Zomer 2020 - Twee weken Bohemen van dag tot dag

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Niet lang nadat we in de zomer van 2019 twee heerlijke weken in de regio Hradec Králové door hadden gebracht stond vast: ook in 2020 gaan we weer naar Tsjechië.
Waar precies wisten we nog niet, behalve dan waar we de laatste twee dagen wilden doorbrengen.
De Drachenstich van Furth im Wald (zie verslag 2018) was zo goed bevallen, dat wilden we nog een keer zien. Daarnaast hadden we gelezen dat er even verderop in het dorp Waldmünchen ook een meerdaagse openluchtvoorstelling gedurende de zomer plaatsvindt: “Trenck der Pandur”, handelend over de historische figuur Freiherr von Trenck (van afkomst Hongaar) die met zijn lijfwachten in 1742 door de dorpen in het Beierse woud trok.
Omdat ondergetekende zelf in het weekend van 9 en 10 augustus in Heerlen naar het Notorious IBE hiphop-festival wil, vrouwlief in verband met workshops rondom de Kroedwösj tijdig terug in Nederland wil zijn en we onze twee weken Tsjechië in Waldmünchen en Furth im Wald willen afsluiten worden respectievelijk zaterdag 1 en zondag 2 augustus als voorstellingsdatum voor Trenck en het draaksteken gekozen.
Om verzekerd te zijn van een goede zitplaats kopen we de kaartjes voor beide spektakels begin december 2019 online en omdat het niet ver van de grens is en de korte reisafstand vorige keer goed beviel leggen we gelijk twee overnachtingen vastgelegd in een hotel/pension in Domažlice.

Daarna worden er zoals gebruikelijk heel wat vlaggetjes van de to-do lijst op de kaart in het westelijk deel van Tsjechië op de kaart geplant. Nadat er een kleine 150 vlaggetjes op de kaart staan, kijken we wat we persé willen zien, wat misschien de moeite waard is als we toch in de buurt komen en wat er eventueel in geval van slecht weer nog te doen is. Musea, natuurgebieden, kastelen, gebouwen en een enkele ruïne. Zo wordt er in de kerstvakantie 2019 wat afgepuzzeld en gebrainstormd. Het kaartje groeit gestaag en uiteindelijk staan er bijna 200 rode, blauwe en groene vlaggetjes op. Groen betekent: dit willen we zeker bezoeken.
Daarna kijken we vanuit welke plek we een en ander centraal kunnen bereiken. En uietraard: de prijs telt ook mee. Eindstand : 3 overnachtingen op een boerderij annex paardrijcentrum in de buurt van Františkovy Lázně en 9 overnachtingen in een buitenwijk van Plzeň en de reeds geboekte 2 overnachtingen in Domažlice.

Daarna wordt er geschrapt en geschrapt zodat er uiteindelijk een serie groene vlaggetjes overblijft waarmee onderstaand programma uit de bus rolt:

Dag 1 / maandag 20 juli 2020: Heenreis
Dag 2 / dinsdag 21 juli 2020: Zámek Kynžvart + Naučná stezka bij Kladská
Dag 3 / woensdag 22 juli 2020: Františkovy Lázně
Dag 4 / donderdag 23 juli 2020: Via SOOS en Loket naar Plzeň
Dag 5 / vrijdag 24 juli 2020: Plzeň
Dag 6 / zaterdag 25 juli 2020: Zámek Manětín + Mariánská Týnice
Dag 7 / zondag 26 juli 2020: Plzeň
Dag 8 / maandag 27 juli 2020: Praag – Petřín heuvel
Dag 9 / dinsdag 28 juli 2020: Dobřany kostel sv. Víta + Zámek Nebílovy
Dag 10 / woensdag 29 juli 2020: Plzeň
Dag 11 / donderdag 30 juli 2020: Hrad Křivoklát + Lidice
Dag 12 / vrijdag 31 juli 2020: Plzeň
Dag 13 / zaterdag 1 augustus 2020: Zámek Horšovský Týn + Voorstelling “Trenck der Pandur” in Waldmünchen
Dag 14 / zondag 2 augustus 2020: Domažlice + Voorstelling “Drachenstich” in Furth im Wald
Dag 15 / maandag 3 augustus 2020: Terugreis

full

3 overnachtingen in Františkovy Lázně

full

9 overnachtingen in Pilsen, met ...

full

... genoeg bezienswaardigheden om 4 dagen in de stad zelf te vullen...

full

... om af te sluiten met 2 overnachtingen in Domažlice.​

Tot zover de planning eind december 2019.

Vervolgens gingen we nietsvermoedend in de carnavalsvakantie 2020 een weekje naar Hamburg, alwaar er steeds meer berichten via krant, journaal en internet binnenstromen dat het oorspronkelijk tot het verre Wuhan beperkte Corona-virus zich gestaag over de wereld aan het verspreiden is en plots ook een verspreidingshaard dichtbij huis in de regio Heinsberg kent.

Enkele weken later beginnen diverse Europese landen, waaronder ook Tsjechië, met het sluiten van de landsgrenzen voor niet-noodzakelijk verkeer.
Ook in eigen omgeving merken we het nodige van reisbeperkingen.
Boodschappen doen en tanken in het 5km verderop gelegen Duitsland is er niet meer bij.
Wandelen in het 10 km verderop gelegen Belgische heidegebied: vergeet het voorlopig maar.
En wat Tsjechië betreft: grenzen met Duitsland, Polen en later ook Oostenrijk: dicht.

Vrouwlief stopt met het geven van cursussen en workshops, ondergetekende verhuist van een ruim leslokaal op school naar een inderhaast opgebouwde mini-studio thuis om in eerste instantie via YouTube, niet veel later via Teams toch les te kunnen geven en de wereld ziet er onvoorstelbaar anders uit dan in de eerste dagen van 2020.
Direct aan het begin van de Duitse Lockdown volgt het bericht dat aldaar alle festivals, dus ook onze beide openluchtspektakels, in ieder geval voor het jaar 2020 afgelast worden. We gaan er voorzichtigheidshalve maar eens van uit dat de geplande vakantie naar Tsjechië er in de zomer 2020 niet van zal komen. Zeker nu we in het zuiden van Limburg aan allebei de kanten met gesloten grenzen zitten. De reeds online gekochte kaartjes worden geretourneerd en op wat administratiekosten na krijgen we de volle prijs ervan terug.
Dat is netjes en vlot geregeld!

Op een of andere manier lijkt Tsjechië qua besmettingsaantal de dans redelijk te ontspringen.
En op enkele voornamelijk industriële brandhaarden na valt het in Duitsland ook nog reuze mee ten opzichte van menig buurland.
Op het Tsjechië forum worden de topics “Wanneer kan ik weer naar Tsjechië” en “Tsjechië en het coronavirus” nauwlettend in de gaten gehouden. We zetten voor onszelf een deadline: 1 juli 2020. Als Nederland dan nog voor Tsjechië of Duitsland als risico-land gezien wordt, dan blazen we de boel af. Ook al duurt het dan nog drie weken eer het vertrek gepland is. Omgedraaid: zou dan Tsjechië voor Duitsland of Nederland als risicoland gezien worden, dan blazen we ook de boel af.
De werkelijkheid blijkt onverwacht anders. Eind mei begint men in Tsjechië versoepelingen door te voeren, gaan hier en daar musea en kastelen voorzichtig open en wordt het maximaal aantal personen bij bijeenkomsten en feesten opgevoerd. Dat laatste nogal tot onze verbazing. Als we al gaan willen we zeker drukke plaatsen zoveel mogelijk vermijden en een festival of concert lijkt ons wel leuk, maar nu toch niet zo slim om te bezoeken.
Begin juni is Duitsland al enige tijd groen vanuit Tsjechië, maar Nederland blijft oranje.
Tot alles in een stroomversnelling komt en ook Nederland op 15 juni op groen gaat.
We blijven de berichtgeving uit Tsjechië volgen en komen tot de conclusie dat we ons bezoek aan Praag eens moeten overdenken. Aan de andere kant, door het wegblijven van toeristen is het zelfs in de hoofdstad beduidend minder druk dan normaal. We zien wel hoe de zaken tegen die tijd ervoor staan. De Petřín-heuvel is niet de meest toeristische omgeving van Praag en bijna alles wat we willen zien daar bevindt zich in de buitenlucht.
Als gaandeweg de maand juni de geluiden (en de cijfers) uit Tsjechië nog beter beginnen te klinken besluiten we de vakantie te laten doorgaan.

Hebben we nog een klein kinkje in de kabel op de laatste twee dagen: de twee openluchtvoorstellingen net over de grens met Duitsland gaan beslist niet door, dus daar moeten we iets anders op verzinnen.
Maar ook dat wordt gevonden: Domažlice is niet ver verwijderd van Nationaal park Šumava. We zoeken wat wandelsites af en vinden een dagvullende wandeling van ruim 16 km niet ver van Železná Ruda. Die komt op zondag 2 augustus te staan.
Hebben we de dag erna ook geen hinder van de spierpijn die we zeker gaan krijgen, want dan zitten we alleen maar in de auto op weg naar huis .

