Zomer 2019 - Twee weken regio Hradec Králové

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Na een dikke week Praag (1995) en de zomervakanties van 2016 (Liberec en Kutná Hora), 2017 (Brno en Valtice) en 2018 (Písek en Cesky Krumlov) zijn er nog steeds keuzes te over om het mooie Tsjechië te verkennen. Ook voor de zomer van 2019 hebben we net als de vorige drie vakanties weer eens wat vlaggetjes op de kaart geprikt om te kijken of we een leuk programma voor 15 dagen in elkaar kunnen draaien zonder daarbij al te grote afstanden af te leggen.

Na in eerste instantie over het hele land verspreid te werk te zijn gegaan, kristalliseert zich na een tijdje een interessante regio uit: de wijde omgeving van de stad Hradec Králové.

Na het nodige gepuzzel en het schrappen van plaatsen die minder handig met elkaar te combineren zijn, belanden de volgende zaken in de to-do-lijst voor de zomer van 2019:
- kasteel Litomyšl
- hospitaal Kuks
- Broumov
- architectuur/stadswandeling in Hradec Králové
- wandeling ergens in het reuzengebergte, bijvoorbeeld bij de Snežka op de grens met Polen
- omgeving Chlum/slagveld 1866
- Vojna dwangarbeiderskamp/goelag in Příbram
- ergens een dagje fietsen in niet al te heuvelachtig terrein
- Pardubice en/of Chrudim indien mogelijk

Hadden we in eerste instantie gedacht ergens in Hradec Králové zelf een pension of hotel te zoeken, bij nadere beschouwing van de af te leggen afstanden, lijkt het toch handiger en centraler iets noordelijker te logeren. Bijvoorbeeld in de buurt van Jaroměř.

Omdat we in de stad Jaroměř zelf weinig vinden dat lijkt op én een rustige plek én een goed aangeschreven pension én ook een eigen restaurant/keuken erbij, kijken we ook in de omliggende dorpen eens naar de mogelijkheden en stuiten we op een manege-achtige boerderij met restaurant dat even buiten de stad ligt. We besluiten er begin januari 2019 een mailtje naar te sturen dat direct beantwoord wordt: “Helaas, wij zitten de hele zomer van 2019 al vol met bruiloftsfeesten in het weekend, dus we hebben alleen nog door de week vrije plaatsen.” Tsja, dat gaat hem dus niet worden.

Na nog wat doorspeuren vinden we een tweede boerderij/manege/pension die eveneens een paar km buiten de stad ligt, bij het plaatsje Velká Jesenice. Ook daar wordt een mailtje heen gestuurd waarop ook hier direct reactie: “Geen probleem, reserveren kunt u via booking.com”. Zo gezegd, zo gedaan: direct voor 12 overnachtingen gereserveerd.

Daarna even zoeken voor een slaapplaats op de heenweg, want we willen niet de hele rit in één dag doen. Ook daarvoor wordt een plek gevonden, hetzelfde hotel in Beroun waar we, niet ver van de D5, tijdens de heenreis in 2017 ook al een keer overnachtten.

Voor de terugreis valt de keuze op een overnachting in een hotel in het dorpje Rožmitál pod Třemšínem, zodat we het Památník Vojna bij Příbram kunnen bezoeken.

Eind februari is het voorlopige programma dan klaar:

Dag 1 / maandag 22 juli 2019: Heenreis naar Beroun
Dag 2 / dinsdag 23 juli 2019: via Poděbrady naar pension in Velká Jesenice
Dag 3 / woensdag 24 juli 2019: Hradec Králové
Dag 4 / donderdag 25 juli 2019: Pardubice en/of Chrudim
Dag 5 / vrijdag 26 juli 2019: Dvůr Králové & hospitaal Kuks
Dag 6 / zaterdag 27 juli 2019: Broumov & Ostaš
Dag 7 / zondag 28 juli 2019: Zámek Opočno & Zámek Častolovice
Dag 8 / maandag 29 juli 2019: Fietsen rond het meer bij Ceska Skalice en door de Babiččino Údolí vallei
Dag 9 / dinsdag 30 juli 2019: Památník bitvy 1866 in Chlum + omgeving
Dag 10 / woensdag 31 juli 2019: dagje Polen: wandeling Szczeliniec Wielki / Bazylika Wambierzyce / Kudowa Zdrój
Dag 11 / donderdag 1 augustus 2019: Litomyšl: kasteel + Portmoneum
Dag 12 / vrijdag 2 augustus 2019: kasteel Nové Město nad Metují & Horice
Dag 13 / zaterdag 3 augustus 2019: wandelen op/rond de Sněžka
Dag 14 / zondag 4 augustus 2019: basiliek Příbram en Památník Vojna
Dag 15 / maandag 5 augustus 2019: terugreis richting NL

Uiteindelijk zouden we de volgorde van de diverse dagen nog wat wisselen als gevolg van de weersomstandigheden, maar daarover in de dagverslagen meer.
Zoals gewoonlijk wensen we alvast iedereen weer veel lees- en kijkplezier.
Groeten, Leo en Petra.
 
Dag 1: Maandag 22 juli 2019 – heenreis

Omdat we gisteren op tijd in bed lagen hebben we niet meer de moeite genomen om de auto te bepakken en bezakken. Wel heeft ondergetekende nog een uur zitten poetsen en boenen aan de auto. Een beschermende waslaag kan geen kwaad. Daarom vanochtend na het opstaan als eerste ontbeten en daarna alsnog aan de slag om de vakantiebagage in de kofferbak te laden.
Het plan was om rond 06.30 uur te vertrekken maar uiteindelijk wordt het een uurtje later.
Schoonpa zal zich de komende twee weken over ons vijftal kippen en eenden ontfermen, dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken.

Onderweg op de A76 richting de Duitse grens komt een eerste filemelding in beeld. De zuid-ring rondom Köln die we normaal nemen om aan de andere kant van de Rijn zuidoostwaarts te kunnen, staat al de hele ochtend vast. Vertraging ruim een half uur tot drie kwartier en slechts groeiende. Dat wisten we al.
Echter, op het alternatief, de afslag Frechen / A61 richting Koblenz wordt nu ook al een opstopping gemeld als gevolg van een ongeval. Onze hoop om daar niet vast te komen verdwijnt als blijkt dat tussen Bonn en Koblenz op diezelfde A61 meerdere ongevallen hebben plaatsgevonden, waarschijnlijk door de laagstaande zon. Meerdere files zorgen bij elkaar opgeteld voor ruim anderhalf uur vertraging en we zijn nog nauwelijks 100 km onderweg.
Dat belooft niet veel goeds voor vandaag.

01.jpg

net een uurtje onderweg; ter hoogte van Bonn zit het al voor de eerste keer vast​

We gooien het daarom direct onder Bonn over een andere boeg. We verlaten de snelweg en nemen een provinciale weg richting de Rijn alwaar we middels een veerpont filevrij de andere rivieroever bereiken. Daar nog een dikke vijf km provinciale weg en vervolgens kunnen we alsnog zonder files verder over de A3 zoals oorspronkelijk beoogd.
Daarbij zowel de files rond Köln als de files rond Bonn vermijdend.

Oef, dat is geluk hebben.

02.jpg

klein maar fijn, per veerpont gaan we de Rhein over​

Slechts één (letterlijke) smet bij dit verhaal: het uitzicht.
Dat wordt de heenweg deels bedorven door mijn eigen poetskunsten van gisteravond. Voorruit en beide zijruiten zitten vol strepen en vlekken van opgedroogd poetswater die dankzij het tegenlicht van de zon prima zichtbaar worden. Gelukkig is ons golfje verder op het oog zuiver en rijdt ie als een tierelier !

Bij Raststätte Heiligenroth stoppen we net als voorgaande jaren weer even voor een Latte Macchiato. Dit jaar hebben ze weer nieuwe mokken en alweer een nieuwe benaming. De XXL is weg uit de titel en je kunt nu kiezen uit de formaten klein, middel en groot. Een beetje afwisseling houdt de spanning erin. Benieuwd wat ze volgend jaar in petto hebben

Het is hier minder druk als vorig jaar toen de prullenbakken op de parking uitpuilden van de door vakantiegangers achtergelaten drank en eetverpakkingen. We hebben er nu ongeveer 200 km op zitten en mogen er nog een kleine 600 eer we in Beroun zijn.

03.jpg

voor de verandering maar weer eens een ander formaat Latte Macchiato...​

Als we verder rijden duurt het niet lang meer eer we voor een eerste keer in langzaam rijdend verkeer terecht komen. Gelukkig is het telkens voor maar een paar minuten. Wat opvalt op de A3 tussen Frankfurt en Würzburg is dat het aantal wegwerkzaamheden relatief meevalt maar dat er behoorlijk wat files veroorzaakt worden doordat mensen de volle breedte van de snelweg niet benutten. Veel personenauto’s hebben de neiging onnodig op de linkerbaan te rijden, waardoor rechts een enorme strook onbenut over blijft, terwijl het links steeds een gedrang van jewelste is. Op diverse stukken is rechts een zee van ruimte en kun je niet verder omdat je dan rechts zou moeten inhalen. Links gaat men steeds op de rem en met behulp van het harmonica effect ontstaat de ene na de andere langzaam rijdende colonne. Uiteindelijk rijden we maar twee keer een echte file van een paar km, maar zijn er wel heel wat stukken waar we niet veel harder dan 60 tot 80 per uur kunnen rijden.

