Zomer 2016 - Twee weken Tsjechië van dag tot dag

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Ik persoonlijk zou nog even wachten tot de kinderen wat ouder zijn en op (de middelbare) school in de Duits en Geschiedenislessen wat meer kennis hebben opgedaan en zaken wat sneller in hun historisch perspectief kunnen plaatsen.
Zelf ga ik jaarlijks met leerlingen van 15 à 16 jaar naar KZ Sachsenhausen, even ten noorden van Berlijn. Ook op die leeftijd hebben velen behoefte aan een persoonlijke uitleg om samenhang en omvang van wat daar gebeurd is beter te kunnen plaatsen. Persoonlijk zou ik daarom wachten tot de kinderen een jaar of 12 zijn.
Maar ik kan me goed voorstellen dat dat van kind tot kind verschilt.
Kinderen hebben m.i. het recht eerst kind te zijn.
En als ze wat ouder zijn worden ze rijp om kennis te maken met de gruwelijke excessen van het gedrag van zichzelf "beschaafd" noemende volwassenen.
 
Dag 11: Zaterdag 27 augustus, Liberecké vseho trhy, Sloup v Čechách, Nový Bor



Na de dag van gisteren in Theresienstadt, die slechts in het teken stond van één indrukwekkend thema, staat er voor vandaag meer afwisseling op het programma.
Eigenlijk begon die dag al afgelopen avond om 23 uur. Toen we gisteravond net in bed lagen klopte er iemand op de kamerdeur. Het bleek de heer des huizes te zijn. We hadden hem eergisteren verteld dat we vanochtend vroeg de rommelmarkt in Liberec wilden bezoeken. Omdat ’s nachts het terrein achterom ons pension afgesloten is en de rommelmarkt al tegen 06.00 uur zou beginnen vroegen we hem vanaf hoe laat de poort open zou zijn.
Met een gesloten poort en een auto binnen de omheining is het immers vrij lastig vertrekken.
Dat was volgens hem geen probleem. Als we zo vroeg wilden vertrekken zou hij ook wel wat eerder opstaan om ons de poort open te maken. Dat is nog eens service!
Maar, zo bleek gisteravond, hij had er nog eens over nagedacht en 6 uur in de ochtend was eigenlijk wel erg vroeg. Vandaar dat het idee in hem op was gekomen ons zijn reserve afstandbediening te geven zodat hij kon uitslapen.
Zo kwam het dat, met wat gepruts doordat de afstandbediening in eerste instantie niet helemaal wilde meewerken, even voor zessen in de ochtend de poort opendraaide en we ontbijtloos, voorzien van een paar wafels als mondvoorraad, het pension verlieten op weg naar de rommelmarkt.
De officiële benaming luidde: Liberecké vseho trhy. Een rommelmarkt die in de zomermaanden iedere tweede en iedere vierde zaterdag op de parking bij het voetbalstadion aan de rand van Liberec wordt georganiseerd. Bij aankomst blijkt het terrein al behoorlijk vol te staan met verkopers met allerhande huisraad en kleine snuisterijen op tafels, grondzeilen en onafgeladen aanhangers. De entree bedraagt 15 kronen per persoon, omgerekend nog geen €0,60. Daar hoef je het dus niet voor te laten.



full

Liberecké vseho trhy (rommelmarkt)​



Wat we aantreffen is een allegaartje van spullen die uit garages, stoffige zolders en zelden bezochte opslagruimtes tevoorschijn getoverd is. Geheel in overeenstemming met wat de website al meldde: “Haal je zolder leeg want misschien heb jij nog iets liggen waar een ander iets mee kan doen”. Het grootste deel is per auto naar de parking gebracht en de meeste deelnemers hebben hun auto naast of achter de stand of de grondplaats laten staan. Een enkeling heeft wat meer materiaal bij zich en heeft een en ander per aanhanger voorgereden. Er is van alles te vinden. Van zelfgebakken kersentaartjes en broodjes tot ijzeren gereedschap uit het jaar toebak, hang en sluitwerk, plantjes, glaswerk, oude klokken, speelgoed, kleding, elpees (veel Karel Gott), tasers en pepperspray, munten, onderscheidingen uit de communistische tijd enz. enz. enz. Soms staat er een kaartje met een prijs bij, maar op de meeste plekken wordt stevig onderhandeld over de overeen te komen prijzen. Wat ons opvalt is dat velen zonder theatrale poespas snel tot overeenstemming komen. In onze eigen regio gaat dat er wel eens anders aan toe.
We slenteren op ons gemak in ongeveer anderhalf uur over het terrein en zijn tegen acht uur weer op tijd terug voor het ontbijt in het pension. De buit voor mijn vrouw: een kleine kilo glaswerk in de vorm van kleine hangertjes voor net geen 8 euro en een camee hangertje voor een euro. De buit voor mij: een leuke start van de dag.

Na het ontbijt met onder andere een heerlijke palačinka met zelfgemaakte chocosaus vertrekken we per auto richting het tweede doel van de ochtend. Op ongeveer 15 km van Liberec langs de “13” liggen de Sloní Kameny, hetgeen letterlijk vertaald “olifanten stenen” betekent. De Sloní Kameny worden daarnaast ook wel Bilé Kameny genoemd, “de witte stenen”. Waar beide benamingen hun oorsprong in vinden is duidelijk vanaf het eerste oogcontact.
Op een kilometer van de doorgaande weg in de buurt van Jitrava ligt aan de rand van het bos een rotsformatie van witte bol afgesleten rotsen die er van een afstandje inderdaad uitzien als een stel olifanten die met de rug naar je toe in het bos zijn gaan liggen.


full

Onderweg naar de Sloní Kameny​


Ooit waren deze stenen die van veraf uitzien alsof je twee olifanten op de rug kijkt de zeebodem, maar nadat zachtere stenen eromheen weg erodeerden, bleven deze gladde olifantenruggen over.
We parkeren de auto langs de 13 en leggen de laatste kilometer te voet door het veld af. Hoe dichterbij we komen, des te meer de stenen op olifantenruggen lijken. De zon doet de witte stenen sterk aftekenen tegen het groen van het bos en het blauw van de lucht hetgeen dit natuurfenomeen nog wat mooier maakt. Wandelend over het laatste stukje vers gemaaid gras is goed te merken hoe de ochtendzon het landschap al flink heeft opgewarmd. Een groot contrast met de temperatuur die bij de olifantenstenen zelf heerst. Tussen de stenen in is de olifantvorm geheel verdwenen en lijk je eerder tussen een stel in de grond gestoken platen te staan. Het is er een flink stuk koeler dan op het veld. Graag wilden we de olifantenrug via een uitgehouwen trapje beklimmen, maar als we aan de voet van de stenen staan blijkt ons schoeisel te weinig grip te hebben om de rug op een veilige manier te beklimmen. We houden het daarom maar bij het maken van foto’s en het zoeken naar een geocache.



full

Op de olifanten zijn uitgehouwen trapjes te zien




full

Bilé Kameny, ooit was dit de bodem van de oceaan​



Een half uurtje later, terug aan de auto, is het nog eens 15 km rijden naar het volgende doel: Boži Hrob u Velenic.
Deze kapel van het heilig graf staat op de lijst van Tsjechische cultuurmonumenten en bevindt zich aan de rand van het dorp Velenice. Rond 1710 heeft hier een lokale boer/kunstenaar genaamd Schille in de zandstenen wand langs de weg een grot uitgehouwen waar hij een aantal reliëfs in maakte die het lijden van Christus uitbeelden. Begin 19e eeuw werd er door een andere kunstenaar dan nog een kruisigingscène aan toegevoegd. Door het wegtrekken van de oorspronkelijk Duitstalige bevolking na 1945 raakte de kapel in verval en werden er wat zaken verwijderd. Rond de millenniumwisseling werd de grot gerestaureerd en om te voorkomen dat vandalen in de grotkapel opnieuw hun gang kunnen gaan is het geheel aan de straatkant sinds 2002 afgezet met ijzeren spijlen, Hierdoor kun je toch een prima blik op het interieur werpen. Staande aan de spijlen merken we trouwens weer een verrassend koelte ten opzichte van de temperatuur boven het asfalt.