We lopen het CZ checklijstje van afgelopen jaren door opdat we (hopelijk) niks vergeten:
- vignet snelweg wordt vooraf besteld
- wat flessen bronwater voor onderweg inslaan
- kleingeld hebben we nog over van vorig jaar, genoeg om de eerste dag mee door te komen
- pinnen gaan we zonder meerkosten alleen nog doen bij KB en CSOB. Bij Ceska Sporitelna kost het sinds een jaar of twee 195 czk per transactie extra…
- de fietspomp gaat in het kofferbak voor het geval we een dagje beslissen te gaan fietsen en de bandjes net als in Trébon twee jaar terug wat aan de lege kant zijn
- de handheld GPS wordt voorzien van een OSM kaart met alle belangrijke wandeltracks waypoints zodat we onderweg niet veel tijd kwijt zijn aan zoekwerk
- de autonavigatie wordt gevoed met de waypoints die onderweg van belang zijn (tankstations, parkeerplaatsen, winkelcentra en wegrestaurants). Om de feestvreugde te verhogen koppelen we aan ieder waypoint een vierkant Tsjechisch vlaggetje met Kretk vast dat ook op het navigatiescherm zichtbaar is
- de kleine laptop gaat mee om dagelijks een kort berichtje en wat foto’s naar het thuisfront te kunnen mailen

Op de smartphone installeren we drie nieuwe apps.
Als eerste “iPumpuj”, handig om zowel tankstations als actuele brandstofprijzen en openingstijden te achterhalen voor het geval we alsnog een keer op een niet voorziene plek moeten tanken. In principe kan dat ook met mapy.cz , maar iPumpuj lijkt nog gebruiksvriendelijker voor dit doel. We gaan het zien of dit een handige aanvulling is.

Als tweede “My PMDP”, de app voor het openbaar vervoer in Pilsen, mochten we daar gebruik van willen gaan maken. Vooralsnog lijkt alles echter dusdanig op loopafstand te zijn dat we de tram of bus van Pilsen hooguit nodig gaan hebben als we in het Noorden een wandeling aan de rand van de stad willen doen.
Voor het OV van Praag is er een webapplicatie die prima lijkt te functioneren, dus daar doen we het gewoon met de online website (als we er met de trein ipv de auto heen gaan).

En als laatste de “Reisapp BZ”, voor het geval er rondom Corona bijzondere of onverwachte zaken zouden gebeuren.

Alhoewel het met de reserveringen in Tsjechië mee lijkt te vallen, kopen we online toch alvast kaartjes voor zowel een bezichtiging van de Adolf Loos interieurs in Pilsen, alsook voor een rondleiding bij de Pilsener Urquell fabriek.

En zo breekt op maandag 20 juli de dag aan dat we voor twee weken richting CZ trekken.
Daarover binnenkort meer in dit draadje.
Veel lees en kijkplezier alvast!
 
Dag 1 - Maandag 20 juli 2020 : heenreis richting Františkovy Lázně

Doordat we vrijwel alle bagage gisteravond al in de auto gepakt hebben starten we vanochtend nauwelijks later vanuit een regenachtig Limburg richting de snelweg.
Omdat we veronderstellen ruim voldoende tijd te hebben om voor het avondeten in Františkovy Lázně te arriveren gaan we even na half acht nog even bij schoonpa langs voor gedag te zeggen en een kopje koffie.

01%20h1.JPG

Een regenachtig begin op de oprit thuis...​

Volgens de routeplanner zouden we vandaag iets meer dan 630 km achter het stuur moeten zitten alvorens op ons adres voor de eerste drie nachten te arriveren; een pension gelegen op gepaste afstand van de doorgaande weg ten noorden van Františkovy Lázně, uitgekozen omdat het er goed uitziet op de foto’s, de recensies er positief zijn, de prijs wel meevalt en er een restaurant met buitenoverkapping is zodat we ’s avonds na het eten niet meer de auto in hoeven.

Een begin van een vakantiegevoel ontstaat net als andere jaren als we de Rheinbrücke in Köln passeren. Uiteraard wordt die op de foto gezet. De eerste etappe voert ons in 190 km naar Raststätte Heiligenroth aan de A3 waar we om 10.15 uur aan een Latte Macchiato L mogen slurpen. Was dat hier ooit XXL, kennelijk heeft men hetzelfde commentaar gehad van andere bezoekers als ook wij de eerste en tweede keer hadden; XXL was niet zo supergroot als de naam zou doen vermoeden dus kennelijk is men overgestapt op de normalere benamingen S, M en L. Het lijken wel T-shirts

02%20h2.JPG

Bij de Rheinbrücke in Köln droogt het langzaam op en kan het vakantiegevoel beginnen

03%20h3.JPG

kapje op, kapje af​

Bij het binnenkomen en bestellen moet het mondkapje op, bij het verorberen mag het weer af, om daarna naar de wc te gaan moet het weer op. Het went snel, maar als je er even over nadenkt is het een raar idee.
Contactloos betalen?
Graag, alhoewel men er bij voorbaat vanuit lijkt te gaan dat bijna iedereen contant betaalt.
“O, u wil met kaart betalen?”
Ja, verrassing?
Ja, verrassing, contactloos betalen, daar had men eigenlijk niet op gerekend.

Zowel in het wegrestaurant als op de parkeerplaats bij Heiligenroth is het super rustig. Daar waar het andere jaren tjokvol was, staan er nu een handjevol auto’s en een enkele vrachtwagen. De prullenbakken die doorgaans uitpuilen van de drank- en eetverpakkingen van vakantiegangers op doorreis staan er een beetje werkeloos bij.

04%20h4.JPG

Een vrijwel lege parking bij Heiligenroth​

Na de korte koffiepauze rijden we verder tot Raunheim waar we even de A3 verlaten om te tanken. We weten van de vorige keer dat we ons toen in de afslag vergisten. Vandaag meenden we beter te weten, maar helaas. Niet dezelfde afslag, maar voor de verandering toch weer een verkeerde. Dit keer gingen we nog beter de mist in en belandden zelfs in een ander dorpje dan de vorige keer. Toch was ook hier een pomp waar we uiteindelijk –inclusief 3 cent extra Rabat met onze D-Shell-kaart- 128,9 eurocent de liter kwijt zijn, dik 20 cent per liter goedkoper dan langs de snelweg.
Alles is relatief. Voor 10 euro korting willen we de volgende keer best opnieuw een verkeerde afslag nemen.

Mondkapje op, tanken, betalen, mondkapje af en weer verder met nogmaals, vlak voor Frankfurt Airport, de verkeerde afslag. Zo snel wilden we dat nou ook al weer niet
“Keer indien mogelijk” riep MiepMiep, maar dat ging een heel stukje niet.
Uiteindelijk komt alles goed en stoppen we een kleine 10 km na de tankbeurt bij de spottersplek langs de noordelijke landingsbaan van Vliegveld Frankfurt.

Op de FRA-app is al enige weken weinig luchtverkeer te zien en ook vandaag vormt geen uitzondering. Dankzij Corona blijkt hier niks te beleven. Er is ruim voldoende landingsgelegenheid op de hoofdbanen aan de andere zijde van de snelweg. Op de spottersplek mogen wij het doen met zegge en schrijve twee landende kisten in een half uur. En dat ook nog eens van afstand op de parking. Op het uitkijkplatform zitten meerdere mensen met telelens, app en verrekijker met dezelfde ervaring als ons.
Niks te doen hier.

06%20h6.JPG

Weinig vliegverkeer voor spotters vandaag

07%20h7.JPG

Zelfs de vogels hebben er geen zin in...​

Maar. Wij hebben meer: een bakje met heerlijke meloen en banaan!
En een pak Dubbel Friss. En een fles Gerolsteiner Sprudelwasser.
De bewolking trekt in rap tempo op en het zonnetje begint al lichtelijk te branden. Was het bij het tankstation net nog 19 graden, bij het vliegveld is het al 25 graden. Tijd om nek en oortjes alvast eens in te smeren.

Na een half uurtje pauze, waarbij we ook nog even over het hekwerk bij de net zo doodse oefenplaats voor de luchthavenbrandweer loeren, rijden we weer verder.

05%20h5.JPG

Brandweer oefenterrein FRA airport​

Etappe 2 voert ons naar kilometertellerstand 500 waar we bij het asfalt dat inmiddels van A3 in A70 is overgegaan verlaten bij de stad Bamberg voor een derde en laatste stop. Het is hier nog een hele toer om een vrije parkeerplek nabij het centrum te vinden maar uiteindelijk lukt het om de koe te stallen in een parkeergarage in de buurt. We lopen door een paar pittoreske straatjes en duiken even –mondkapje op, mondkapje af- de St Martinkerk in. Bij het lezen van de achtergrond-info komt Tsjechië alweer wat dichterbij, ook al zijn we nog steeds in Duitsland. Het blijkt dat men eind 17e eeuw de gebroeders Dientzenhofer uit Praag gehaald heeft om de kerk op de plek van een afgebroken karmelietenklooster in 7 jaar uit de grond te stampen. Uiteindelijk zou daarmee de zogenaamde Fränkische barok periode aanbreken. De oudste Dientzenhofer is mede verantwoordelijk voor nog meer bekende gebouwen in de streek, waaronder de enkele jaren later opgetrokken Neue Residenz in Würzburg.

08%20h8.JPG

Koeien op de snelweg ?!?

09%20h9.JPG

Klein Venetië in Bamberg

10%20h10.JPG

Een van de vele steegjes

11%20h11.JPG

Leuk aangekleed winkelstraatje.

12%20h12.JPG

In de St. Martinkerk​

Niet ver van de kerk nemen we in het voetgangersgebied plaats op een “terras” (lees drie tafeltjes en een paar stoeltjes) waar we bediend worden door een in eerste instantie bitse jongedame met mondkapje die panisch alles ontsmet. Nee, meneer en mevrouw, u moet in deze tijden hier niet zo maar gaan zitten. Er heerst Corona weet u?. Ik moet eerst alles grondig ontsmetten!

