kuurgast
Donateur
Nieuw boek: Praagse winter. Het verhaal van mijn jeugd in oorlogstijd, 1937-1948.
De vroegere Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Albright gaat op zoek naar haar joods-Tsjechische wortels. Behalve een persoonlijke familiegeschiedenis krijgt de lezer een uitstekend tijdsbeeld.
Madeleine Albright was 59 toen ze te weten kwam dat ze joodse wortels heeft. Nooit had iemand haar verteld – ook haar ouders niet – dat het gezin op de vlucht was geslagen voor het nazisme en dat meer dan 20 familieleden de oorlog niet hadden overleefd. In Praagse Winter gaat de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken - onder president Clinton - op zoek naar haar persoonlijke geschiedenis in Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Londen voor, tijdens en na de oorlogsjaren.
“Anti-Joodse discriminatie”
De wereld leert Madeleine Albright in 1993 kennen als Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties. Het is een ‘zichtbare’ job en Albright begint brieven te ontvangen van mensen die vertellen dat ze haar familie gekend hebben in Tsjechoslowakije voor de Tweede Wereldoorlog. Eén brief viel op, in december 1996. Een vrouw van 74 schreef dat haar familie zaken had gedaan met Albrights grootouders van moederskant, “die in de oorlog slachtoffer waren geworden van anti-Joodse discriminatie”. Albright wist – gezien haar functie – dat ze dit meteen moest uitzoeken. Maar journalist Michael Dobbs van The Washington Post was haar voor: Albright had joodse roots en drie van haar grootouders waren omgekomen in de concentratiekampen.
De kleine Madlenka
Madeleine Albright is geboren in Praag, in 1937, als Marie Jana Korbelová. Haar vader Jozef Korbel was een Tsjechische diplomaat. Haar moeder Anna Spiegelová noemde haar lieflijk Madlenka. Albright houdt van haar vaderland, dat blijkt uit de beschrijving van land en volk. Ze bejubelt de pracht van Praag "op haar best in de lente, als de linden geuren naar bloesem, de forsythia goud kleurt en de hemel onbestaanbaar blauw lijkt", en heeft niks dan lof over haar bewoners "die bekendstaan om hun ijver, taaiheid en nuchterheid’".
Meteen na de Duitse invasie vlucht het gezin weg uit Praag, richting Engeland. Vader Korbel werkt in Londen voor de radio-uitzendingen op de BBC van de Tsjechische regering in ballingschap. In die functie volgt hij van dichtbij wat er gebeurt op het diplomatieke en politieke toneel, hoe getracht wordt om Hitlers opmars een halt toe te roepen door samen te werken en hoe dat niet lukt.
Van joods tot katholiek
Toen het gezin Korbel in Londen woonde, bekeerden haar ouders zich allebei tot het rooms-katholicisme. Ook de kleine Madeleine werd gedoopt. Albrights ouders hebben nooit een woord verteld over hun joodse afkomst. Toen zij het te weten kwam, kon ze het hen niet meer vragen. In 'Praagse Winter' speculeert ze over hun motieven. De auteur is ervan overtuigd dat haar ouders zich niet bekeerden om te ontsnappen aan de Holocaust en vertelt dat het zeker geen religieuze kwestie was. De bekering naar het christendom had vermoedelijk wel te maken met identiteit: haar ouders wilden onderstrepen dat ze Tsjechoslowaakse democraten waren en dat kon best met een katholieke achtergrond. Vooral is Albright ervan overtuigd dat haar ouders dachten dat het leven gemakkelijker zou zijn als christenen dan als joden.
De ring van Tito
In 'Praagse Winter' maken we – uiteraard - ook kennis met historische figuren. Niet uit eerste hand, beschrijft Albright de capaciteiten van T.G. Masaryk, de stichter en eerste president van Tsjechoslowakije. We leren hoe haar persoonlijke goede vriend Vaclav Havel als jongen begin jaren 40 erg gefascineerd was door ... uniformen. "Elke dag, als hij maar even de kans had, ging de jongen naar een winkel waar uniformen en medailles in de etalages waren uitgestald. Daar stond hij dan net zolang te kijken tot een volwassene hem bij de arm greep en wegtrok."