full

Boži Hrob vanaf de straatzijde




full

Boži Hrob: kunstwerk op de nationale erfgoedlijst​




Als we de grot vanuit iedere hoek bekeken hebben stappen we terug de auto in voor een stukje van 8 km om te eindigen aan de rand van Sloup v Čechách. Waar we de rest van de week nauwelijks toeristen gezien hebben begint het nabij Sloup steeds drukker te worden. Het is vandaag zaterdag, dus een vrije dag en er zijn in deze regio behoorlijk wat wandelmogelijkheden.
Als we de bijna volle parkeerplaats bij de Skalní Hrad Sloup oprijden begint een lichtelijk gestreste vrouw allerlei dwingende gebaren te maken naar de optocht die achter ons de parkeerplaats opdraait. Het blijken een tiental auto’s te zijn die onderdeel uitmaken van een huwelijksstoet. Ze willen hun auto op de voor hun makkelijkste plaats stallen, maar daar is mevrouw de parkeerwachtster het duidelijk niet mee eens.



full

Foutparkeren op je huwelijksdag​


Mopperend en heftig gebarend maakt ze het aanstaande paar en hun bruidsgasten duidelijk dat ze hun auto niet zomaar parkeren kunnen waar ze willen en morrend stapt het gezelschap weer de auto’s in om ze een stukje op te schuiven zodat ander verkeer ook nog wat parkeerruimte krijgt.
Nadat de hele stoet is afgehandeld kunnen ook wij een parkeerkaartje van haar krijgen en lopen we bergop richting de rots. De rotsachtige heuvel (werd ooit bewoond door een heremiet en staat aan de rand van het dorp Sloup v Čechách op ongeveer 3 km afstand van Nový Bor. Het hoogste punt bevindt zich zo’n 40 meter boven het dalniveau. In de zandstenen rots zijn gangen en ruimtes uitgehouwen waarna het geheel sinds de 13 eeuw door verschillende heren als rotsburcht gebruikt werd. In de 18e eeuw waren verschillende heremieten de laatste bewoners van de burcht, waarna de huidige benaming van “Kluizenaarssteen” ontstaan is. De kluizenaars bouwden de bestaande burcht uit met tunneltjes, hallen en holtes. In 1785 werd het kluizenaarsgebruik van de burcht door keizer Jozef II opgeheven. Aan het begin van de 20e eeuw werd de burcht toegankelijk gemaakt voor het publiek.
Tegenwoordig is de Sloup een toeristenattractie en wordt daarnaast de in de rots aanwezige kapel regelmatig verhuurd voor huwelijksplechtigheden.
Voor 70 kronen p.p. mag je als bezoeker de burcht doorkruisen in je eigen tempo. Voor 7 kroon krijgen we er nog een in prima Nederlands opgesteld informatieblad bij waarop een plattegrond van de burcht en een korte toelichting bij de verschillende ruimtes.

Als we onze weg naar boven zoeken worden we plots door een medewerker tegengehouden. Het blijkt dat we ons vlak voor de burchtkapel bevinden en die is nu juist afgehuurd door de stoet die voor ons de parking kwamen opdraaien. Althans, zo meenden we op te maken uit wat de medewerker in gebroken Duits zei. Even later bleek dat het gezelschap nog achter ons liep en dat er nog een groep vóór hen was die ook de ruimte voor een trouwerij had afgehuurd.
En inderdaad: ’s avonds lezen we op de website dat de burchtkapel voor trouwerijen gereserveerd kan worden zodanig dat “de ruimtes afgeschermd zijn van burchtbezoekers zodat u een ongestoorde en wonderschone huwelijksceremonie kunt genieten ”.
In werkelijkheid blijkt het er vandaag allemaal een ietsepietsie gejaagder aan toe te gaan dan de website doet vermoeden. Gasten moeten ondanks een all-in prijs voor de ceremonie alsnog parkeergeld betalen, waarbij hun auto’s binnen 2 uur weer van hun plek verdwenen moeten zijn. Let wel: binnen die tijd dus parkeren, verzamelen, naar boven lopen, foto’s maken op de burcht, wachten tot de vorige gasten in de kapel klaar zijn, de kapel naar eigen wens in (laten) richten, de ceremonie voltrekken, de kapel weer in oorspronkelijke staat opleveren en weer naar beneden gaan. Waarbij op de parking terug de aanwezige kinderen uiteraard niet willen vertrekken alvorens op een ijsje getrakteerd te worden.
Een enkele gast wordt de stress te veel en al snel wordt de eerste sigaret in de hens gestoken. Tot ongenoegen van het personeel, want roken is slechts buiten toegestaan, niet in de gangen in de burcht.
Voor de gewone bezoeker is de kapel dan te bezoeken voor een kwartiertje tijdens de opruim en her-decoratiewerkzaamheden tussen twee huwelijksceremonies in.
Wij besluiten op ons gemak eerst eens in de rest van de burcht rond te kijken. Het is een apart gevoel. Je bevindt je in een uitgehouwen vrijstaande rots met smalle trappen en gangetjes, kleine hallen en diverse plateaus en oneffenheden. Ondanks dat je een moment de indruk hebt in een groter iets te zijn wordt je overal aan de rand van de heuvel geconfronteerd met de eindigheid van het geheel. Helemaal bovenop is er een prachtig uitzicht op het omringende dal, de heuvels aan de overkant en de vijver aan de achterkant. Ook is er een rozen en een kruidentuintje en treffen we er de in iedere folder afgebeelde kluizenaar die met een verrekijker de omgeving afspeurt. En een klein atelier waarin handgemaakte kleding en juwelen verkocht worden.



full

Uitzicht bovenop Sloup




full

Doorkijkje aan de andere kant



full

Kluizenaar Sloup​



Als we een uur in de burcht hebben rondgedwaald mogen we tussen twee huwelijksceremonies een kijkje nemen in de kapel. Het schouwspel dat daar plaatsvindt, mag een ware huwelijksfabriek genoemd worden. Personeel van de burcht en een door het bruidspaar ingehuurd team verwijderen bliksemsnel de decoratieve elementen van de vorige plechtigheid en richten het geheel in naar de wensen van de volgende gasten. Binnen een kwartier moet namelijk de volgende klant drie kwartier zijn gang kunnen gaan.
Met het zweet op het voorhoofd wordt de ene loper opgerold en de andere uitgerold en vastgetaped, de theelichtjes van de ene groep uitgeblazen en verzameld en voor de volgende groep de rozenblaadjes langs de wanden en over de tafel uitgestrooid, de bloemstukken van het ene paar razendsnel in een vuilniszak ingepakt en die voor het volgende paar bijna net zo snel uitgepakt en opgesteld enz. enz.
Met tussen de bedrijvigheid door iemand die met een bezem door de kapel vliegt om de laatste restanten stof, kruimels, papier en decoraties netjes bij elkaar te vegen.



full

De huwelijkskapel: 15 minuten ombouw stress tussen twee trouwerijen door​




full

Opruimen op de parking​



En inderdaad, het lukt allemaal net binnen een kwartier. Even later staan de decorateurs op de parkeerplaats uit te hijgen en de laatste restjes vanuit de vuilniszakken in de stationcar te laden. Het huwelijk is big business hier.
Als we even later aan de voet van de rots een geocache zoeken staat een Tsjech op zoek naar dezelfde geocache plots naast ons. Hij blijkt afkomstig van Praag en is ook een van de vele huwelijksgasten van de eerstvolgende ceremonie. Op de parking arriveert even later de stoet voor de volgende plechtigheid en begint het weer van voor af aan. Te beginnen met de parkeermevrouw die begint te roepen en wijzen dat de gasten hun heilige koe elders moeten stallen…