Als we gadeslaan wat er vervolgens gebeurt vraag je je af hoe zinvol dat ontsmetten is.
- veegt alle tafeltjes met telkens één en hetzelfde doekje af zonder dat tussendoor schoon te maken of te vernieuwen
- hijgt je zowat in je nek als ze de overbodige asbak achter je tegen de muur neerzet
- duwt iedereen dezelfde pen in de handen om het adres en tel. nr. te noteren voor mogelijk contactonderzoek
- contactloos betalen? Nee hoor, gaat hier alleen met cash geld
- beurs, papiergeld, kleingeld, poetsdoekje, pennen en notitieblokje gaan allemaal in hetzelfde schortzakje
- andere medewerker (deze zonder mondkapje) komt tijdens het eten het wiebelende tafelblad repareren en kruipt ons zowat tussen de knieën
- mensen gaan zitten aan een schoongemaakt tafeltje, het bevalt ze niet en ze schuiven op naar twee tafeltjes verder. Geen hond die het ziet of er iets van zegt, het oorspronkelijke tafeltje wordt niet meer ontsmet voor de nieuwe klant. En die denkt bij het zien van de vlijtig “ontsmettende” jongedame dat alles hier prima en hygiënisch geregeld is
Kortom de beruchte Deutsche Gründlichkeit is ver te zoeken.

Anyway.
Panini Mozzarella met pesto en tomaat en Latte Macchiato smaken prima.

Tegen kwart over vijf lopen we terug naar de parkeergarage waar –is het nog een verrassing?- je niet met pinpas, laat staan contactloos kunt betalen.

Na nogmaals ruim 135 km, deels over de snelweg, deels over een Duitse landweg die qua rijcomfort aanzienlijk verbetert als we eenmaal op Tsjechisch grondgebied rijden, zijn we in Cheb.
Daar wordt er even gepind, twee keer exact dezelfde hoeveelheid (8800 czk) met twee verschillende NL-bankkaarten om eens te kijken of en zo ja hoeveel verschil er in zit als het definitief afgeschreven wordt in euro’s.

full

Grensovergang Schirnding (D) - Cheb (CZ)​

full

De bekende conversie-truuk van de pinautomaat. Kies NIET voor die 370,55 euro !!!​

Volgens het scherm wordt bij conversie naar euro’s een koers gehanteerd van 23,74821 kronen per euro, hetgeen dan zou neerkomen op 370,55 euro die afgeschreven worden voor het pinnen van 8800 czk.
Als we een paar dagen later het digitale afschrift van de bank zien is er door het kiezen van de linker optie “zonder conversie” een veel gunstiger koers geteld. Uiteindelijk wil de NL-bank er uiteraard nog steeds iets aan verdienen middels 1.2% koersopslag en 4 euro transactiekosten maar nu is de gehanteerde koers 26,36783 kronen per euro. Bij beide gebruikte passen van twee verschillende NL banken wordt hetzelfde totaalbedrag voor de 8800 czk afgeschreven: 337,74 euro. Een verschil van bijna 33 euro met het door de pin-terminal voorgestelde conversiebedrag.
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: kijk uit bij het pinnen in niet-euro landen.
Overigens: sommige betaalautomaten in winkels bieden deze zelfde “service”. Ook daar wordt de optie geboden om te kiezen voor transactie met conversie.
Kies altijd de optie ZONDER conversie, die is gegarandeerd een stuk gunstiger voor jou als klant.

Na het vergelijkend bank-onderzoek zitten we nog tien minuten in de auto en zijn we bij ons pension Štekrův Mlýn, in het Duits ook wel Stöckermühle genaamd.
Op de parkeerplaats achterom worden we begroet door een nieuwsgierig paard dat zijn snuit door een spleet in de stal naar buiten probeert te steken.
Een prachtige boerderij/manage met pension en restaurant erbij.
De doorgaande weg is op een km afstand, dus hier is geen last van passerend verkeer.
Een paar honderd meter verderop loopt in een halve cirkel een spoor om de boerderij heen, maar veel treinen lijken hier niet langs te komen. Aan de achterzijde uitzicht op een golvende groen weiland dat begrensd wordt door een bos aan de andere zijde van de spoorlijn.

full

Prachtig geheel; boerderij, manage, pension en restaurant bij elkaar

full

Wat hinnikt daar in de stal?

full

pensiongedeelte met paardenbak​

We krijgen de sleutel van een allervriendelijkste eigenares, zetten de tassen op de kamer en nemen plaats op het overkapte buitenterras. De serveerster heeft haar dag blijkbaar niet, want na de huisgemaakte limonade ontgaat haar een half uur dat we toch echt iets te eten besteld hadden.
Met een karrevracht verontschuldigingen en wat vertraging krijgen we uiteindelijk toch nog de bestelling. Huisgemaakte goulash met frietjes.
Mmmm, dat smaakt, zeker na zo’n dagje autorijden.
Het is hier prima toeven.
Vanavond gaat beslist niet de enige keer zijn dat we hier eten.

full

Huisgemaakte limonade met landelijk uitzicht

full

Huisgemaakte goulash met frietjes​

Heerlijk rustig is het trouwens.
Nou ja.
Op twee Duitse dames op leeftijd na dan.
Die zitten behoorlijk luidruchtig te kletsen, soms op het schreeuwerige af en lijken net iets te diep in het glaasje gekeken te hebben.
Tegen 23 uur komen ze net zo luidruchtig binnen in het pensiongedeelte. Zonder zelf de door de Duitse dames verorberde wijn geproefd te hebben, kunnen we stellen dat het prima spul moet zijn geweest: om 23.15 uur is het muisstil in de kamer naast ons.:sterretjes:

Ondergetekende neemt een warme douche en laat zich wat tijgerbalsem in de nek smeren.
Airco, autorijden en gisteravond na het pakken bezweet naar bed hebben hun tol geëist.

Met stijve maar hevig gloeiende nek val ik kort voor twaalf in slaap.
Vrouwlief is dan al vertrokken naar dromenland.
Morgen meer, met hopelijk hetzelfde weer.
Uvidíme se zítra !
 
Dag 2 - Dinsdag 21 juli 2020 : Zámek Kynžvart en Kladská

Na een goede eerste nachtrust staan we tegen kwart voor acht naast ons bed. Ondergetekende neemt een extra warme douche waardoor er iets van verlichting optreedt in de nog redelijk stijve nek. Dat douchen gebeurt niet nadat eerst een foto is gemaakt van de fles douchegel voor het geopende raam van onze pensionkamer. Door het beeld van de fles te combineren met het vakantiegevoel op het Tsjechische platteland hoop ik na thuiskomst een soort Pavlov reactie op te wekken. Iedere keer dat ik het plaatje van de frisse douchegel (de verpakking belooft echt gletsjerwater) zie, zal ik moeten terugdenken aan dat Boheemse vakantiegevoel.
En die stijve nek…

Tegen half negen zitten we klaar voor het ontbijt op het overkapte buiten terras. Hier heeft men bijna hetzelfde principe als twee jaar terug van Větřní kennen: brood en broodjes in een mand, een bord met kaas, ham, gerookt vlees, tomaat en komkommer en zoet beleg en op wens nog een flink roerei, spiegelei of hamenex.

full

mjammie...​

Het smaakt allemaal prima en het is daarbij buiten ook nog veel leuker eten dan binnen.

Na het eten gunnen we de stijve nek nog een extra relax uurtje.
Tegen half elf rijden we in een klein half uur richting Lázně Kynžvart .
Lázně Kynžvart (Duits: Bad Königswart) is een klein kuuroord met nog geen 2000 inwoners. Het wordt voor het eerst schriftelijk vermeld als keizer Otto I. in 972 een beschermde burcht met bijbehorende landerijen aan de bisschop van Regensburg schenkt. In 1454 wordt er voor het eerst melding gedaan van een bron die geneeskrachtig water bevat, maar het zou nog tot het midden van de negentiende eeuw duren eer er badhuizen ten behoeve van het kuurtoerisme gebouwd werden. Tegenwoordig kuren er vooral veel jeugdige patiënten met huid en luchtwegaandoeningen. Daarnaast is het dorp met name bekend door het kasteel: Zámek Kynžvart.

full

de ingang van het kasteel

full

kasteelmaquette​

Vaak wordt het kasteel niet genoemd naar het dorp Kynžvart, maar naar zijn stichter en eigenaar Metternich. Het kasteel ligt een kilometer of twee buiten het dorp en is omringd door een groot bos en een flink park. In het park rondom het kasteel is een golfbaan aangelegd.
Behalve de golfkarretjes rijden er vandaag ook een stel maaiers over de grasmat, soms een soort ballet voor driewielers houdend, met als doel de sprieten op de green zo strak mogelijk te houden. Voor menig golfer lijkt dat van weinig nut. Op één professioneel ogende en ook makkelijk puttende golfer na bakken de meesten er vrij weinig van. Om de haverklap verdwijnt er een bal ruim buiten de baan.
Het kasteel stamt uit het begin van de 17e eeuw en werd door de Metternichs op de plek van een honderd jaar oudere fort-ruïne gebouwd. Eind 17e eeuw vond er onder leiding van graaf Philipp Emmerich von Metternich al een herbouw plaats van renaissance fort tot barok kasteel.
Toen graaf Clemens Wenceslaus Nepomuk Lothar von Metternich begin 19e eeuw voor zijn verjaardag het kasteel cadeau kreeg van zijn vader, liet ook deze het nogmaals verbouwen. In de jaren tussen 1821 en 1836 verkreeg het slot onder leiding van de Italiaanse architect Piedro de Nobile zijn huidige Weense classicistische uitstraling, inclusief een 100 hectare grote Engelse tuin met obelisk erin.