04.jpg

Wielklem langs de A3. Moet je ook niet doen, je auto langs de snelweg parkeren...

05.jpg

prachtig gekleurde VW-Bulli in de straten van Kitzingen am Main​

Van inhalen van het bij vertrek opgelopen uurtje achterstand is dan ook geen sprake als we in Kitzingen am Main aankomen voor een langere stop.

In Kitzingen bezoeken we het Konditorei-museum.
Het is gevestigd in een oud herenhuis met een prachtige pas gerenoveerde vakwerkgevel. Dit zogenaamde Poganietz-huis valt op tussen de overige, eveneens mooie huizen aan het marktplein van Kitzingen. Het prachtige ornamentele raamwerk met de gebogen Andreaskruizen en houtsnijwerk is uitgevoerd in renaissancestijl en is een meesterwerk van Frankische vakwerkkunst. Het pand werd in 1556 gebouwd door wethouder Christoff Hagen en is een van de oudste herenhuizen in Kitzingen. Sinds de bouw bestaat het gebouw uit twee onafhankelijke huizen die samen onder één dak liggen.

De "zoete kunst" heeft een lange traditie in dit huis. Het begint al in 1722 toen Kilian Weisbeckh daar een Lebkuchen-Bacherey en een Specerey-Handlung opende die al tientallen jaren bestond. In 1833 kocht de patissier Philipp Josef Groß, zoon van een Kitzinger Lebküchner, het huis voor 1.800 gulden. In navolging van de trend van die tijd verving hij de voormalige honingbakkerij door een suikerbakkerij of banketbakkerij. Het bedrijf bestond tot 1937 zonder onderbreking onder wisselende eigenaren. De laatste banketbakker was Michael Schmitt, die in 1937 de traditionele banketbakkerij moest sluiten bij gebrek aan een geschikte opvolger. Het huis is sinds 1892 eigendom van de familie Schmitt-Poganietz.

Op de tweede en derde verdieping (waar beneden een bakkerij met lunchroom gevestigd is) kunnen we in dit privé museumpje de geschiedenis van de bakkunst bewonderen. Vooral op het gebied van suikergebak zijn er de nodige kunstwerkjes en mallen te zien.

06.jpg

18e eeuws Paaslam. Boven de zoete versie, onder het houten negatief

08.jpg

zoete paaseieren in barokstijl

07.jpg

suikerig fantasie-kasteel​

Als we uitgekeken zijn nemen we plaats op het buitenterras en verorberen een Zwetschgenkuchen (ohne Streusel) resp. een Käsekuchen (mit Streusel) en vervolgen we na een stop van ongeveer anderhalf uur weer onze weg richting Tsjechië over de A3. Als we Nürnberg voorbij zijn valt in twee etappes het grootste deel van de snelwegdrukte weg; eerst komt er een afslag voor het verkeer richting München waarna het zowat de helft minder druk wordt. Vervolgens nog een afslag voor het verkeer richting Dresden waarna alleen zij die richting oostgrens willen overblijven.

Het gebruikelijke verkeer: een paar vrachtwagens en busjes en diverse busjes met oplegger waar tweedehands auto’s mee geïmporteerd en geëxporteerd worden. Op de andere weghelft in tegen gestelde richting overigens hetzelfde verschijnsel. Hier wordt goed geld verdiend aan het over de grens sleuren van auto’s.
09.jpg

sleuren met vierwielers​

full

nog 1 km tot Rozvadov en we zijn weer in CZ ;)

Na een korte plas-en-benen-strek-pauze achter Würzburg rijden we de rest van de route tot Beroun zonder stop verder. Klokslag 19.00 uur arriveren we er, uiteindelijk toch nog een kwartier eerder dan gepland. Dat is dan weer het voordeel van een ruim en relaxt opgezette planning. We houden niet zo van al die strakke races tegen de klok. Tegenslag is al ingecalculeerd, dan valt het uiteindelijk vaak mee.

We checken in het hotel in. Twee jaar terug waren we hier ook al een keer. Toen was de kamer al comfortabel te noemen. Vandaag heeft men blijkbaar niks kleiners meer in de aanbieding; we krijgen een joekel van een kamer. Eigenlijk zijn het er twee. 50 Vierkante meter verdeeld over twee ruimtes waarbij elke ruimte voorzien is van een breedbeeld TV.
Wat we er mee moeten? Geen idee.
Als er iets is wat we op vakantie zelden doen is het wel TV kijken.
Laat staan naar twee schermen tegelijk.
Wel ideaal natuurlijk voor beginnende echtelijke ruzies.
Kan ieder zijn eigen programma bekijken.

Badkamer met zowel een ligbad als een douche, op beide kamers een zitgedeelte met 1 of 2 banken en nog een stoel. Geen airco maar wel een flinke ventilator. Een minibar, een boekenplank met familiespellen, plaatjesboek voor de allerkleinsten en een serie Engelse, Duitse en Tsjechische romans.

De Italiaan waar we twee jaar terug prima gegeten hebben is dicht maar na een kort wandelingetje over het centrale plein vinden we een ander restaurant waar het ook goed zitten en eten is. Naast ons een Vlaams stel dat flink zitten te paffen van drie pakjes sigaretten (en een doosje vol pillen). Het blijken Geert en Carine te zijn, zo achterhalen we aan de hand van het opvallende nummerbord van Geert zijn rode Honda NSX. Gelukkig vertrekken Geert en Carine vlak voordat we bestellen zodat we van de maaltijd in een minder damperige omgeving en met meer frisse lucht kunnen genieten. Rondom het Husovo Námesti is het een komen en gaan van gasten en gastjes die graag gezien worden in hun al dan niet gepimpte auto’s. De politie houdt een oogje in het zeil en draait ook menig rondje rond het plein.
Een bont gekleurde golf steelt de show. Niet qua looks, wel qua geluidsvolume.
De knalpot rammelt werkelijk aan alle kanten.
Na een stop bij de flappentap en drie rondjes rond het plein houden de inzittenden het voor gezien en keer de rust terug.

full

mooie gevels aan het plein

full

het raadhuis

full

gepimpt golfje dat graag gezien wil worden (behalve de nummerplaat dan...)​

Ondanks de A-locatie lukt het ons weer eens niet niet om boven de dertig euro eindprijs uit te komen voor twee flinke stukken gegrild varkensvlees in champignonroomsaus, frietjes en gebakken aardappelen en vier glazen huisgemaakte frambozenlimonade. Welkom in Tsjechië.

Na de avondmaaltijd slenteren we terug naar het hotel, verwonderen ons over een paar opvallende etalages en liggen even na 22 uur in bed.

full

Plzeňská brána

full

bij de Winkel van Sinkel is uitverkoop​

Welterusten en tot morgen, als we verder gaan richting Velká Jesenice.
 
Dag 2: Dinsdag 23 juli 2019 - Poděbrady

Na het ontwaken vanochtend begin ik eerst aan het dagverhaaltje van gisteren voor de thuisblijvers. Voor het hotelraam is een brede bureau-achtige constructie met stopcontact. De hemel is fel blauw gekleurd dus de gordijnen moeten dicht om nog iets van het beeldscherm te kunnen zien. Ondanks dat felle licht is deze hotelkamer prima uitgerust om de laptop te kunnen hanteren. Met een wiebelig tafeltje, te kleine bureautje of geen stopcontact in de buurt is dat in menige overnachtings-plaats wel eens anders geweest. Als we tegen acht uur voor het ontbijt naar beneden gaan blijkt het daar stukken minder druk dan twee jaar geleden. We hadden gisteren al zo’n vermoeden toen we in de ondergrondse garage nauwelijks auto’s zagen terwijl die bij het vorige bezoek vrijwel vol was.

Gisteravond hebben we verder geen gebruik gemaakt van de twee televisies met volgens de documentatie elk 88 zenders erop. Dus eigenlijk hebben we 176 zenders gemist…
Eigenlijk kijken we op vakantie (bijna) nooit TV. Hooguit een Krteček filmpje op YouTube. Past wel bij het land.
Al het nieuws uit de rest van de wereld doet er op vakantie weinig toe en als er echt een keer iets bijzonders aan de hand zou zijn, krijgen we dat ook zonder TV wel mee.
Nadat we eens bekeken hebben wat er allemaal aan boeken in de kast staat hebben we ook die verder niet gebruikt. Ondergetekende heeft zich onderweg in Duitsland weer eens een Geo Epoche gekocht, ditmaal over “Die Welt der Ritter” en ook dat past prima bij het land van de kastelen waar we de komende twee weken gaan vertoeven.
Vrouwlief amuseert zich ’s ochtends regelmatig aan een brei- of haakwerk of een digitaal boek op de reader. Ook dat biedt beduidend meer rust dan het gehaaste nieuws uit de wereld die zonder ons net zo goed doordraait.

Op het ontbijt valt niks aan te merken. Twee soorten warme worstjes, keuze uit spiegelei of een waterachtige drab die roereieren moeten voorstellen (het enige dat niet zo smakelijk uitziet), diverse soorten kaas, jam en vlees, muesli, brood en broodjes enz.
Wie hier met honger van tafel gaat is het zelf schuld.
Het ontbijt staat uitgestald over de volle lengte van de ontbijtzaal. Aan het einde is een bar waarvan de toog vol staat met allerlei soorten gebakjes en zoetigheden. Tegen negen uur zijn we klaar met ontbijt en werk ik nog even door aan het dagverslagje van gisteren terwijl mijn vrouw nog wat leest op haar e-reader.