Wij kijken nog even naar de herhaling van het schouwspel en gaan dan per auto verder richting Nový Bor.
Daar aangekomen staan er naast een bus met vertrekkende Belgische toeristen slechts drie andere auto’s op de parkeerplaats bij de glasblazerij van Ajeto-glass.
Het hoofdgebouw zelf heeft men slim en handig vormgegeven.
Op de bovenverdieping is een klein museum waar allerlei kunstzinnige glasstukken tentoongesteld worden. Ook kan men boven vanaf de balustrade toezien hoe op de begane het glas vakkundig geblazen wordt.
Maar dat toekijken bij het glasblazen kan ook op een relaxtere manier, zo heeft men bij Ajeto bedacht. Op de begane grond is er namelijk een restaurant naast de blazerij van waaruit men onder het genot van een hapje en een drankje door een glazen wand kan kijken hoe in de ruimte ernaast het glasblazen in zijn werk gaat.
En zo komt het dat we tegen half vier in de middag een moussaka respectievelijk camembertsalade bestellen en alvast lurkend aan een glaasje cola mogen toekijken hoe drie heren druk aan een serie drinkglazen bezig zijn en een vierde op creatieve wijze een veelkleurige clown in etappes in elkaar blaast. De maaltijd is in culinair opzicht niks speciaals, maar dat je op je gemak vanaf de tafel naar het glasblazen kunt kijken geeft het geheel wel een apart tintje.


full

Ajeto Glass Nový Bor, onder het eten naar de glasblazers kijken



full

Twee mannen en een glas​



Een Arbowetgeving kent men in Tsjechië waarschijnlijk ook, maar het is op zijn minst verwonderlijk te noemen dat drie van de vier glasblazers hier op slippers met korte broek aan het werk zijn.
Als we uitgegeten en uitgekeken zijn nemen we nog een kijkje in het Art Glass museum met representatieve werken van glaskunstenaars afkomstig uit zowel Tsjechië alsook de rest van de wereld. Een groot deel van de vaste collectie is ooit te zien geweest op een van de sinds 1982 jaarlijks in Nový Bor gehouden International Glass Symposia. Er zitten prachtige kunstwerken bij, glazen werken maar ook geslepen kunstvormen. We hebben geluk, want eigenlijk sluit het museum om 17 uur, maar men laat ons op ons gemak tot bijna half zes rondkijken. En dat alles voor een entreeprijs van net geen 2 euro. Als reserve-optie hebben we nog het grotere glasmuseum in het centrum van Nový Bor op het programma staan, maar daar is het nu te laat voor geworden.
Bij buitenkomst spotten we nog een leuk plekje op de parkeerplaats: een grote bak gevuld met mislukte glaswerken waar iedere bezoeker er één gratis uit mag meenemen.



full

Ajeto Art Glass Museum



full

Kunstig vormgegeven panterhoofd



full

Glasbakgrabbelton​




Mijn vrouw zoekt zich twee grote paarse druppelachtige vormen uit, altijd leuk voor in een bloemstuk. We nemen nog even een kijkje in de kerk op het centrale plein van Nový Bor en we dan koers naar Ceská Kamenice alwaar een mooie barokkapel genaamd Kaple Nanebevzetí Panny Marie zou moeten liggen.
We vinden de kapel probleemloos, maar helaas blijkt ze gesloten. We lopen een kort rondje door het parkje achter de kapel, met daarin een tweede monument van lokaal belang: de graftombe van de vooraanstaande textielfamilie Preidl maar ook die is helaas momenteel gesloten.


full

Familiegraf Preidl in Ceská Kamenice​


Na deze korte walk-in-the-park rijden we terug richting Oosten voor een stop aan de rand van het dorp Kamenický Šenov. Daar ligt de Panská Skála, een idyllische basaltrots aan een klein vijverachtig meertje. Deze 30 meter hoge basaltformatie wordt gevormd door een serie orgelpijpachtige zeskantige zuilen die schuin in de grond steken. Aan de zuidzijde kun je gewoon te voet de heuvel oplopen, aan de noordzijde bestaat de heuvel vooral uit basaltpijpen en is de wand een stuk steiler. De zeskantige zuilen zijn waarschijnlijk miljoenen jaren geleden ontstaan als gevolg van vulkaanuitbarstingen.



full

Panská Skála basaltpijpen​



De auto hebben we op gepaste afstand mogen achterlaten; de parking direct naast de Panská Skála is volledig in beslag genomen door de marktkraampjes van een regionaal feest. Naast allerlei spelletjes voor de kinderen zijn hun ouders vooral aan het genieten van bier en gegrild vlees. Het is er een drukte van jewelste, ook op de basaltrots zelf die in trek is als uitkijkpunt, speelplek en klauterwand. Bij toeval kunnen we nog een foto maken waarop het lijkt alsof er niemand op de rots zit. Lang duurt het niet voordat er weer hele horden toestromen.
Zelf bekijken we het natuurverschijnsel ook van alle kanten en na een half uurtje over rots en feestmarkt gestruind te hebben rijden we terug naar het pension in Liberec.
Van daaruit maken we nog een wandelingetje door het stadscentrum. Op de markt trakteren we onszelf op een ijsje, slenteren nog wat door het centrum heen en zijn tegen tienen weer terug in het pension.



full

Liberec stadshuis in de schemering​


Vanavond op tijd naar bed, morgen staat o.a. een flinke wandeling op de huisberg Ještěd op het programma.
Dobrou noc, welterusten!
 
Laatst bewerkt:
Als verstokt face-book-hater 'like' ik NIETS, maar...............wat schrijft U een geweldige reportages over uw vakantie! :beleefd:
Heel veel goed leesbare informatie en vooral veel nieuws, incl. prachtige foto's. Het nodigt gewoon uit om óók een kijkje te gaan nemen.
Bedankt voor deze leuke reactie! Ik mag nog 3 dagverslagen typen en dan zit de reis erop. Hopelijk beleeft daar menig forumgebruiker ook nog wat leesplezier aan.
En tussendoor heb ik alvast wat voorpret voor komende zomer bij de voorbereiding voor een tweede vakantie in Tsjechië.
 
Dag 12: Zondag 28 augustus , Liberec en Ještěd

Vandaag is alweer de laatste dag in Liberec.
Snik.

De tijd is omgevlogen en we hebben de hele week alleen maar hoogtepunten gezien. Vanmiddag is het tijd voor –letterlijk- nog een hoogtepunt: we hebben een route uitgestippeld over Ještěd, de huisberg van de regio Liberec. Met 1012 meter is deze markant gevormde berg vanuit alle windrichtingen te zien. De futuristisch ogende televisietoren lijkt van veraf met de bergtop tot één geheel geïntegreerd te zijn. In de 100 meter hoge toren die gebouwd werd in het communistisch tijdperk is op de onderste verdiepingen een hotel met restaurant gevestigd. Dat laatste komt ons goed van pas. Het plan is met een OV-dagkaart vanmiddag met de tram naar de voet van Ještěd te gaan, van daaruit met de kabelbaan naar boven te gaan en na een warme maaltijd in het restaurant te voet via een paar bezienswaardigheden richting het dorpje Kryštofovo Údolí te wandelen. Vanuit Kryštofovo Údolí kunnen we dan per trein terug naar het centraal station van Liberec en van daaruit weer met de tram verder naar het pension.
In totaal zou de zo uitgestippelde wandeling ongeveer 12 km lang moeten worden. Ondanks dat een groot gedeelte aan het begin bergaf gaat zal het gezien de flinke stenen die her en der op de paden schijnen te liggen zeker geen makkie zijn. Maar goed, we hebben de tijd. Het enige dat we in de gaten moeten houden is dat de treinen hier niet echt vaak rijden. De planning is de trein van 18.53 uur te halen. Als dat niet lukt moeten we wachten op de volgende ( en tevens laatste) trein die pas om 20.45 uur gaat. Op de Android hebben we voor de zekerheid een app van het openbaar vervoer in de regio gedownload. Met zowel de trein alsook de tram en bustijden erin.
Kan bijna niet fout gaan zou je denken...