Albright vertelt hoe de Finnen de Molotovcocktail uitvonden, genoemd naar de Russische minister van Defensie. En toen haar vader na de oorlog ambassadeur werd in Belgrado, ontmoette ze Tito één keer. "Toen werd de dictator tot ergernis van mijn moeder zachtjes in de richting van zijn eigen meegebrachte eetwaar geduwd" …. De Joegoslavische leider was duidelijk niet geliefd ten huize Korbel, zo blijkt uit het verhaal over de ring die haar moeder van hem kreeg, een ring met een smaragd gevat in veertien diamantjes. "We noemden hem Tito’s ring, en toen mijn vader hem onder ogen kreeg, bromde hij: “Je vraagt je af van wie ze een vinger hebben afgesneden om hieraan te komen". Uiteindelijk kreeg ik de ring; ik droeg hem in 1980 bij Tito’s begrafenis.
Onmenselijke ellende
Albright heeft heel haar leven in exclusieve milieus vertoefd, maar dat maakt haar totaal niet blind voor de gruwelen van de oorlog voor gewone mensen, die niet de mogelijkheid hadden om weg te vluchten of zichzelf in veiligheid te brengen. Ze weet hoe zeker 25 familieleden die in Praag waren gebleven uiteindelijk gedwongen werden om te verhuizen naar het getto van Terezin (Theresienstadt), om nooit meer naar huis terug te keren. Ook haar grootmoeder Ruzena Spiegelova moest in 1942 naar Terezin. Een paar dagen later ging het verder richting oosten. Daar is ze – vermoedelijk in Oost-Polen – geëxecuteerd. Albright brengt Terezin tot leven en kan ondanks alle ellende mooie en hoopvolle momenten en gebeurtenissen naar voren schuiven. Mensen blijken erg creatief in de donkerste dagen van de geschiedenis om fysiek en psychisch te overleven. De joodse gevangenen organiseren theater- en muziekvoorstellingen en behouden een opmerkelijk gevoel voor humor. Ze lachen wanneer ze ongemerkt het Tsjechische volkslied kunnen ‘verstoppen’ in een opvoering. Die momenten staan in schril contrast met de onmenselijke ellende. Ze beschrijft hoe in het getto een chirurg en een vrouw samen – geen van beiden kan het alleen aan – een kerngezonde pasgeboren baby doden. Want een kind baren was verboden. Zo proberen ze het leven van de moeder te redden.
Verenigde Staten
In 1945 keert het gezin Korbel terug naar Praag. In juli van dat jaar vliegt Madeleine met haar moeder, zus en nichtje – haar vader is eerder gevlogen – in de buik van een RAF-bommenwerper weer naar huis, naar Tsjechoslowakije. Ze is dan acht en houdt aan die turbulente vlucht jarenlang vliegangst over. In 1948 ontvlucht het gezin Praag nogmaals, dan vanwege het communisme. De familie Korbel trok naar de Verenigde Staten en kreeg daar in 1949 politiek asiel. En zo werd Madeleine Albright in 1957 een Amerikaanse staatsburger.
Ideale mix
Albright ondernam haar zoektocht naar de familiegeschiedenis niet alleen. Ze kreeg hulp van haar zus Kathy en broer John. Haar persoonlijke familiegeschiedenis maakt dit boek uniek. Bij momenten voel je de hopeloosheid en uitzichtloosheid van oorlog. Maar door verder te gaan dan het persoonlijke verhaal, schetst Albright ook een ruim historisch en politiek kader en krijg je een vollediger beeld van de oorlogsjaren.
