets aan het doen zijn dat intrigeert maar waarvan niet direct duidelijk is wat ze nou aan het doen zijn.

full

CMYK demonstratie met de Ještěd TV toren: hoe vier basiskleuren toch een full-colour afbeelding kunnen worden​

Verder is er in de kelder nog een boeiend experiment waarbij je kunt zien hoe in de lichttechniek de RGB kleuren (Rood, Groen, Blauw) als primaire kleuren gebruikt worden en hoe je in de drukkunst de CMYK kleuren (Cyaan, Magenta, Geel, Zwart) kunt gebruiken om alle andere kleuren van te maken. Dat laatste wordt gedemonstreerd aan de hand van 4 foto’s op doorzichtige plexiglasstroken die je over elkaar heen kunt schuiven, waarbij een full-colour afbeelding van de TV toren van Ještěd ontstaat.

Tegen half een nemen we plaats in het Art-Café van het Lázně. Daar hadden we ergens van op internet gelezen dat je vooral een van hun taarten moest proberen.
Dat is niet aan dovemansoren besteed. We proberen het uit in combinatie met een latte en een cappuccino. Het smaakt voortreffelijk!

full

Smullen in het Lázně Art Café​

Ook in het café valt ons, net als eerder vanochtend in het museum zelf, opnieuw op hoe weinig mensen hier rondlopen op een plek waar zo veel te zien is.
Als koffie en taart achter de kiezen zijn lopen we terug naar de kassa om de entree te betalen. Wat een volgorde ;)
Men herkent ons direct. We rekenen af, ontvangen het entreekaartje waarvan we denken dat we er niets meer mee kunnen, maar krijgen nog een verrassing: het kaartje is nog twee weken geldig en we kunnen er ook het Noord-Boheems museum mee bezoeken.
Dat komt prima uit, want daar waren we toch al van plan later in de week heen te gaan.

Voor nu gaat het naar de auto om een dikke 25 km zuidwaarts naar het dorpje Kacanovy te rijden. Kacanovy ligt ongeveer 4 km ten zuiden van Turnov en net zo ver ten westen van de rotsstad Hrúba Skála. Kacanovy zelf heeft niet veel te bieden, maar tijdens het neuzen op mapy.cz was ons oog gevallen op een bij het dorp horende boerderij uit 1787: Kopicův Statek.
In het Nederlands is er wat beknopte informatie te vinden over deze boerderij, maar de Tsjechische achtergrond info die we thuis al door Google Translate haalden was een stuk uitgebreider. Daarbij de plaatjes ziend van wat de „boer“ in zijn achtertuin gecreëerd heeft en we wisten: dit willen we zien.

De statek (boerderij, alweer een gebouw in onze woordenschat erbij) werd door velen bewoond, maar is tegenwoordig vernoemd naar de beroemdste onder hen: Vojtěch Kopic (1909-1978). Vojtěch, vanaf zijn achtste wees en opgevoed door een tante in Turnov, werkte van kinds af in de landbouw. Geld om naar school te gaan was er niet. Op zijn 23e trouwde Vojtěch met een boerendochter en trok bij haar in in wat nu bekend staat als Kopicův Statek.
Hij leerde zichzelf muzieknoten lezen, kocht een harmonium en begon te oefenen om zijn droom waar te maken: het orgel spelen in de kerk. Vojtěch was opgegroeid met het idee dat hij er was op aarde om God te dienen. Hij slaagde er uiteindelijk in zijn droom te verwezelijken en bespeelde regelmatig het orgel tijdens diensten in de kapel van het nabij gelegen kasteel Wallenstein (Hrad Valdštejn). Ook leerde hij in die tijd van een steenhouwer in de buurt hoe de zachte zandsteen uit de regio te bewerken. Het steenhouwen was onder andere van praktisch nut. Omdat er geen stromend water in de buurt van de boerderij was, begon Vojtěch zelf een put in de rotsen te slaan om het 35 meter dieper liggende grondwater naar boven te kunnen halen. Deze rotsgrond was echter een stuk harder dan de zandsteen die hij had leren bewerken. Tijdens het werk, dat hem het leven had kunnen kosten omdat hij af en toe gevaarlijk diep had kunnen vallen, raakte hij er nog dieper van overtuigd dat het God was die hem al die tijd voor ongelukken behoed had.
Het meest bekend werd Vojtěch om zijn bewerkingen van de zachte zandsteen. In het dal achter zijn boerderij heeft hij niet alleen het orgel, maar ook talloze cultuur-historische thema’s uit de Tsjechische geschiedenis in de rotswanden vereeuwigd.

full

Vojtěch Kopic (1909-1978)​

Omdat we toch al Kopicův Statek wilden zien, maar Hrad Valdštejn ook in de buurt was heb ik met behulp van mapy.cz op de Tsjechische opensource topokaart een wandelroute van zo’n 7 km uitgezet langs beide bezienswaardigheden.
We beginnen aan het kerkhof van Kacanovy waar we de auto parkeren. Daar parkeert naast ons ook een Tsjech met herdershond die plaatsneemt aan de tafel voor het kerkhof en daar een halve-literfles bier opentrekt. We krijgen het vermoeden dat hij er nog meer in de auto heeft liggen. Wellicht gaan man en hond dadelijk ook samen wandelen.

We trekken onze wandelschoenen aan en lopen zonder de gebruikelijke rugzak –er zou een terras bij het kasteel zijn- oostwaarts richting bos. Na een minuut of tien wandelen komen we bij Kopicův Statek. De boerderij ligt er prachtig bij, maar we komen eigenlijk voor wat achter de boerderij ligt.

full

Kopicův Statek: tegenwoordig beheerd door twee kleindochters van Kopic​

We slaan voor de boerderij rechtsaf en volgen het pad dat in een boog achterom loopt en dan een stukje bergaf gaat. In de schaduw komen we tussen de rotsen en worden verrast door een eerste in reliëf gemaakt werk.
Het ziet er uit als een soort altaar of toegangspoort met zuilen aan weerszijden en erboven een heilige te paard die veel weg heeft van de heilige Martinus, maar ook wel wat van sint Wenceslas zoals die zich in Praag op het gelijknamige plein bevindt. Tegen het eind van de wandeling komen we in Kacanovy op een infobord een zwartwit-foto tegen waar Kopic toevallig poseert naast hetzelfde werk. Misschien is dit het eerste werk dat hij uit de rotswand gemaakt heeft? Of wellicht is het gewoon omdat deze het dichtste bij de boerderij ligt?
Bij thuiskomst googelen we wat en blijkt dat onze veronderstelling klopt. Het stelt svatý Václav (Sint Wenceslas) voor, het eerste beeld dat Vojtěch in 1940 gemaakt heeft.
We lopen verder en bevinden ons al snel midden in een klein paradijsje. Op diverse plaatsen, soms vlak naast het pad, soms wat verder weg of een stuk hoger tegen de wanden aan, zijn kleinere en grotere beeldhouwwerken.
Sommige daarvan hun oorspong door de Tsjechische cultuurgeschiedenis, anderen beelden zijn geïnspireerd door de natuur. Ook het orgel dat zo’n centrale rol in zijn leven innam is in reliëf vereeuwigd, vergezeld van een klein zelfportret in de hoek van het volks-kunstwerk.
Sommige voorstellingen zijn deels met mos overgroeid, hetgeen de mystiek van dit oord alleen maar groter maakt, sommige werken zijn aan hun kleur te oordelen recentelijk gerestaureerd en zien er uit alsof ze vers zijn toegevoegd. Dat laatste blijkt niet het geval, alle (ongeveer 50) werken zijn door Vojtěch tussen 1940 en zijn dood in 1978 gemaakt.

full

Přemysl de Ploeger

full

Orgel met zelfportret

full

Svatý Vojtěch / de heilige Wenceslas

full

Český lev, de Tsjechische leeuw houdt de wacht​

Aan de andere kant dan waar we het kleine paradijsje zijn binnengekomen houdt een Tsjechische leeuw statig liggend de wacht. Alhoewel gesitueerd op een relatief beperkte ruimte kijken we bijna drie kwartier rond naar het moois dat Vojtěch Kopic hier heeft achtergelaten.
Met in totaal in al die tijd slechts 4 andere bezoekers.

Wat een contrast met het anderhalve kilometer verder gelegen Hrad Valdštejn.
Alleen al op het terras voor de naar het kasteel leidende toegangsbrug zit zowat een tienvoud aan bezoekers. Om nog te zwijgen van de wandelaars en mountainbikers die hier voorbij komen of het kasteel bezichtigen.

We melden ons aan de kassa met het idee het terras na de rondleiding te bezoeken. De rondleiding wordt verzorgd in het Tsjechisch met alweer een prima Nederlandstalig boekje, ditmaal inbonden en in kleur!
De vriendelijkheid van de gebroken Engels sprekende dame achter de kassa staat in schril contrast met de veel beter Engels sprekende gids. Deze laatste vertikt het onderweg en op het einde om ook nog maar in één woord Engels uit te leggen dat de rondleiding wat korter duurt dan normaal, daarbij wel in uitgebreid Tsjechisch en op zijn horloge wijzend aan de twee andere gasten uitleg gevend. Waarschijnlijk is er met het horloge, of zijn waarneming daarvan iets aan de hand, want als we een twintigtal minuten na afloop van de gegidste tour de hoofdpoort verlaten zit hij nog steeds op het terrasje ernaast.