Voor vanochtend staat een bezoek aan het Noord Boheems Museum in Liberec op het programma. Oftewel in het Tsjechisch: Severoceské muzeum v Liberci. Het museum ligt schuin tegenover het Lázně waar we eerder deze week al waren. Een aangename bijkomstigheid: het entreekaartje van het Lázně blijkt gratis toegang te geven tot de collectie van het Noord Boheems museum.
Waren we in het Lázně met de auto, het Noord Boheems museum willen we met de tram bezoeken. Immers als we een dagkaart kopen die we ook nog in de trein vanmiddag/avond gebruiken, kunnen we net zo goed op datzelfde kaartje ook per tram naar het museum van vanochtend gaan. Daarbij rijdt er een tram rechtstreeks van het museum naar de voet van Ještěd. Idealer kan haast niet.


full

Straatwerkzaamheden aan de achterkant van het pension


Na het ontbijt lopen we vanuit het pension eerst via een inmiddels volledig opgebroken straat naar het centrale bus- en tramstation Fügnerova. De straat aan de achterzijde van het pension is de enige toegangsweg tot de lokale basisschool waar men over een week aan het nieuwe schooljaar gaat beginnen. De pensioneigenaar moest lachen om de planning bij de stratenmakers. Al een paar keer heeft hij gevraagd wanneer het nieuwe asfalt opgeleverd moet worden, maar telkens kreeg hij te horen dat er geen opleverdatum gepland was, anders dan “zo snel mogelijk”. Kennelijk vormt het nieuwe schooljaar voor de stratenmakers nog steeds een haalbare einddatum. Gisteren nog kreeg hij te horen dat ze toch echt wel dachten het eind deze week af te hebben. Wie de toestand van de straat bekijkt en daarbij ook nog ziet dat er nog het nodige beton op de trappen naar de school gestort moet worden weet wel beter: dat gaat absoluut niet lukken.

Als we op Fügnerova komen wacht ons een verrassing. Volgens de website van het OV-bedrijf zouden we hier het Euro-Neisa ticket kunnen krijgen. Met dit ticket kun je zowel de trein als de tram in de regio de hele dag gebruiken en krijg je daarnaast korting op de kabelbaan. En inderdaad, het Euro-Neisa ticket is verkrijgbaar.
Aan het loket.
Dat pas om 13 uur opengaat…

Daar hebben we nu dus weinig aan. We proberen daarom ons geluk te beproeven op een van de vele ticketautomaten om vooralsnog eerst een retourtje museum te kopen, dan kunnen we vanmiddag voor de kabelbaan en daarna de trein een los kaartje kopen.



full

Fügnerova bus- en tramstation​



De kaartjesautomaat blijkt een mager mondje Engels en Duits te brabbelen Het duurt een hele tijd voordat we in de gaten hebben in welke volgorde we welke toetsen en keuzes moeten indrukken om het juiste tramkaartje te kunnen verkrijgen. Uiteindelijk blijkt de Engelse vertaling een stuk begrijpelijker dan de Duitse. Een tijdje klooien verder komen we tot de conclusie dat we met onze pinpas uit deze automaat helemaal geen kaartje zullen gaan krijgen. We hebben een pas nodig waarmee contactloos betaald kan worden.
Laten die nou net in het pension liggen…

Een klein half uur later zijn we op en neer gelopen naar het pension en staan we in bezit van de juiste pinpas weer bij dezelfde automaat op Fügnerova.
Daar volgt na de correcte toetsenvolgorde uitgevoerd te hebben een volgende verrassing. Nadat de automaat een tramkaartje afgedrukt heeft, komt er nog een ticket uit. Het betalingsbewijs. En even later nog een tweede betalingsbewijs van het eerste kaartje. En nog een tweede kaartje. En nog een betalingsbewijs van het tweede kaartje. En nog een tweede betalingsbewijs van het tweede kaartje.
Waar we een half uur geleden hier met lege handen vertrokken staan we nu met 6 vodjes papier in de handen lichtelijk glimlachend naar de automaat te kijken.
De techniek staat voor niets.
Ook in Tsjechië.


full

En de automaat blijft maar tickets uitspuwen :)




full

Tramlijn 3 richting Liberec Zoo​



Tegen elf uur is de tram bij het museum. De meeste tramreizigers blijven zitten, kennelijk onderweg naar Liberec Zoo, de volgende halte. Daar is het deze zondag inderdaad prima weer voor. Het maakt dat het museum waar wij voor gekozen hebben nauwelijks bezoekers heeft. Bij de kassa zitten twee dames waarvan de oudste perfect Duits spreekt. We moeten lachen bij de gedachte dat men bij het OV-bedrijf wellicht beter van haar vertaaldiensten gebruikt maakt voor een begrijpelijkere service aan de kaartjesautomaat.

Het museum heeft een mooie en uitgebreide tentoonstelling over allerlei zaken die met de regio te maken hebben. We hadden gerekend hier zo’n anderhalf uur door te brengen, maar er is zoveel te zien dat het uiteindelijk ruim een uur meer wordt.


full

Het Noord Boheems Museum​



Een hal met als onderwerp de “Noordboheemse Landstentoonstelling Reichenberg 1906”, een zijgang met de flora en fauna van Noord Bohemen als onderwerp, een paar zalen met glas en kristalwerk uit de collectie van Liebig, een zaal over de Oostenrijks-Pruisische oorlog van 1866, een paar zaaltjes met overig o.a. door Liebig verzameld werk (Chinees porselein, twee grote kachels uit de 17e eeuw, hang en sluitwerk uit de middeleeuwen, juwelen, gebruiksvoorwerpen), een zaal met een en ander over de weef en textiel-industrie van de regio en als kers op de taart een flinke zaal vol oude muziekautomaten.
Tot groot jolijt van ondergetekende mogen diverse apparaten uitgeprobeerd worden. Niet gehinderd door enige kennis van de notenbalk speel ik een potpourri van deuntjes op een meer dan 100 jaar oude Hupfeld Phonola. Ook de elektrische pianola die ernaast staat, eveneens daterend van rond de vorige eeuwwisseling, werkt nog fantastisch. Net als trouwens bijna alle andere apparaten in de zaal. Aan het plafond hangt, ondersteboven en geheel opengewerkt een vleugel waarin je alle onderdelen kunt zien. Aan de muur ernaast hangen twee beweegbare modellen die demonstreren hoe de aanslag van een toets leidt tot een geluid van de snaar.
Met de een van de twee medewerksters praten we een tijdje over de geschiedenis van de regio, vooral over de gebeurtenissen vlak na afloop van de tweede wereldoorlog. De zeer vriendelijke vrouw laat ons vervolgens ook nog de binnenzijde van een paar muziekautomaten zien. Leuk! Alweer een museum dat zeer de moeite waard is en waarvan we ons afvragen of ze vandaag meer dan 25 bezoekers gaan krijgen.