Bron: cobra.be
Leesfragment van Praagse winter op athenaeum.nl
Auteur: Madeleine Albright
Vertaald door Corrie van den Berg en Carola Kloos
Ambo/Anthos Uitgevers
ISBN: 9789026323553
De vroegere Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Albright gaat op zoek naar haar joods-Tsjechische wortels. Behalve een persoonlijke familiegeschiedenis krijgt de lezer een uitstekend tijdsbeeld.
Madeleine Albright was 59 toen ze te weten kwam dat ze joodse wortels heeft. Nooit had iemand haar verteld – ook haar ouders niet – dat het gezin op de vlucht was geslagen voor het nazisme en dat meer dan 20 familieleden de oorlog niet hadden overleefd. In Praagse Winter gaat de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken - onder president Clinton - op zoek naar haar persoonlijke geschiedenis in Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Londen voor, tijdens en na de oorlogsjaren.
“Anti-Joodse discriminatie”
De wereld leert Madeleine Albright in 1993 kennen als Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties. Het is een ‘zichtbare’ job en Albright begint brieven te ontvangen van mensen die vertellen dat ze haar familie gekend hebben in Tsjechoslowakije voor de Tweede Wereldoorlog. Eén brief viel op, in december 1996. Een vrouw van 74 schreef dat haar familie zaken had gedaan met Albrights grootouders van moederskant, “die in de oorlog slachtoffer waren geworden van anti-Joodse discriminatie”. Albright wist – gezien haar functie – dat ze dit meteen moest uitzoeken. Maar journalist Michael Dobbs van The Washington Post was haar voor: Albright had joodse roots en drie van haar grootouders waren omgekomen in de concentratiekampen.
De kleine Madlenka
Madeleine Albright is geboren in Praag, in 1937, als Marie Jana Korbelová. Haar vader Jozef Korbel was een Tsjechische diplomaat. Haar moeder Anna Spiegelová noemde haar lieflijk Madlenka. Albright houdt van haar vaderland, dat blijkt uit de beschrijving van land en volk. Ze bejubelt de pracht van Praag "op haar best in de lente, als de linden geuren naar bloesem, de forsythia goud kleurt en de hemel onbestaanbaar blauw lijkt", en heeft niks dan lof over haar bewoners "die bekendstaan om hun ijver, taaiheid en nuchterheid’".
Meteen na de Duitse invasie vlucht het gezin weg uit Praag, richting Engeland. Vader Korbel werkt in Londen voor de radio-uitzendingen op de BBC van de Tsjechische regering in ballingschap. In die functie volgt hij van dichtbij wat er gebeurt op het diplomatieke en politieke toneel, hoe getracht wordt om Hitlers opmars een halt toe te roepen door samen te werken en hoe dat niet lukt.
Van joods tot katholiek
Toen het gezin Korbel in Londen woonde, bekeerden haar ouders zich allebei tot het rooms-katholicisme. Ook de kleine Madeleine werd gedoopt. Albrights ouders hebben nooit een woord verteld over hun joodse afkomst. Toen zij het te weten kwam, kon ze het hen niet meer vragen. In 'Praagse Winter' speculeert ze over hun motieven. De auteur is ervan overtuigd dat haar ouders zich niet bekeerden om te ontsnappen aan de Holocaust en vertelt dat het zeker geen religieuze kwestie was. De bekering naar het christendom had vermoedelijk wel te maken met identiteit: haar ouders wilden onderstrepen dat ze Tsjechoslowaakse democraten waren en dat kon best met een katholieke achtergrond. Vooral is Albright ervan overtuigd dat haar ouders dachten dat het leven gemakkelijker zou zijn als christenen dan als joden.
De ring van Tito
In 'Praagse Winter' maken we – uiteraard - ook kennis met historische figuren. Niet uit eerste hand, beschrijft Albright de capaciteiten van T.G. Masaryk, de stichter en eerste president van Tsjechoslowakije. We leren hoe haar persoonlijke goede vriend Vaclav Havel als jongen begin jaren 40 erg gefascineerd was door ... uniformen. "Elke dag, als hij maar even de kans had, ging de jongen naar een winkel waar uniformen en medailles in de etalages waren uitgestald. Daar stond hij dan net zolang te kijken tot een volwassene hem bij de arm greep en wegtrok."
