24 uur Praag

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Freddy2005

† In Memoriam
Pure poezie is het, de namen van de Praagse metrolijn A op een rij.
Een voor een kwamen ze langs als ik van mijn hotel aan de rand van de stad naar de gebouwen van de Tsjechische TV reisde, aan de andere kant van de stad.
Ik ben hier op bezoek bij mijn collega’s van CT24, een publieke 24-uurs nieuwszender. Hopelijk leer ik van hun ideeen en werkwijze, zoals ik hoop dat ze iets aan mijn inzichten hebben.


Van oud naar nieuwe en terug

Het is geen vrolijke omgeving. De lucht is loodgrijs, en ook dat doet de zaak weinig goed.
Veel moderne nieuwbouw staat hier, maar de huisvesting van Ceska Televize is nog uit de jaren ‘70, dus dan weet je het wel. Het communisme had het land nog stevig in zijn greep, evenals een beperkte groep gezagsgetrouwe architecten. Veel beton, vaal glas en verschoten kleuren. Binnen kan het ook wel een verfje gebruiken, evenals een nieuw lapje op het meubilair.

Alles verandert als je de mensen ontmoet. Professioneel, oprecht aardig en jong. Chef buitenland Martin Reznicek is 33. Scherp en doortastend is hij, maar inderdaad erg jong, dat vindt hij zelf ook. Liever had hij nog een aantal jaren gehad om naar die functie toe te groeien.Maar de oude garde moest worden vervangen, vast als ze zaten in de tijd van voor de Fluwelen Revolutie van najaar 1989, waardoor ze niet meer functioneren in deze nieuwe samenleving en in deze nieuwe organisatie. Te autoriteiten-gevoelig en ontoegankelijk. Om het aardig te zeggen. Daarom zijn ze weggepromoveerd, naar wat de jongere generatie “De Goelag” noemt: een gang ergens in dit grote gebouw, waar ze met onduidelijke activiteiten hun dagen slijten.

Toch duiken dit soort afgeschreven functionarissen de laatste tijd weer op in actieve dienst. Met de komst van een nieuwe directeur-generaal voor de publieke zenders werd ook een aantal van deze fossielen wakker gekust. Ze krijgen dan de niet nader omschreven rang van supervisor en zijn in die functie iedereen tot last, zonder dat ze overigens duidelijke doelen nastreven. Het lijkt een kwestie van het hebben van de juiste vrienden aan de top. Want daar schijnt het ook niet helemaal pluis te zijn. Er worden daar opdrachten gegeven aan bijvoorbeeld externe productiebedrijven, waar iedereen beter van wordt, behalve de kijker.

Veel doen met weinig

Op de jeugd komt het dus aan. Het is een kleine redactie, die ook nog eens grotendeels onzichtbaar is. De architectuur voorziet niet in een grote redactieruimte, waar iedereen bij elkaar zit zoals vrijwel overal ter wereld. Op de redactie, ter grootte van een halve gymzaal en zichtbaar door de grote ruit achter de presentator, zitten alleen de mensen die direct betrokken zijn bij de uitzending. Alle andere zitten in kleine kamertjes, verbonden door lange gangen met alweer voornamelijk grijs als steunkleur. Hoe de communicatie tussen de redacteuren verloopt is niet helemaal duidelijk, wel dat die lastig is. Er is sprake van nieuwbouw. Maar ja, hoe gaat dat. Dat is iets van lange adem. Die heeft ook Martin Reznicek nodig, want ik zie hem voor weer een bespreking door het hele gebouw rennen, naar weer een andere verdieping. Natuurlijk kan hij telefonisch overleggen vanuit zijn sombere kamer, maar het liefste kijkt hij de mensen waarmee hij afspraken maakt in de ogen.

17 uur per dag zendt CT24 uit met en marktaandeel van ruim 15 procent. Dat is veel, zeker als je de omvang van de organisatie ziet. Nieuws, achtergrond, in het weekeinde daarbij nog discussie- en themaprogramma’s. Maar ook wordt er veel live geschakeld, zoals dat hoort bij een nieuwszender. Als ik er ben wordt de uitspraak integraal uitgezonden in het strafproces tegen een aantal skinheads. Ze hadden een woning van zigeuners in de fik gezet, waarbij een aantal gewonden viel, onder wie een klein meisje. Nu zijn ook in Tsjechie zigeuners niet erg populair, maar deze daad veroorzaakte een golf van verontwaardiging en de uitspraak is de opening van alle journaals.