full

Impressies Noord Boheems Museum
linksboven: dameskleding uit 1906
rechtsboven: 18e eeuws zilveren voorraadpotje in de vorm van een trommelaar
linksonder: porseleinen liefdespaar, 1740 Meissen
rechtsonder: militaire kledij van rond 1866




full

Opengewerkte pianovleugel aan het plafond

In een volgende zaal wordt onze aandacht getrokken door twee prachtig geëtste rode drinkglazen uit de tweede helft van de negentiende eeuw van de hand van Friedrich Egermann. Thuis gekomen leren we dankzij Tante Google wat meer over deze beroemde Tsjechische glaskunstenaar. Egermann leefde van zijn geboorte in 1777 tot zijn dood in 1864 in Noord Bohemen en werkte zich gedurende zijn leven op tot een van de belangrijkste persoonlijkheden in de Boheemse glasindustrie.
Met bijbaantjes als keukenknecht, kleermaker, bierbrouwer, slagershulp en schaapsherder voorzag hij in eerste instantie in zijn levensonderhoud. Van de broer van zijn moeder leerde hij het glasblazen en hij bekwaamde zichzelf met vallen en opstaan verder in het glas- en porseleinschilderen.
Ondanks de gesloten wereld in de glasbewerkingsindustrie wist Egermann zich steeds meer geheime bewerkingstechnieken eigen te maken en uiteindelijk ontwikkelde hij aan de hand van allerlei experimenten ook nieuwe procedés die hij op zijn beurt dan weer geheim trachtte te houden voor zijn concurrenten.
Uiteindelijk is ook hem dat maar ten dele gelukt. Dieven braken in 1840 zijn laboratorium in, namen allerlei technische procedés uit zijn receptenboeken over en kopieerden zijn speciale oven, waardoor de unieke door Egermann in 1832 uitgevonden roodglazuur-methode zich eerst over Europa en daarna ook over de rest van de wereld verspreiden kon.


full

Egermann glazen, tweede helft negentiende eeuw





full

Raadhuisplein Liberec, ca. 1900, let op de (toen al!) elektrische tram




full

zeven wijzen in een bamboebos
China, porselein, 19e eeuw




full

Uitzicht vanaf het balkon met in de verte de tv toren bovenop Ještěd​


Op de bovenverdieping bekijken we een serie zalen met bijzondere door textielbaron Liebig verzamelde gebruiksvoorwerpen en nemen we vanaf het balkon een kijkje over de stad Liberec. In de verte zien we de toren van Ještěd, ons doel voor de middag.

Tegen half twee, bijna twee uur later dan oorspronkelijk gepland, nemen we tramlijn 3 richting Horní Hanychov van waaruit het te voet nog zo’n kwartiertje is tot het gelijknamige grondstation van de kabelbaan naar Ještěd. Tijdens de korte wandeling komen ons opvallend veel mensen tegemoet. Eigenlijk best vroeg als deze mensen nu al terugkeren van de top.



full

Op weg naar de top​



Als we met het foto-toestel inzoomen op de berg zelf zien we ook daar opvallend veel mensen op de helling lopen. En wat erger is: geen enkele beweging te bespeuren bij de kabelbaan.
Hoe we ook turen en zoeken, er gaat geen kabine omhoog en er komt geen kabine omlaag.
Onze vrees wordt halverwege het wandelingetje bewaarheid: een Engels sprekend stel legt ons uit dat de kabelbaan door onbekende oorzaak stil ligt.
Oei, dat is minder goed nieuws.
Aan het loket gekomen weet men ons in gebrekkig Duits uit te vertellen dat de boel “kapoet” is en men geen idee heeft of de inderhaast opgeroepen technici de baan vandaag überhaupt nog aan de praat krijgt. De dame achter de kassa trekt daarbij een gezicht waar je niet echt vrolijk van wordt. Waarschijnlijk heeft ze dat gezicht al heel wat keren vanmiddag mogen trekken. En waarschijnlijk heeft ze daarop al even veel keren eenzelfde teleursgesteld gezicht mogen bekijken.
Later vanavond valt op internet lezen dat de kabelbaan tot 13.00 uur probleemloos gefunctioneerd heeft en dat er plotseling te weinig stroom was om de motor te starten terwijl de exploiterende firma de oorzaak ook ’s avonds nog niet gevonden had. Uiteindelijk heeft de 365 dagen per jaar geopende kabelbaan bijna twee volle dagen uit de running gelegen.



full

Veel wandelaars, maar geen enkele gondel te zien bij de kabelbaan...​



Balen voor ons. Wat nu?
We willen tot graag naar boven, maar met de kabelbaan gaat dat vandaag niet meer lukken en om nog te voet naar boven te gaan is het inmiddels te laat geworden. Boven zouden we nog wel komen, eten zal ook wel lukken, maar om aan de andere kant van de berg vanavond nog de laatste trein te kunnen halen is het dan veel te laat.
Er zit niks anders op dan per tram terug te gaan naar het pension en dan maar met de auto naar boven te gaan. Onderweg naar boven blijken meer mensen hetzelfde idee te hebben.
De kleine parking aan de voet van de toren is vol zodat we onze heilige koe op de voorlaatste parking op 1 kilometer van de top mogen stallen. Van daaruit is het nog een kleine wandeling in cirkelvorm naar boven en eenmaal boven gekomen kunnen we tegen half vier eindelijk genieten van het prachtige uitzicht, een colaatje en een zakje chips om het zoutverlies weer aan te vullen.



full

Rotsblokkenveld aan de voet van Ještěd



full

Prima uitzicht aan de westzijde​



full

Ještěd tower, een architectonisch hoogstandje



full

Ook hierboven is er grillworst verkrijgbaar

Dankzij de wind is het op het terras wat aan de frisse kant. Maar wat een mooi uitzicht heb je hier rondom! Om de haverklap schuiven wandelaars en fietsers die ook van het uitzicht willen genieten aan de betonnen tafels af en aan. De meesten grijpen in hun rugzak direct naar een blikje bier. De enkeling die zelf niets bij zich heeft maakt gebruik van het houten hutje nabij waar men bier en, hoe kan het ook anders, gegrilde worst verkoopt.

Van hierboven heb je een prima uitzicht over de stad Liberec en de nabije omgeving. Een aantal groeven in Duitsland zijn goed te zien in het Noordwesten en in het Noordoosten zien we de bergen op de grens tussen Tsjechië en Polen. Met het fototoestel speuren we de horizon verder oostwaarts af en op onze gps proberen we te achterhalen wat het verst verwijderde object is dat we kunnen identificeren. Dat blijkt uiteindelijk de ruim 50 kilometer verderop liggende bergtop van de Snežka in het Reuzengebergte te zijn die ondanks de wat nevelige horizon nog net zichtbaar is met maximale zoom.




full

Uitzicht over Liberec met aan de horizon het Reuzengebergte​



full

Díte z Marsu​



Als we cola en chips opgepeuzeld hebben nemen we een kijkje bij Díte z Marsu, vrij vertaald “Het kind van Mars”. Aan de rand van de parkeerplaats, zittend tussen de rotsblokken, is een ongeveer anderhalve meter groot bronzen kind de tranen uit zijn ogen aan het wrijven.
Kunstenaar Jaroslav Róna werd ooit geïnspireerd na het zien van een Venusbeeldje van lavasteen, om een schilderij te maken van een levend wezen waaruit een zekere vervreemding moest uitgaan. Uiteindelijk heeft hij geen schilderij gemaakt maar dit bronzen Marskind dat inderdaad erg verloren overkomt op deze plaats. Menig dagjestoerist zet zichzelf of zijn kinderen met het Marskind op de foto.
We lopen verder naar de voet van de toren waar we allerlei informatieve panelen lezen over de technische achtergrond en de bouw van de toren. We zijn inmiddels een week gewend om vanuit de omgeving van Liberec tegen de bergtop met een toren aan te kijken waardoor de oudere foto’s van een bergtop zonder toren er raar uitzien.
Met zijn aparte hyperboloïde vorm zou de toren in een James Bond film niet misstaan.
Tot het midden van de negentiende eeuw was er op de top niet meer dan een kale rotsvlakte. De boomgrens liep er op 980 meter waardoor de bovenste 30 meter boomloos waren. In 1844 werd er voor het eerst een houten hut gebouwd van waaruit snacks aan de wandelaars verkocht werd en rond 1865 kwam daar een station van de landmeetkundige dienst bij. In 1906 werd vervolgens een eerste hotel gebouwd, voornamelijk gericht op toeristen die hier in de winter kwamen skiën. Ook werd er in 1911 een 3 kilometer lange rodelbaan gebouwd. In 1914 werden op deze baan van Ještěd de eerste Europese rodelkampioenschappen gehouden. Gemak dient de mens, dus in 1933 werd voor de bezoekers een eerst kabelbaan geopend. Het oorspronkelijke hotel ging bij een brand in 1963 verloren en in 1966 ging onder leiding van architect Karel Hubacek de bouw van de huidige toren van start. Deze kwam gereed in 1973 en functioneerde sindsdien als hotel, restaurant, uitkijktoren en uitzendstation voor radio en tv. In later jaren kwamen daar nog diverse telecommunicatie-schotels en een station voor telefoon-providers bij. Vanwege zijn bijzondere architectuur en historische achtergrond doet de stad Liberec inmiddels al een aantal jaren verwoede pogingen de toren op de Unesco Wererlderfgoedlijst te krijgen.