Op de tien stops die er in de rondleiding zijn ingebouwd horen we de naam “Valdštejn” zowat iedere vijf zinnen minstens één keer vallen. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat dit geslacht, ook bekend onder haar Duitse naam Wallenstein, op vele plaatsen in de regio haar sporen heeft nagelaten. De uit de 13e eeuw stammende burcht Wallenstein torent hoog boven de omgeving uit, is gelegen op een stel rotspunten en wordt daardoor aan drie zijden op natuurlijke wijze beschermd. Toch wisselde de burcht na zijn ontstaan regelmatig van bezitter totdat in 1620 Albrecht Wallenstein de inmiddels vervallen ruïne weer terug in familiebezit kreeg en er ruim 150 jaar geen aandacht meer aan besteed werd. Pas in 1694 neemt een kluizenaar zijn intrek in de leegstaande ruimten en ontstaan er bedevaartstochten naar dit vergeten oord. In 1722 wordt de Nepomukkapel gebouwd zodat er ook diensten plaats kunnen vinden. De Wallensteins verkopen burcht en graafschap eromheen in 1821 aan een diplomaat: Alois Lexa von Aehrenthal. Het is deze familie die de burcht in neo-gotische stijl restaureert. Na afloop van WOII wordt de gemeente Turnov eigenaar van de burcht en wordt ze opengesteld voor het publiek. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers.

full

Hrad Valdštejn: uitzicht op de Hruboskalské skalní mesto met daarachter de Trosky ruïne

full

Hrad Valdštejn: Nepomuk-kapel​

Na de rondleiding lopen we nog wat rond, genieten van het uitzicht op de rotsformaties en nemen een kijkje in de kapel. Het is twintig voor zes, als we bij de uitgang staan. De boel zou nog minstens 20 minuten open moeten zijn, maar de souvenir-shop sluit alvast haar deuren en ook op het terras is, op een paar laatste gasten na, weinig activiteit meer te bespeuren.
We besluiten dan maar zonder terras de wandeling voort zetten. Van even verder zou vanaf de Calvarieberg een mooi uitzicht zijn op het kasteel, maar we krijgen eigenlijk behoefte aan wat vulling in onze maag en besluiten het uitzicht over te slaan.

full

Kacanovy : hier wordt gebarbecued

full

Kacanovy: hier werd gebarbecued​

Op weg terug naar Kacanovy komen we langs een caravan die wat verlaten tussen de bomen staat, maar aan de prullenbak en het reclamebord ernaast te oordelen nog dagelijks in gebruik is als Fastfood Imbiss (voor hongerige wandelaars?).

Als we aan de parkeerplaats terug zijn staat de auto van de Tsjech met zijn hond nog steeds naast de onze. De hond is in geen velden of wegen te bekennen. Het baasje ligt onder een camouflagedeken op de achterbank te snurken.
Zou hij zijn roes aan het uitslapen zijn?
Misschien heeft zijn vrouw hem wel het huis uitgeknikkerd?
Wie zal het zeggen. We laten hem maar rustig verder slapen.
Zelf trekken we even wat frisse kleren aan en rijden terug naar Liberec.

We willen vandaag eens typisch Tsjechisch proberen en gaan voor het Radniční sklípek Liberec, een restaurant/bierlokaal dat zich onder het raadhuis van de stad bevindt. Het is nauwelijks aangegeven, maar met een rondje om het raadhuis is de ingang snel gevonden.
Beneden in de raadskelder een ruime nette zaak die sober maar passend ingericht is, een vriendelijke en snelle bediening en bovenal prima eten!
Aan de wanden langs de trap hangen in de vorm van notitievelletjes de opmerkingen van honderden tevreden klanten die bevestigen dat dit restaurant niet voor niets nummer 1 van de 130 op Tripadvisor is.
De kelner die ons eerst in onverstaanbaar Tsjechisch en dan in vloeiend Duits aanspreekt is enigszins verrast als mijn vrouw om een Duitse en ik om een Engelse menukaart vragen. Als we dan twijfelen over wat iets is, kunnen we altijd nog op de andere kaart kijken of we daar snappen wat het inhoudt.
Hranolky brambory (friet), grilovaná zeleni (gebakken groenten) met een steak jizerský (vernoemd naar de Jizera rivier) smaken heerlijk. De topper van de avond is wat mij aangaat de Kulajda die als voorgerecht wordt opgediend; een witte gebonden soep, bestaande uit water, licht zure room, kruiden, dille en aardappelen met bovenin een gepocheerd ei.
Dit is met afstand de lekkerste soep die ik dit jaar, nee, zeg maar gerust de afgelopen vijf jaar geproefd heb!
Samen met een halve liter witbier, een halve liter malinovka (vruchtenlimonade) en twee caffe latte zijn we net iets meer dan de helft kwijt van wat we gisteren bij de Indiër betaald hebben.

full

Radniční sklípek: de raadskelder van het stadhuis in Liberec

full

Radniční sklípek: berichtjes van honderden tevreden klanten​

Na het eten stuiten we voor het raadhuis op een plein vol toeschouwers in plastic tuinstoeltjes die naar een dans/toneelvoorstelling van Dr. Jekyll and Mr. Hide aan het kijken zijn.
Doordat er verder nauwelijks in gesproken wordt is de voorstelling ook voor ons goed te volgen en blijven we tot het einde kijken.
Als de voorstelling is afgelopen volgt een staande ovatie van het publiek. Dat was een mooi slot van een leuke dag.
We lopen terug naar de oude bakkerij, sturen daar wat foto’s van vandaag naar huis en vergroten onze woordenschat met een woord afkomstig van de vrachtwagen van het toneelgezelschap: "divadlo" = theater.

full

Een onverwacht toetje: Dr. Jekyll & Mr. Hide op het raadhuisplein​

Tegen elf uur is het bedtijd.
Morgen opnieuw een kasteel en een wandeling in het Boheemse Paradijs.

uvidíme se později / see you later !
 
Laatst bewerkt:
Van een van de Tsjechische kunstenaars schrijven we de naam op zodat we daar thuis nog eens iets van kunnen opzoeken: Adolf Lachman.

full

Adolf Lachman: Startováni Bublebota / De Lancering van Bublebota (2010)​

Op verdieping “-1” hangen een aantal surrealistsiche door Lachman gemaakte tekeningen van robotachtige wezens in een fantasiewereld. Ze zien er apart uit. Het lijken van bestaande technische uitvindingen als een helikopter of een stofzuiger afgeleide wezens die in een vrij kaal landschap iets aan het doen zijn dat intrigeert maar waarvan niet direct duidelijk is wat ze nou aan het doen zijn.
Leuk dit, wat een toeval! :D
Had er niet eerder op gelet, maar toen ik dit schilderij van Lachman zag, moest ik gelijk denken aan de graphics van een nogal eigenaardig, puzzelachtig spel dat ik op mijn tablet heb staan: Machinarium. En ja hoor, blijkt het een Tsjechisch spel te zijn, gemaakt door http://amanita-design.net, waarvan Lachman het grafische gedeelte voor zijn rekening heeft genomen.

machinarium-wallpaper-cover-1920x1200.jpg


Dank trouwens voor je geweldige reisverslag, Leo, heel leuk om te lezen allemaal! :lezen:
 
Dag 8: Woensdag 24 augustus, Zámek Mnichovo Hradiště en Drábské světničky

Opstaan, opfrissen, lekker ontbijten met Óčko TV en onze spullen voor de dag bijeenzoeken. We zijn nu bijna een week in Tsjechië maar het blijft iedere ochtend een genot om wakker te worden in dit land. Vandaag rijden we weg met een beetje leedvermaak. Een overmoedige automobilist heeft zijn Renaultje vastgereden op één van de vele putdekseltjes die boven de nog steeds in aanleg zijnde weg achter ons pension zo’n 20 cm boven de ruwe stenen uitsteken. Ondanks dat ze oranje gemarkeerd zijn heeft ie er kennelijk een over het hoofd gezien en zich vlak achter een van de voorwielen pardoes er bovenop klem gereden.
De bestuurder is spoorloos. Waarschijnlijk op zoek naar een takelwagen, hijskraan of een flinke krik om hem van het uitstekende putje, dat hij zelf niet zo uitstekend heeft ingeschat vandaan te krijgen.

Vanochtend gaan we naar het kasteel van Mnichovo Hradiště. Vanmiddag een paar kilometer verderop een stukje wandelen en daarbij willen we onder andere de overblijfselen van de rotsburcht Drábské světničky bezoeken. We kwamen hier maandag al langs op weg van Kutná Hora naar Liberec maar ‘s maandags zijn veel musea, kastelen en attracties hier gesloten, zo ook Zámek Mnichovo Hradiště. Vandaar dat we dat voor vandaag bewaard hebben.
We hebben gisteren in Hrad Valdštejn trouwens al een klein voorproefje gehad op Mnichovo Hradiště. Daar stond een maquette van het kasteel en die zag er veelbelovend uit. Als het van binnen net zo mooi is als van buiten gaat dat zeker bevallen.

full

Model van Zámek Mnichovo Hradiště zoals we dat gisteren in Hrad Valdštejn zagen​

Het weer is prima, zoals eigenlijk al de hele week het geval is. Met zo’n 25 graden is het niet te warm, lekker zonnetje en af en toe een briesje. In Nederland heeft men voorspeld dat er vandaag en morgen een paar weerrecords voor eind augustus aan diggelen gaan met 30 tot 33 graden Celsius.
Voordat we Liberec uitrijden gaan we nog even naar de supermarkt. Ten behoeve van de wandeling slaan we wat toiletpapier, fruitsap en wat biscuits in. En als we dan toch bezig zijn: twee Kozel zwartbier om na de vakantie thuis nog een beetje Tsjechië na te proeven.