Tegen tien checken we uit. Aan de balie staat de wisselkoers op 1 euro = 23.50 Tsjechische kronen. Kennelijk is er nog genoeg te verdienen aan de onwetende toerist. Uit de pinautomaat krijg je op dit moment ruim 10% meer kronen voor je euro’s.
Aan de rand van Beroun stoppen we even voor een tankbeurt en draaien we vervolgens de D5 op richting Praag. Daar nemen we de zuidelijke ringweg naar de oostkant.
Op de tegenoverliggende weghelft staat het bomvol. Gelukkig maar dat we niet de andere kant op hoeven. We hadden eigenlijk nog bij een kunstwerk van David Cerny willen gaan kijken, maar bij de eerste stop aan het Europark (een groot winkelcentrum) blijkt dat ik niet goed op mijn GPS heb gekeken en dat we het kunstwerk al voorbij zijn. Omdat omdraaien file betekent slaan we het kunstwerk maar over. Bij binnenkomst in het Europark is er direct achter de ingang een foodcourt waar bij Puzzle-Salads een 40-tal mensen in de rij staan voor een gezonde salade. Big business kennelijk. Verspreid door het gebouw (en ook nog buiten op de parkeerplaats) ligt een scala aan midgetgolfbanen. Als mama aan het shoppen is kunnen papa en de kids gaan golfen. Zou papa de behoefte hebben ook mee te shoppen, dan is er altijd nog de kinderspeeltuin in de vorm van een overdekt piratenschip, met toezicht. Aan alles is hier gedacht.

We zoeken de Tescoma (daar is de stop ook voor bedoeld) om te kijken of ze vormpjes voor bijenkorfjes hebben. We zien ze niet in de rekken hangen, dus proberen we op zijn Duits en Engels uit te leggen wat we zoeken. Helaas, men verstaat ons wel maar heeft geen idee wat we zoeken. Gelukkig is er ook nog een Tsjechische website waar we naam (Formička na včelí úlky) en productnummer (631640) kunnen vinden. Aan de hand van het productnummer weet men ons te vertellen dat ze niet op voorraad zijn maar wel besteld kunnen worden. Helaas, we zijn op doorreis dus dat gaat hem niet worden. We zullen eerdaags in de Tescoma van Hradec Kralové opnieuw ons geluk moeten beproeven in de hoop dat men ze daar wel op voorraad heeft.
Toch gaan we niet met lege handen naar buiten: een tweetal clippers om zakjes mee dicht (en de inhoud vers) te houden en een roller waarmee je de stroken voor de ruiten op een vlaai kunt maken.

Na de korte shopstop doen we ons op de parkeerplaats te goed aan de eigenlijk voor gisteren bedoelde coleslaw salade en rijden aansluitend via de D11 verder naar Poděbrady. De Tsjechische uitspraak (“Pootjebradie”) doet ons een beetje denken aan een kromme verbastering van een mislukt barbecuefeestje waar iemand met zijn tengels te lang boven het vuur heeft gehangen.

Poděbrady is een kuuroord, ongeveer 50 km ten oosten van Praag, met ongeveer 15000 inwoners. Het is ooit ontstaan aan een doorwaadbare plek langs de Labe/Elbe langs een belangrijke handelsweg in de middeleeuwen. In de tweede helft van de 13e eeuw liet Koning Přemysl Otakar II er een stenen burcht oprichten. Burcht en landgoed Poděbrady kwamen tot bloei onder de heren van Kunštát. De bekendste vertegenwoordiger van deze familie zou de op de burcht in 1420 geboren Jiří z Poděbrad (George van Poděbrady) worden. Tijdens zijn heerschappij (1458-1471) was hij de eerste koning in Europa die de Roomse kerk de rug toedraaide en toenadering zocht tot de Hussieten. Er staat een groot standbeeld van George te paard voor de ingang van de burcht op het centrale plein. De burcht is privé bezit en in een deel ervan zit een dependance van de afdeling Talen van de Universiteit van Praag. Ze is dus helaas niet te bezichtigen.

full

het kasteel ligt ietwat verborgen achter een muur

full

George kijkt vanaf zijn paard op ons neer. In de achtergrond het Občanská záložna (1898), een voormalig bankgebouw​

We nemen plaats op een overdekt terras aan de rand van het naar George vernoemde plein Jirího námestí. Van hieruit hebben we mooi zicht op het standbeeld en de burcht en zitten we toch lekker in de schaduw. Het is 13.00 uur en met 30 graden kan een beetje uit de zon zitten vandaag geen kwaad.
Wat ook geen kwaad kan: een huisgemaakte frambozenlimonade.

Als de limonade op is en we op plein, standbeeld, burcht en gevels uitgekeken zijn nemen we een kijkje op de binnenplaats van het kasteel. Daar worden we verrast door een verzameling harten die door de wind aangedreven rondom hun eigen as draaien. Het blijkt een project te zijn met de naam “Hart van Europa”

Dat ze op de binnenplaats van het kasteel van Jiří staan blijkt geen toeval als we de achtergrond leren kennen. In de 15e eeuw was Jiří z Poděbrad de eerste die een plan heeft opgesteld voor verregaande samenwerking in Europa, inclusief juridische aspecten, het administratieve systeem van de organisatie en de methode van financiële zekerheid. Met de Poolse en Hongaarse koningen, de Venetiaanse Republiek en de Franse koning Lodewijk XI besprak hij de mogelijkheden om een "verenigd middeleeuws Europa" te realiseren. De vredesmissie werd uiteindelijk niet uitgevoerd vanwege te radicale voorstellen die de positie van de kerk aantastten, maar de kracht van de ideeën van dit project neemt een belangrijke plaats in in de geschiedenis van Europa.
Omdat in kuurstad Poděbrady vooral mensen behandeld worden met hartproblemen werden de Europese geschiedenis van Jiří en die van het heilzame water aaneen gekoppeld onder de noemer ”Hart van Europa”. Negen middelbare scholen voor kunst en handwerk werden benaderd om voor de in totaal 28 harten van ruim 1 bij 1 meter metende harten per land een ontwerp te bedenken dat dan weer in een werkplaats in Poděbrady middels acrylverf werd aangebracht.

full

een vrolijk gezicht, al die draaiende harten​

Het is kleurig om ze allemaal samen te zien. België is vertegenwoordigd met een afbeelding van het Atomium in Brussel, Nederland heeft een stylistische Mondriaan waarvan de vakken zijn gevuld met molens, tulpen en fietsen. Slechts de kaas ontbreekt in dit stereotype beeld. Op die van Frankrijk zien we de Eifeltoren, Berlijn is aanwezig met de muur en de Brandenburger Tor, Italië draait rond met de toren van Pisa, een fiat 500 en het Colosseum. Het is een vrolijke boel, allemaal die ronddraaiende harten.

full

ook de lage landen zijn present
Na het uitvoerig bekijken ervan, bij sommige is het echt raden welk land het betreft, van anderen weer is het overduidelijk, wandelen we langs de centrale weg oostwaarts richting het Polabské Muzeum. In dit museum toont men een uitgebreide geschiedenis van de stad, lopend van de oertijd en vondsten uit de bronstijd tot het ontdekken van heilzame mineraalwaterbronnen en het bottelen van het plaatselijke mineraalwater. Over dat laatste en over de stad als kuuroord rond 1920 zien we een zwartwit filmpje zonder geluid op de bovenverdieping. Daar is een ruimte ingericht als ouderwetse bioscoopzaal met 2 (twee!) klapstoeltjes waarop we mogen zitten. Je voelt je decennia terug in de tijd als je hier zit
Ook leren we een nieuw Tsjechisch woord. Ditmaal een dat we niet snel gaan vergeten omdat het in ons eigen dialect vrijwel hetzelfde geschreven wordt: knajp; een zakmes voor het snijden van leer. Vergelijk het Limburgse (en ook in delen van Brabant gangbare) “kniep”. Of het Hoogduitse Kneif, om nog maar te zwijgen van het Engelse “knife”. Sommige talen lijken meer op elkaar dan je op het eerste oog zou vermoeden.

full

Poděbradka, mineraalwaterflessen van 1905 tot heden

full

Poděbradka productielijn in vroeger tijden: flessen wassen, bottelen en afdichten

full

klederdracht van rond 1910​

Na het museumbezoek nemen we kort een kijkje in de er tegenover liggende Heilig Kruis Kerk. Hier zou Kunhuta ze Šternberka begraven liggen, de al op 24-jarige leeftijd gestorven eerste vrouw van Jiří z Poděbrad. Helaas kunnen we slechts door het hekwerk een blik naar binnen werpen en krijgen we van het graf van Kunhuta niets te zien.

full

een blik in de Heilig Kruis Kerk​

We wandelen verder richting het kuurpark dat begin 20e eeuw aangelegd is rond diverse mineraalbronnen. Een historisch keerpunt in het leven van de stad wordt gemarkeerd door het bezoek van de Duitse baron Von Bülow, een bekende wichelroedeloper, aan de kasteelheren van Poděbrady. Op de binnenplaats van het kasteel vermoedde hij een zeer sterke bron. Uiteindelijk werd die op zijn aanwijzingen inderdaad op een diepte van ruim 95 meter aangeboord. In 1907 werden nogmaals drie bronnen ontsloten, waarvan er een naar von Bülow genoemd werd. De ontdekking van het kooldioxide bevattende mineraalwater werd vanaf de start van het zomerseizoen 1908 commercieel uitgebuit. Na de Eerste Wereldoorlog veranderde Poděbrady in een kuuroord dat sinds 1926 gespecialiseerd is in de behandeling van cardiovasculaire aandoeningen. De stad verwierf in korte tijd een goede naam in binnen- en buitenland.

