Tabe
† In Memoriam
Was in de zomer van 1994. We waren, na een dagje uit, op de terugweg naar de camping van Nepomuk . Erg warm weer en het liep tegen "etenstijd". In het plaatsje Lnare, ergens tussen Blatna en Nepomuk, stopten we op het marktplein. Aan de overkant van het plein, aan de doorgaande weg, was een hostinec. De honger knaagde en een pilsje zou er ook wel in gaan. Maar... de lokaliteit lokte niet erg aan. Een geel gestuct bouwwerk waar het plamuur van afviel. Verveloos houtwerk. De vensterbanken op borsthoogte, zodat even stiekem naar binnen gluren niet kon. Trouwens, aan de binnenkant van de brede vensterbanken hingen dikke grijswitte vitrage, die misschien ooit een sopje hadden gehad, maar die het zicht ook belemmerde. Een vaag geroezemoes en gelach klonk vanuit de gelagkamer. De deur van de ingang, die ooit bruin geschilderd was geweest, stond op een kier. Ook daar probeerden we naar binnen te gluren. Dat ging ook niet want de deur gaf toegang tot een soort halletje, een soort sluis, voordat je in de eigenlijke kroeg kwam. Alles zag er erg groezelig uit.
Eigenlijk wilden we al weer weg gaan, maar 1 van de kinderen moest plassen. Tja, wat doe je dan. We keken elkaar even aan, haalden onze schouders op en Jan Jans en de kinderen gingen naar binnen. Een bedompte geur van bier en sigarettenrook kwam ons tegemoet. Aan een grote tafel zaten een twintigtal arbeiders in werkkleding achter grote glazen bier. Het gepraat en gelach verstomde direct. Nu ben ik geen pastoor, maar het was net of de pastoor langskwam. Doodstil werd het. Aandachtig werden we bekeken door het werkvolk. Langzaam ging het gesprek weer op gang. Een ober in een, wonderlijk genoeg, smetteloos wit overhemd en een keurig gestreken zwarte broek liep met het zweet op zijn rode voorhoofd door de zaal, druk bezig met het aanslepen van de glazen bierpullen met handvat. In zijn kontzak een grote zwarte portemonee aan een ketting.
De kinderen doken direct het toilet in. Schuchter namen mijn vrouw en ik plaats aan een oud houten tafeltje waar vier stoelen van verschillende makelij bij stonden. Op de tafel een groen tafelkleed van een bepaald (bekend) biermerk, keurig met de puntjes van het kleed aan elke kant van de tafel. Op de tafel een grote glazen asbak, gesponsord door hetzelfde biermerk. Verder werd de tafel versierd door een klein glazen potje met wat plastic bloemen waar dik het stof op zat. En verder nog een klein plastic rekje waar een zestal uitermate goed en veel gebruikte bierviltjes in stonden, Sommige krom van het vocht. Uiteraard van hetzelfde, naderhand door mij veel geprezen, biermerk.
De jongens kwamen giechelend terug uit de WC. De oudste fluisterde mij in het oor dat het DAAR niet erg schoon was. De jongste vulde aan dat ze een wedstrijdje hadden gehouden wie het hoogste tegen de muur kon plassen. De jongste had gewonnen.
De ober kwam. Sprak geen duits, sprak geen engels. Er verscheen nog veel meer zweet op zijn voorhoofd. Het boekje van "hoe zeg ik het in het Tsjechisch" kwam tevoorschijn. Het bestellen van een biertje ging nog wel. Ook de cola's van de kinderen verstond de ober, maar een glas rode wijn....? Gelukkig werd de goede man geholpen door een oude man, die het gestuntel van de ober vanaf de bakstafel had gezien. De oude man sprak een paar woordjes duits en met behulp van deze man konden we een bestelling plaatsen. Iets van gebakken syr (gebakken kaas) of zoiets. Gekleed in een oude overall die ooit blauw of donkerblauw was geweest, maar nu vaalgrijsblauw van het wassen. Op sommige plaatsen was een poging gedaan om middels wat lapwerk het "uniform" van de man te repareren. Gemakshalve trok de man een stoel bij. Binnen een half uur hadden we zijn hele levensverhaal onder het nuttigen van een paar biertjes en een ander glaasje van onbestemde inhoud aangehoord. De man was dorpssmid en daarnaast maakte hij wat kunst van ijzer enzo. Of we zijn werkplaats eens wilden bezichtigen?
Tijdens het eten was deze man zo vrij om aan onze tafel te blijven zitten. Hij had inmiddels gezelschap gekregen van een dorpsgenoot, zodat het wat krap werd aan het tafeltje. Glas leeg..... direct werd er een volle aangesleept. Bestellen was niet nodig. Op een gegeven moment, toen we bijna van plan waren te vertrekken, vroeg de man of ik mijn ALMERE T-shirt wilde ruilen tegen zijn T-shirt. De overall werd losgeknoopt en een T-shirt met een bieropschrift kwam te voorschijn. Het ruilobject. Een Deens biermerk.. Maar verder een puntgaaf T-shirt. Ach, ik houd wel van dit soort spontaniteit en wat kan mij dat Almere-T-shirt schelen. Ter plaatse werden de bovenlijven ontbloot. Mijn gespierde en gebruinde body tegenover de magere bleke kippeborst van de oude Tsjech. De shirts wisselden van lichaam. Het warme bezwete shirt van de Tsjech tegen het schone naar Ariel ruikende T-shirt van mij. Het tafereel werd gadegeslagen door de overige mannen aan de bakstafel. Het was net of de pastoor weer langs kwam. Doodstil, daarna gelach en geklap. Er volgden nog een paar biertjes en een bezoekje aan het door de jongens veelbesproken mannentoilet, waarna we na betaling van een luttel bedrag, de hostinec verlieten. Niet nadat we alle mannen in de kroeg hadden gegroet.