Tegen half vijf zijn we uitgekeken, lopen we terug naar de auto en laten we die zonder al te veel gas te hoeven geven een vijftal kilometer naar beneden rollen. Onderweg passeren we tientallen toeristen die met een gehuurde step de berg af racen. Er is een route die netjes op het asfalt blijft, maar voor de durfals onder hen is er ook een avontuurlijker stuk door de natuur langs smalle paadjes. Gezien de behendigheid waarmee soms het verkeer ontweken moet worden blijkt ook het asfalt parkoers zeker niet zonder gevaren.
Als we terug in het pension zijn nemen we ons de tijd om een uurtje te relaxen op bed.
Niet veel gewandeld vandaag, maar toch nog bovenop Ještěd geweest.


’S avonds gaan we te voet het centrum in voor een warme maaltijd met het idee die, net als al twee keer eerder deze week, in de raadhuiskelder te nuttigen. Die raadhuiskelder blijkt helaas op zondag, net als veel andere restaurants, gesloten.
Jammer. Dan maar even verderop plaatsgenomen op het terras van het Kebap House dat zichzelf heeft gesierd met de titel “the best one”. Voor een habbekrats eten we er ons buikje vol en rond. De vriendelijke jongedame die er in de bediening werkt en prima Engels spreekt is de koning te rijk met de 50 kronen fooi.
Terug op onze kamer neuzen we nog even op internet hoe het er inmiddels voorstaat met de kabelbaan. Op een lokale nieuwssite is een kort stukje te vinden.
Het probleem is nog steeds niet opgelost, maar de oorzaak is wel gevonden. Het voltage waarmee de gondels in beweging gezet moeten worden schijnt te laag te zijn. Dankzij Google Translate begrijpen we verder dat een totale stilstand voor zo’n lange tijd als vandaag niet vaak voorkomt. Gelukkig maar, want afgelopen jaar werden er in totaal 291070 mensen vervoerd aldus baas Vladimír Štěpán. Dit jaar ligt dat aantal tot nu toe nog hoger. Vandaag was de belangstelling merkbaar lager dan normaal. Met dit mooie weer verkiezen veel mensen er nu vooral voor om ergens aan het water te vertoeven, aldus de toeristische dienst.



full

Dat hebben wij weer​


We neuzen nog wat verder op internet. Morgen is het maandag en zitten ons verblijf in Liberec er op. De planning was om via Zittau (D) en de dubbelstad Görlitz(D) / Zgorgelec(PL) naar Gera te rijden voor een laatste overnachting op weg naar huis. Een totale afstand van ongeveer 300 kilometer hetgeen betekent dat we ruim genoeg tijd hebben om onderweg nog een langere stop te maken. In eerste instantie was daarbij het idee die langere stop in Zittau te maken. Daar hangt in een museum het grote Zittauer Fastentuch dat we graag zouden gaan bekijken. Helaas is het museum op maandag gesloten. We zouden ook graag een kijkje nemen in kasteel Frýdlant waar we toch al langs komen, maar ook dat is op maandag gesloten.
Met een blikje Urquell naast de laptop worden wat sites afgespeurd naar een alternatief. Uiteindelijk besluiten we Zittau gewoon compleet te schrappen en de tijd volledig in Zgorgelec-Görlitz door te brengen. Vooral de stadskern van Görlitz schijnt de moeite waard te zijn. Dat gaat het dan worden voor morgen.
Voor nu nog even een kort dagverslagje en een paar foto’s naar het thuisfront doorsturen en dan snel de binnenkant van onze ogen bekijken.
Zítra více / Morgen meer !
 
Laatst bewerkt:
heel indruk wekkend
we willen er in 2018 er naar toe en voor het eerst met de caravan in tsjechie.
we zoeken nog in de buurt een camping met een nederlands sprekende receptie
en vanwaar ook nog de reuze gebergde te doen is op en neer in een dag,
met natuurlijk een wandeling
 
Dag 13: Maandag 29 augustus: Afscheid van Tsjechië, Zgorgelec - Görlitz


Precies een week in pension Stará Pekárna in Liberec zit erop vandaag. Een prachtige week. Jammer dat het nu al voorbij is. Aan de andere kant is het vooruitzicht overmorgen weer thuis in het eigen vertrouwde bed te slapen ook wel aanlokkelijk.


full
Een laatste blik in de gang van ons pension van de afgelopen week

Na het ontbijt deze ochtend pakken we onze spulletjes weer in het kofferbak bij elkaar, maken we nog een praatje met de pension-eigenaar die enthousiast vertelt over hoe hij aan al die leuke dingen in huis komt en welke toekomstplannen hij nog heeft met zijn pension en vervolgens beginnen we aan de eerste etappe van onze terugreis. Einddoel voor vandaag is een goede nachtrust in het Pentahotel te Gera (D.). Om daar te komen mogen we eerst nog een dikke 300 kilometer in de auto vertoeven. Met uiteraard minstens één een langere stop onderweg. We willen niet alles afjakkeren om maar zo snel mogelijk het volgende hotel in te kunnen duiken. Het is immers nog steeds vakantie en ook onderweg valt er vast en zeker nog een en ander te zien.
Zoals bijvoorbeeld kasteel Frydlant. Maar dat gaat voor een andere keer zijn, want vandaag is het maandag en op maandag is kasteel Frydlant gesloten voor bezoekers.
Na wat googelen dachten we een leuk alternatief gevonden te hebben: de vastendoeken in Zittau, net over de Duitse grens. Maar helaas, het is maandag vandaag en één van de twee vastendoeken kan op maandag niet bezichtigd worden.
Omdat de dubbelstad Zgorgelc (Polen)/Görlitz(Duitsland) ook zowat op de geplande route ligt besluiten we daar een en ander te bekijken dat op maandag niet aan sluitingstijd onderhevig is. Görlitz schijnt een mooie stad te zijn dus dat zal wel loslopen. Hoe het in Zgorgelec uitziet, we laten ons verrassen.


full

goodbye Tsjechië

Na een klein half uur rijden over Tsjechisch grondgebied, waarbij we onderweg nog een blik kunnen werpen op kasteel Frydtlant, is er plots een klap vanonder de auto. Het laatste stuk Tsjechië zit erop en we bevinden we ons op Pools asfalt dat duidelijk een ander geluid voortbrengt dan zijn Tsjechische tegenhanger. Meer gaten, meer losliggende steentjes en beduidend minder glad dan aan Tsjechische zijde, hetgeen meteen de abrupte klap die we zojuist hoorden verklaart. Oef, niks aan de auto dus.



full
welkom in Polen

Ook valt op dat er verhoudingsgewijs aan deze kant van de grens veel meer mensen te voet of op de fiets onderweg zijn, dat de huizen er een stuk grauwer uitzien en dat een en ander minder goed onderhouden wordt. Sommige huizen lijken meer op een bouwval, maar hier en daar valt aan de was of de geopende zijdeur te zien dat er toch nog mensen wonen. Wat een verschil op een paar kilometer. Dat hadden we nooit verwacht.

