Startpunt en eindpunt is voor ons Márinkův kříž aan de rand van Vysoké nad Jizerou. Maar vanaf de 14 kun je ook in- en voorbij Hradsko over de Jizera om op de route te komen.
Deze keer een wandelroute die voor ons eigenlijk al start bij de voordeur. Na een tip van forumlid Loek zetten wij de volgende dag koers richting burchtruïne Nístějka, welke pal aan de 14 en de Jizera is gelegen. Loek wil graag mee wandelen maar is helaas ziek, dus vertrekken wij met z’n tweetjes met de hond als dankbare metgezel. Wanneer je bij ons de heuvel oploopt kom je al vrij snel op de wandelroute, hierboven in het rood aangegeven.
Het monument Márinkův kříž staat bovenop de heuvel.
Zittend op het bankje een heerlijk rustpunt, in de zomer zit je lekker in de schaduw van de lindes.
Er is weinig informatie te vinden over dit kruis. Volgens enkele korte beschrijvingen is het opgericht in 1848 door mevrouw Háskovými, ter nagedachtenis aan haar zoon, een theologiestudent, die in de Elbe in Litomerice door de verdrinkingsdood om het leven is gekomen.
Helaas heeft het een dag eerder behoorlijk geregend en is de sneeuw grotendeels verdwenen. Vandaag is het wel droog, maar alles lijkt zo grauw nu de sneeuw verdwenen is en het zonnetje niet schijnt. Desondanks is het uitzicht vanaf het bankje geweldig!
Terwijl het buurmeisje op haar paard weer huiswaarts keert, wandelen wij verder het geasfalteerde pad op.
We passeren een kleine bossage, waar zowaar een woonwagen staat. Niemand thuis helaas, we hadden graag kennis gemaakt met deze naaste buren. Geen idee van wie het is en waar het voor bedoeld is, maar hoe dan ook, de bewoners hebben een magnifiek uitzicht. Wij zijn zo’n beetje de eerste buren op een kilometer afstand, dus alle rust en ruimte. Het is ook best mogelijk dat het van de boer is die het enorme stuk land bezit waar dit pad dwars doorheen loopt. Om in te schuilen of een tukkie te doen na noeste arbeid. Of een schuilplaats voor jagers uit de regio, het blijft gissen. Ik druk mijn neus tegen het enigszins smerige ruitje. Binnen is het donker, maar door een langere sluitertijd te nemen en de camera zo stil mogelijk te houden vang ik toch nog aardig wat licht in de lens. Aan de rechterkant staat een slaapbankje waar een oude deken op ligt, maar het is er te donker om een fatsoenlijke foto van te maken. Links is een zithoekje en het ziet er opgeruimd uit. Dat het gebruikt wordt is wel duidelijk, de voorzijde heeft een nieuw verandaatje en deur.
Deze keer een wandelroute die voor ons eigenlijk al start bij de voordeur. Na een tip van forumlid Loek zetten wij de volgende dag koers richting burchtruïne Nístějka, welke pal aan de 14 en de Jizera is gelegen. Loek wil graag mee wandelen maar is helaas ziek, dus vertrekken wij met z’n tweetjes met de hond als dankbare metgezel. Wanneer je bij ons de heuvel oploopt kom je al vrij snel op de wandelroute, hierboven in het rood aangegeven.
Het monument Márinkův kříž staat bovenop de heuvel.
Zittend op het bankje een heerlijk rustpunt, in de zomer zit je lekker in de schaduw van de lindes.
Er is weinig informatie te vinden over dit kruis. Volgens enkele korte beschrijvingen is het opgericht in 1848 door mevrouw Háskovými, ter nagedachtenis aan haar zoon, een theologiestudent, die in de Elbe in Litomerice door de verdrinkingsdood om het leven is gekomen.
Helaas heeft het een dag eerder behoorlijk geregend en is de sneeuw grotendeels verdwenen. Vandaag is het wel droog, maar alles lijkt zo grauw nu de sneeuw verdwenen is en het zonnetje niet schijnt. Desondanks is het uitzicht vanaf het bankje geweldig!
Terwijl het buurmeisje op haar paard weer huiswaarts keert, wandelen wij verder het geasfalteerde pad op.
We passeren een kleine bossage, waar zowaar een woonwagen staat. Niemand thuis helaas, we hadden graag kennis gemaakt met deze naaste buren. Geen idee van wie het is en waar het voor bedoeld is, maar hoe dan ook, de bewoners hebben een magnifiek uitzicht. Wij zijn zo’n beetje de eerste buren op een kilometer afstand, dus alle rust en ruimte. Het is ook best mogelijk dat het van de boer is die het enorme stuk land bezit waar dit pad dwars doorheen loopt. Om in te schuilen of een tukkie te doen na noeste arbeid. Of een schuilplaats voor jagers uit de regio, het blijft gissen. Ik druk mijn neus tegen het enigszins smerige ruitje. Binnen is het donker, maar door een langere sluitertijd te nemen en de camera zo stil mogelijk te houden vang ik toch nog aardig wat licht in de lens. Aan de rechterkant staat een slaapbankje waar een oude deken op ligt, maar het is er te donker om een fatsoenlijke foto van te maken. Links is een zithoekje en het ziet er opgeruimd uit. Dat het gebruikt wordt is wel duidelijk, de voorzijde heeft een nieuw verandaatje en deur.