Na een half uur over de E442 en de R35 zijn we al in Mnichovo Hradiště.
Het dorpje ziet er een beetje verlaten uit doordat veel luiken dicht zijn. Hier en daar loopt iemand over straat en dan heb je het ver gehad. Als we de betaalde parking achter het kasteel opdraaien staan daar zegge en schrijve 4 auto’s. De rest van de relatief nieuw uitziende parkeerplaats waar met gemak plaats is voor 100 is leeg. Geen van de 4 auto’s heeft een parkeerkaartje achter de voorruit, terwijl het toch duidelijk staat aangegeven.
Anyway, wij besluiten wijselijk wèl een kaartje te kopen.

Op weg naar het kasteel dat we in het voorbijrijden al zagen liggen komen we langs een kerk. Voor de kerk is een mevrouw op een grasmaaier baantjes aan het trekken. Het valt ons op dat er in nogal wat publieke of in openbaar zichtbare functies verhoudingsgewijs een groot aantal vrouwen werkt. Onbewust was ons dat ook al in Kutná Hora opgevallen, waar op straat er geen enkel duo surveillerende agenten uit uitsluitend mannen bestond. Daar waar in Nederland (nog) veel gepraat wordt over de gelijkheid van man en vrouw, lijkt men in Tsjechië minder te praten en gewoon meer te doen. Of dat ook de werkelijke situatie is weten we natuurlijk niet, maar het lijkt in ieder geval wel zo.

full

Mnichovo Hradiště: grasmaaier aan het werk

full

Zámek Mnichovo Hradiště​

In het kasteel een vrouw achter de kassa die geen woord Engels of Duits spreekt, er dan een andere vrouw bijhaalt die gelukkig wel voortreffelijk Duits spreekt.
Om 12 uur is er een rondleiding in het Tsjechisch en daar kunnen we, met een wederom perfect vertaald Nederlands vel, mee. Omdat we nog ruim drie kwartier tijd hebben voordat het twaalf uur is en ook nog het graf van Wallenstein willen zien, kopen we daar ook nog een kaartje voor en gaan we daar eerst kijken. Het blijkt, dat vermoeden hadden we al, in de kerk te zijn waar we net voorbij liepen.

De kerk blijkt geen kerk, maar een kapel te zijn, de St. Anna-kapel, die hoort bij het aan het kasteel aangesloten kapucijnerklooster. In de kapel bevindt zich het graf van de in 1634 vermoordde Albrecht von Wallenstein. Oorspronkelijk was deze hertog en veldheer in het klooster van Valdice, 3 km ten Noorden van Jičin begraven, maar toen het klooster daar in 1782 werd opgeheven liet men zijn overblijfselen naar Mnichovo Hradiste overbrengen. Het kasteel en het klooster daar was sinds 1623 al in bezit van de familie Von Wallenstein, die zich trouwens oorspronkelijk Von Waldstein schreef. Het is dezelfde familie, waarvan de naam in het Tsjechisch z Valdštejn luidt, die eeuwenlang de burcht Valdštejn bezat waar we gisteren waren. Het is overigens niet de burcht die naar het adellijk geslacht vernoemd is maar andersom. De burcht werd in de 13e eeuw door Duitse arbeiders gebouwd en die gaven haar de naam Waldstein omdat ze op een rots van steen (Duits: Stein) in het bos (Duits: Wald) lag.
Van Von Wallenstein is bekend dat hij op 15-jarige leeftijd slechts minimaal Duits sprak. Aan het eind van zijn 50-jarige leven sprak en schreef hij vrijwel uitsluitend in het Duits.
Nazaat Vincent von Wallenstein liet zijn beroemde voorvader na de verplaatsing van Valdice naar Mnichovo Hradiste op spectaculaire wijze en in het bijzijn van de Tsjechische adel in maart 1785, bijna 150 jaar na zijn dood, nogmaals begraven.
Op Wallensteins graf staat de spreuk: “Quid lucidius sole? Et hic deficiet”, vrij vertaald “Wat schijnt er feller dan de zon? En toch wijkt ook zij voor de duisternis.”

full

St. Anna-kapel: Het graf van Waldstein, Wallenstein, Valdštejn, de, von, Albrecht, Albert, Albertus *
(*: doorstrepen wat niet van toepassing is)

full

Hoe Wallenstein aan zijn einde kwam...​

full

deel van het lapidarium in de St. Anna-kapel​

Behalve het graf van Albrecht Von Wallenstein, waarop zijn naam enigszins verfranst wordt weergegeven als Albertus de Waldstein, is er nog een kleine tentoonstelling te zien over het geslacht Wallenstein waarbij o.a. een flinke familiestamboom en (reproducties van) gravures waarop te zien is hoe hij, de hertog van Frydlant, in 1634 bij Cheb door zijn vijanden om het leven werd gebracht.
Ook is er een lapidarium te zien waarin barokke sculpturen o.a. van de kunstenaars Braun, Brokoff. Platzer en Jelínek.

Na een half uurtje hier rondgekeken te hebben lopen we door de grote tuin terug naar het kasteel waar we, samen met een vrouw met twee zonen, gegidst door een vriendelijke jongedame de rondleiding volgen.

full

Panoramafoto vanuit de kasteeltuin

full

Het kasteel nog eens vanuit een andere hoek​

Het kasteel van Mnichovo Hradiště werd tussen 1602 en 1606 door Václav Budovec z Budova gebouwd in renaissancestijl, niet lang nadat de Dertigjarige Oorlog begonnen was. Op 8 november 1620 vond bij Praag de slag op de Witte Berg plaats. Deze slag was de beslissende in de Dertigjarige Oorlog. Het leger van Bohemen, waartoe o.a. Mnichovo Hradiště behoorde, werd daarbij in de pan gehakt. Budovec werd gevangen genomen en in 1621 geëxecuteerd. Zijn bezittingen waaronder het kasteel kwamen in 1623 toe aan de familie Wallenstein. Deze begonnen vrij kort daarna het kasteel in barokke stijl te her- en verbouwen. De Wallensteins zouden meer dan 300 jaar eigenaar blijven van kasteel en omgeving totdat hun bezittingen in 1945/46 als gevolg van de Beneš-decreten, overgingen in staatsbezit, waarna het kasteel vrij snel toegankelijk werd voor het publiek.

De kamers en zalen waar we binnen doorheen komen tijdens de rondleiding, waarbij we helaas geen foto’s mogen maken, zijn overwegend ingericht met passende rococo meubels. In diverse ruimtes staat, zoals in wel meer kastelen, een flinke verwarming met geglazuurde tegels in verschillende kleuren en met steeds andere reliëf motieven. Verder een opvallend grote verzameling keramiek en porselein uit zowel Azië als Europa, waaronder een bijzondere verzameling Delfts Blauw. In de bibliotheek, naast een indrukwekkende serie boeken, ook een paar globes van de bekende Nederlandse cartografenfamilie Blaeu.
In de hal is het van voor tot achter Wallenstein wat de klok slaat. Waarschijnlijk hangt hier de grootste verzameling familieportretten van heel de regio bij elkaar. Sommige gezichten hebben duidelijk herkenbaar dezelfde trekken, Lopen ze wat verder uit elkaar qua leeftijd, dan wordt het een stuk lastiger overeenkomsten te herkennen. We lopen langs de stijlvol ingerichte slaapkamers, bewonderen het porselein, zien de speelkamer, de oosterse kamer enz. enz. Iets dat je in veel ander kastelen ook ziet, maar wat het hier mooi maakt is dat de ruimtes rijkelijk zijn ingericht met meubels in originele stijl. Daarnaast; een aantal kamers zijn voorzien van wandvullende schilderingen waarop adellijken voor een weids landschap zijn afgebeeld. Ook dat zie je niet vaak en zeker niet zo mooi als ze het hier gedaan hebben.

Na een klein uur zit onze rondleiding er al weer op. Direct aansluitend kunnen we door naar Tour 2 waarbij kort het kasteeltheater bezocht wordt. Ook dat schijnt de moeite waard te zijn, maar het is al bijna 13.00 uur en daarom besluiten het theater te laten voor wat het is en eens richting Drábské světničky te rijden.
Op weg naar de auto komen we langs een langgerekte bouwplaats: de kasteelmuren worden aan de westkant gerestaureerd. Een flink deel is al opgeknapt, maar er ligt nog behoorlijk wat bouwmateriaal klaar om het resterende stuk te doen. De vrouwen werken hier vooral achter de kassa’s, bij infocentra en VVV, op de grasmaaier en bij de politie, het gesjouw met de stenen en de metselkuip wordt door de mannen gedaan ;)
Als we op de parkeerplaats komen blijkt dat er een aantal parkeerders bij zijn gekomen ten opzichte van vanochtend. En, ze hebben toch maar gedaan wat wij ook deden: een parkeerkaartje kopen!

full

Aan de kasteelmuur wordt nog druk geklust​

Het uitzichtpunt Drábské světničky, op zo’n kwartiertje rijden, is eigenlijk het restant van een 15e eeuwse rotsburcht. De burcht bestond uit verschillende ruimtes die deels in de rotsen uitgehouwen waren, deels een natuurlijke bescherming vormden en die door houten bruggetjes en trappen en galerijen met elkaar verbonden waren. De kortste route naar de rotsburcht is via de parkeerplaats aan de voet van de helling via een wandelpad omhoog. Dat zou te doen moeten zijn in een twintigtal minuten flink zwoegen en zweten langs een steil pad omhoog; de parking ligt op 280 meter boven zeeniveau, het uitzichtpunt op ruim 360 meter. Dat zijn 80 meter verschil. Is op zich goed te doen, maar…
Met het idee dat als we bij het kasteel in Mnichovo Hradiště naar buiten zouden komen een bakje koffie of glaasje fris er best wel in zou gaan, hadden we tijdens de voorbereiding al eens in de omgeving gezocht naar een terrasje.
Op mapy.cz vonden we die inderdaad. Op iets meer dan 1 km oostelijk van de rotsburcht, op een soort plateau. Van daaruit vonden we een wandelroute van 4 km die startte op de parking bij het terras en behalve langs Drábské světničky nog meer leuke plekken onderweg deed vermoeden. Met als extra voordeel dat er niet zo’n steile en flinke hoogteverschillen overbrugd moesten worden.