full

100 jaar oude ornamenten aan de Eliška bron​

Als we aan de rand van het park arriveren zien we tussen een aantal doorsnee woonhuizen een mooi in witte bakstenen opgetrokken pand. Het blijkt de zogenaamde Obereignerova vila uit 1898. Het betreft een huis in de toen modieuze Scandinavische neorenaissance stijl, dat ontstaan is als reconstructie van een oudere barokke schuur die er tot de tweede helft van de 19e eeuw gestaan heeft. Opdrachtgever en hoofdbewoner was de landmeter Vojtěch Obereigner, zoon van de eerste burgemeester van Poděbrady. Obereigner gaf zijn voormalige klasgenoot, architect Josef Fanta, rond 1880 opdracht om een aantal ontwerpen te maken, maar het zou nog bijna 18 jaar duren eer met de daadwerkelijke bouw gestart werd. Fanta is overigens ook de ontwerper van het centraal station in Praag dat drie jaar later gebouwd werd. De grotendeels conservatieve bevolking van Poděbrady had nogal wat commentaar had op zulk een moderne villa in hun stad.
De samenleving van de kleine stad was woedend. Critici reageerden spottend op de grote decoratieve ramen en zeiden over het hekwerk om het gebouw dat "hij niet genoeg had aan één poort naar de schuur, dus maakte hij er maar meteen vier", de dakbedekking van geglazuurde lateien riep uitspraken op als: "... zet de bakpannen maar op het dak".
Als reactie op het gemopper liet Obereigner een toepasselijke spreuk op de gevel aanbrengen: “Komu se nelíbí za moje na mým, ať sobě vystaví lépěji na svým”, hetgeen zoiets betekent als “Al wie het mijne niet waardeert zoals het is, laat hem tonen dat het zijne beter is”.

full

de villa van Obereigner​

Aan de overkant van de villa stuiten we op een minder fraaie gebouw: het centrale badhuis. Dat is duidelijk aan een opknapbeurt toe. De kamers op tweede en derde verdieping (voormalige hotelkamers?) vallen van ellende zowat uit elkaar, uit diverse ramen fladderen wat aan stukken gewaaide gordijnen, maar toch lopen op de gelijkvloerse verdieping mensen in en uit.
Na wat speurwerk op internet blijkt dat er inderdaad plannen zijn om het in onbruik geraakte spa-gebouw in 2020 te gaan opknappen en er een nieuw hotel voor kuurgasten in te vestigen. Momenteel komen er jaarlijks ca. 25000 gasten naar Poděbrady en men wil dit aantal behouden of licht uitbreiden. Met de her ingebruikname van het Centralni Lázně zal het huidige aantal van ca. 820 gastenkamers met 10% stijgen.

full

van veraf ziet het er nog redelijk uit...

full

... maar van dichtbij ...​

Even verderop komen langs een tweede kuurhotel, gehuisvest in een onlangs gerenoveerd pand: het in 1912 in Art Nouveau stijl gebouwde Hotel Libenský. De gevel hiervan ziet er heel wat stijlvoller uit dan die van het Centralni Lázně. De oorspronkelijke naam van het in opdracht van een Turkse zakenman gebouwde hotel was “Hotel U krále Jiřího”. Het hotel had toentertijd naast 60 comfortabel ingerichte kamers, een café, een wijnbar en een tuin met dansvloer. Het luxehotel is sinds het begin door veel belangrijke publieke figuren bezocht. Oekraïense vluchtelingen uit de Russische burgeroorlog in 1921 richtten er hun eigen school op. Tot 1924 gebruikten ze Hotel U krále Jiřího om hun leraren en studenten te huisvesten. In 1924 werd het hotel overgenomen door de firma Poděbrady Spa die gericht was (en nog steeds is) op het exploiteren en promoten van de stad als kuuroord. Het hotel werd verbouwd en in 1926 heropend, ditmaal uitgebreid met een modern onderzoeks- en behandelingsinstituut, opgericht en beheerd door de Tsjechische arts Václav Libenský. In 1969 werd het gebouw nogmaals herbouwd en uitgebreid met een nieuwe noordvleugel. Tegelijkertijd werd het omgedoopt tot Hotel Libenský. In 2015 een laatste maal grondig gerenoveerd, waarna het hotel nu een capaciteit heeft van 211 bedden heeft, bijna 25% van de totale hoeveelheid in Poděbrady.

full

bij Hotel Libenský ziet het heel wat mooier uit

full

Galerie Ludvíka Kuby​

Tussen de kolonnades in het park heeft men een smal kanaaltje aangelegd met snelstromend water waar de gasten kunnen spetteren en pootje baden. Er wordt bij het huidige zonnige weer gretig gebruik van gemaakt, vooral door moeders met kinderen. Menigeen kan geen genoeg krijgen van het gespetter.

full

bij warm weer is het gespetter een welkome verfrissing

full

ook aan schaduw heeft men gedacht​

We passeren nogmaals een ongebruikt ogend ex-hotel dat gezien de bestickering inmiddels ook (ex?)-nagelstudio en (ex?)-fitnesscentrum op haar palmares heeft staan en keren terug naar het plein van Jiří waar het terras van de vroege middag nog steeds in de schaduw ligt. Omdat het zo goed toeven was strijken we er een tweede keer neer voor een verfrissende limonade.

Tegen 17 uur zijn we terug achterom de burcht waar onze inmiddels tropisch warme auto geparkeerd staat. We laten even alle deuren open staan voordat we instappen.
Als tweede bezoekdoel voor vandaag hadden we nog het Zámek Karlova Koruna in Chlumec staan, maar er was zo veel te zien in Poděbrady dat we er ruim meer tijd dan verwacht hebben doorgebracht. En zo komt het kasteel van de Kinsky’s op de kunnen-we-ook-ooit-nog-eens-heen lijst. Ieder nadeel hep zijn voordeel.

Vanaf Poděbrady is het nog ruim een uur rijden tot het pension in Velká Jesenice. Het eerste stuk schiet goed op: via de D11-snelweg tot aan Hradec Kralové, daarna gaat het verder over een provinciale weg met eveneens nummer 11, maar dan zonder “D”. Langs de westrand van Hradec Kralové is men in noordelijke richting bezig aan het uitbreiden/verlengen van de D11, in eerste instantie tot Smiřice (15km) en daarna verder tot Jaroměř (nogmaals 7km), maar de opening wordt niet voor 2021 verwacht. Uiteindelijk moet de weg doorgetrokken worden tot in Polen, maar het geheel zal niet voor 2024 geopend worden zoals het er nu uitziet.

Op de “11/E67” die parallel loopt aan de in aanbouw zijnde D11 rijdt inderdaad behoorlijk wat vrachtverkeer, waarbij opvalt dat Poolse nummerborden een aanzienlijk aandeel vormen in de stoet. Ongeveer ter hoogte van Smiřice passeren we twee metalen koeien die bij nadere beschouwing bestaan uit bont gekleurde auto’s op poten. Het blijkt reclame voor het bedrijf CZ-eko dat gespecialiseerd is in het ecologisch strippen van autowrakken, werkzaam is door heel Tsjechië, maar in het volgende dorp haar hoofdzetel heeft.

full

langs de D11/E67 zijn de boeren druk aan het werk

full

parallel langs de 11/E67 is de nieuwe D11 in aanleg

full

ijzeren koeien in de wei​

Als gevolg van het drukke vrachtverkeer en een aantal verkeerslichten bij wegafzettingen op de E67 zijn we uiteindelijk toch bijna anderhalf uur onderweg voor de laatste 85 kilometer.

Tegen half zeven draaien we de parkeerplaats op bij pension/restaurant/manege Jakubův Nový Dvůr.
Gelukkig spreekt de eigenaar drie woorden Duits en verstaat hij ons als we langzaam praten.
Of hij het goed begrepen heeft dat we tot 4 augustus willen blijven?
Ja dat klopt. Voor een pension dat veel gasten heeft die 1 of 2 dagen blijven wellicht ongebruikelijk, maar wij willen hier inderdaad 12 nachten doorbrengen.
De keuken van het restaurant blijkt tot 20 uur open, dus kunnen we hier lekker blijven zonder nog op zoek te hoeven naar een restaurant elders.
Na het eten zoeken we onze kamer op. Achterom staat, beschut door een lang afdak, een half museum aan antieke tractoren. Daar gaan we graag nog een kijkje nemen, maar met nog 12 dagen voor de boeg in dit pension moet dat ongetwijfeld een keertje lukken.

full

die gaan we later eens op ons gemak bekijken...​

Vandaag kruipen we op tijd in bed.
Morgen is er een nieuwe dag, dan gaan we naar Hradec Kralové.
Groeten en tot morgen!
 