Ondanks alles onpartijdig

Is de verslaggeving onafhankelijk en onpartijdig? Dat is een goeie vraag in een land waar de 50-plussers in de journalistiek weliswaar uitgerangeerd zijn, maar waar een deel van de samenleving nog is doortrokken met oude gewoontes en communistische reflexen. Want soms wordt het als een nadeel gezien dat de revolutie van 1989 van fluweel was. Er is nooit een duidelijk streep onder het verleden getrokken. Het kader bleef vaak zitten en deed weer mee alsof er niets was gebeurd. Zo werd in Tsjechie als enige ex-Oostblokland de Communistsche Partij niet omgevormd tot een Sociaal Democratische. Bij parlementsverkiezingen scoren de Communisten nog altijd zo’n 15 procent. Dat zegt ook iets aan de cultuur aan de top, die elkaar met name bij openbare aanbestedingen substantiele bedragen toeschuift.
Is onafhankelijke journalistiek dan mogelijk? Ja, zegt een parlementair verslaggever, die al meerdere malen zo’n corruptiegeval aan het licht bracht. En voor je leven hoef je ook niet te vrezen, zoals dat bijvoorbeeld in Rusland wel het geval is.

Oude gewoontes

Het is tegen tweeen. Tijd voor een verlate lunch. Dat doen we in het gebouw ernaast. En inderdaad, als je hun eigen kantine ziet in een raamloze kelder, weet je gelijk hoe het daar smaakt. Het is een geanimeerde drukte in het bedrijfsrestaurant. Grote borden warm eten worden er weggewerkt. Ook dat is een oude communistische gewoonte. Maar een die wel wordt gekoesterd.

Hans Brom/weblogs.nos.nl
 

Freddy2005

† In Memoriam
Levend verleden in Praag

Het verschil valt me mee, Praag 20 jaar geleden, en nu.
Westerse uiterlijkheden als een overal grijnzende Kentucky Fried Chicken of de groene Starbucksster zijn nieuw. Maar het is dezelfde stad, die door het uitblijven van oorlog, bombardementen en projectontwikkelaars al eeuwen dezelfde gedaante heeft.
Een veilige haven in roerig Europa.


In het vliegtuig er naartoe lees ik in de International Herald Tribune dat er een verhoogde kans is op terroristische aanslagen, met name bij toeristische trekpleisters en op het openbaar vervoer. Hoewel de ervaring leert dat het meestal zo’n vaart niet loopt, zit het toch niet helemaal lekker in een vliegtuig. Temeer daar ik ergens onderweg ongemerkt een kleine schaafwond aan mijn hand heb opgelopen, en het bloed vrijelijk aan mijn overhemd heb afgesmeerd, zodat ik eruit zie alsof ik die ochtend al een gijzeling achter de rug heb.

Na de Revolutie

In april 1990 kwam ik voor het eerst in Praag. Het land moest zijn nieuwe vorm nog vinden. De Fluwelen Revolutie was nog maar een paar maanden achter de rug. Ik wilde graag zelf gaan kijken, nadat ik er op de Journaalredactie menig onderwerp over had gemaakt. Met altijd dat duizendvoudig omhooggehouden postertje met het portret van Vaclav Havel erop. “Havel na Hrad” stond eronder, Havel naar de burcht, naar het presidentiele paleis. Die postertjes waren nergens meer te bekennen. Tot opeens er op de hoge ramen van de Praagse kunstacademie er nog een paar bleken te hangen. Na wat halsbrekende toeren, het liep nog bijna verkeerd af, wist een behulpzame student er een voor mij los te peuteren. Hij hangt nog steeds bij mij thuis, als trofee en souvenir.