Dit alternatief verkozen we boven de kortere variant.
Als we om 13.20 uur de parkeerplaats bij Na Krásné Vyhlídce opdraaien hebben we geluk.
Er is nog één terrastafeltje in de schaduw onbezet en van daaruit hebben we vrij uitzicht op het Jizeradal.
We krijgen van de Duitssprekende bazin een klein menukaartje met de vraag wat we graag willen eten.
Euh…
Eten?
We wilden eigenlijk wat drinken.
Maar als we de menukaart eens bekijken en de bazin met een vriendelijke glimlach opnoemt wat ze in de aanbieding heeft vallen we voor de Vepřový guláš, houskový knedlík, in gewoon Nederlands: Varkensgoulash met brood om te soppen.
Met cola, want zijn ten slotte gekomen voor een verfrissend drankje.

full

Na Krásné Vyhlídce: nog net in de schaduw op het terras met prachtig uitzicht​

Als we eens om ons heen kijken, blijkt bijna iedereen aan het eten te zijn. , Aan de kleding te oordelen zijn het zonder uitzonering ook allemaal mensen die hier gekomen zijn om te wandelen. En hoe afgelegen deze plek ook liggen mag, ook hier is tot onze verrassing draadloos Free Wifi.
Daar kunnen ze in Nederland nog wat van leren. Niet alleen grootmoeders keuken is gastvrij, ook grootmoeders internet heet de wandelaars van harte welkom.

Goulash, cola, rust en uitzicht bevallen prima.
We kiezen voor een verlengd verblijf. Mijn vrouw gaat over tot een tweede cola, ik wil meer van grootmoeder proeven en bestel een Domácí štrůdl se šlehačkou; een huisgemaakt warm appelgebak in een deegrol met slagroom. In Duitsland wordt dit van oorsprong Oostenrijks gerecht vaak geserveerd met ijs erbij, bij grootmoeder is het ijs weggelaten en vervangen door een extra glimlach.
Het smaakt zo goed dat ik mijn vrouw voorstel na de wandeling nogmaals het terras te bezoeken.

full

Domácí štrůdl se šlehačkou
Even na half drie beginnen we aan de wandeling van 4 kilometer.
Het zal nog tot na half vijf duren eer we de ronde langs Drábské světničky erop hebben zitten en voor de tweede keer op grootmoeders wifi-terras plaatsnemen.
Zoveel is hier dus op weg naar en van een uitkijkpunt te zien.
Vrij kort na de start splitst de gekozen route zich af van de door de meeste anderen gekozen kortste weg. Daarbij passeren we een paar extra uitzichtpunten van waar we mooi uitzicht op het dal van de Jizera hebben. Vlak voor Studený Průchod komen we weer terug op de hoofdroute. Studený Průchod is een prachtige naam voor wat het is: letterlijk vertaald betekent het “koude passage”. En dat “koud” en “passage” dekt de lading allebei.
We lopen door een ongeveer 100 meter lange hoge smalle kloof met links en rechts recht omhoog lopende rotswaden die steeds dichter bij elkaar komen. Hoe dieper je tussen de rotsen in komt, hoe kouder het is. Ook in de zomer schijnt het hier zelden warmer te worden dan 10º C. Een groot contrast met de 26º C die het nu in het bos is.

full

Studený Průchod, een koude kloof in een warm bos​

Ongeveer 5 minuten na de smalle kloof komen we bij een vlakke rotswand die onnatuurlijk recht omhoog loopt. Er beginnen ook steeds meer wandelaars te komen, af en toe kun j tussen de bomen door al iets van een uitzicht zien en inderdaad, als we de bocht om slaan is daar plots een houten bruggetje dat een keet inloopt die tegen een rots aangebouwd is. Via de keet kun je met in steen uitgehouwen trappen en metalen laddertjes naar boven.
We zien boven mensen staan op een doodlopend stuk waar het uitzicht het beste lijkt te zijn, maar het is even zoeken welke van de vele keuzes daarheen leiden. Na wat kijken en draaien vinden we de juiste trap en even later staan we bij een prachtig weids uitzicht. Dankzij het feit dat je je hier aan de rand van een rotsplateau bevindt is in westelijke richtingen het uitzicht volledig vrij. Daarenboven ligt ook het dichtstbijzijnde gebied aan de voet van de rotsen al meer dan 80 meter dieper waardoor het hoogteverschil zowat direct aan je voeten begint.
Dat de rotsen niet helemaal op natuurlijke wijze gevormd zijn tot wat het nu is, is niet alleen te zien aan de uitgehouwen trappen, maar ook aan de sporen van het gebruikte gereedschap op de rotswanden.

full

Drábské světničky, rotsburcht met een klein doolhof aan rotstrapjes​

full

Drábské světničky: prachtig uitzicht​

Drábské světničky en de rotsburcht is in feite qua oppervlakte beperkt tot rotsen en rotspunten op een gebied van ongeveer 30 bij 30 meter, maar we hebben er ruim een half uur rondgeneusd en van het uitzicht genoten.
Toen was het tijd om verder te lopen op ons rondje langs de rand van het plateau.
Na een minuut of tien komen we bij een ruïne waarvan de buitenmuur iets wegheeft van de toegangspoort tot een grote boerderij. Volgens onze topo-kaart heet het hier “Píčův Statek”, dus dat boerderij klopt. Verder staat er geen bordje bij, maar gezien de dikte van de muren, de grootte van de ruïne en de plek waar het ligt, hebben we hier niet te maken met zo maar een boerderij. Wellicht valt er bij thuiskomst iets op internet over te vinden, maar nu gaan bij gebrek aan infobord zelf op onderzoek uit.

full

Píčův Statek: toegangspoort​

De toegangspoort, we veronderstellen gezien de boogvorm althans dat het dat is, is bevestigd aan het hoogste nog staande gedeelte van het gebouw. Misschien een woonruimte of een grote overdekte stal. Waarschijnlijk het eerste want er lijkt een raam en een deur in te zitten. Als we verder het complex inkomen worden de muren steeds lager, maar wordt ook duidelijk dat veel muren behoorlijk dik zijn. De meeste lagere muurresten lijken te bestaan uit gestapelde dikke stenen, twee rijen dik zonder dat ze aan elkaar bevestigd zijn met een cementsoort of enige vorm van leem. De stenen zelf hebben iets weg van een harde en grijzere vorm van mergelsteen, waarschijnlijk dezelfde bewerkbare zandsteensoort zoals we die ook net bij Drábské světničky gezien hebben. Hier en daar ligt een verdwaalde steen op de grond die waarschijnlijk ooit elders in een van de muren gezeten heeft. Op een enkele plaats is zichtbaar dat een hele muur omgevallen is en liggen de stenen op een hoop bij elkaar. De muurresten die nog overeind staan houden allemaal op op ongeveer dezelfde hoogte boven de grond. Te laag om echt vee in te stallen als koeien of paarden, misschien voor kleinere dieren zoals geiten of schapen?

Op een gegeven moment stuiten we op een gat in de grond waar een stenen trap naar binnen loopt. Dat moet uiteraard onderzocht worden. Ik doe mijn rugzak af, haal de zaklamp eruit en ga voorzichtig de trap af. Hier en daar is het vochtig en zitten wat mosvlekken. Als je niet uitkijkt echt iets om je nek te breken. Uiteindelijk na een dikke tien treden gaat het niet meer verder omlaag en moet ik me bukken om verder door te kunnen lopen. In de wand voor me is een kleine boogvormige nis uitgehouwen. Rechts de bocht om ligt een soort kelder waar in een hoekje nog wat daglicht via een soort ontluchtingsgat naar binnenkomt. Het gaat nog een paar meter verder in een tweede ruimte, alsof deze kelder in een trap, een tussenruimte, een voorkelder en een achterkelder verdeeld zijn geweest. Op het lichtgat na is het in de kelder pikkedonker. Daardoor valt in de schijn van de zaklamp direct op hoe ook hier –net zoals in de rotsburcht- de wand sporen vertoont van het gereedschap waarmee de kelderruimte uit de stenen ondergrond is uitgehouwen.
Wat ook opvalt zijn de witte druppelvormige cocons die aan een dun draadje aan het plafond hangen. Onder zowat iedere cocon bungelt een flinke spin.

