Kom, zei ik, ga eens mee.
Kunnen jullie ons huis zien in Tsjechie.
Ach, zei mijn vader, we hebben geen koffers voor de bagage.
Ik heb koffers, zei ik, genoeg voor allemaal.
Er gaat weer een week over heen.
Hebben jullie er over na gedacht, vraag ik.
Ach jongen, zegt mijn moeder, hoever is het wel niet.
Nou gewoon, 8 à 9 uur rijden.
Lang, m’n jongen dat is lang.
Ach, welnee, beetje kletsen en de tijd vliegt.
Overnachten we in Kassel, leuk, 4 uur rijden en lekker een hotel in.
Volgende dag verder.
Nou dat was ook niks.
Smoezen volgen.
Zijn jullie nou niet nieuwsgierig?
Jawel, m’n jongen, maar die afstand en wat moeten wij oude mensen daar nou doen?
Ah, joh, zoveel.
Alleen de natuur al.
Uiteindelijk zijn ze mee gegaan.
De reis was ze erg mee gevallen.
Het was bewolkt toen we aankwamen.
Even lekker gegeten en we hebben ze naar bed gebracht.
Nou Mam, hoe is de eerste indruk?
Mooi, jongen, heel mooi.
En Pa, voorzichtig met de trap.
Tot morgen en slaap lekker.
Slaap lekker, jongen.
En als jullie morgen wakker worden, even het balkon op en over de bergen kijken, genieten.
De volgende morgen sta ik op.
Stap het balkon op, het is bewolkt.
Ineens breekt de bewolking.
De zon breekt door.
Ik zie dwars door de zon mijn vader en moeder.
Ze knikken en lijken te zeggen: goed gedaan jochie.
Geniet maar.
Ik stap naar binnen en doe de deur dicht……………………
Je begrijpt het al.
Mijn ouders zijn allang overleden, hebben nooit iets van ons kotje in Tsjechie meegemaakt.
Het is het verlangen naar iets wat buiten je bereik ligt.
Nog één keertje met je ouders willen praten.
Één keertje, is dat te veel gevraagd?
Kunnen jullie ons huis zien in Tsjechie.
Ach, zei mijn vader, we hebben geen koffers voor de bagage.
Ik heb koffers, zei ik, genoeg voor allemaal.
Er gaat weer een week over heen.
Hebben jullie er over na gedacht, vraag ik.
Ach jongen, zegt mijn moeder, hoever is het wel niet.
Nou gewoon, 8 à 9 uur rijden.
Lang, m’n jongen dat is lang.
Ach, welnee, beetje kletsen en de tijd vliegt.
Overnachten we in Kassel, leuk, 4 uur rijden en lekker een hotel in.
Volgende dag verder.
Nou dat was ook niks.
Smoezen volgen.
Zijn jullie nou niet nieuwsgierig?
Jawel, m’n jongen, maar die afstand en wat moeten wij oude mensen daar nou doen?
Ah, joh, zoveel.
Alleen de natuur al.
Uiteindelijk zijn ze mee gegaan.
De reis was ze erg mee gevallen.
Het was bewolkt toen we aankwamen.
Even lekker gegeten en we hebben ze naar bed gebracht.
Nou Mam, hoe is de eerste indruk?
Mooi, jongen, heel mooi.
En Pa, voorzichtig met de trap.
Tot morgen en slaap lekker.
Slaap lekker, jongen.
En als jullie morgen wakker worden, even het balkon op en over de bergen kijken, genieten.
De volgende morgen sta ik op.
Stap het balkon op, het is bewolkt.
Ineens breekt de bewolking.
De zon breekt door.
Ik zie dwars door de zon mijn vader en moeder.
Ze knikken en lijken te zeggen: goed gedaan jochie.
Geniet maar.
Ik stap naar binnen en doe de deur dicht……………………
Je begrijpt het al.
Mijn ouders zijn allang overleden, hebben nooit iets van ons kotje in Tsjechie meegemaakt.
Het is het verlangen naar iets wat buiten je bereik ligt.
Nog één keertje met je ouders willen praten.
Één keertje, is dat te veel gevraagd?