Omdat we bij aankomst bijna een uur moeten wachten op de eerstvolgende rondleiding nemen we plaats op het kasteelterras om te genieten van een cappuccino respectievelijk huisgemaakte limonade. Met daarbij prima uitzicht om de verrichtingen van zowel de grasmaaiers als de golfers te kunnen gadeslaan.

full

ballet voor drie grasmaaiers

full

een beetje meer vertrouwen in elkaars kunsten mag best​

De eerste rondleiding voert ons door de privé vertrekken van de familie Metternich. In ongeveer drie kwartier bezichtigen we een twintigtal mooie kamers, ingericht met originele meubels van graaf Metternich. Vooral de grote zaal met een voor ruim 20 personen gedekte tafel, omringd door marmeren beelden van de hand van de Italiaanse beeldhouwer Canova maakt diepe indruk. Verder zien we een muzieksalon, een studeervertrek, een biljartkamer met een aparte lamp die als een soort weegschaal in hoogte versteld kan worden, de bibliotheek van Richard Metternich en een portrettengalerij om te eindigen in de aan de heilige Antonio van Padua gewijde kapel.

full

we kunnen zo aanschuiven aan tafel

full

Antonio van Padua in de kasteelkapel​

Aansluitend kunnen we deelnemen aan een tweede rondleiding die vooral in het teken staat van de curiositeitenverzameling van graaf Metternich.
Deze had, om bezoekers en relaties te imponeren, in de loop der tijd een zulke grote verzameling van van alles en nog wat opgebouwd dat hij er in 1828 een museum voor liet oprichten onder de bezielende leiding van Karl Huss, de laatste beul van Cheb. De beul, annex museumdirecteur voegde ook een aantal objecten aan de verzameling van de graaf toe, waaronder een zwaard en een hakbijl die hij zelf nog in zijn hoedanigheid als beul bij een publieke terechtstelling op het kasteel van Loket gebruikt heeft.
Karl had zich door zijn vader (ook beul) laten vertellen dat hij beter een opleiding kon volgen en een echt beroep gaan uitoefenen, maar toen hij dat wilde bleek –door zijn afkomst- geen enkele school hem toe te laten en is hij naar het voorbeeld van zijn vader ook maar beul geworden. En museumdirecteur dus, in een van de oudste privé-musea ter wereld.
De kern van de curiositeitenverzameling wordt tentoongesteld in één ruimte waar in diverse vitrinekasten met labels genummerde objecten staan uitgestald. Het zijn vrijwel uitsluitend unicaten; van de meeste voorwerpen bestaat er geen tweede exemplaar ter wereld.

full

een dolk die ooit toebehoorde aan Napoleon III

full

model van pantserschip "Monitor" dat ingezet werd tijdens de Amerikaanse burgeroorlog,
binnen in het model is een uurwerk verstopt

full

sarcofaag met daarin de mummie van de Egyptische priester Pentahutra (ca. 1100 v. Chr.)​

Ook deze bezichtigingsronde eindigt wederom in de kapel. Vooraan staat een marmeren altaar dat de graaf geschonken kreeg van Paus Gregor XVI. Een ander geschenk dat de graaf ooit ontving was een Aziatische sierplant (in het jaar 1862) die uiteindelijk niet zo sierlijk bleek uit te pakken. De graaf plantte hem in zijn grote tuin en de rest van Europa mag daar sindsdien van meegenieten. De “sierlijke” plant heeft zich flink vermeerderd en is ook buiten de landsgrenzen bekend geworden: de reuzenberenklauw.

Na beide rondleidingen willen we nogmaals op het terras plaatsnemen. Helaas hebben we ditmaal pech. Alle tafeltjes zijn bezet. We nemen -zonder het uitzicht op de groene mat- daarom binnen plaats om ons te storten op een portie “Kaffee mit Kuchen”, alhoewel dan ohne Kaffee maar mit Hausgemachte Limonade.

Als alles achter de kiezen is pakken we voor een kort ritje van nog geen tien minuten de auto richting het dorpje Kladská, dat officieel deel uitmaakt van de gemeente Mariánské Lázně.
Gedurende de middeleeuwen bevonden zich in deze regio uitgestrekte bossen die vanwege hun nabijheid bij de grens niet gekapt mochten worden. Daarna diende het bos ruim 300 jaar als bron voor hout dat gebruikt werd voor de exploitatie van tinmijnen en hopmolens. Na het teruglopen van de mijnactiviteiten in het midden van de negentiende eeuw wordt het gebied verkocht aan een Weens consortium dat vervolgens het in kleinere percelen doorverkoopt. In 1873 verwerft de aristocratische familie Schönburg-Waldenburg een aanzienlijk deel van het gebied en in 1875 sticht graaf Otto Friedrich Schönburg-Waldenburg de nederzetting Kladská rondom een in zijn opdracht gebouwde houtzagerij en een klein jachtslot. In 1878 volgt het “Forsthaus” waarvan de stijl doet denken aan een Zwitsers jachthuis. Het houten deel van het jachthuis is inderdaad gemaakt in Interlaken en werd met 22 treinwagons naar Bečov vervoerd. Van daaruit werd het geheel middels door paarden getrokken laadwagens naar Kladská verplaatst alwaar het geassembleerd werd door Zwitserse timmerlieden. Rond de eeuwwisseling volgt dan in opdracht van Otto Sigismund Schönburg-Waldenburg de bouw van een herberg en een vijftal blokhutten in Zwitsers-Tiroolse stijl, opnieuw onder leiding van een Zwitserse architect. Ten tijde van Otto Sigismund groeit Kladská uit tot het op één na grootste jachtgebied van Bohemen.
Kladská bevindt zich momenteel nog steeds midden in het uitgestrekte bos genaamd Slavkovský Les (Kaiserwald), als gevolg waarvan de lucht er zeer zuiver is.

full

een stukje Zwitserland in Bohemen​

Bij Kladská bevindt zich het Kladské rašeliny, een hoogveengebied met een in 1977 geopend natuurleerpad, naučná stezka Kladská, dat grotendeels over vlonders loopt rondom het Kladský rybník, een hoogveenmeer.
De iets meer dan 2 km lange route slingert zich om het 9 hectare grote meer en is voorzien van de nodige informatieborden in het Tsjechisch, Duits en Engels, met daarop allerlei info over het gebied, de geschiedenis, de planten, het natuuronderhoud en de dieren die er voorkomen.

Dachten wij dat Hollanders op vakantie wel eens moeite hebben zich aan de plaatselijk geldende regels te houden, Tsjechen kunnen er ook wat van, zo merken we vanmiddag: zowel aan het begin als aan het eind van de route hangt op meerdere plaatsen in pictogramstijl een verbod voor alles op twee wielen (behalve rolstoelen). Dus wat komen we onderweg tegen: jawel, een sportfietser, enkele mountainbikes en zelfs een grote gehuurde step.
Er blijken toch meerdere nationaliteiten plaatjesblind te zijn…

Tijdens het wandelen horen we heel af en toe in de verte een enkele auto. Verder baadt het gebied in een weldadige rust. De zon schittert mooi in het licht kabbelende water. Terzijde van de vlonders is op meerdere plekken te zien dat de waterstand hier ooit betere tijden gekend moet hebben. Toch zitten er ook vrij uitgebreide groene vlaktes tussen, maar die bevinden zich allen niet ver van het meer af.

full

aan het begin van het natuurleerpad

full

geen natte voeten dankzij de vlonders​

Bij een van de informatieborden lezen we over de Čarověník (de tovenaar, oftewel in het Nederlands de heksenbezem) die inderdaad bovenin een van de bomen aan de bosrand opvallend duidelijk te zien is. De heksenbezem is een atypische opeenhoping van dicht opeengepakte twijgen, vaak van verschillende kleur, vorm en gebladerte, ontstaan door een schimmel. Ze komen vooral voor in de toppen van berken en dennenbomen. In sommige culturen wordt aan heksenbezems een magisch karakter toegekend. Ze zouden geluk brengen (maar soms ook pech) en men geloofde dat ze ontstonden na een blikseminslag.
Kennelijk is de hier aanwezige heksenbezem een heel bijzondere, want hij heeft het zelfs tot de Duitse Wikipedia geschopt

full

even links van het midden: de heksenbezem van Kladská

full

het water kabbelt rustig in het hoogveenmeer

full

aan de rand van het gesloten Tajga natuurreservaat​

Bij een tuinhuisje op een eilandje bij de Horní bahňák vijver zit moeder eend met haar kroost te genieten van het zonnetje en even verderop doen we een paar pogingen om een mooi gekleurde vlinder met geopende vleugels op de gevoelige plaat vast te leggen.

full

een tuinhuisje met...