Dag 3: Woensdag 24 juli 2019 - Hradec Králové

Na een goede nachtrust (voor Leo) en een minder goede nachtrust (voor Petra, dankzij wat gesnurk van Leo en gejank van katten) genieten we vanochtend van een lekker ontbijtje gehad in ons verblijf voor de komende 11 dagen: Jakubův Nový Dvůr, vrij vertaald het nieuwe hof van Jacob.
Een ontbijt is stuk eenvoudiger dan in Beroun maar voldoende keus om ook hier zonder honger van tafel te gaan. De tafel is zo ruim gedekt dat ik het proeven van worstjes of roerei tot morgen moet laten. Het past er niet meer bij. Blijft er nog iets om weer op te verheugen voor morgen vroeg.
Iets met ieder nadeel …

De omgeving van het pension bevalt ons, als vakantieverblijf, vele malen beter dan het stadse uitzicht in Beroun.
Het pension ligt bij het gehucht Volovka (dichtstbijzijnde dorp is Velká Jesenice), langs de weg van Jaroměř naar Nový Město nad Metují. Naast het uitbaten van een pension en een restaurant biedt men ook de mogelijkheid tot de huur van een paardenbox. Er zijn er inmiddels 12, allemaal gelegen in een historische stal. Er is een rijbak met verlichting en een aantal weilanden eromheen waar de paarden alle plaats hebben. Sinds dit voorjaar heeft men officieel ook een eigen bierbrouwerij.
En zoals we gisteravond al merkten: iemand is hier enorm fan van oude tractoren.

Nový Dvůr (nieuw hof) werd eind van de 17e eeuw opgericht door graaf Jakub Leslie, die in 1676 het omringende landgoed had gekocht. Na de oprichting heette het lange tijd "Jakobihof", vernoemd naar zijn stichter. Aan het einde van de 18e eeuw werd het hof overgenomen door František Šperling, die het gebouw volledig herbouwde en hier een suikerfabriek en een laatbarok kasteel van één verdieping bouwde. Daarmee veranderde de naam van Jacob’s Hof naar Nieuw Hof. De daaropvolgende eigenaar liet de gebouwen aan hun lot over en verpachtte het land aan de inwoners van Velká Jesenice. Na 1880 werd het kasteel gemoderniseerd en werden de aangrenzende gebouwen hersteld. De huidige toestand is het resultaat van een uitgebreide verbouwing van zowel het kasteel als het boerenerf in de jaren 2010-2014 door de huidige particuliere eigenaar.

Na het typen van het dagelijkse verhaal (Leo) en wat haakwerk (Petra) is het plan naar de 20 km zuidelijker gelegen stad Hradec Králové te rijden. Maar niet nadat we een eerste blik op een van de tractoren geworpen hebben. We kiezen de machine die recht voor onze auto gestald is.

full

en wat is dat nou eigenlijk daar recht voor onze eigen vierwieler?​

De tractor van de dag betreft een John Deere, een vroeg model B uit de periode 1935-1938, de eerste versie die van deze row-crop tractor verkrijgbaar was. Van deze zogenaamde “unstyled” versie zouden er tot 1938 in Iowa (USA) zo’n kleine 56.000 geproduceerd worden,. Daarna kwamen er nog twee opvolgers van hetzelfde model die tot 1952 in productie bleven. Deze zogenaamde unstyled en late styled versies, waarvan er in totaal nog eens zo’n 250.000 van gemaakt zijn, hebben in tegenstelling tot de oudste versie een grill net zoals die bij auto’s in die tijd in de mode kwam, een beschermkap over het motorgedeelte, een elektrische starter, twee extra versnellingen en bij de laatste serie een iets luxer zitgedeelte dan het oorspronkelijke metalen kuipje met gaten. Model B werd vooral gekocht door boeren die gewassen in rijen verbouwden en voor wie model A te groot (en te duur) was. Deze 2.4 liter tractor brengt ca. 1500 kg op de weegschaal en zou iets tussen de 12 en 16 pk moeten kunnen leveren. Achter de 45 liter metende hoofdtank is nog een kleine hulp-tank van bijna 4 liter gekoppeld. De tractor liep op zogenaamde “tractor-brandstof” of “destillaat” die minder vluchtig en minder duur was dan gewone diesel. De kleine hulp-tank was gevuld met diesel en diende uitsluitend voor het starten van de motor. Als die eenmaal warm gelopen was kon men door de stand van een driewegklep aan te passen overschakelen op de zwaardere brandstof.

Als we vanavond terugkomen zetten we -als er plaats is- de auto voor een volgende tractor neer die we dan morgenvroeg kunnen bekijken.

Tegen half elf zitten we in de auto en tien minuutjes later rijden we door de wijk Josefov aan de rand van de 13000 inwoners tellende stad Jaroměř. In principe zou de doorgaande E67 die we gisteren ook al namen sneller zijn, maar er schijnen ook vandaag weer heel wat opstoppingen door de combinatie vrachtverkeer/wegwerkzaamheden te zijn. Dus kiezen we ervoor om langs wat secundaire wegen richting Hradec Králové te rijden.
De wijk Josefov doet ons qua uitstraling veel denken aan Terezín/Theresienstadt. Ongeveer hetzelfde type gelijk ogende gebouwen van vaak drie verdiepingen, brede lange straten in een rechthoekig patroon met in het midden een op een losstaande kerk na onbebouwd plein. De gelijkenis berust niet op toeval. Zowel Josefov als Terezín werden als vestingstad in opdracht van keizer Jozef II rond 1780 aangelegd ter verdediging tegen het Pruisisische leger, nadat hij lering had getrokken uit het verlies van de stad Kladsko in 1763 (het tegenwoordige Kłodzko in Polen). En net als Terezín is ook Jaroměř zowel garnizoensstad als (militaire) gevangenis geweest.

Tegenover de kerk stoppen we even om te zoeken naar een pinautomaat die daar volgens mapy.cz ergens in hetzelfde gebouw als het politiebureau zou moeten zijn, maar de flappentap heeft zich zo goed verstopt dat we hem niet kunnen vinden. Jammer dan. In Hradec Kralové zullen we er ook wel een tegenkomen.

Zodra we langs de zuidelijke stadswal de dubbelgemeente Jaroměř/Josefov verlaten gaat het weer over een landelijke weg verder zuidwaarts. Het is mooi weer en hier en daar zijn boeren druk aan het werk met maaien en hooien.
Als we Hradec Králové binnen rijden volgen we de borden richting het zwembad aan de rand van het centrum. Onze hoop op een parkeerplaats in de schaduw kunnen we -natuurlijk bij dit zonnige weer- op onze buik schrijven. Het zwembad kent vandaag topdrukte, dus zit er niks anders op dan onze heilige koe net als gisteren in de volle zon achter te laten met als enige bescherming een handdoek over stuur en dashboard.
In de stad daarentegen is het -gelukkig- een stuk minder druk dan bij het zwembad.

Hradec Králové heeft ongeveer 100.000 inwoners en is de hoofdstad van zowel de gelijknamige regio als van Oost-Bohemen. Al in de 11e eeuw bezat de stad vestingmuren, maar heette toen nog gewoon Hradec, letterlijk “het kasteel”. Pas toen Elisabeth Richezza van Polen (tweede vrouw van zowel de Boheemse koning Wenceslas II als zijn broer Rudolph I van Habsburg) er in de dertiende eeuw haar intrek nam werd er “Králové”, “van de koningin” aan toegevoegd. De grootste groei kende de stad in de jaren 20 en 30 van de twintigste eeuw. Ze kreeg toen van haar burgers de naam ”Salon van de Republiek”.

Vanaf het zwembad wandelen we eerst naar de Galerie Moderního Umění (Galerie voor moderne kunst). Onderweg komen we al de nodige Art-Nouveau / Jugendstil gebouwen tegen die onderdeel uitmaakten van de Salon van de Republiek.
Het eerste mooie gebouw waar we langs komen (en dat op foto gezet wordt) is die direct na de brug over de Orlice in de straat Orlické nábřeží. Nábřeží betekent zoveel als “waterkant” en de straat loopt inderdaad parallel aan de rivier de Orlice. Op huisnummer 376 bevindt zich daar de zogenaamde Wiplerova Vila. Zo weten we met behulp van internet te achterhalen want een informatiebordje kunnen we er helaas niet bij ontdekken. Opdrachtgever voor dit neo-renaissancistisch gebouw uit 1902, dat met zijn hoektoren een beetje aan een klein kasteel doet denken, was Karel Wipler, raadslid en professor op een middelbare school. Het was een van de eerste huizen van rijkere burgers in deze wijk, die ontstaan is na de sloop van de vroeger aanwezige barokke vestingwerken van de stad.

full

een klein kasteeltje, deze villa uit 1902​

Als we verder lopen zien we om de bocht bij de buren van Wipler een gevalletje “oeps”.
Vanuit twee richtingen is er op het voetpad een slijtspoor te zien dat (waarschijnlijk door de technische recherche) nog eens extra is aangezet met krijt. Daar waar de twee sporen samen komen bevond zich ooit een pilaar van de tuinmuur, maar daar staat op de onderste 10 centimeter na niks meer van recht. De pilaar bevindt zich nu horizontaal in tweeën gekliefd in de tuin.
Zo te zien is hier iemand met een voertuig van het padje geraakt en heeft daarbij een deel van de omheinende muur aan gort gereden. Wat resteert vormt een dynamisch contrast met de statige villa ernaast.

full

%#@&*^(! ...​

We wandelen verder richting stadscentrum en passeren onder andere de opvallende Art-Nouveau kerk van de evangelische gemeente uit 1912 en het er vrijwel naast gelegen functionalistische gebouw van de regionale rechtbank uit 1934.