Albright vertelt hoe de Finnen de Molotovcocktail uitvonden, genoemd naar de Russische minister van Defensie. En toen haar vader na de oorlog ambassadeur werd in Belgrado, ontmoette ze Tito één keer. "Toen werd de dictator tot ergernis van mijn moeder zachtjes in de richting van zijn eigen meegebrachte eetwaar geduwd" …. De Joegoslavische leider was duidelijk niet geliefd ten huize Korbel, zo blijkt uit het verhaal over de ring die haar moeder van hem kreeg, een ring met een smaragd gevat in veertien diamantjes. "We noemden hem Tito’s ring, en toen mijn vader hem onder ogen kreeg, bromde hij: “Je vraagt je af van wie ze een vinger hebben afgesneden om hieraan te komen". Uiteindelijk kreeg ik de ring; ik droeg hem in 1980 bij Tito’s begrafenis.
Onmenselijke ellende
Albright heeft heel haar leven in exclusieve milieus vertoefd, maar dat maakt haar totaal niet blind voor de gruwelen van de oorlog voor gewone mensen, die niet de mogelijkheid hadden om weg te vluchten of zichzelf in veiligheid te brengen. Ze weet hoe zeker 25 familieleden die in Praag waren gebleven uiteindelijk gedwongen werden om te verhuizen naar het getto van Terezin (Theresienstadt), om nooit meer naar huis terug te keren. Ook haar grootmoeder Ruzena Spiegelova moest in 1942 naar Terezin. Een paar dagen later ging het verder richting oosten. Daar is ze – vermoedelijk in Oost-Polen – geëxecuteerd. Albright brengt Terezin tot leven en kan ondanks alle ellende mooie en hoopvolle momenten en gebeurtenissen naar voren schuiven. Mensen blijken erg creatief in de donkerste dagen van de geschiedenis om fysiek en psychisch te overleven. De joodse gevangenen organiseren theater- en muziekvoorstellingen en behouden een opmerkelijk gevoel voor humor. Ze lachen wanneer ze ongemerkt het Tsjechische volkslied kunnen ‘verstoppen’ in een opvoering. Die momenten staan in schril contrast met de onmenselijke ellende. Ze beschrijft hoe in het getto een chirurg en een vrouw samen – geen van beiden kan het alleen aan – een kerngezonde pasgeboren baby doden. Want een kind baren was verboden. Zo proberen ze het leven van de moeder te redden.
Verenigde Staten
In 1945 keert het gezin Korbel terug naar Praag. In juli van dat jaar vliegt Madeleine met haar moeder, zus en nichtje – haar vader is eerder gevlogen – in de buik van een RAF-bommenwerper weer naar huis, naar Tsjechoslowakije. Ze is dan acht en houdt aan die turbulente vlucht jarenlang vliegangst over. In 1948 ontvlucht het gezin Praag nogmaals, dan vanwege het communisme. De familie Korbel trok naar de Verenigde Staten en kreeg daar in 1949 politiek asiel. En zo werd Madeleine Albright in 1957 een Amerikaanse staatsburger.
Ideale mix
Albright ondernam haar zoektocht naar de familiegeschiedenis niet alleen. Ze kreeg hulp van haar zus Kathy en broer John. Haar persoonlijke familiegeschiedenis maakt dit boek uniek. Bij momenten voel je de hopeloosheid en uitzichtloosheid van oorlog. Maar door verder te gaan dan het persoonlijke verhaal, schetst Albright ook een ruim historisch en politiek kader en krijg je een vollediger beeld van de oorlogsjaren.
Bron: cobra.be
Leesfragment van Praagse winter op athenaeum.nl
Auteur: Madeleine Albright
Vertaald door Corrie van den Berg en Carola Kloos
Ambo/Anthos Uitgevers
ISBN: 9789026323553