full

... moeder eend en haar kroost​

Na de prachtige wandeling rijden we terug richting Františkovy Lázně. Net voordat we de E48 bereiken verlaten we de doorgaande weg om een kijkje te nemen bij Ypsilonka. Hier is -niet ver van het Jesenice stuwmeer- een kruispunt van drie wegen, in de vorm van een Y dat al sinds mensenheugenis daarom Ypsilonka genoemd wordt.
De weg van Cheb naar hier splitst zich in een deel dat verder loopt naar Karlsbad en een deel dat verder loopt naar Mariënbad. Omdat ernaast en nieuwe snelweg gebouwd is, is de drukte van de oorspronkelijke Y-splitsing verleden tijd. Er staan nog wat overnachtende vrachtwagens en je hebt deze zijweg nodig om bij de kartbaan aan de andere kant van de E48 te komen. Verder neemt iedereen de snelweg.
Tot de jaren 50 van de 20e eeuw was de weg hier geplaveid en aan weerszijden voorzien van een rij bomen. Langs het kruispunt staat sinds 1873 een dikke 2 meter hoge piramidevormige stenen zuil: het laatste en meest noordoostelijke punt van het Driehoeks netwerk van het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. De lokale bevolking noemde de geodetische markering het “centrum van Europa”, een titel die wel meer objecten in diverse Centraal Eurpese landen werd toegekend.
Aan de andere zijde van de weg zien we een jonger monument, eveneens van steen. Dit bouwsel is echter een stuk smaller, niet vierkant maar zeshoekig van vorm en meer een obelisk dan een piramide.
Aan de voorzijde een grote rode “1”, aan de achterzijde de ingegraveerde namen van honderden gesneuvelde Amerikaanse soldaten.

full

The Big Red One​

De obelisk-achtige pin is een monument ter nagedachtenis aan “The Big Red One”, de 1e Amerikaanse Infanterie Divisie die hier het westen van Tsjechoslowakije bevrijd heeft van de Duitse bezetters tegen het eind van de tweede wereldoorlog. Het is dezelfde divisie die ruim een half jaar eerder ter hoogte van Kerkrade bij Herzogenrath als eerste de grens met Duitsland overtrok en Aachen bezette.
Het monument werd op kosten van de USA in 1947 opgericht om de 639 Amerikaanse soldaten die bij de gevechten rond Cheb tussen februari en mei 1945 gedood werden te herinneren.
Toen in 1948 de communisten aan de macht kwamen wilde men het al direct slopen, maar doordat het Amerikaans eigendom was verhinderde de diplomatieke status op Amerikaans soeverein terrein dat het gesloopt kon worden. Eenieder die het in die tijd in zijn hoofd haalde om hier bloemen neer te leggen werd opgepakt. De StB (de Tsjechische stasi) had zelfs een bewakingspost met camera’s ingericht in het naastgelegen tankstation. Nummerborden van langzaam rijdende auto’s werden genoteerd en als er geen goede verklaring kwam kon men zelfs in de problemen komen door hier even langs de weg te stoppen. Om de boel onaantrekkelijk te maken werden er hoge bomen omheen geplant zodat het monument aan het zicht onttrokken werd.
Na beide monumenten bekeken te hebben rijden we verder naar het pension alwaar we op het terras net als gisteren genieten van een lekkere avondmaaltijd, ditmaal vergezeld door een fles Chardonnay uit Valtice erbij.
Die wijn maakt dat we nog voor zonsondergang in bed lagen.
Eigenlijk had ondergetekende nog willen proberen om de komeet Neowise op de foto te krijgen, maar tegen de tijd dat het donker moet zijn geweest waren de luiken al dichtgevallen.

Morgen is weer een dag

full

Het Pavlov-effect werkt !

Sinds vanochtend wekt de Mountain-Spirit-met-Gletscherwater-foto
een vakantiegevoel op van een stijve nek in het Boheemse platteland:lache: :stom:​
 
Dag 3 - woensdag 22 juli 2020: Františkovy Lázně

Vanochtend zijn we iets vroeger boven Jan dan gisteren. Dat komt goed uit want de fles wijn die we tijdens het avondeten soldaat maakten zorgde er voor dat we geen dagverslag voor het thuisfront meer hebben geschreven. Dat doen we dus vanochtend voor het ontbijt.

Dat ontbijt is net zo goed als dat van gisteren.
Weer eten we in de buitenlucht, ditmaal niet onder de overkapping want daar zijn alle vier de tafels bezet, maar aan een tafel net naast de overkapping in de open lucht en deels in de schaduw van de bomen in de tuin, nog een beetje geholpen door een extra parasol.

Na het ontbijt volgt een potje breien, een lekkere warme douche voor mijn nek en een paar pogingen om de laagvliegende zwaluwen te fotograferen, wat alleen lukt als ze op de ouderwetse TV-antenne op het dak neerstrijken.

full

Houston: the swallows have landed​

Tegen elf uur rijden we in 5 minuutjes naar het centrum van Františkovy Lázně. Omdat daar vrijwel overal parkeren niet is toegestaan, op veel plaatsen rond het centrum is zelf stoppen verboden, stallen we de auto aan de zuidkant op een groot parkeerterrein.

Františkovy Lázně (Duits: Franzensbad) is een ca. 5500 inwoners tellend stadje dat deel uitmaakt van de zogenaamde Westböhmischen Bäderdreieck: Karlsbad (Karlovy Vary), Franzensbad (Františkovy Lázně) en Marienbad (Mariánské Lázně). Het werd mede door de financiering van keizer Frans II in 1793 aangelegd als kuuroord omdat er mineraalhoudende bronnen aanwezig waren. Frans II was van 1792-1806 de laatste keizer van het Heilige Roomse Rijk wiens naam in 1804 veranderde in Frans I toen hij keizer werd van het nieuwe door hem gestichte keizerrijk Oostenrijk.

Er was sinds 1705 in een moerassig gebied bij de al eeuwen bekende heilzame bron, de Egerer Sauerbrunn, genoemd naar de stad Eger/Cheb, een gasthuis met badruimtes met ijzerhoudend water. Naast dat er kuurgasten uit Eger en omgeving naar hier trokken kwamen er ook vrouwen uit Eger naar de bron om het geneeskrachtige water te halen en het in de stad weer te kunnen verkopen. In 1791 liet dokter Bernhard Adler uit Cheb ter bescherming een houten paviljoen over de bron bouwen en werd een nieuw apart spaarbekken aangelegd. Dat vonden de vrouwen uit Cheb niet zo fijn, want hierdoor vreesden zij zonder water te komen zitten. Bewapend met pannen, vuurtangen en kooklepels trokken ze naar het nieuw gebouwde paviljoen om dat kort en klein te slaan.

Pas nadat Adler de gemeenteraad van Cheb aan zijn zijde kreeg kon de schade hersteld worden en verrees er een nieuw paviljoen. Sinds 1793 heet de Sauerbrunn dan Franzensquelle en het erom heen gebouwde stadje Franzensbad naar Keizer Frans die met behoorlijk wat centjes over de brug kwam. Vele beroemdheden kwamen er sindsdien op bezoek, waaronder Beethoven en Goethe. Uiteindelijk werd Franzensbad een van de eerste kuuroorden ter wereld waar je een heilzaam modderbad kon nemen.

De eerste wereldoorlog en de erop volgende economische crisis hadden een negatieve werking op de roem van Franzensbad dat na de oorlog tot het nieuw gevormde Tsjechoslawakije ging behoren. In 1930 telde het stadje een kleine 2500 inwoners waarvan nog geen 100 met de Tsjechische nationaliteit. Met de tweede wereldoorlog en de erop volgende communistische tijd minimaliseerde het aantal kuurgasten. Daar waar het de andere twee kuuroorden in de driehoek nog redelijk af ging doordat er na 1945 weer een stijging in de bezoekersaantallen te constateren viel, bleef dat in Franzensbad achter. Ook doordat veel van de hotels en badinrichtingen van voormalig Duitse eigenaren door de Benes-decreten overgingen in handen van de staat en die daar nauwelijks meer geld in wilde stoppen.
Franzensbad werd Františkovy Lázně en de eens beroemde kuurstad bleef nog maar een schim van wat het ooit was.
Pas met de val van het IJzeren Gordijn in 1989 werden veel bedrijven terug geprivatiseerd en sindsdien gaat het weer bergop met Františkovy Lázně. Tegenwoordig is 60% van de kuurgasten afkomstig uit het buitenland waarin Duitse gasten met 60% het grootste aandeel hebben.
Met name het compacte stadscentrum is geheel gerenoveerd.
Ga je wat meer naar de rand van het kuuroord dan zie je op menig plaats nog enkele (en niet de kleinste) ex-hotels van het type “Es war einmal”. Afbrokkelende gevels en verwilderde (achter)tuinen. De grandeur van vroeger tijden valt nog aan de gevels te zien maar de ooit prachtige gebouwen zijn dringend toe aan een opknapbeurt alvorens ze weer geëxploiteerd kunnen worden.

Vanaf de parking wandelen we via een door Népomuk bewaakt bruggetje over de Slatinný potok, een zijstroompje dat naar de Eger voert, door een park richting centrum. We komen uit bij het mooie Dvorana Glauberových Pramenù (Glauberpaviljoen) met daarin drie bronnen (Glauber III, Glauber IV en Kostelní pramen). Het paviljoen is vernoemd naar het Glauberzout (Natriumsulfaat). Glauber IV is de bron met ’s werelds hoogste gehalte aan natriumsulfaat. In het paviljoen folders in diverse talen met hotel- en kuurprijzen. De drie bronnen (twee in een glazen zuil, een in het midden als een soort wensput met kleingeld erin) zijn de eerste die je vanaf de parkeerplaats tegenkomt, vandaar waarschijnlijk de grote hoeveelheid aan reclamemateriaal voor de toerist met goed gevulde beurs.

full

Glauberpaviljoen​

In eerste instantie nemen we de verkeerde ingang. Voor ons zagen we er iemand naar binnen gaan, maar dat bleek de medewerkster van de mineraalstenen verkoop te zijn, dus we belandden pardoes aan de achterkant van haar verkoopluik. Eenmaal de goede deur geopend zien we van de binnenkant haar verkoop-loket. Het schijnt dat met name Russische bezoekers verzot zijn op barnsteen. Wellicht is het door Covid-19, maar we hebben de rest van de dag vandaag hier, in tegenstelling tot een paar jaar terug in Mariánské Lázně, geen woord Russisch gehoord. Uitsluitend jonge Tsjechen en daarnaast nog redelijk wat oudere Duitsers.