Moraal van dit verhaal?? Loop nooit voorbij een oude haveloos gebouw met het opschrift HOSTINEC!!!
Eigenlijk wilden we al weer weg gaan, maar 1 van de kinderen moest plassen. Tja, wat doe je dan. We keken elkaar even aan, haalden onze schouders op en Jan Jans en de kinderen gingen naar binnen. Een bedompte geur van bier en sigarettenrook kwam ons tegemoet. Aan een grote tafel zaten een twintigtal arbeiders in werkkleding achter grote glazen bier. Het gepraat en gelach verstomde direct. Nu ben ik geen pastoor, maar het was net of de pastoor langskwam. Doodstil werd het. Aandachtig werden we bekeken door het werkvolk. Langzaam ging het gesprek weer op gang. Een ober in een, wonderlijk genoeg, smetteloos wit overhemd en een keurig gestreken zwarte broek liep met het zweet op zijn rode voorhoofd door de zaal, druk bezig met het aanslepen van de glazen bierpullen met handvat. In zijn kontzak een grote zwarte portemonee aan een ketting.
De kinderen doken direct het toilet in. Schuchter namen mijn vrouw en ik plaats aan een oud houten tafeltje waar vier stoelen van verschillende makelij bij stonden. Op de tafel een groen tafelkleed van een bepaald (bekend) biermerk, keurig met de puntjes van het kleed aan elke kant van de tafel. Op de tafel een grote glazen asbak, gesponsord door hetzelfde biermerk. Verder werd de tafel versierd door een klein glazen potje met wat plastic bloemen waar dik het stof op zat. En verder nog een klein plastic rekje waar een zestal uitermate goed en veel gebruikte bierviltjes in stonden, Sommige krom van het vocht. Uiteraard van hetzelfde, naderhand door mij veel geprezen, biermerk.
De jongens kwamen giechelend terug uit de WC. De oudste fluisterde mij in het oor dat het DAAR niet erg schoon was. De jongste vulde aan dat ze een wedstrijdje hadden gehouden wie het hoogste tegen de muur kon plassen. De jongste had gewonnen.
De ober kwam. Sprak geen duits, sprak geen engels. Er verscheen nog veel meer zweet op zijn voorhoofd. Het boekje van "hoe zeg ik het in het Tsjechisch" kwam tevoorschijn. Het bestellen van een biertje ging nog wel. Ook de cola's van de kinderen verstond de ober, maar een glas rode wijn....? Gelukkig werd de goede man geholpen door een oude man, die het gestuntel van de ober vanaf de bakstafel had gezien. De oude man sprak een paar woordjes duits en met behulp van deze man konden we een bestelling plaatsen. Iets van gebakken syr (gebakken kaas) of zoiets. Gekleed in een oude overall die ooit blauw of donkerblauw was geweest, maar nu vaalgrijsblauw van het wassen. Op sommige plaatsen was een poging gedaan om middels wat lapwerk het "uniform" van de man te repareren. Gemakshalve trok de man een stoel bij. Binnen een half uur hadden we zijn hele levensverhaal onder het nuttigen van een paar biertjes en een ander glaasje van onbestemde inhoud aangehoord. De man was dorpssmid en daarnaast maakte hij wat kunst van ijzer enzo. Of we zijn werkplaats eens wilden bezichtigen?
Tijdens het eten was deze man zo vrij om aan onze tafel te blijven zitten. Hij had inmiddels gezelschap gekregen van een dorpsgenoot, zodat het wat krap werd aan het tafeltje. Glas leeg..... direct werd er een volle aangesleept. Bestellen was niet nodig. Op een gegeven moment, toen we bijna van plan waren te vertrekken, vroeg de man of ik mijn ALMERE T-shirt wilde ruilen tegen zijn T-shirt. De overall werd losgeknoopt en een T-shirt met een bieropschrift kwam te voorschijn. Het ruilobject. Een Deens biermerk.. Maar verder een puntgaaf T-shirt. Ach, ik houd wel van dit soort spontaniteit en wat kan mij dat Almere-T-shirt schelen. Ter plaatse werden de bovenlijven ontbloot. Mijn gespierde en gebruinde body tegenover de magere bleke kippeborst van de oude Tsjech. De shirts wisselden van lichaam. Het warme bezwete shirt van de Tsjech tegen het schone naar Ariel ruikende T-shirt van mij. Het tafereel werd gadegeslagen door de overige mannen aan de bakstafel. Het was net of de pastoor weer langs kwam. Doodstil, daarna gelach en geklap. Er volgden nog een paar biertjes en een bezoekje aan het door de jongens veelbesproken mannentoilet, waarna we na betaling van een luttel bedrag, de hostinec verlieten. Niet nadat we alle mannen in de kroeg hadden gegroet.
Moraal van dit verhaal?? Loop nooit voorbij een oude haveloos gebouw met het opschrift HOSTINEC!!!