Op het grote centrale plein aangekomen lopen we bij de barokke Maria Hemelvaart kerk naar binnen. Deze halverwege de 17e eeuw door Jezuïeten gebouwde kerk is in haar bestaan twee keer door brand verwoest en tussendoor ook als garnizoenskerk voor het leger gebruikt. In 1900 is het terug in handen van de Jezuïeten gekomen die haar volledig hersteld hebben.
Nou ja, bijna volledig dan.
Pas als we een hele tijd binnen aandachtig naar beelden en versieringen hebben gekeken valt ons op dat alles wat zich achter en boven het altaar bevindt eigenlijk gewoon een Trompe-l’oeil kunstwerk is. Plat opgeschilderde beelden en “marmeren” zuilen die van een afstand nèt echt lijken.
Het blijkt geschilderd in 1765 door de Jezuïeten pater Josef Kramolín, die bij de opheffing van de orde in 1773 al zo bekend was, dat hij zijn verdere leven als freelance schilder de kost heeft kunnen verdienen.

full

barok in 2D: achter het altaar is alles nep (in diverse zij-nissen trouwens ook)​

Het eerste hoofdbezoekdoel van de dag bevindt zich schuin tegenover de kerk aan de andere kant van het grote plein: De Galerie Moderního Umění. Dit museum voor moderne kunst is gehuisvest in een Jugendstil gebouw uit 1912. Oorspronkelijk zetelde het kadaster hier, gevolgd door de Kamer van Koophandel, de centrale administratie van de Tsjechische busdienst, een agrarische coöperatie en tot slot nog twee jaar het museum voor revolutionaire tradities van Oost-Bohemen. Sinds 1990 is het museum voor moderne kunst er gevestigd. De nadruk van de collectie ligt op Tsjechische kunst sinds de late 19e eeuw.

full

Beelden-duo voor de hoofdingang van het museum voor moderne kunst:
links: Obchod, een man die een boek leest en de handel representeert
rechts: Úroda, een vrouw met de handen vol met allerlei soorten vruchten die de oogst voorstelt

full

achter de voordeur is meer te zien​

Behalve de kunstwerken is ook het interieur van het gebouw een lust voor het oog. Het straalt 1912 uit tot in alle hoeken en gaten; prachtige plafondversieringen, lampen, vloermozaïek, meubilair en glas-in-lood-ramen. Je waant je honderd jaar terug in de tijd.

Bij de tijdelijke tentoonstellingen op verdieping 4 (op een verzameling kunstwerken van de bisschop na niet echt interessant) en verdieping 1 (iets van een plaatselijke schilder) mogen we geen foto’s maken. Geen probleem want er zit weinig bij wat ons echt kan boeien. Om een of andere reden trekt daarentegen veel uit de periode 1880-1930 ons des te meer aan. Of het nu architectuur, schilderkunst of beeldhouwkunst is, we kijken er meestal met veel plezier naar.

full

Van linksboven naar rechts beneden:
1 František Kupka: Žena s vyčesanými vlasy (Vrouw met gekamd haar) - 1897
2 Bohumil Kubišta: Kavarna (Café) - 1910
3 Václav Tikal: Mytus (Mythe) - 1943
4 Josef Čapek: Muž v klobouku (Man met hoed) - 1916​

Wat ons betreft is het hoogtepunt dan ook verdieping 2 en verdieping 3; een verzameling moderne (laat 19e en begin 20e eeuwse) Tsjechische schilderkunst waaronder diverse prachtige werken. Vanaf het dakterras op de 5e verdieping (die volgens de lift de 4e is, maar dat krijg je als de begane grond nummer 0 heeft) hebben we een mooi uitzicht over het stadsplein en de kerk waar we voor binnenkomst van het museum het trompe-l’oeil werk van Kramolín zagen.
Aan de overkant zijn een aantal werklui nijverig bezig een van de daken te voorzien van ramen.

full

Uitzicht op het Velké náměstí met links de Maria Hemelvaartskerk en rechts de Heilige Geest kathedraal

full

op een van de daken aan de overkant wordt druk geklust​

Als we buiten staan is het al voorbij half één. De maagjes hebben wel behoefte aan wat vulling. Voor de verandering besluiten we vandaag de warme maaltijd eens tussen de middag tot ons te nemen.
De keuze valt op een Nepalees restaurant, waar we ons laven aan Lamb Korma cq Chicken Tandoori met rijst, een joekel van een Garlic Naan brood en 4 flinke glazen coca-cola. De eindstand bedraagt omgerekend 17 euro waarna we ons afvragen hoe men in hemelsnaam bij dit soort bedragen en lage bezoekersaantallen de huur van het pand überhaupt kan betalen, laat staan dat er ook nog enige winst gemaakt kan worden.

Na de maaltijd is het tijd om de naar binnen gewerkte calorietjes er weer af te trainen en beginnen we met deel twee van Hradec Hrálové: de “Salon van de Republiek” wandeling. Op internet vonden we een beschrijving van deze 3.5 km lange architectuurwandeling en met behulp daarvan hebben we de route in de GPS gezet. Met behulp van onze Garmin kunnen we zo de weg niet kwijt raken. Op ieder van 11 aangegeven punten bevindt zich een informatiebord met een Tsjechische en een Engelse beschrijving van de achtergrondgeschiedenis van de desbetreffende stop. Door de beschrijving en de aanwezige zwart-wit foto’s kun je de situatie vroeger en nu goed met elkaar vergelijken.

full

neo-barok herenhuis uit 1912 met ervoor een standbeeld van Johannes van Nepomuk

full

aan de oevers van de Labe​

full

Eiffeltoren gemaakt van Merkur, de Tsjechische concurrent van Meccano​

Op ons gemak lopen we kijkend, lezend, wandelend en fotograferend door de stad. De route leidt langs diverse architecturale hoogtepunten daterend uit begin 20e eeuw; o.a. het Tyl Gymnasium (1927), het Oost Boheems Museum (1909-12), de Palace garáže een voormalige autogarage (1932), de Ambrosiuskerk met colombarium (1929), het voormalige hoofdkantoor van de Staatsspoorwegen (1932), een voormalig Engels-Tsjechisch bankgebouw (1923), een prachtige Jugendstil waterkrachtcentrale (1909) en tot slot het Jiráskovy sady, een park van rond de eeuwwisseling dat aan de samenvloeiing van de Labe en de Orlic ligt.

full

Gevels van de vroege 20e eeuw / van linksboven naar rechtsbeneden:

1. Švehlova 633/10: residentie architect Liska (1924)
2. Švehlova 523/12 : woon- en warenhuis van Josef Nevyhoštěný (1912)
3. Eliščino nábřeží 465: Oost-Boheems museum (1909-1912)
4. Palackého 409/6: districtshuis, later toegevoegd aan het naastgelegen Grand Hotel (1903-1904)​

full

Het Tyl Gymnasium met beeld "Winnaar'

full

waterkracht in Art Nouveau stijl langs de Labe​

Als we na bijna twee uur wandelen in het park zijn, krijgen we gezelschap dat ons niet meer wil verlaten. Op het gras loopt een flinke eend die zich gewillig laat fotograferen. Eens de foto’s genomen loopt de eend ons na en blijft dat doen, ongeacht waar we ook gaan. Pas na een paar minuten zijn we kennelijk niet interessant genoeg meer en draait ze om.

full

aanhankelijk vriendje in het park​

Ietsje verderop staat een mooi kerkje met een bijzondere geschiedenis.
De houten 17e eeuwse orthodoxe Sint Nicolaaskerk, waarvoor geen enkele spijker gebruikt werd, stond oorspronkelijk in het Slowaakse dorp Habura in de oostelijke Karpaten. Daar werd niet de heilige Nicolaas, maar de aartsengel Michael vereerd. In 1740 werd de kerk verkocht en verhuisd naar het naastgelegen dorp Malá Polana waar men er vanaf 1759 de heilige Nicolaas aanbad. Tot het kerkje zwaar beschadigd werd tijdens de eerste wereldoorlog bleef het in gebruik door de Griekse katholieke gemeenschap. Vanaf 1920 raakte het in onbruik doordat Malá Pol’ana ook een stenen kerkgebouw was. In 1934 werd de bouwval aangekocht door de gemeente Hradec Králové voor 12.000 kronen, opgeknapt en in 1935 geplaatst in het park Jiráskovy sady. In datzelfde jaar werd de kerk geopend als orthodoxe kerk ter nagedachtenis aan Tsjechoslowaakse legionairs die in de strijd in Rusland gevallen waren.
Lange tijd werd verondersteld dat het kerkje tussen 1505 en 1510 gebouwd werd. Bij renovatiewerkzaamheden in 2016 werd na onderzoek echter ontdekt dat het gebruikte hout van de centrale bouw tussen 1595 en 1607 gekapt moet zijn. Waarmee de kerk ongeveer 100 jaar minder oud werd dan gedacht. Het hout uit het torentje stamt zelfs pas van rond 1748, hetgeen ongeveer overeenkomt met de eerste verhuizing. Waarschijnlijk heeft men na de verhuizing een stuk bijgebouwd.
De gemeente Habura heeft in 2007 pogingen gedaan om het kerkje terug te krijgen. Omdat de gemeente Hradec Králové de originele koopcontracten wist te overleggen is die actie op niets uitgelopen. Daarop heeft men in Slowakije een replica gebouwd en blijft het origineel gewoon hier in het Jiráskovy-park staan.

full

een eeuw minder oud dan gedacht, maar daarom niet minder mooi​

Tegen half vijf zijn we terug op ons startpunt en strijken we neer op een terrasje in de schaduw aan het grote plein. Bij “Cukrárna Gabriela” bestellen we twee alcoholvrije Birell uit de botanical serie met een aardbeien resp. chocolade-bessentaartje erbij.

full

effe pauze: ter bezinning een non-alcoholisch botanisch drankje
Hradec Králové is een mooie stad.
Ondanks dat we heel graag nog het Oost-Boheems Museum hadden willen bezoeken (helaas is dat het hele seizoen wegens renovaties gesloten), was het zeer de moeite waard hier. En nu mogen we op het terras nog even nagenieten.