In het uit 1930 daterende Glauberpaviljoen is nergens bronwater rechtstreeks uit de bron te proeven. Wel wordt het water uit drie verschillende tappen (eentje voor elk van de drie reeds genoemde bronnen) door een dame vanachter een soort glazen toog overhandigd. Mocht je zelf geen tuitbeker voorhanden hebben, dan kun je er een plastic bekertje kopen à 2 kroon per stuk. Het water zelf is gratis.
We lopen een rondje door het paviljoen, bladeren door een van de vele folders, bewonderen de kunstwerken in de hoeken van het paviljoen en kijken gebiologeerd naar het geborrel in de door glazen stolpen afgedekte bronnen.

full

pano-overzicht van het interieur​

Als we weer buiten staan zien we rechts een kleiner paviljoentje over de Pramen Nový (nieuwe bron), ontdekt in 1849. Hier is het water duidelijk bruiner van kleur en is de bron niet volledig afgeschermd door een glazen koepel. Uit een kraan sijpelt een klein straaltje van het bruinige spul. Het gevolg ervan is dat je de zwavelachtige geur al tegemoet komt als je de toegangsdeur nog moet passeren.
Volgens het drietalige infobord mag een kuur alleen uitgevoerd worden na overleg met een arts, moet het bronwater niet gezien worden als vervanging voor de dagelijkse vochtbehoefte en is het helend voor mensen die last hebben van darm en spijsverteringsproblemen.
Uiteraard moet het goedje geproefd worden.
Zonder de smaak te verklappen laten we de lezer oordelen aan de hand van het gezicht van de proefpersoon hoe de testsessie bevallen is...

full

test Pramen Nový: "vóór"

full

test Pramen Nový: "ná"​

De volgende bron die we even verderop tegenkomen is de oudste: Františkův pramen (de Frantisek bron). Hier smaakt het water een heel stuk normaler. De Frantisek bron, overkapt door een classicistisch paviljoen uit 1832 dat het houten exemplaar uit 1789 verving, ligt aan het begin van Národní, de hoofdpromenade waar de grotere hotels en het casino gesitueerd zijn.
In het plantsoen ernaast is er een halve meter grote bronzen Frantisek te bewonderen, zittend op een bol, naakt en met een vis in zijn handen. Men zegt dat vrouwen met een kinderwens die hem over de teen van zijn linkervoet strijken binnen een jaar zwanger worden. Aan zijn glimmend pielewieletje te oordelen, veronderstelt menigeen dat het kriebelen van zijn kruis eerder tot het gewenste resultaat leidt dan een aai over zijn tenen.

Deze Frantisek is een moderne bronzen kopie, het origineel (een keramisch exemplaar uit 1924) staat een stuk verderop in het stadsmuseum. Dit omdat het origineel na de oorlog meermaals door vandalen vernield werd en men een herplaatsing in de openbare ruimte niet meer verstandig achtte.

full

Kopie (links) en origineel (rechts)​

Aan de andere kant van de straat zien we het kantoortje van de VVV liggen.
Er mogen maximaal 5 personen gelijktijdig naar binnen en het lijkt er zowaar op dat men iemand aan de ingang heeft staan om dit te checken. Als we naar binnen willen blijkt echter dat mevrouw aan de ingang staat om te verhinderen dat er bezoekers naar binnen kunnen. Men doet net dicht voor de middagpauze en is aan het wachten tot de laatste toeristen voor de pauze geholpen zijn.
Geen nood. We hebben ons plan al klaar en een afdruk van een stadsplattegrond hebben we ook al. Naast de handheld GPS voldoende om onze weg te vinden vandaag. Maar je weet nooit wat je nog tegenkomt, vandaar dat als het effe kan we overal wel de VVV binnenlopen om te snuffelen tussen het doorgaans grote folderaanbod.

We vervolgen onze stadswandeling. Via de Luisin pramen, waar de plantsoenendienst ijverig de omgeving schoonmaakt en het zand aanharkt -je durft er bijna niet meer tot aan de bron te lopen- lopen we langs het prachtig opgeknapte Spa & Kur Hotel Harvey richting het Městské muzeum Františkovy Lázně waar een tentoonstelling is over de geschiedenis van het kuuroord.
Met historische voorwerpen, foto’s en afbeeldingen uit de kuurgeschiedenis, waaronder o.a. een deel van het servies van het eerste gastenhuis, tuitbekers uit vroeger tijden, een fitnesscentrum uit 1903: hometrainer, evenwichtsbal en een weegschaal waar de wijzers onder de weegplaat zit en je via een spiegel je gewicht kunt aflezen. Daarbij is de wijzerplaat ook in spiegelbeeld zodat je na spiegeling een en ander op de gewone manier kunt zien.
En zoals gezegd het origineel van de Frantisek die we zojuist in het park zagen. Een stuk klassieker ogend dan die in de buitenlucht.
Heel interessant.
Buiten ons twee zijn er slechts twee andere bezoekers in het museum. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat je tevoren moet weten waar het gebouw is, want het is niet iets waar je bij toeval tegenaan loopt. Rust alom dus.

full

fitnesshoek uit 1903

full

voor de kuurgasten uit de 19e eeuw: kristallen drinkbekers​

Na het museumbezoek slenteren we verder richting de Růžová cukrárna. Een Kaffee-und-Kuchen tentje ten noorden van kuurgebied en stadspark, dat pas om 13 uur open gaat (eerder zit iedereen te kuren?) en zoals de naam Růžová al doet vermoeden, geheel in rose/paars is ingericht.
Omdat buiten in de schaduw alle vijf de tafeltjes al bezet zijn nemen we binnen plaats. Als we arriveren is het binnen nog leeg, als we ruim een uur later weer vertrekken zijn ook daar een vijftal tafels bezet. We bestellen een lekker taartje en leveren een gevecht met de blauwe bessen van de huisgemaakte limonade die zo dik zijn dat ze om de haverklap het rietje verstoppen. Even blazen om het besje er weer uit te krijgen en je kunt weer verder lurken.

full

waar de naam "Růžová" vandaan komt laat zich raden​

De cukrárna ligt naast een mooi opgeknapte oranjebruine villa waar volgens de tegenoverliggende parkeerborden de ZUŠ gevestigd is. Als we tijdens een tweede limonade in de cukrárna wat googelen ontdekken we dat ZUŠ een afkorting is voor de Základní umělecká škola, de elementaire kunstacademie. We vinden een paar streetview foto’s uit 2016 waaruit blijkt dat de gevel ooit geel/blauw gekleurd was en ontsierd werd door een enorme boom midden voor de voordeur.
In de zomer van 2017 is men begonnen aan een omvangrijke renovatie; de boom werd verwijderd, oude buiten- en binnenvensterbanken werden vervangen door nieuwe, de gevel van het schoolgebouw werd hersteld en opnieuw geschilderd, dakgoten en bliksemafleiders werden vervangen, het dak werd geverfd en de fundering van het gebouw werd uitgegraven en geïsoleerd om te voorkomen dat vocht kan binnendringen. Verder werden de kelders volledig hersteld, werden roestige deurkozijnen vervangen door nieuwe, kregen de muren nieuw stucwerk en werd de vloer opnieuw geverfd. De oude houten toegangsdeuren zijn gerestaureerd en grote deels afgebladderde verflagen zijn verwijderd en hebben hun oorspronkelijke natuurlijke uitstraling teruggekregen. Zelfs het oude betonnen trottoir dat gescheurd was heeft dankzij de gemeente een nieuwe bestrating gekregen.
Het resultaat mag er zijn.

full

de recent gerenoveerde ZUŠ staat er prachtig bij​

Aansluitend aan limonade en taart wandelen we door het park richting het divadlo Boženy Němcové. Dit uit 1927 stammende theatergebouw in neoklassieke stijl is als een van de weinige gebouwen in het centrum niet geel-wit maar lichtgrijs geschilderd. Ook dat ziet er mooi uit.

full

het theatergebouw​

Minstens zo mooi is de 200 meter verderop liggende Russisch Orthodoxe kerk (Chrám svaté kněžny Olgy), de kerk van de heilige Olga van Kiev, gebouwd tussen 1887 en 1889 en daarmee de oudste orthodoxe kerk in Tsjechië. Sinds 1880 werden er in Františkovy Lázně ’s zomers onder de colonnades openlucht-diensten gehouden voor Russische kuurgasten, vanaf 1881 ook in de winter in de lobby van Hotel Giselle. Uiteindelijk is men in 1887 met behulp van de opbrengsten van de vrijwillige bijdragen van de Russische bezoekers begonnen aan de constructie van een echt kerkgebouw.

full

de Russisch orthodoxe kerk​

Als we er binnen stappen zijn twee zeer vriendelijke vrouwen bezig de boel op te kuisen. Één van beiden praat een woordje Duits en nodigt ons uit om alles vooral toch maar eens goed van dichtbij te bekijken. Foto’s maken is geen probleem, hoe anders dan in Mariánské Lázně waar de muren beplakt zijn met stickers met rood doorgestreepte fototoestellen. Ze legt ons tevens uit waarom er links drie standaarden met brandende kaarsjes staan en rechts slechts één. Rechts is gereserveerd voor de levenden, de drie standaarden links zijn voor de doden.