full

Op onderzoek in de kelder van Píčův Statek​

Als we uitgekeken zijn rondom de ruïne vervolgen we onze wandeling. De eerste 200 meter komt die nog overeen met de uitgezette gele en rode routes zoals we die ook op mapy.cz hadden gezien. Op een gegeven moment draait de wandelroute naar rechts, terwijl de op onze GPS uitgezette route via een smal slecht zichtbaar paadje langzaam bergop loopt. Precies daar waar beide wegen zich splitsen staat een raar tentvormig object waar we niet van snappen wat het zou moeten zijn. Het lijkt een beetje op een zoutbak met deksel die je wel eens langs de weg ziet opdat men in de winter bij ijsvorming snel zout op gevaarlijke stukken kan strooien. Maar dit bos is niet echt een plek waar je zout wil strooien en de tentvorm van het deksel kunnen we ook niet rijmen met zo’n functie. We zetten het object op de foto en lopen verder bergop. Niet overal is duidelijk waar het pad loopt totdat we plots op een wat breder karrenspoor komen. Wellicht de voormalige toegangsweg tot de boerderij. Langs dat karrenspoor een groot aantal pruimenbomen die flink vol rijpe pruimen zitten. Een deel is er al vanaf gevallen en ook de grond ligt bezaaid met pruimen.
Een stuk verderop komen we langs een hele serie genummerde bomenrijen met laagstamfruit, voornamelijk appels. Wat opvalt is dat ook hier de rijpe appels er niet afgehaald worden ondanks dat dit duidelijk aangelegde aanplant is. Wie zijn fruitmandje compleet wil maken kan zich tot slot uitleven aan de rand van het bos waar ook de braamstruiken vol rijpe bramen hangen.

full

Jantje zag eens puimen hangen, als eieren zo groot...​

Ons verbazend over zoveel onbenut fruit komen we 250 meter voor het terras van Na Krásné Vyhlídce weer terug op de hoofdwandelroute. Bijna twee en een half uur nadat we vertrokken zijn voor een rondje van 4 kilometer zijn we weer terug op de parkeerplaats. Thuis zouden we daar nog geen uur over doen. Zo veel is hier dus te zien.

Na de vakantie gaan we thuis eens googelen op zoek naar wat meer informatie over de boerderij-ruïne. Píčův Statek is vernoemd naar zijn laatste bezitter, de familie Píč. Van de boerderij is niet bekend wanneer en door wie ze gebouwd is. Zeker is dat de boerderij al bestond in 1554 en toen bekend was als “samota Hrada”, wat vrij vertaald kan worden als de eenzame op Hrada. Hrada was toentertijd de naam van het plateau waarop de boerderij lag. Wellicht is die naam op zijn beurt weer afkomstig van de al bestaande 15e eeuwse burcht (Hrad) bij Drábské světničky. In 1682 schijnt ene Pavel Komárek eigenaar te zijn geweest, maar als begin 18e eeuw Pavel Komárek sterft en broer Jiří Komárek niet van de oorlog terugkeert, gaat de boerderij in 1716 over in handen van Jan Píč. Het is deze familie Píč waaraan de boerderij zijn naam te danken heeft en die bijna 250 jaar lang bewoner en eigenaar blijft van de bijna 14 hectare tellende boerderij met landerijen. De boerderij schijnt vooral bekend te hebben gestaan om zijn graanteelt en om zijn paarden. De Píčs bleven de boerderij runnen totdat de laatste onder hen, Václav, in 1941 op 66-jarige leeftijd sterft. Zijn weduwe en zijn zoon blijven weliswaar op de boerderij wonen, maar worden begin jaren vijftig er van beschuldigd het personeel uit te buiten.
De weduwe leeft nog drie jaar bij familie, zoon Vladimír verdwijnt in de gevangenis en de boerderij komt leeg te staan. De landerijen gaan over in staatsbezit, de boerderij wordt geplunderd en raakt langzaam in verval. In de jaren 90 van de vorige eeuw brandt dan nog het laatste complete huisje bij de boerderij af, waarmee geen enkele ruimte meer bewoonbaar is.

Ook het rare tentvormige object dat we onderweg gezien hebben blijkt aan de boerderij gelieerd te zijn. Het is een naderhand geplaatste afscherming boven een restant van de put waaruit de bewoners van de boerderij hun water haalden.
Tegen half zes laten we het terras van Na Krásné Vyhlídce achter ons en zetten we koers richting het nabijgelegen Turnov. Op zoek naar een gezellig plekje om te eten valt Turnov ons een beetje tegen. In het centrum valt behalve een mooie Mariazuil en een paar mooie gebouwen vrij weinig te beleven en hangt er een beetje een saaie uitgestorven sfeer. We vinden niks gezelligs om te eten en rijden daarom verder naar Liberec.

Het avondeten wordt uiteindelijk een vergelijkend warenonderzoek Dönerschotel-Tsjechië versus Dönerschotel-Nederland. Het eenvoudige terrasje waar we dit onderzoek uitvoeren is dat van “The Best One Kebap House” in winkelstraat Moskevská te Liberec.
Na vijf minuten is de stand 4-0 voor Tsjechië; snelle service, vriendelijke serveerster, verse ingrediënten en een prima smaak. Na 30 minuten scoort Tsjechië 4-0 en kan Nederland inpakken als de rekening verschijnt. Twee döner schotels en drie colaatjes brengen de teller op 296 kronen, omgerekend 11 euro.

Na het eten lopen we nog een rondje door Liberec. Eerst lopen we naar het raadhuis en bekijken daar het Památník Obetem 21. Srpna 1968. Dit monument, bestaande uit een stuk tanktrack met daarop negen namen en omringd door verse bloemen is opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Praagse Lente in 1968. Na Praag was Liberec de stad met de meeste slachtoffers. We lopen naast het stadhuis langs een alien-achtige hoofd en komen aan de achterkant van het stadhuis bij een bijzonder kunstzinnig vormgegeven bushalte (“het reuzenfeest”), passeren een helikopterplatform bij het ziekenhuis en zetten het op een rennen als er toevallig een helikopter blijkt te landen. Helaas, we zijn net te laat om die landing te zien en zien alleen nog de knipperende lampjes op het platform tussen de huizen door nadat de heli geland is.

full

Liberec: Alien naast het stadhuis, het monument voor de Praagse lente is nèt aan de linker-rand van de foto

full

Liberec stadhuis: Památník Obetem 21. Srpna 1968

full

Bushalte "het reuzenfeest" door David Černý (ook de kunstenaar van de baby's op de tv-toren van Praag)

Uiteindelijk zijn we na het rondje Liberec centrum tegen kwart voor negen al terug in ons pension.
Dat komt goed uit want zo heb ik nog ruim voldoende tijd om naar onze plannen voor morgen te kijken. Voor morgenmiddag hadden we gepland naar de rotsstad Prachovské Skály te gaan.
Dit gebied staat bij meerdere sites aangeschreven als mooi wandelgebied tussen de rotsen met mooie uitzichten. We hebben echter al in een rotslabyrint (Besedice) gewandeld, en daar, maar ook vandaag bij Drábské světničky van prachtige uitzichten genoten. Misschien hebben we het mis, maar we kunnen ons niet voorstellen dat Prachovské Skály daar nog veel aan toe kan voegen. Daarom wordt dit onderdeel geschrapt en gaan we op zoek naar een alternatief dat niet in het verlengde ligt van wat we al eerder deze week gedaan hebben.

Op onze kamer bij Stará Pekárna knutsel ik na een uurtje googelen een nieuw programmaatje in elkaar met als hoofddoel niet wandelen, maar de stad Jičin.
Het ochtendprogramma blijft ongewijzigd, het glasmuseum in Jablonec nad Nisou.
Tegen elf uur gaat het licht uit, de ramen open en de oogjes toe.

Welterusten!
 
Laatst bewerkt:
Dag 9: Donderdag 25 augustus, Jablonec nad Nisou en Jičin

Na het wandelen gisterenmiddag hebben we eens op een rijtje gezet wat we de afgelopen dagen gezien hebben van de natuur in het Boheemse Paradijs. Daarbij o.a. een prachtig rotslabyrint bij Besedice, een mooi uitzicht bij Hrad Valdštejn en een mooie rotsburcht met weids uitzicht bij Drábské světničky. Op diverse sites staan de Prachovské Skály omschreven als natuurgebied met een bijzondere rotsstad waar het goed wandelen is.
Voor ons gevoel kan dit gebied echter nauwelijks nog iets toevoegen aan wat we eerder al gezien hebben. Zouden we nu al vaker in de regio zijn geweest, zou Prachovské Skály beslist bezocht gaan worden, maar we willen nu eigenlijk wat anders dan nog meer van hetzelfde.

Daarom gisteren op onze kamer onder het genot van een Pilsner Urquell uit de minibar eens aan het googelen geslagen naar alternatieven. Na een dik uur staan er een tiental zaken in de regio Jičin op papier. Veel teveel om allemaal op één dag te doen, dus we kijken wat ons het leukste lijkt en maken een gehalveerde shortlist voor de middag. Ook met maar 5 dingen op het programma gaan we ons waarschijnlijk geen minuut vervelen ;)

In de ontbijtruimte van het pension is het feest voor de kids van de nieuwe gasten: palačinka met chocopasta. Pa en ma kijken er bedenkelijk bij maar als vanuit de keuken de aanvoer gestaag doorgaat kunnen ook zij er niet meer aan ontkomen. Eenmaal geserveerd is het zonde om ze te laten afkoelen. Of erger: om ze te laten liggen.
Dus pikken pa en ma ook een paar hapjes mee.
Wij laten het bij dezelfde procedure als gisteren: spek met ei, yoghurt, broodjes kaas, thee en koffie. Onderwijl een aantal videoclips bekijkend, waarbij het begint op te vallen dat er een aantal populaire nummers bij zitten die hier haast iedere ochtend gedraaid worden.