Na de aangename verpozing wandelen we langs de synagoge uit 1905 terug richting het zwembad waar ons een loeihete auto wacht. Het is momenteel 32 graden, maar we vinden troost in de wetenschap dat het in NL vandaag met plaatselijk 39 graden nog een stuk warmer is geweest.

full

kanunnikhuizen gerenoveerd in barokstijl rond 1725 naar plannen van Jan Santini

full

de synagoge uit 1905 doet tegenwoordig dienst als cultureel centrum​

We gokken erop dat de grootste drukte over is en nemen de E67 voor de terugweg.
Langs de koeien van CZ-EKO, langs de twee watertorens van Holohlavy, en langs een serie verkeerslichten waarvoor gelukkig een stuk minder vrachtwagens dan gisteren staan.
Als we voor een van de verkeerslichten staan zien we links van ons in de verte een hoge vrij liggende berg: de Sněžka. Het is met 1603 meter het hoogste punt van Tsjechië, waar we een dezer dagen willen gaan wandelen. Dat betekent goed zicht, want de berg ligt van hieruit op dik 40 km afstand in het Reuzengebergte op de Pools-Tsjechische grens.
Terug bij het pension mag er op het terras onder het genot van een ondergaande zon geproefd worden van het bier uit eigen brouwerij. Dat smaakt niet verkeerd.

Daarna is het goed geweest voor vandaag en kruipen we in bed.
Voor nu, welterusten en tot morgen, dan gaat het richting Pardubice en/of Chrudim.
 
Dag 4: Donderdag 25 juli 2019 – Chrudim (en een beetje Pardubice)

Na een douchepartijtje schuiven we vandaag even na achten aan de ontbijttafel aan.
Ditmaal kom ik wel toe aan het spiegelei tot tevredenheid van de waard.
Als toetje krijgen we een soort Berliner bol achtig gebakje voorgeschoteld.
Dankzij dit soort kleine gebaren krijg je een extra vakantie-gevoel.

Na het ontbijt rapen we onze spulletjes bijeen en lopen een keertje op en neer langs de achter het pension uitgestalde tractoren. Een en ander is netjes met een touw en toegangsverbod afgezet om te voorkomen dat Jan en Alleman zich ertussen wringt. Van een hele enkele tractor kunnen we het typeplaatje zien, maar bij de meesten blijft het gissen welk type het is en hoe oud ze precies zijn.
Gelukkig is er in dat geval altijd nog het wereldwijde web.

Gisteravond hebben we onze auto op een van de lege plekken geparkeerd en zodoende zien we nu dus een nieuw groen exemplaar voor onze neus staan.
De tractor van de dag betreft een ongeveer 70 jaar oude Fahr D15.
Daarbij staat D voor “Dieselschlepper” en 15 voor het aantal paardenkrachten dat de trekker levert.
De firma Fahr werd in 1870 door Johann Georg Fahr in Gottmadingen in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg opgericht. In eerste instantie was de firma een machinefabriek met een eigen ijzergieterij. In 1937 stapte hoofdingenieur Ferlage, tot dan toe werkzaam bij concurrent Hannomag, over naar Fahr waarop men in 1938 begon met de productie van tractoren. Als gevolg van bombardementen door de geallieerden in 1945, kwam daar na enkele jaren tijdelijk een eind aan. De D15 werd in 1950 de eerste na de oorlog geproduceerde tractor van Fahr.
In de praktijk leverde de D15 uiteindelijk geen 15 maar 17 pk, waarop de firma Fahr na ruim 2000 exemplaren geproduceerd te hebben een aantal kleine wijzigingen aanbracht en in 1951 overstapte op de benaming D17.
De standaard kleur voor de Fahr traktoren indertijd was rood, maar die kleur is bij deze alleen nog aan de velgen zichtbaar, waarschijnlijk is de rest een keer opnieuw gespoten.

full

De tractor van de dag​

Na de tractor bezichtiging stappen we tegen half tien in onze eigen vierwieler. Tijdens de voorbereiding voor de vakantie viel ons oog zowel op Chrudim als op Pardubice. Beide steden liggen vanuit het pension gezien in dezelfde richting, met dit verschil dat Chrudim een kleine 15 km verder rijden is dan Pardubice. In Pardubice (90.000 inwoners) is er een oude stadskern met kasteel, in het kleinere Chrudim (23.000 inwoners) een marionettenmuseum en een regionaal museum met plakkaten van Mucha. Omdat die laatste twee onze voorkeur genieten besluiten we eerst naar Chrudim te gaan en daarna te kijken of er nog wat tijd overblijft om een stukje van Pardubice te zien.

Volgens de file-informatie zijn er geen grote vertragingen op de E67, dus vandaag kiezen we voor het ritje over de doorgaande weg in plaats van de landelijke wegen. Opnieuw langs de witte en de blauwe watertoren van Holohlavy en langs de ijzeren koeien van CZ-EKO.

full

de watertorens van Holohlavy beginnen een herkenningspunt te worden​

Eerste stop is het Aupark winkelcentrum in Hradec Králové. Als we de parkeergarage inrijden staan er twee politie-agenten en een security man aan de overkant, maar wat er nou precies aan de hand is, wordt niet duidelijk. Als we even later vanaf de loopbrug tussen garage en winkelcentrum naar beneden kijken is de situatie veranderd. Tegenover de ingang staat nu een lange vrachtwagen dwars op de weg. Hij komt niet meer vooruit (want een lichtmast in de weg) en achteruit gaat zo te zien ook nauwelijks meer. De chauffeur is uitgestapt en een van de politieagenten loopt driftig om de wagen heen, maar voorlopig lijkt hij niet van zijn plaats af te komen. Zowel in als uitrijdend verkeer kan met geen mogelijkheid om de vrachtwagen heen.
Dat wordt nog leuk als we dadelijk de garage weer uit willen…

In het winkelcentrum gaan we op zoek naar de Geox-store en de Tescoma winkel. Ik in de hoop een paar schoenen te kunnen vinden, mijn vrouw in de hoop een bijenkorf-vormpje te kunnen vinden. Als we op de plattegrond beide winkels niet zo een twee drie kunnen vinden staat er al snel een bewaker naast ons. De vriendelijke man spreekt geen woord over de grens, maar met handen en voeten weten we duidelijk te maken wat we zoeken en hij weet op eenzelfde manier uit te leggen waar we dat kunnen vinden.

Helaas twee keer pech. De Geox-store is klein en heeft bijna uitsluitend dames schoenen. De Tescoma heeft dan weer van alles, maar niet de gezochte vormpjes. Maar wel een paar andere bakvormpjes die je in Nederland niet zo snel tegenkomt. Blijft er toch nog iets aan onze vingers hangen.

Terug op de loopbrug constateren we dat in-en uitgang van de parkeergarage nog steeds geblokkeerd zijn door de dwars staande vrachtwagen. In de garage zelf heeft men echter een zij-uitgang (die eigenlijk een ingang is) open gezet waarna we -op aanwijzingen van een verkeersregelaar- even op een eenrichtingsstukje tegen het verkeer in mogen om uiteindelijk toch de garage te kunnen verlaten.

Van Hradec Králové rijden we door naar Chrudim, zo’n 35 kilometer verderop. Chrudim is een stadje van ongeveer 23.000 inwoners en werd gesticht in de 9e eeuw. In de 13e eeuw werd het de bruidsschatstad van diverse Boheemse koninginnen. In 1850 vernietigde een brand veel van de middeleeuwse huizen. Met de aansluiting op het spoorwegennet in 1871 en de komst van de industrialisatie eind 19e eeuw barstte de stad uit zijn voegen met (toen al!) meer dan 10.000 inwoners en ging het middeleeuwse karakter voorgoed verloren. Tegelijkertijd werden er veel scholen en culturele instellingen opgericht waardoor het stadje de bijnaam “Het Athene van Oost Bohemen” kreeg.

We zetten de auto aan de rand van het stadscentrum in de schaduw bij het Financiële Hoofdkantoor van Chrudim en gaan er te voet op uit om het stadje te verkennen. Van hieruit loopt het heel lichtjes bergop naar het centrale plein. Er staat een verkeersbord dat automobilisten waarschuwt voor 17 achtereenvolgende drempels, maar niemand mindert vaart. Als we bij de eerste drempel zijn is duidelijk waarom; ze zijn nauwelijks zichtbaar. In een etalage zien we een bekend duo: Buurman en Buurman omarmen elkaar gebroederlijk op een deurmat.
De VVV blijkt helaas gesloten. Dat krijg je als je om 12.05 uur aan de deur staat. We pakken dan maar een foldertje uit de standaard voor de deur en gaan op zoek naar een terras in de schaduw. Dat blijkt nog niet mee te vallen. Veel terrasjes zijn er niet en schaduw is op menig plek ook ver te zoeken. De winkels zijn hier tussen de middag grotendeels dicht, iets wat in Hradec Králové nauwelijks het geval was. Op straat nauwelijks mensen (waar hebben ze zich toch allemaal verstopt?) en al helemaal geen toeristen. Zelfs de deuren van de grote kerk aan het plein zijn gesloten.