De kerk is opgericht in de zogenaamd eclectisch Russisch-Byzantijnse stijl. Architect was ene Gustav Wiedermann die hiernaast niet alleen tekende voor de orthodoxe kerken in de andere twee kuuroorden Mariánské Lázně en Karlovy Vary, maar ook voor tal van andere kuurgebouwen en villa’s in Františkovy Lázně.
In 2018 wees een onderzoek uit dat dak en koepel van de kerk zéér dringend aan restauratie toe waren, totale kosten meer dan 1 miljoen kroon (40000 euro), maar ondanks subsidie van zowel staat als gemeente Františkovy Lázně heeft men nog niet genoeg bij elkaar om de herstelwerkzaamheden te beginnen.

full

ook wij steken een kaarsje op

full

schuin tegenover de kerk, een hotel van het type "Es war einmal"​

Even verderop lopen we een volgende kerk binnen, de farní kostel Povýšení sv. Kříže. Die blijkt na de overweldigende pracht van de orthodoxe kerk een stuk minder bekoorlijk. Helemaal naar binnen gaat hier overigens niet, we moeten het stellen met een blik op het interieur vanachter het ijzeren hekwerk in het portaal.
Even verderop passeren we het Fatamorgana Muzeum Iluzi dat we als mogelijk slecht-weer-alternatief op het programma hebben staan. Het ziet er van buiten af vrij gesloten uit. Geen illusie-museum vandaag, we wandelen gewoon nog wat langs de kuurhotels en door de goed onderhouden stadsparken. Het moet gezegd worden, het ziet er allemaal picobello uit hier. Nergens, maar dan ook helemaal nergens tref je zwerfvuil of achtergelaten rommel aan.

full

Blik op de hoofdstraat Narodní vanaf de fontein...

full

... met ook hier een Vietnamezenwinkeltje...

full

... maar ook de prachtige voorgevel van Kuurhotel Kijev en ...

full

... aan het andere uiteinde links de Uhličité lázně plynové (koolzuurgasbaden) en rechts de Františkův pramen (Franzensquelle)​

Uiteindelijk is het al vijf uur in de namiddag als we, na nog wat bronnen en een zoektocht naar een openbare wc terug aan de auto staan.

We sluiten de dag af op de gebruikelijke wijze; met avondeten op het terras van het pension.
Vrouwlief doet zich tegoed aan een tonijnsalade, ondergetekende smikkelt van een biefstuk met camembert. Alhoewel de Chardonnay gisteren prima smaakte beperken we ons vandaag tot een Radler en een Krušovice Černé.
Als we aan het toetje bezig zijn horen we in de verte een helikopter. In eerste instantie besteden we er geen aandacht aan totdat het geklapper van de wieken steeds harder wordt en de helikopter plotseling wel heel laag boven de boomtoppen verschijnt.
Een paar kinderen stormen vanaf het terras richting de wei achter de boerderij waar de helikopter zowaar gaat landen. Een minuutje later horen we het geklapper van nog een helikopter en hoppa, niet veel later staat nummer twee in het gras.

full

Da's weer eens wat anders, een helicopter in de paardenwei​

Het blijken Beierse gasten die volgens de bazin hier wel vaker langskomen met hun heli’s voor een pitstop met avondmenu.
We googelen op het registratienummer en vinden het prijskaartje van de oudste van de twee: ongeveer 1 miljoen dollar. Maar dan heb je ook wat: een heli met straalaandrijving die ongeveer 240 kilometer per uur vliegt !
Toch handig dat ze hier in de wei geen landingsgeld hoeven dokken.
Bespaart weer wat.
Raar gezicht, twee helikopters in een paardenwei in the middle of nowhere.

Na het avondeten loopt ondergetekende nog even naar het spoor om een trein te kunnen fotograferen en ben ik net op tijd terug om de helikopters weg te zien vliegen.

Onze laatste dag in Františkovy Lázně is ten einde.
Morgen gaan we verder richting Pilsen.

Groetjes en tot morgen.

full

P.S. Als vrouwlief op één oor ligt, waagt ondergetekende in het donker nog een poging komeet Neowise te vinden en te fotograferen. Vinden is geen probleem. Een half uur na zonsondergang prijkt de komeet met lange staart laag boven de noordelijke horizon. Fotograferen lukt minder goed. De lens waarmee dat stukken beter had gegaan ligt thuis in NL.​
Jammer dan.
Dat wordt 25 jaar wachten op de volgende komeet ;)
 
Dag 4 - donderdag 23 juli 2020: via Soos & Loket naar Pilsen

Vanochtend eten we voor een laatste maal ons ontbijt in het ochtendzonnetje bij Štekrův Mlýn. Ditmaal zonder landende helikopters.
We rekenen ons verblijf af bij de bazin, maken nog een laatste foto van de mooie boerderij, zetten onze spulletjes in het kofferbak en rijden richting Františkovy Lázně.

Daar nemen we even de tijd om een fotootje te maken van een bijzonder verkeersverschijnsel waar we de afgelopen dagen enkele malen met lichte verwondering gepasseerd zijn.
Aan de rechterzijde van de doorgaande hoofdweg begint een zebrapad.
Niets bijzonders zou je zeggen. Gebeurt wel vaker.
Maar aan de linkerkant is geen spoor van een zebrapad te ontdekken.
De witte balken stoppen gewoon halverwege !

full

Oeps...​

Na een paar keer hier gepasseerd te zijn werd ons pas gisteren duidelijk wat er aan de hand is.
Er is ooit een nieuwe asfaltlaag over de linkerhelft gelegd en men heeft nog geen tijd genomen om het verdwenen zebra gedeelte opnieuw te schilderen.
Hoe dat moet met oversteken is ons niet helemaal duidelijk.
Ben je op de rechterhelft veilig en op de linkerhelft vogelvrij?

Het zal ongetwijfeld ongemakkelijke situaties opleveren voor de automobilist die met deze situatie niet bekend is.

We vervolgen onze rit richting het dorpje Kateřina, ongeveer 5 km ten oosten van Františkovy Lázně.
In Kateřina, of eigenlijk net erbuiten bij het gehucht Nový Drahov, ligt de eerste bezienswaardigheid van vandaag: het Národní přírodní rezervace Soos; het nationaal natuurreservaat Soos.
Zelf noemt men het hier ook wel eens het Tsjechische Yellowstone park.

Soos is een moeras/veenachtige omgeving met een groot aantal bronnen waar koolstofdioxiderijk mineraalwater opborrelt in zogenaamde mofetten: kleine trechtervormige moddervulkaantjes. Op sommige plekken zijn die moddervulkaantjes nog in het water gelegen, zie je niks van de trechtervorm en borrelt er een klein poeltje ter breedte van een emmer tussen het groen. In veel delen is in de zomer de boel echter drooggevallen en is in de uitgedroogde modder de vorm van de trechtervormige gaten waar ooit het koolzuurgas houdend water door opborrelde duidelijk zichtbaar. De omliggende uitgedroogde aarde is wit-geel van kleur als gevolg van gekristalliseerde mineralen en organische delen van afgestorven algen. Omdat de eencellige algen naast kiezelwieren ook wel diatomeeën heten wordt de grond hier diatomeeënaarde genoemd.

Via een aantal informatieve borden over onder andere de samenstelling en de geologische geschiedenis van de aardlaag wordt de bezoeker al vóór de ingang ingeleid in de bijzondere verschijnselen die hier te zien zijn.

Nadat we een stuk verderop een schaduwrijke plek voor de auto gevonden hebben lezen we eerst op de borden naast de parking van alles over het geo-park, kopen een kaartje en mogen na de ingang net als eergisteren al snel weer op een vlonderpad op.
Via het vlonderpad lopen we door een vrij weids ogend groen gebied met rietachtig gras en enkele afgestorven berkenstammen. Aan beide zijden van de vlonders is snel na de ingang al iets te zien van het mineraalhoudend grondwater in de vorm van een paar stroompjes die een nogal roodbruinige modderachtige bodem hebben.

full

aan het begin van het vlonderpad

full

een apart kleurtje in het water​

Even verderop is er een kort zijpaadje naar links dat naar een natuurlijke bron leidt: de Císařský pramen / Keizersbron. Met een temperatuur die door het jaar heen varieert tussen de 14 en 18 graden Celcius is dit de warmste natuurlijke bron in het Eger bekken. De smaak is ondanks het hoge ijzer en zwavelgehalte beduidend aangenamer dan de meeste watertjes die we gisteren in Františkovy Lázně tot ons genomen hebben. Menige bezoeker vult er dan ook een bidon of fles mee.
Iets dat kennelijk in vroeger tijden ook gebeurde. Al in 1877 werd er wettelijk vastgelegd dat water uit deze geneeskrachtige bron verkocht mocht worden onder het handelsmerk “Císařský pramen”.

full

even proeven van de Císařský pramen​

Na dit kleine zijsprongetje lopen we verder door een veenachtig moerasgebied richting de meest noordoostelijke hoek alwaar ons een onaards ogend landschap wacht. In het begin is het grootste deel om ons heen gevuld met groen, maar plotseling is iedere vegetatie weg en zien we een licht golvende vlakte zonder begroeiing. Hier is ooit een meer geweest dat nu drooggevallen is. Het grondwater was er net als in het begin zeer mineraalrijk, maar droogt in de zomer grotendeels op, daarbij een soort maanlandschap van witte en gele uitgekristalliseerde zouten achterlatend. De moddervulkaantjes blijven daarbij achter als een soort trechtervormige gaten in de modderige, nog net niet helemaal uitgedroogde ondergrond.

full

diatomeeënaarde

full

het lijkt wel een maanlandschap

full

actieve mofet

full

uitgedroogde mofetten​

De drukte op het vlonderpad valt reuze mee als je het vergelijkt met de drukte op de parkeerplaats. Uiteindelijk verspreiden de bezoekers zich over het natuurpad, het bijhorende museum en de omgeving zodat je tijdens de wandeling eigenlijk nergens echt drukte ervaart.