Het is tegen tienen als we in de auto stappen voor een kort ritje richting Jablonec nad Nisou. Met net geen 10 km op de teller rijden we twintig minuten later de parkeerplaats in het centrum van deze 45000 inwoners tellende buurgemeente van Liberec op.
We willen vanochtend graag naar het Muzeum skla a bižuterie, oftewel het glas en sierraden museum.
De grootste hindernis voor aanvang van dit bezoek blijkt gevormd te worden door de plaatselijke parkeermeter.
Met een beperkte kennis van de Tsjechische taal duurt het even eer ik erachter ben wat hier de bedoeling is. Wetende dat “hod” iets met uur te maken heeft lukt het uiteindelijk wel de tarieven te ontcijferen. Wat ik ontcijfer wordt bevestigd door een paar beknopte aanvullingen in het Duits op een sticker. Edoch, in het Tsjechisch staat duidelijk meer tekst als op de Duitse sticker.

Het eerste half uur is gratis. Een aanvullend uur kost 20 kronen, maar met anderhalf uur denken we het niet te gaan redden. Het volgende uur kost dan nog eens 30 kronen.
We gokken het met twee-en-een-half uur te halen en dat betekent dat de parkeermeter graag een muntstuk van 50 kronen wil eten. We hebben er nog één van 20 en één van 50, dus dat komt goed uit. Die van 50 gaat erin. As ik de tekst nog even aan het bekijken ben en het rekenwerk erop zit staat plots een vriendelijke mevrouw naast me, die geen woord Engels of Duits spreekt maar me toch met handen en voeten wil duidelijk maken wat ik in de parkeermeter moet gooien. Dat ik mijn 50 kronen er net ingooide kreeg ze niet mee en dat ik nu, omdat de parkeermeter het kaartje niet wil uitspuwen aan het proberen ben mijn 50 kronen terug te krijgen heeft ze ook niet door. Mijn vloeiend Duits en dito Engels is dan weer niet voldoende om haar duidelijk te maken dat ik best snap hoe het ding werkt, maar dat het even niet meezit.
Ze grist de 20 kroon die ik nog vastheb uit mijn hand en duwt die met een glimlach in de automaat, duwt een paar keer aan de knop en ziedaar: twee kaartjes, beide ter waarde van 20 kronen, maar wel met twee verschillende start en eindtijden. Een van de twee kaartjes houdt ze zelf, de ander geeft ze triomfantelijk aan mij en ze draait zich om, zich van geen kwaad bewust, om haar met mijn 20 kronen verkregen kaartje in haar auto te leggen.
Uhm, dat was nou niet de bedoeling.
Ik kijk beteuterd naar mijn 20 kronen kaartje, want met anderhalf uur kom ik er niet.
70 Kronen kwijt, niet het juiste kaartje en geen 50 kronen meer om nog eens voor een nieuw kaartje te gaan.
Als ik nog eens naar de parkeermeter kijk en op de terug-geef-knop duw rolt plots de 50 kronen munt er weer uit. Ah, dat ziet beter uit.
Ik stop de 50 kroon er weer in, druk op de ticket-knop en wordt nogmaals verrast. Dit keer krijg ik weer twee kaartjes. Eentje van 20 kronen voor anderhalf uur en eentje van 50 kronen voor twee-en-een-half uur. Als kers op de taart rolt even later mijn 20 kronen muntstuk ook weer in het opvangbakje terug.
Samengevat: mevrouw parkeert gratis, ik heb drie kaartjes waarvan 1 juiste en de 20 kroon die ik dacht kwijt te zijn heb ik ook weer terug. Tsjechisch is niet alleen voor mij een onbegrijpelijk moeilijke taal, ook de parkeermeter weet zich kennelijk geen raad met zijn eigen toelichting.

Het 50 kronen kaartje wordt achter de voorruit gelegd en we lopen richting museum. Het is even zoeken want we zien nergens een bordje, maar uiteindelijk wapperen er in een zijstraat een stel vlaggen met daarop de naam van het glas-museum zodat we zonder omweg op de juiste plek belanden. Een mooi gebouw met een passende Jugendstil gevel.

Aan de kassa is naast het entreekaartje voor het luttele bedrag van 20 Czk een audioguide te huur die bij de in de collectie getoonde stukken meer achtergrondinformatie verschaft. Je zou het bijna normaal gaan vinden, maar ook hier is die toelichting weer in verschillende talen beschikbaar. Naast het gebruikelijke Tsjechisch zijn dat Duits, Engels, Pools en Russisch.
We gaan vandaag voor de verandering eens voor Duits.

full

Een regenboog aan kleuren in het trappenhuis​

Direct achter de kassa is een trappenhuis waar we onmiddellijk kennis maken met glas in zowat iedere kleur van de regenboog. Naast elkaar hangen drie rijen glazen staven waarvan er geen twee zijn met dezelfde kleur. Helderheid en kleur van het glas zijn een feest voor het oog en dat is eigenlijk het hele museum van voor tot achter. Op vijf verdiepingen wordt een beeld geschetst van zowel de technische achtergrond van de glasindustrie alsook van de geschiedenis daarvan. Met als middelpunt een enorme collectie aan beelden en beeldjes, vazen, knopen, ringen, medailles, gebruiksvoorwerpen, kunstvoorwerpen, glazen, borden enz. enz.
Aan het begin worden we zo overspoeld met kleuren dat we haast vergeten dat we een audioguide op hebben die er nog iets bij vertelt, zo mooi is het wat hier te zien valt.
Bovenaan de trap staart Othello strak voor zich uit. Een Moors hoofd uit 1870 van de hand van een Italiaanse kunstenaar (Pietro Calvi), gemaakt van marmer en brons. Het beeld staat eigenlijk los van de collectie, want geen glas of sierraad, maar aangezien bezoekers het al jaren als zeer mooi ervaren heeft men besloten de buste, waarvan het museum zelf niet bekend is hoe het ooit in de collectie gekomen is, te laten staan.
Niet alleen de kleuren zijn overweldigend, ook de hoeveelheid stukken die er te zien zijn. Tientallen sample-kaarten waarop verschillende broches, spangen en ringen in allerlei kleuren en vormen met bestelnummers. Voorwerpen van glas, (edel)metaal en kralen die in een van de vele vitrines zijn tentoongesteld, kasten met lades die je open kunt trekken waarin nog veel meer moois. Schilderijen, tekeningen en foto’s aan de muur. Gordijnen van glas, een grote vaas van de wereldtentoonstelling in Chicago, broches die eigenlijk allemaal een klein miniatuur kunstwerkje op zich vormen en ga zo maar door.

full

Othello (1870)

full

Schitterend bloemstuk van kraaltjes

full

Samplecards met doodskruisjes, haar- en hoedspelden, kettinkjes en knopen

full

19e eeuws glaswerk

full

Wat men al niet van glas maken kan!​

We kijken onze ogen uit, vijf verdiepingen lang.
Een van de deeltentoonstellingen is getiteld “Tovertuin, Boheems glas uit zeven eeuwen”.
De omschrijving is passend. We staan versteld wat er allemaal van glas gemaakt kan worden,; eigenlijk mag het hele museum een tovertuin genoemd worden.
De parkeertijd van twee-en-een-half uur wordt tot de laatste minuut vol benut. We gingen om even na half elf naar binnen, het is kwart voor één als we weer buiten komen…

Ondanks dat we trek in koffie hebben en er in Jablonec beslist een terrasje te vinden is, rijden we toch eerst in een kleine drie kwartier naar Valdice, een dorpje dat ongeveer 3 km ten Noordoosten van Jičin.
Daar ligt Valdštejnská lodžie (Wallensteins loggia), een prestigieuze villa voor Wallenstein (daar istieweer!) die in Jičin zijn paleis had en in 1627 in een geometrisch geconstrueerd landschapspark een zomerresidentie liet bouwen. De loggia is gesitueerd op een centrale plek waar de hoofdas van het paleis naar het kloostercomplex van Valdice de dwarslijn van de berg Zebín naar het park kruist. De plattegrond uit Wallensteins plannen laat mooi zien hoe de berg Zebín, het paleis, het klooster en het Libosad park een zwaard vormen met de loggia in het centrum.
Het landschapspark werd slechts gedeeltelijk gerealiseerd. De werken werden gestaakt in 1632. De hoofdas, waaronder een ruim drie kilometer lange laan van het paleis naar de zomerresidentie werd gerealiseerd, een deel van het bij de residentie geplande park werd ook aangelegd, maar verder is het vooral bij (prachtig doordachte) plannen gebleven.

full

Valdštejnská Lodžie / Wallensteins Loggia

full

Schaduwrijk terras op het binnenhof

full

daar waren we echt aan toe
In het boerderij-achtige gebouw dat het binnenhof omringd is een kavárna (café) gevestigd. Dat is precies waar we aan toe zijn. Men blijkt erbij ook nog een prima ogende notencake te serveren. We strijken neer op het lege terras in de schaduw en genieten van de rust, de latte en de cake. Alle drie de jongeren die het café en terras runnen spreken voortreffelijk Engels, dus bestellen is ook hier geen probleem. En alweer wifi op een plek waar je dat niet zo snel verwachten zou.
Voor wie onthaasten wil is het park een zeer geschikte omgeving, wie met zijn laptop nog wat wil surfen of zijn mail checken zit hier ook op de juiste plaats.
Na de latte en de cake gaan we de loggia in. Entree is er niet. De bezoekers wordt gevraagd een vrijwillige bijdrage achter te laten. In het gebouw spreekt Wallenstein ons vanaf een wandprojectie in beeld en geluid ons toe. Het ziet er boeiend uit, maar helaas is ons Tsjechisch nog niet zo goed ontwikkeld dat we hem kunnen volgen. Dat kunnen we gelukkig wel in de ertegenover liggende ruimte waar in schema’s en tekeningen, aangevuld met een paar actuele foto’s wordt getoond hoe het geometrische idee van de zwaardvorm en de samenhang met astronomie er toe hebben geleid dat de loggia zo geplaatst is als hij is.

