Tabe
† In Memoriam
De karpervijver.
Het klinkt raar, maar pas een jaar of drie geleden heb ik dit meertje ontdekt. Het is hemelsbreed maar 150 meter bij ons huis in Zbyslav vandaan. Heerlijk verscholen tussen struikgewas en loofbomen en vanaf de weg niet te zien. Het is niet groter dan een half voetbalveld. Een “karpervijvertje” waarvan er zoveel zijn in Tsjechie. Een wal/dijkje dat het water tegenhoudt met een afvoer die te regelen is. Bomen en struikgewas aan de kant en rietplanten met toerebouten. En alles gelegen in volstrekte rust en puur natuur. Een broedplaats voor veel vogels. Tijdens de wandeltocht deze zomer zijn we er langs gelopen.
Komt van de week vader Mira langs. In gebroken Duits, aangevuld met wat Tsjechisch en handen- en voetentaal wordt mij duidelijk gemaakt dat het meertje Sobota wordt geleegd om de karpers en andere vissen er uit te halen. Nu weet ik van andere meertjes hoe één en ander in zijn werk gaat. In het verleden heb ik al eens wat fotootjes van een dergelijk iets op het forum gezet. Maar nu...zo dicht bij huis? Dáár moet ik bijzijn, dacht ik.
Zodoende stond ik zaterdagmorgens om negen uur in de koude ochtendzon al met een aantal Zbyslaffers bij het meertje. Dik aangekleed want het vroor nog een beetje, terwijl de zon in een heldere blauwe hemel zijn best deed wat warmer te worden. Het wachten is op Standa, de zwager van Mira. Hij komt aangereden met een zelfgemaakte door een motor aangedreven vihicle en aanhangwagen. En op dit karretje...? Een fust bier van een bekend merk uit Plzen, klobassa, chleba, slivovits, fernet en twee grote emmer-achtige pannen met soep. Goulashsoep.
Inmiddels waren er al voorbereidingen genomen voor het afvoeren van het water uit het meer. De sluis was geopend en met grote kracht verdween het water in een beekje dat uitkomt in de rivier de Uhlava. Dit riviertje gaat overigens dwars door het jachtgebied van Mira. Inmiddels is er een behoorlijk houtvuurtje gemaakt waaraan een aantal “visser” zich kouwelijk warmen. Want het was fris! En wat kan naast dit vuurtje beter warmen dan een stamperleetje, een kleine hoeveelheid slivovits, zo uit de fles. En dat om half tien s’ochtends. Terwijl het meertje langzaam leegliep werd het best gezellig zo aan de kant, bij het vuurtje. De pullen bier kwamen tevoorschijn en de worstjes (klobassa) boven het houtvuur geroosterd. Een sociaal gebeuren, dit “leeg laten lopen” van het meer. Naarmate de ochtend vorderde werd het gezelliger. De vrouwelijke dorpsbevolking en kinderen kwamen er bij. De goulashsoep met brood werd uitgedeeld. En dat allemaal terwijl het meertje leegliep en de eerste spartelende karpers onder een oooh een aah te voorschijn kwamen.
Een aantal mannen was inmiddels het struikgewas aan het snoeien. Er werden overtollige, (voornamelijk berke-)bomen gekapt en riet met toerebouten verwijderd. Eén van de mannen was kennelijk houthakker want hij had de leiding van dit snoei- en kapwerk. Met een motorzaag ging hij te keer. Dat hij daarbij ooit wel eens een ongelukje heeft gehad bleek wel uit het aantal vingers dat hij nog had.
Toen het meertje bijna leeg was gingen twee mannen met lieslaarzen het water in en werden de grote karpers uit de poel gevist. Onvoorstelbaar hoeveel vis er in zo’n relatief klein vijvertje zitten. En wat voor knapen van karpers! Oók werden er twee heel grote andere vissen gevangen. Ongeveer één meter lang; geweldige beesten. Deze werden appart gehouden in een bak want ze zouden later worden teruggezet in het meer. Deze grote vissen eten namelijk de vegitatie van de bodem en houden zo dus de bodem van het meer schoon. In totaal werden er twee grote bakken met vis uit de vijver gehaald. Voor een gering bedrag kon men van de eignaar van de visvijver één of meerdere vissen kopen. Voor 50 kronen had je twee redelijk grote karpers. Oók mij werd zoiets aangeboden. Maar ik moet er niet aan denken, die gratenboel. Nee, aan mijn niet besteed. En met de terugtocht naar Nederland ook geen aanlokkelijke gedachte zo’n visje in de kofferbak. De meeting duurde nog tot ver in de middag die wij, helaas, voortijdig moesten verlaten voor onze thuisreis naar Nederland. Maar het was wel een geweldige ervaring. Hoe je er ook over mag denken over deze manier van visvangst; het hoort bij de de dorpscultuur van de Tsjechen. Het was genieten geblazen.
Hieronder een impressie. Helaas heb ik geen fotootjes van de vissen want toen het er op aan kwam waren de batterijen van mijn fototoestel leeg. Skoda.