Zoals gezegd ziet vooral het uitgedroogde gebied met diatomeeënaarde er uit als een maanlandschap. We staan er dan ook meermaals stil om foto’s te maken. Heel apart.
De route is ongeveer 1,5 km lang maar we doen er uiteindelijk bijna anderhalf uur over eer we weer terug bij de ingang zijn.

Aansluitend nemen we een kijkje bij het naastgelegen dieropvangcentrum waar men verweesde of gewonde dieren opknapt om ze weer uit te kunnen zetten als ze voldoende hersteld zijn. Het museum slaan we over. De bedoeling is om hier in de herfstvakantie nog eens terug te komen met schoonpa, dus dan hebben we dan nog iets over wat we zelf nog niet gezien hebben.

Even voor de klok van een rijden we oostwaarts over de D6/E48/E49 waar we verrast worden door een wandelaar die met gevaar voor eigen leven doodleuk vlak naast de langsrazende auto’s over de (semi) snelweg loopt.

Bij Kynšperk nad Ohří (Königsberg aan de Eger) verlaten we de doorgaande weg even voor een kort bezoekje aan de rivier. Daar zou zich volgens de kaart een houten brug over het water moeten bevinden.

Dankzij het vooraf ingegeven waypoint brengt de autonavigatie ons netjes naar een parkeerplaats naast een sportterrein aan de voet van de brug.
Als we onder de houten overkapping staan komt een vriendelijke man naast ons staan die vertelt dat hij hier 70 jaar geleden als kind met zijn vrienden vanaf de brug naar beneden het water in sprong. De brug was toen nog van beton. Ze is in 1923 aangelegd om de het dorp aan de ene kant van de rivier te verbinden met het station aan de andere kant. Men moest toen zelfs tol betalen om aan de overkant te komen. Omdat de kwaliteit van het beton na WO2 als gevolg van activiteiten van het zich terugtrekkende Duitse leger sterk naliet, heeft men het middenstuk in 1950 vervangen door een houten gedeelte, dat als gevolg van hoog water datzelfde jaar nog wegspoelde. Direct heeft men er weer een nieuwe houten brug geconstrueerd en die staat nu nog. De totale lengte van het houten gedeelte is iets van 63 meter lang. Daarmee is deze krytá dřevěná lávka (overdekte houten loopbrug) na de Rechle in Cesky Krumlov de langste houten brug van het land.

Aan het begin en het eind kun je nog de betonnen pilaren en opritten van de oude brug zien, inclusief de lampen aan betonnen palen die inderdaad een ouderdom van voor WO2 doen vermoeden.

full

een idyllisch gelegen brug met ...

full

... een net zo idyllisch uitzicht over de Eger​

Na dit korte intermezzo zitten we nog een klein half uurtje in de auto, grotendeels over een brede maar uitgestorven snelweg tot het prachtig gelegen dorpje Loket.
Loket betekent zoiets als “elleboog”. De naam is afgeleid uit het feit dat de rivier die om het dorp heen stroomt gebogen is als een soort elleboog.
Vanwege zijn ligging wordt het dorpje vaak vergeleken met het Duitse Rothenburg ob der Tauber. Het marktplein met Mariazuil figureerde met enkele scenes in de James Bond film Casino Royale uit 2006.
We hebben geluk en kunnen de auto kwijt aan de andere kant van de rivier op een parkeerplaats langs de rotsen. Er is nog precies één vak vrij en dat ligt heerlijk in de schaduw.

Eigenlijk willen we direct naar de burcht die in het centrum ligt, maar op de parkeerplaats staat een informatiebord met daarop een naar Goethe vernoemde wandelroute die belooft dat we even hogerop van een fantastisch uitzicht op het stadje kunnen genieten.
Een paar minuten later en tien zweetdruppels lichter staan we in een klein paviljoentje en mogen we constateren dat het infobordje niets te veel heeft beloofd.
Vanaf hier is goed te zien hoe de rivier zich in een grote boog om Loket heen slaat.

full

blik op Loket​

Als we een kwartiertje later Loket binnen wandelen merken we voor het eerst deze vakantie iets van toeristische drukte. Als eerste passeren we de Sváty Florian brouwerij, annex restaurant, waar het al behoorlijk vol zit. In de rij voor de kassa van de burcht hebben diverse bezoekers geen boodschap aan het twee meter afstand houden. Toch hangen links en rechts de nodige waarschuwingsbordjes met afstands en hygiëne richtlijnen op. We hadden eigenlijk deel willen nemen aan een rondleiding, maar de ongezonde drukte ter plekke beziend besluiten we daar vanaf te zien.

In plaats daarvan kiezen we ervoor op eigen gelegenheid met een Duitstalige folder de burcht te bekijken. Dan kunnen we tenminste overal onze eigen weg gaan als het te druk wordt.
Deze inschatting blijkt geen verkeerde keuze. Als we de groepsrondleiding in een van de zalen tegenkomen, zijn we blij dat we even opzij kunnen stappen naar een minder drukke omgeving.

Het enige dat we missen op onze eigen verkenning is een plattegrond met duidelijke routevoering. Het heeft hier heel wat gangetjes waarmee je van het ene naar het andere gedeelte komt en de te volgen route is niet overal even duidelijk. Het gevolg is dat we soms wat stukken dubbel lopen, op zoek naar de volgende plek.

De eerste museumruimte die we binnenkomen staat in het teken van Goethe, die hier in totaal meer dan 1000 dagen van zijn leven verbleef. De man is werkelijk overal geweest. We vragen ons af waar hij de tijd vandaan haalde om ook nog eens zoveel te schrijven over en tijdens zijn reizen, zeker als je bedenkt dat reizen met de koets in die tijd een stuk langer duurde dan wij er tegenwoordig met de auto over doen.
Er zijn verder o.a. ruimtes met beschilderde meubelen uit 18e en 19e eeuw, een ruimte over de meteoriet van Loket, een porseleinverzameling, een –hoe kan het ook anders- wapenruimte met verzameling schietschijven en een uitgebreide folterkelder met modellen die de in de middeleeuwen toegepaste foltermethodes –enigszins humoristisch ogend- uitbeelden.

Vooral kinderen vinden de folterkelders leuk, maar menig volwassene loopt ook met een glimlach van oor tot oor na het loeren door de diverse luikjes met griezelige toestanden erachter.

full

prachtige plafondschilderingen

full

het wapen van de stad, met leeuw, burcht, stadssleutel en elleboog

full

panofoto binnenhof

full

griezelen in de folterkelder

full

porseleinen inktpotje uit 1850

full

Karel IV in was​

Pas als laatste lopen we tegen de elf Gottstein aan, waarover we tevoren al gelezen hadden.
Het verhaal zegt dat wie Gottstein over zijn baard strijkt en een muntje in zijn schatkist gooit, grote kans maakt dat Gottstein zijn wens verhoort. Wie de elf echter achter zijn rug kriebelt of aan zijn knots komt, die zal de kwade kant van Gottstein leren kennen. Ook hier staan we enigszins verbaasd te kijken naar het menselijk gedrag. Zowat overal kom je desinfectiespul tegen en zijn sommige mensen panisch om iets aan te raken wat anderen ook net hebben aangeraakt. De baard van Gottstein is kennelijk immuun hiervoor. Seconde na seconde kan iemand zich niet bedwingen Gottstein zijn baard te kietelen zonder zich af te vragen hoeveel handen deze baard vandaag al vast gehad hebben.

full

de elf Gottstein

full

het centrale plein met Mariazuil en hotel "in het witte paard"​

Tegen half vijf zijn we terug bij de auto en rijden over de E49 zuidwaarts richting Plzeň.
Alweer verbazing als we een wandelaar op krukken op de snelweg passeren.
Het moet nu niet gekker worden…

Na een dik uurtje zijn we in Plzeň in ons nieuwe pension voor meer dan een week: Stará Roudná, genoemd naar de wijk Roudná die direct aan het centrum grenst.
Een vriendelijke eigenaresse laat ons binnen.
Prima en zeer nette kamer in een wijk die niet zo druk is als in de binnenstad.
Een uiterst gastvrije omgeving en een avondmaal waar je U tegen zegt voor een habbekrats.
En: een heerlijk koel glas Pilsener Urquell.
Met retromuziek op de TV zender waarbij het ons op een gegeven moment opvalt dat wel erg veel artiesten uit de jaren 80 het tijdelijke voor het eeuwige verruild hebben. We zien clips van Falco, de BeeGees, Michael Jackson, David Bowie, Barry White, Whitney Houston, Boney M/Bobby McFarell enz.
Op een gegeven moment beginnen we een spelletje “waaraan is hij/zij gestorven?”.
Waarbij Wikipedia telkens uitkomst geeft en scheidsrechter speelt.
Als de maaltijd erin zit, zit de uitzending erop.
Game over.

We trekken ons terug op onze kamer, werken nog wat aan het verslag van gisteren want dat is er vanochtend niet meer van gekomen en liggen op tijd in bed.

Morgen gaan we de stad in.
Later meer dus, groetjes en tot morgen!

full
 
Bovenaan