De ruimte blijkt regelmatig gebruikt te worden voor kleinschalige toneel en muziekvoorstellingen. Inderdaad een ideale plaats om een intieme sfeer te scheppen en te delen.
Als we aan de andere kant het gebouw uitlopen worden we verrast door een trein die haast door de achtertuin loopt. Een raar gezicht, maar eigenlijk niet verwonderlijk als je bedenkt dat het spoor ruim 200 jaar later dan de loggia en het Libosad park is aangelegd. Je moet toch ergens heen met je trein nietwaar?

full

mobiele zondagse koffiebar​

Onder de overkapping van de boerderij staat een grappige houten jurk die voor de leuk even uitgeprobeerd wordt. De mobiele coffeeshop ernaast rijdt -helaas voor ons- alleen in het weekend op en neer over de allee tussen paleis en loggia. Voor 150 Czk enkele reis wordt je met z’n tweeën in een originele Vietnamese riksja van hier naar het centrum van Jičin vervoerd, inclusief kop koffie.

Zelf willen we per auto richting Jičin, maar als we op een infobord naast de ingang een afbeelding zien van een houten kapel-vormig gebouw aan de voet van de heuvel Zebín besluiten we eerst daar kort een kijkje te nemen. Zebín is een geïsoleerd liggende heuvel waarvan je vooral vanaf een afstand goed kunt zien dat het een uitgedoofde vulkaankegel betreft. De heuvel werd door zijn ruige terrein in vroeger tijden gebruikt als oefenterrein voor het leger, tegenwoordig is het vanwege zijn markante verschijningsvorm een beschermd natuurlandschap.
Bovenop de heuvel ligt een kleine witte kapel. Aan de voet blijkt dus volgens het infobord bij de loggia ook ergens een houten kapel te liggen. We parkeren de auto tegenover een kerk aan de voet van de heuvel. Nadat we om de kerk heen lopen zien we verscholen onder een boom inderdaad de kapel. Het blijkt geen kapel te zijn, maar een houten gebouw dat weliswaar de vorm van een kapel heeft, maar een bescherming voor de klokken die bij de naastliggende kerk horen. Bovenop de 14e eeuwse kerk geen toren te bekennen. Ja, nu we ernaast staan en het geheel eens goed bekijken valt pas op dat de kerk geen toren heeft. In de plaats daarvan dus deze bijzondere achthoekige klokkenschuur.
De kerk ernaast, die in zijn huidige vorm stamt uit de 17e eeuw is het enige overblijfsel van het voormalige dorp dat –net als de heuvel- Zebín heette.

full

Zvonice aan de voet van Zebín​

Vlak naast de ingang van de helaas gesloten zvonice (letterlijk: klokkentoren) vinden we bij toeval een geocache. Het pad langs het gebouw leidt verder omhoog richting top.
Het zal ongetwijfeld een mooi uitzicht over de regio geven daarboven, maar we hebben een andere plek op het oog om van het uitzicht te genieten: Valdická Brána in Jičin.
Deze 52 meter hoge toren aan de stadspoort richting Valdice (vandaar de naam) ligt aan de rand van het Wallenstein-plein. Aan datzelfde grote rechthoekige plein ligt trouwens ook het paleis van Wallenstein waarin enkele musea gevestigd zijn.

Nadat we de auto geparkeerd hebben lopen we langs een reuze beeld van een draak door. Een eerste teken van het feit dat Jičin ook wel de sprookjesstad genoemd wordt. Via de galerijen aan de zuidkant van het plein lopen we naar het paleis waar ook het regionale VVV kantoor gevestigd is. Veel folders en nog meer poppen en artikelen rond rover Rumcajs, hèt sprookjesfiguur van de stad. We nemen een paar folders uit het rek, neuzen nog wat rond en nemen vervolgens op een van de terrassen aan het plein een colaatje.

full

Binnenhof van het paleis met standbeeld van Wallenstein

full

Wallensteinplein vanonder de boog-galerie met aan de andere zijde de toren van de Valdická Brána​

Als we de cola op hebben (en de folders nog lang niet uit), lopen we rondom het plein langs de arcaden en winkeltjes eronder. Het lijkt erop dat de Vietnamezen die vroeger aan de landsgrens tussen Tsjechië en Duitsland vooral tuinkabouters, drank en vogelhuisjes verkochten tegenwoordig allemaal in Tsjechië zelf mini Winkel van Sinkel tenten zijn begonnen met spulletjes die je altijd al had willen hebben maar waarvan je al voor de aankoop weet dat je ze nooit zult gaan gebruiken. Veel mensen zijn er niet binnen. De enige echte klandizie is te vinden op een paar terrassen, in de snackbar en in de groentewinkel.
Via een paar kleinere straten komen we aan bij ons volgende doel: de synagoge van Jičin. Van buiten ziet het gebouw er niet echt opvallend uit, van binnen schijnt het een juweeltje te zijn. Op de deur hangt een briefje dat in een bezoek geïnteresseerden zich even verderop in de straat kunnen melden, Dat doen we en daar blijkt een vriendelijke jongedame te zitten die na ontvangst van 2 x 20 Czk met een flinke sleutel met ons meeloopt naar de synagoge.
Binnen een paradijs voor het oog. De synagoge stamt uit 1773, de huidige bouw is ontstaan na een serie reparaties na de stadsbrand van 1840 waarbij onder andere het dak geheel vernield werd. Tot 1941 werden er door de Joodse gemeenschap gebedsdiensten gehouden. Door de Duitse bezetter werd vanaf dat jaar het gebruik van de synagoge verboden en aansluitend werden vrijwel alle Joden uit de regio op transport gezet.
In de naoorlogse decennia werd de ruimte als opslagruimte en trad een periode van verval in tot de synagoge in 2001 weer in bezit kwam van een Joodse federatie die zes jaar lang gewerkt hebben aan een restauratie van het interieur.

full

het prachtige interieur van de barokke synagoge​

Dat interieur mag er zijn. Uniek is dat het helemaal in late barokstijl is ingericht.
De jongedame wacht geduldig buiten terwijl wij binnen mogen rondneuzen. Eerst beneden, dan via de trap naar boven naar de zogenaamde vrouwenafdeling, immers mannen en vrouwen mogen niet gemengd de dienst volgen. Heel apart is de sfeer die ontstaat door het samenspel van de lichtblauwe muren, het barokke interieur en de donkergekleurde ronde ramen met Davidsterpatroon erin. Vanaf een Engelstalig infoblad en via een aantal panelen op de muur lezen we meer over de geschiedenis van de kerk, maar het is vooral de schoonheid die indruk maakt.
Als we weer naar buiten komen (het is kwart voor vijf in de namiddag) vragen we de jongedame hoeveel bezoekers ze vandaag gehad heeft. Ze moet even nadenken maar komt dan met het verrassende antwoord dat als ze zich niet vergist we nummer vier en vijf van vandaag zijn. Ongelofelijk.

We lopen verder en na een paar bochten zijn we terug aan het Wallenstein plein. Daar nemen we kort een kijkje in de Kostel Svatého Jakuba Vetšího, de heilige Jacobskerk. Het begint haast gewoon te worden maar ook deze kerk heeft een mooi barok interieur. Bijna ernaast ligt de Valdická Brána, de stadspoort uit 1578 die deel uitmaakt van de stadsmuur, het meest bekend door de toren, waarin je via een trap naar de galerie op 32 meter hoogte kunt komen.
Een stop om even uit te hijgen onderweg en een paar zweetdruppels en 25 kronen lichter bereiken we de galerie. Het is een van de weinige plekken deze vakantie waar er meer dan 20 mensen tegelijk rond toeven. Het uitzicht is prachtig, zeker bij dit weer.
Het plein ligt er vanaf hierboven bij als een soort doormidden gesneden schaakbord dat diagonaal naast het paleis is neergelegd. Aan de andere kant is de heuvel Zebín met zijn kapelletje op de top een opvallende verschijning. Ook de 3 kilometer lange laan van het paleis naar de loggia valt op als een onbebouwde groene strook die kaarsrecht de stad uit loopt.

full

uitzicht vanuit de Valdická Brána toren: Wallensteinplein

full

uitzicht vanuit de Valdická Brána toren: de groene kaarsrechte lijn van Valdštejnova Lipová Alej

full

uitzicht vanuit de Valdická Brána toren: de heuvel Zebín​

Na een half uurtje in de toren zijn we uitgekeken. Het loopt tegen half zes en we willen voordat we terugrijden naar Liberec nog één ding bekijken: een militair kerkhof (vojenský hřbitov) uit 1891 in Kbelnice.
Rondom Jičin zijn er in de 19e eeuw tal van monumenten opgericht waar de bijna 1000 gevallenen van de slag van 29 juni 1866 herdacht worden. Een groot deel van de slachtoffers die op meerdere plaatsen begraven lagen zijn in 1891 bijeengebracht op twee nieuw opgerichte begraafplaatsen bij Kbelnice. Een van die twee bevindt zich langs de weg terug richting Liberec, vandaar dat hij ons op de kaart opgevallen was.
Als we aan de toegangspoort staan is er een kleine teleurstelling. De poort is met geen mogelijkheid open te krijgen. Ze zit niet op slot, maar de twee draaiende helften zitten zo tegen elkaar geklemd dat we ze zelfs met kracht niet in beweging krijgen.
Dan zien we dat twintig meter verderop nog een poort is. Ook die lijkt dicht te zitten, maar als we twee pinnen optillen en beide helften tegelijk vooruit duwen gaat hij open.
Het infobord op de begraafplaats toont een aantal foto’s van Oostenrijkse militairen en vertelt het verhaal van de slag waarbij de Oostenrijkse en Saksische troepen door de Pruisen verdreven werden, één dag nadat bij de slag van Mnichovo Hradiště hetzelfde gebeurd was.