Tegenwoordig heeft het centrum van Praag trekjes van een filiaal van Eurodisney. Niet alleen is dat centrum ongeschonden, het is ook genadeloos opgeknapt. Met een klein torentje op iedere hoek van iedere grotere toren lijkt het meer Bommelstein dan een wereldstad. Toch is het dat wel. Praag is een stad die niet onderdoet voor haar West-Europese zustersteden. Een bovengemiddeld rijke stad is het ook, met een onwaarschijnlijke 0,2 procent werkloosheid. “Wie hier geen baan heeft, wil niet werken”, wordt er dan gezegd.
Zoals in alle wereldsteden is ook hier de permanente dreun te horen van dichte drommen toeristen. Zelfs in het laagseizoen, ik neem aan dat het begin oktober niet op z’n drukst is, marcheren de rijen door de smalle straten van en naar de Karelsbrug. Inderdaad, een wonder van schoonheid, maar liever niet zo.


Havel na Hrad

Het is ook het uitzicht vanaf deze brug, dat deze plek zo bijzonder maakt: de burcht, waar Vaclav Havel tot zijn eigen verbazing als president mocht gaan wonen. De gang van dissident naar staatshoofd levert altijd een ongewoon verhaal op. Eind jaren ‘80 kenden we Havel alleen van een kort, schokkerig 8mm-filmpje, gedraaid in zijn kleine flatje. Hij was toen alleen bekend als toneelschrijver en grondlegger van de burgerrechtengroep Charta 77. Door de postertjes bij de demonstraties op het Wenceslausplein kreeg hij een nieuw gezicht, dat nog meer contour kreeg toen hij in de laatste dagen van 1989 tot president werd gekozen.
Ook dat levert een herinnering op aan de eerste maanden van 1990: van de man die tot voor kort een publikatieverbod had, werden nu de toneelstukken opgevoerd in de mooiste schouwburg van Praag. Een kaartje was dubbeltjeswerk. Ik zei toen dat prachtig te vinden, maar door het wrakke oortelefoontje met simultaanvertaling hoorde ik weinig meer dan hard gekraak.

Deze keer in Praag ben ik op zoek naar de cafe’s waar Havel in zijn dissidententijd zat. Een van die tenten waar hij volgens de overlevering vaak kwam was U Vejvodu, in de Jiltska nummer 4. Met veel vrienden en veel bier werd hier besproken hoe die betere wereld er uit zou moeten zien. Aan de buitenkant lijkt U Vejvodu niet meer dan een klein kroegje, maar loop je de zaak in, rechtsaf linksaf de gang door, dan kom je in een grote hal, waar voorlopig niet weg wil.

Het cafe heeft zijn eigen biermerk, dat niet met vaatjes maar een paar keer per week per tankwagen wordt aangevoerd. Hoeveel dorst kan een mens hebben? Het is een zeer smakelijk en fruitig bier, dat uitsluitend per halve liter wordt geserveerd. De bierconsumptie in Tsjechie is een van de hoogste ter wereld, wordt mij met enige trots verteld. Het opmerkelijkste is nog, dat ze daarbij de minzaamheid zelve blijven. Engelsen bijvoorbeeld worden na een paar glazen eerst luidruchtig, dan gaan ze hard zingen en slaan vervolgens de omstanders hardhandig in elkaar.
Zo niet de Tsjechen. Aan het tafetje naast mij zitten drie mannen die zojuist hun derde, wellicht al de vierde halve literpint krijgen geserveerd. Af en toe wordt er gelachen, maar dan praten ze verder op gedempte toon en maken elkaar bijvoorbeeld attent op een vergeten broodkruimel op de kin. Ik ben halverwege mijn eerste halve liter als mijn bord eten wordt neergezet: een royale schotel met forse stukken vlees in saus, een klodder room, gekookte plakken brood en veel witte kool. Heerlijk, maar je zou na afloop het liefst eerst even willen gaan liggen. Maar daar is de serveerster alweer die met een fijne glimlach een nieuwe, volle pint voor me neerzet.
Na ruim een liter bier hapert de machinerie en geef ik me gewonnen. Mijn onderzoek naar de bronnen van Havel’s wijsheid is voltooid.

Hans Brom/weblogs.nos.nl
 
Bovenaan