Opvallend veel vrachtverkeer ook. Diverse snelheidsbeperkingen omdat er stukken nieuw asfalt aangelegd zijn, maar daar trekken veel weggebruikers zich weinig van aan, met als gevolg de nodige steenslag. Na zo’n 10 kilometer gehobbel over pools grondgebied is onze voorruit gelukkig nog steeds onbeschadigd en verlaten we de hoofdweg voor een eerste stop: Stalag VIIIa.

In 1939, voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog, bevond zich hier een kamp voor de Hitlerjugend. In oktober 1939 werd het omgebouwd tot een gevangenis voor zo’n 15.000 Polen. Vanaf juni 1940 werden vervolgens de Poolse gevangenen over andere kampen verdeeld en werd Stalag VIIIa omgebouwd tot gevangenis en werkkamp voor aan het westelijk front gevangen genomen soldaten en onderofficieren, voornamelijk Belgen en Fransen.
In de jaren ’40-’45 zaten er gemiddeld zo’n 25 tot 30 duizend krijgsgevangenen in het kamp. Op piekmomenten bevonden zich zelfs meer dan 48.000 personen in het kamp dat eigenlijk slechts op de helft van dit aantal berekend was.



full
Monument bij Stalag VIIIa


Als we de parkeerplaats opdraaien staat er precies één andere auto. In het educatie- en cultuurgebouw aan het eind van de parkeerplaats brandt geen licht, waarschijnlijk ook op maandag gesloten, dus deze ene bezoeker moet ergens in het naastliggende bos aan de wandel zijn. Als we zelf op deze grauwe ochtend door het troosteloze bos lopen komen we geen enkele andere bezoeker tegen. Eigenlijk ook niet verwonderlijk als je bedenkt dat vanaf de doorlopende weg er maar één onopvallende wegwijzer deze kant op wijst, en er verder niet veel aandacht naar uit lijkt te gaan.
Ter plekke is dat anders. Er is meer dan voldoende gedaan om de sporadische bezoeker wegwijs te maken. Een monument in de vorm van een obelisk, een educatief pad en op diverse plekken borden met info in maarliefst 7 talen over de geschiedenis van dit werkkamp voor krijgsgevangen uit WO2. We lopen langs de prikkeldraad waarin hier en daar een bezoeker een plastic klaproos achtergelaten heeft, komen bij een eenpersoons bunker die gebruikt werd door bewakers, passeren een half uit de bodem stekende betonnen ruïne die vroeger blijkens het infobord als keuken diende en staan enige tijd te lezen bij een infobord dat een en ander uitlegt over de bekendste gevangene van dit kamp: Olivier Messiaen.
Olivier Messiaen was een Frans componist die als dienstplichtig soldaat door de Duitsers in 1940 gevangen genomen werd en van juni 1940 tot maart 1941 negen maanden lang vastgehouden en te werk gesteld werd in Stalag VIIIa. Messiaen slaagde er tijdens zijn gevangenschap in met hulp van een Duitse officier en binnengesmokkeld materiaal hier zijn stuk “Quatuor pour la fin du Temps” (Kwartet voor het einde der tijden) op papier te zetten. Het stuk kent een ongewone instrumentatie: viool, cello, klarinet en piano doordat dat de enige instrumenten waren waarover hij in het kamp kon beschikken. Geoefend werd er in de wasruimtes. De kampcommandanten, waarvan er een na de oorlog concertpianist en docent piano aan de muziekacademie geworden is, stonden het Messiaen toe zijn stuk ten gehore te brengen voor 400 medegevangenen op 15 januari 1941. Tegenwoordig wordt het stuk jaarlijks hier opgevoerd op 15 januari ter nagedachtenis aan deze historische gebeurtenis.
Ondanks zijn ongewone instrumentatie is ook heden te dage “Quatuor pour la fin du Temps” in de rest van Europa nog steeds een van de meest opgevoerde stukken van Messiaen. Messiaen zou na de oorlog stellen dat er nooit meer met zulke aandacht en begrip naar zijn muziek is geluisterd dan die eerste keer tijdens de opvoering in dit Duitse kamp.



full
Stalag VIIIa, voormalig keuken gebouw



full
Stalag VIIIa, aan de prikkeldraadversperring


Na een dik half uur ondergedompeld te zijn geweest in een stuk indrukwekkende geschiedenis die zich hopelijk nooit meer herhalen zal, verlaten we de parkeerplaats. Vijf minuten later zijn we aan de oostelijke rand van de stad Zgorgelec en draaien we opnieuw een vrijwel lege parkeerplaats op. Ditmaal van een Poolse militaire begraafplaats waar 3000 manschappen liggen die om het leven kwamen in de bevrijdingsstrijd in het voorjaar van 1945. Aan de rand van de begraafplaats een indrukwekkende, door kunstenaar Józef Potępa in 1978 ontworpen adelaar van ruim 5 meter hoogte die vanaf een hoge grenssteen trots met zijn kop westwaarts kijkt. Ook hier, net als in Stalag VIIIa, een indrukwekkende stilte. Als we de veertig rijen tellende vierkante begraafplaats over zijn gestoken staan we aan de andere zijde weer volop met de voeten in de twintigste-eeuwse consumptiemaatschappij: struiken en voetpad liggen bezaaid met lege bierblikjes, flesjes, sigarettenpakjes, visblikjes en andere stinkende voedselverpakkingen.
Zo goed onderhouden als we de militaire kerkhoven bij ons kennen, of het nu Amerikaans is als in Margraten of Henri Chapelle, of Duits zoals in Lommel of Ysselstein, zo vies, kaal en slecht onderhouden ligt de boel hier erbij. Bwah.
Een enkel graf is gesierd met een hart van kunstbloemen of een foto van de overledene, maar verder is beton en grauwheid troef.



full
Poolse adelaar aan de rand van de begraafplaats



full
een van de weinige stukjes kleur in een verder grauwe omgeving


Als we, terug in de auto, door het centrum van Zgorgelec rijden zien we niet direct iets dat onze aandacht trekt of de moeite waard lijkt om uit te stappen. We besluiten de resterende tijd aan de andere kant van de grens door te brengen in de hoop dat zusterstad Görlitz meer te bieden heeft.


En inderdaad, via een brug die over de Neisse naar Duitse zijde leidt rijden we een totaal andere wereld in. Görlitz blijkt een ontzettend mooie stad die vrijwel ongeschonden de tweede wereldoorlog heeft overleefd waardoor er een scala aan oude huizen en bouwstijlen te vinden is. We zoeken een parkeerplek en trekken te voet de stad in. Het weer heeft zich inmiddels ook aangepast aan de omgeving; zat het aan de Poolse kant nog potdicht, hier aan de Duitse kant breekt het zonnetje door hetgeen de mooi gekleurde gevels nog beter tot zijn recht laat komen.