Aan de in 1906 gebouwde kapel hangen twee bewakingscamera’s die de zaak (en waarschijnlijk ook ons) in de gaten houden. Bij thuiskomst lezen we dat twee beelden van Petrus en Paulus, die op 29 juni hun naamsdag hebben, door vandalen beschadigd werden en daarom elders gestald zijn. Het vijftigtal monumenten en graven wordt door een lichtelijk gestoorde minderheid kennelijk de moeite waard geacht om eens lekker keet te trappen.

Er heerst een aparte sfeer op de begraafplaats. De bijna 120 jaar oude grafmonumenten stralen een serene rust uit, terwijl achter de bomen en het hek het verkeer totaal onwetend voorbijraast. In de verte kijkt de heuvel Zebín vanover de gekortwiekte korenvelden toe. Wij lopen over een paar honderd vierkante meter grond waar zelden iemand komt. We houden om de paar meter halt en lezen een aantal teksten:

Hier ruht Anton Zehra, k.k. Hauptmann im 18. Infanterie-Regiment, gefallen bei Jičin am 29. Juni 1866.

Mit Gott ergebenem Sinn und ächter Soldatischer Hingebung ruhet hier, Zufolge erhaltener Wunden in der Schlacht bij Jičin am 29. Juny 1866 HEINRICH AUGUST MAX EDUARD FREIHERR von CARLOWITZ. OBERLIEUTENANT im Königl. Sachs. Infant. Batail. KRONPRINZ. Geboren am 18. Nov 1840 zu TZSCHEEREN, gest. Am 14. July 1866 zu LIBUN.

full

Kbelnice: militair kerkhof met slachtoffers uit de slag van 1866​

Van de eerste en tweede wereldoorlog kennen we foto’s en bewegende beelden waarmee je je een voorstelling kunt maken over hoe het was. Van deze oorlog, eveneens mede bepalend voor de geschiedenis van Europa, zijn er schilderijen waarmee we ons een visuele voorstelling van het gebeuren kunnen maken, maar meer ook niet. Hoe zag het leven van een soldaat er uit? Hoe zag de omgeving er hier uit op de avond van die 29e juni 1866? Stonden boerderijen in brand? Lagen er soldaten in het veld?
Terwijl wij ons een voorstelling proberen te maken van wat nooit op beeld werd vastgelegd, worden onze bewegingen dankzij de bewakingscamera’s waarschijnlijk ergens op een politiebureau in Jičin wel in beeld vastgelegd. Over twee weken zijn we vermoedelijk weer van de harde schijf gewist. De mannen die hier liggen blijven voor eeuwig getuigen van een feit dat we vergeten zijn of waar we misschien wel nooit van gehoord hebben.
Een tegenstelling die tot nadenken stemt.

full

Stoppelveld met heuvel Zebín op de achtergrond​

We lopen langs de overzijde van de doorgaande weg door het stoppelveld terug naar de plek waar we de auto hebben achter gelaten en van daaruit gaat het verder richting Liberec.
Onderweg speelt zich een paar kilometer lang nog een apart tafereel voor onze neus af. Twee scooterrijders komen aan de tas op de bagagedrager te oordelen van hun werk af. Een van de twee heeft die tas half open hangen. Heel langzaam komt er een fles frisdrank de tas uit schuiven. Bij iedere hobbel die genomen wordt schuift de fles weer een beetje verder naar buiten totdat plots de andere rijder ziet dat bij zijn maat een fles eruit dreigt te vallen.
Met een vaart van net geen 90 km/h grijpt nummer 1 naar de tas van nummer 2 en grist de fles eruit voordat die kan vallen. Nummer 2 kijkt verrast achterom. Nummer 1 gaat weer naast nummer 2 rijden en overhandigt hem zijn fles. Waarop nummer 1 zijn fles aanneemt, de rits van zijn jas een stukje open ritst, de fles half onder zijn oksels stopt en vervolgens met een hand aan het stuur en de ander aan de rits de boel weer dicht probeert te krijgen.
Als hem dat met veel gestuntel is gelukt gaat nummer 2 weer schuin achter hem rijden. De tas hangt nu op half elf en de rits van de tas is ook nog steeds open. Nummer 1 bewijst in nog steeds hetzelfde tempo van bijna 90 km/h dat ook hij in staat is wat scheef ging recht te trekken.
Wonder boven wonder lukt het beide circusartiesten hun kunsten te vertonen zonder brokken of kleerscheuren. Dat had met een beetje pech heel anders kunnen aflopen.
Als we terug in Liberec zijn is snel besloten waar we voor het avondeten heengaan: net als eergisteren gaan we voor het Radniční sklípek.

full

Kulajda soep in de raadhuiskelder​

Voor de tweede keer deze week loopt het water me in de mond bij het zien van de kulajda soep. Wat een genot!
Zelfs de wijze van opdienen is een geval apart. Eerst wordt er een voorverwarmd bord geplaatst. Daarna komt iemand met een metalen soepkom die de soep vanuit de kom op je bord giet en als laatste wordt het gepocheerde ei bovenop geplaatst.
Ook het hoofdgerecht valt bij ons allebei in de smaak; voor mij varkensvlees in een mosterd-honingsaus met spinazie in witte wijnsaus met gekookte aardappel gevuld met bieslook roomkaas, voor mijn vrouw varkenswangetjes in een knoflook/marjoraan saus met aardappelpuree, geroosterde groenten en champignons.
Daarbij een halve liter malinovka en twee halve liters witbier en de eindrekening komt op 497 Kč, omgerekend ongeveer €18,50
Na dit heerlijke avondmaal lopen we weer wat etalages bekijkend terug richting Stará Pekárna, ons pension. Dat doen we ditmaal via het tram- en busstation Fügnerova dat er dankzij de verlichting van de reuze klok die in het gebouw verwerkt is, extra mooi uitziet in het donker.
Eenmaal in het pension kijken we terug op een mooie dag en zijn we blij dat we in plaats van een wandeling te maken naar Jičin zijn gegaan.
Vanavond geen gegoogel om de plannen voor morgen te wijzigen want het doel staat vast: Terezín/Theresienstadt.

Dat gaat een heel ander verhaal worden.
 
Het heeft even geduurd, maar we pikken de draad weer op waar we gebleven waren.
Het "verslag" van vrijdag 26 augustus, een bezoek aan Terezín/Theresienstadt, is anders dan de voorgaande dagen.
Het was een indrukwekkende dag die zich moeilijk in woorden laat vangen en waarbij de omschrijving "reisverslag" totaal niet op zijn plaats is. Je bent weliswaar op vakantie, maar wat je op een plek als Terezín aan indrukken opdoet, maakt dat je besef van tijd en plaats dusdanig verandert, dat het niet meer te beschouwen is als een aaneenschakeling van belevenissen die het waard zijn om achteraf verteld te worden.
De plaats, de beelden en de verhalen die je in de grote vesting, de Magdeburger barakken, het ghetto-museum, de joodse begraafplaats, het crematorium en de kleine vesting opdoet, zijn wat mij betreft een zware overpeinzing waard.
Voor iedereen, waar ook ter wereld.
Vandaar voor vandaag uitsluitend een serie indrukken zonder commentaar.
Voor meer achtergrond-info over het bijzondere verhaal achter Theresienstadt, verwijs ik naar het boek "De kinderen van Theresienstadt" en naar de documentaire "Brundibar, de kinderopera van Theresienstadt" die hopelijk nog lange tijd via "Uitzending gemist" te bekijken is.
 
full


Transport
Heißt ein Schrecken.
Transport
Ist kein Wort...
Transport:
Der Tod im "Osten".
Man geht ohne Hoffnung fort.
Transport, Transport, Transport.

Die jungen
Ruth und Jakob
Gingen gemeinsam im
Transport.
Dan vergasst im "Osten".
Doch,
Gemeinsam gegangen fort.
Transport, Transport, Transport.

Transport
Heißt ein Schrecken.
Transport
Ist kein Wort...
Transport:
Der Tod im "Osten".
Birkenau - Auschwitz - Treblinka:
Todesort, Todesort ... Todesort.
Transport, Transport, Transport.

(Vlastimil Artur Polák 1914-1990, voormalig gevangene in Theresienstadt)​

full


full


full


full


full


full


full


full


full


full


full


full


full


full


full
 
Bovenaan