Het klinkt raar, maar pas een jaar of drie geleden heb ik dit meertje ontdekt. Het is hemelsbreed maar 150 meter bij ons huis in Zbyslav vandaan. Heerlijk verscholen tussen struikgewas en loofbomen en vanaf de weg niet te zien. Het is niet groter dan een half voetbalveld. Een “karpervijvertje” waarvan er zoveel zijn in Tsjechie. Een wal/dijkje dat het water tegenhoudt met een afvoer die te regelen is. Bomen en struikgewas aan de kant en rietplanten met toerebouten. En alles gelegen in volstrekte rust en puur natuur. Een broedplaats voor veel vogels. Tijdens de wandeltocht deze zomer zijn we er langs gelopen.
Komt van de week vader Mira langs. In gebroken Duits, aangevuld met wat Tsjechisch en handen- en voetentaal wordt mij duidelijk gemaakt dat het meertje Sobota wordt geleegd om de karpers en andere vissen er uit te halen. Nu weet ik van andere meertjes hoe één en ander in zijn werk gaat. In het verleden heb ik al eens wat fotootjes van een dergelijk iets op het forum gezet. Maar nu...zo dicht bij huis? Dáár moet ik bijzijn, dacht ik.
Zodoende stond ik zaterdagmorgens om negen uur in de koude ochtendzon al met een aantal Zbyslaffers bij het meertje. Dik aangekleed want het vroor nog een beetje, terwijl de zon in een heldere blauwe hemel zijn best deed wat warmer te worden. Het wachten is op Standa, de zwager van Mira. Hij komt aangereden met een zelfgemaakte door een motor aangedreven vihicle en aanhangwagen. En op dit karretje...? Een fust bier van een bekend merk uit Plzen, klobassa, chleba, slivovits, fernet en twee grote emmer-achtige pannen met soep. Goulashsoep.
Inmiddels waren er al voorbereidingen genomen voor het afvoeren van het water uit het meer. De sluis was geopend en met grote kracht verdween het water in een beekje dat uitkomt in de rivier de Uhlava. Dit riviertje gaat overigens dwars door het jachtgebied van Mira. Inmiddels is er een behoorlijk houtvuurtje gemaakt waaraan een aantal “visser” zich kouwelijk warmen. Want het was fris! En wat kan naast dit vuurtje beter warmen dan een stamperleetje, een kleine hoeveelheid slivovits, zo uit de fles. En dat om half tien s’ochtends. Terwijl het meertje langzaam leegliep werd het best gezellig zo aan de kant, bij het vuurtje. De pullen bier kwamen tevoorschijn en de worstjes (klobassa) boven het houtvuur geroosterd. Een sociaal gebeuren, dit “leeg laten lopen” van het meer. Naarmate de ochtend vorderde werd het gezelliger. De vrouwelijke dorpsbevolking en kinderen kwamen er bij. De goulashsoep met brood werd uitgedeeld. En dat allemaal terwijl het meertje leegliep en de eerste spartelende karpers onder een oooh een aah te voorschijn kwamen.
Een aantal mannen was inmiddels het struikgewas aan het snoeien. Er werden overtollige, (voornamelijk berke-)bomen gekapt en riet met toerebouten verwijderd. Eén van de mannen was kennelijk houthakker want hij had de leiding van dit snoei- en kapwerk. Met een motorzaag ging hij te keer. Dat hij daarbij ooit wel eens een ongelukje heeft gehad bleek wel uit het aantal vingers dat hij nog had.
Toen het meertje bijna leeg was gingen twee mannen met lieslaarzen het water in en werden de grote karpers uit de poel gevist. Onvoorstelbaar hoeveel vis er in zo’n relatief klein vijvertje zitten. En wat voor knapen van karpers! Oók werden er twee heel grote andere vissen gevangen. Ongeveer één meter lang; geweldige beesten. Deze werden appart gehouden in een bak want ze zouden later worden teruggezet in het meer. Deze grote vissen eten namelijk de vegitatie van de bodem en houden zo dus de bodem van het meer schoon. In totaal werden er twee grote bakken met vis uit de vijver gehaald. Voor een gering bedrag kon men van de eignaar van de visvijver één of meerdere vissen kopen. Voor 50 kronen had je twee redelijk grote karpers. Oók mij werd zoiets aangeboden. Maar ik moet er niet aan denken, die gratenboel. Nee, aan mijn niet besteed. En met de terugtocht naar Nederland ook geen aanlokkelijke gedachte zo’n visje in de kofferbak. De meeting duurde nog tot ver in de middag die wij, helaas, voortijdig moesten verlaten voor onze thuisreis naar Nederland. Maar het was wel een geweldige ervaring. Hoe je er ook over mag denken over deze manier van visvangst; het hoort bij de de dorpscultuur van de Tsjechen. Het was genieten geblazen.
Hieronder een impressie. Helaas heb ik geen fotootjes van de vissen want toen het er op aan kwam waren de batterijen van mijn fototoestel leeg. Skoda.