Op een gegeven moment komen we langs een van buiten niet echt spectaculair uitziende kerk, die van binnen flink wat meer te bieden blijkt te hebben. Het blijkt de in de dertiende eeuw gestichte Drievuldigheidskerk. Van buiten een rechttoe rechtaan kaal gebouw dat nog het meest lijkt op een kruising tussen een woonhuis en een pakhuis. Slechts aan de toren is te zien dat het een kerk is, maar verder verraadt de buitenkant weinig van de weelde die de binnenzijde herbergt. Een prachtig beschilderd gotisch gewelf, meerdere kunstwerken, mooi houtsnijwerk aan de kansel, een barok altaar enz enz.
Achter in de hoek nog een kleine verrassing, een doorgang naar de vijftiende eeuwse Barbarakapel. Naar eigen zeggen in bezit van het mooiste laatgotische vleugelaltaar van de Oberlausitz streek. We zijn verder onbekend met deze regio, maar de Gouden Maria uit 1520 mag er zijn. Oorspronkelijk schijnt de door kersttaferelen omringde Maria met kind het hoofdaltaar van de kerk te zijn geweest, maar in deze intiemere kapel komt het mooie werk een stuk beter tot zijn recht dan in het hoge gotische hoofdschip.



full

Drievuldigheidskerk: gotisch gewelf​




full

Barbarakapel: Gouden Maria​


Na het bezoek aan deze mooie kerk is het tijd om de inwendige mens te verzorgen. We nemen plaats op een straatterras waar we voor haast Tsjechische prijzen genieten van een in deeg gebakken worst met salade en aardappel in tzatziki saus.
Mjammie!


full

Mjammie!​


We lopen verder door de stad door leuke straatjes en langs mooie gebouwen in allerlei bouwstijlen. Vooral op de centrale marktplaats, de zogenaamde Untermarkt, kijken we onze ogen uit. Driehonderdzestig graden rondom met uitsluitend vakwerkhuizen, de een nog mooier dan de ander. Hoogtepunt is de Ratsapotheke met een tweetal zonnewijzers en tal van inschriften op de voorgevel. Görlitz is beslist de moeite waard om eens wat langer in te verblijven!


full

impressies van Görlitz​


full

Untermarkt


full

Zonnewijzers aan de gevel van de Ratsapotheke​



full

Ook de beestjes genieten van de zon in Görlitz​



Uiteindelijk belanden we op de historische Nikolaifriedhof. Een oase van rust aan de stadsrand, dit protestants kerkhof met prachtige beelden, graven en grafhuizen waarvan het grootste deel stamt uit de 17e tot 19e eeuw. Een enkele bezoeker neemt met een boek of tijdschrift plaats op een bank in het parkachtige middenstuk, maar velen lopen, net als ons, met een fotocamera van graf tot graf. Op een van de vele oude grafplaten krioelt het van de oranje-zwart gekleurde kevers die mooi contrasteren met de grijze steen. We blijven alleen al op deze plek ruim een kwartier ronddraaien en foto's maken. De tijd vliegt om zonder dat we het in de gaten hebben en als we plots zien dat het al voorbij half drie is realiseren we ons dat het toch de hoogste tijd wordt om verder te rijden.


full

Beeldenpracht op de Nikolaifriedhof​


full

Leven en dood​


full

Plafondschildering in een van de Gruften​


Voor de rest van deze mooie stad moeten we zoals gezegd nog eens terugkomen, misschien iets voor een volgende Tsjechië reis in combinatie met een bezoek aan Zittau.
Maar dan niet op maandag ;)

Tegen drie uur zitten we in de auto en rijden we de resterende 240 km naar Gera over de A4. Van de ene stad met een tram naar de volgende stad met een tram. De hoeveelheid verkeer onderweg valt reuze mee. Geen rare ongelukken en geen files. Het meest opmerkelijke dat we zien is een met een slakkengangetje rijdende knalgele zelfbouwcamper. Even na zessen arriveren we bij ons hotel voor één nacht in Gera en een half uurtje later sluiten we de dag af met een lekker etentje bij de even verderop in de straat gelegen Griek. Prima Kalamaria, zeer vriendelijk personeel en een kunstige cappuccino. Alweer een mooie dag met veel indrukken zit erop.



full

Zelfbouwcamper op de A4​



full

Bij de Griek: een beetje kunst in de koffie​


Vanochtend werden we nog wakker in Tsjechië, morgenvroeg gaan we wakker worden in Duitsland en overmorgen doen we dat in ons eigen vertrouwde Nederlandse bedje.
Op vakantie gaan is heerlijk. Thuiskomen ook.
Morgen nog 550 km autobaan voor de boeg, dus voor nu: bedtijd!
 
Alhoewel de laatste dag van onze Tsjechië-reis zich geheel in Duitsland afspeelde bij dezen tot slot toch nog een (kort) berichtje ervan.


Dag 14: Dinsdag 30 augustus: A4, A5, Mathematikum-Gießen, A45, A4 en A76

Vanaf zes uur in de ochtend is het een komen en gaan van ouders in dikke auto’s die hun kind in 1 van de 3 tegenover het hotel liggende scholen afleveren. Zo te zien is er een kleuterschool, een lagere school en een middelbare school naast elkaar. Aan minachting voor de plaatselijke verkeersregels geen gebrek. Te pas en te onpas worden auto’s op de stoep of gewoon midden op straat geparkeerd, tot irritatie van de enkele ouder die te voet zijn kroost naar school brengt, maar constant tussen de fout of dwars op straat geparkeerde auto’s door mag laveren.

In de ontbijtzaal van het hotel gaat het er een stuk rustiger aan toe. En zeker geen dwarslopers, kwade gezichten of claxonerende bestuurders. Met het ontbijt zelf is ook weinig mis. Het enige dat opvalt is dat het nauwelijks luxer is dan het ontbijt in Liberec en dan te bedenken dat de standaard kamerprijs in dit hotel ruim twee keer zo hoog ligt als die in Liberec. Om nog maar te zwijgen over de ietwat afstandelijke sfeer onder het personeel.

We zijn nog maar net weg uit Tsjechië. Gaan we nu al last van heimwee krijgen?
Nee, het is gewoon tijd om naar huis te gaan. Nog dik 550 km en dan is het zover.
Veel Nederlanders in Gera trouwens, zo te zien net als ons op doorreis.
Na het ontbijt checken we uit en nemen in de auto plaats voor de eerste 290 km richting Gießen waar we een wat langere stop ingepland hebben.


full

Een van de vele kastelen langs de autoweg in Thüringen​


Vooral het eerste stuk door Thüringen mogen we (weliswaar van een afstandje) de nodige kastelen langs de autoweg zien. Op een gegeven moment spotten we in de verte de Wartburg waar we al twee keer eerder waren, maar helaas willen de struiken en bomen langs de autoweg niet meewerken en kunnen we dit beroemde kasteel niet op foto krijgen. Wel wat andere kastelen dichterbij de weg. In Gießen staan we voor de keuze: ofwel het Mathematikum, ofwel de Alter Friedhof. Omdat het kerkhof in Görlitz gisteren zo prachtig was besluiten we het vandaag op de wiskundetoer te gooien, ook leuk voor de afwisseling J
Achteraf een goede keuze.
Leuke dingen om te zien en te doen, waarbij alles met getallen, codeschrift, wiskunde, natuurkunde, regelmaat en symmetrie, rekenen etc te maken heeft. Dat lijkt een saaie boel, maar in het Mathematikum hebben ze er zo’n draai aan weten te geven dat het leuk wordt om allerlei experimenten zelf uit te proberen.



full

Fles van Klein, een fles zonder binnen of buitenkant die toch een inhoud kan bevatten​



full

Blik in een oneindige diepte​



Na Gießen gaat het wederom verder over de Autobahn met ongeveer 80 km verderop een “culinaire” tussenstop bij Rasthof Siegerland-Ost. We maken een onvervalste “Currywurst mit Pommes” soldaat, strekken de beentjes met een korte wandeling en rijden nogmaals een kleine 200 km over het asfalt om even na acht uur ’s avonds de dag te beëindigen bij schoonpa met koffie en vlaai.

Dat was het dan.
Twee weken Tsjechië zit erop.
Praag bezochten we al eens eerder, maar de rest van het land bleef een witte vlek.
Verrassend mooi weer gehad.
Verrassend veel kunst en cultuur gesnoven.
Verrassend weinig niet-Tsjechische toeristen gezien.
Achteraf vragen we ons af hoe het komt dat we nooit eerder op het idee kwamen hier op vakantie te gaan.
Tsjechië heeft zoveel meer te bieden dan Praag alleen.
En dan te bedenken dat we ons in feite maar beperkt hebben tot Kutná Hora en de regio Liberec.
Onze conclusie is duidelijk: we want more.

Sbohem & až do příštího roku !
 
Bovenaan