Op hetzelfde plein (Resselově náměstí) staat iets wat we in eerste instantie aanzien voor een pestzuil maar dat volgens de folder zich onderscheidt van andere pestzuilen omdat ze nog een tweede functie kent. Net als de pestzuilen die we kennen is ook hier Maria is present, maar ditmaal niet boven op de zuil, maar aan de voet bij het altaar. Bovenop staat een beeld dat God de Vader voorstelt en rondom de zuil staan een aantal personen die met het Bijbelse verhaal over de gedaanteverandering te maken hebben. De barokke kolom uit 1732 wordt daarom als transfiguratiezuil aangeduid. Chrudim bleef overigens als een wonder bespaard van de pest, op één slachtoffer na.

full

centrale plein​

Na wat geslenter komen we aan de zuidwestkant van het centrum via een nauwe doorgang bij een trap naar beneden uit. Hier zijn de stadsmuren van het “Tmavá fortna” (donker fort uit 1439) op de helling nog intact. De doorgang heet “het muizengat” (Myší díra). Oorspronkelijk was het hier zo smal dat er maar een persoon tegelijk doorheen kon. Halverwege de 19e eeuw was dit verdedigingsmechanisme niet meer noodzakelijk en werd de doorgang verbreed.

Op de grond hebben drie stenen een afwijkende kleur. Het zijn zogenaamde Stolpersteine, waarvan er in september 2017 hier in Chrudim 11 persoonlijk werden ingemetseld door Gunter Demnig, de bedenker van het project. De stenen van de vermisten zijn bedoeld om te herinneren aan specifieke plaatsen waar de door de nazi's vermoorde inwoners woonden. Op deze plek bij het muizengat woonde in een klein huis op de helling de koopman Emil Seidlitz met zijn vrouw Františka en bij hen in woonde Irma Vtípilová. Het drietal werd opgepakt en op 5 december 1942 via Pardubice naar Terezín gedeporteerd. Van de 87 joden uit Chrudim zouden er 80 de oorlog niet overleven. In totaal zijn er die dag vanuit Pardubice 650 Joden naar Terezín gedeporteerd. Slechts 44 zouden er levend van terugkeren. Emil stierf op 22-1-1943 volgens de overlijdensverklaring aan een darmontsteking. Een dag later is Irma vanuit Terezín naar Auschwitz gedeporteerd, haar overlijdensdatum is niet meer achterhaald, wellicht heeft ze het transport niet overleefd. Františka Seidlitz stierf nauwelijks drie weken later op 12-2-1943 in Terezín aan een afwijking aan een hartklep.

full

je struikelt erover met je hoofd en je hart
Na dit moment van bezinning kijken we even beneden aan de andere kant van de beek. We komen aan de rand van een woonwijk zonder restaurants, winkels of bijzondere huizen. Omdat hier verder weinig te beleven valt draaien we om.
Eenmaal terug boven vinden we niet ver van het muizengat een overdekt terras achterom een Kavárna waar het goed toeven is tussen een weelde aan bloemen en planten.
Twee karamel cheesecakes, vier huisgemaakte limonades en een twintigtal hits uit vervlogen jaren verder (Beach Boys, Hot Chocolate, Manfred Mann en dat soort zaken) lopen we zijn we naar het 150 meter verderop in de straat gelegen Museum Loutek (Marionettenmuseum) in het Italiaans ogende Mydlář-huis.
Een super vriendelijke medewerkster geeft ons tekst en uitleg hoe door de tentoonstelling te lopen en we krijgen een Duitstalige gids mee waardoor we iets meer van de overwegend Tsjechische teksten kunnen begrijpen.
Wat volgt is een uitgebreide overzichtstentoonstelling van voornamelijk Tsjechische marionetten van ongeveer 1850 tot nu, met de nadruk op het oudere werk. Op de bovenste verdieping ook een aantal marionetten uit andere werelddelen (China, Wajang-Indonesië, watertheater-Vietnam). Aangevuld met een tijdelijke tentoonstelling ivm de honderd jaar geleden beëindigde eerste Wereldoorlog, waarbij je in het donker een pistool mag afvuren (symbolisch voor de moord op Keizer Franz-Ferdinand) waarna een verlicht treintje in het donker langs verschillende Europese hoofdsteden rijdt en er via schaduwen op de muur een verhaal verteld wordt.
Daarna mogen we met zaklampjes in het donker zelf nog wat spelen aan diverse opstellingen. De schaduwen die zo ontstaan geven het geheel een aparte sfeer.

full

adellijk duo uit de negentiende eeuw

full

marionet die aan twee zijden bruikbaar is

full

de werkplaats van de marionettenmaker

full

WO1 als schaduwvoorstelling​

Eenmaal uitgeneusd lopen we terug naar het centrale plein om te kijken of we nu wel een informatieve folder over Chrudim kunnen krijgen bij de VVV. Die VVV is trouwens gevestigd in het oude stadhuis, dat daarnaast tevens het stedelijke politiebureau herbergt.

Het oorspronkelijke gebouw dat op de plaats van het oude stadhuis stond werd gebouwd voor 1560, maar daarvan zijn alleen nog de gotische kelders bewaard gebleven . In 1560 werd het stadhuis herbouwd in renaissancestijl . Vanuit die tijd stamt de inscriptie boven de ramen op de begane grond: HAEC DOMVS / ODIT NEQVITIAM, / AMAT PACE / PVNIT CRIMINI, / CONSERVANT IVRA, / HONOR PROBOS (Dit huis heeft een hekel aan onrecht, houdt van vrede, straft misdaden, handhaaft wetten, eert eerlijk ). Het is dat we tevoren al hadden gelezen dat de spreuk er hangt want ter plekke moet je goed kijken om hem te ontwaren.
In 1641 werd de renaissance versie van het stadhuis door brand verwoest . Rond 1729 vond dan een barokke reconstructie plaats, waarschijnlijk naar plannen van Jan Blažej Santini-Aichel. In 1737 wilde ene Josef Konrád een café openen in het voormalige stadhuis , maar dat werd uiteindelijk niet toegestaan. Wel werden de kelders rond 1760 gebruikt om buskruit op te slaan. In 1806 brandde het stadhuis opnieuw af, het interieur werd herbouwd en in 1808 werden de beelden van Justitia (Justitie) en Caritas (Liefdadigheid) van de beeldhouwer Karel Devoty uit Hrochov Týnec op de gevel geplaatst. De torenklok, die doet denken aan die van een kerk, werd in 1836 geïnstalleerd. Tussen 1854 en 1927 huisvestte het gebouw de rechtbank , daarna veranderde de bestemming regelmatig: politiebureau en gemeentelijke gevangenis, ruimte voor tijdelijke huisvesting van daklozen, appartement van de gemeentelijke klerk en staatsborduurschool.
De VVV en de stadspolitie zetelen er sinds 1989.

full

het oude stadhuis​

Als we er voor de deur staan blijkt de VVV nog steeds gesloten. Geen mogelijkheid dus om een folder te verkrijgen. Wel de mogelijkheid om onze lichaamsmaten te checken.
Aan de muur naast de voordeur hangt namelijk de Chrudimse el.
In de middeleeuwen was er nog niet zoiets als de standaard meter, maar had ieder land en soms zelfs iedere regio of stad zijn eigen maten. Een van die maten, die onder andere voor marktkooplieden van groot belang was, was de zogenaamde el. Om duidelijkheid te verschaffen (en ruzies te voorkomen) was in veel steden in de buurt van de markt, vaak bij het stadhuis, een staaf ter lengte van de landelijk (of soms plaatselijk) gebruikte el in de muur verankerd.

In vrijwel geheel Bohemen werd gedurende de middeleeuwen gebruik gemaakt van de zogenaamde Boheemse of Praagse el (Český loket/Pražský loket) , met een lengte van 59,3 cm. Wie wilde weten hoe lang zo’n el was, kon zich begeven naar de poort van het nieuwe stadhuis van Praag waar een staaf van exact die lengte in de muur was verankerd. Kopieën van deze el waren in vrijwel iedere stad van betekenis bij het stadhuis te vinden. De lengte van deze Praagse el is in 1268 vastgelegd tijdens het bewind van Přemysl Otakar II. De Praagse el zou de standaard in Bohemen blijven tot halverwege de achttiende eeuw. Op dat moment was Maria Theresia van Oostenrijk tevens koningin van Bohemen. Er was haar veel aan gelegen dat overal in haar rijk gebruik werd gemaakt van dezelfde maten en gewichten. Op 14 juli 1756 werd daarom een decreet uitgevaardigd waarin een aantal standaardmaten werden vastgelegd, waaronder de el. Als gevolg van dit “Allgemeine Maßpatent” werd in Bohemen de Praagse el van 59,376 cm vervangen door de Weense el van 77,8 cm.
Het oude stadhuis van Chrudim is in 1806 voor een laatste keer afgebrand. Dat is dus na de invoering van de Weense el. Waarschijnlijk heeft er voorheen ook ooit een Praagse el gehangen, maar doordat in de 19e eeuw de Weense el standaard geworden was, is wat velen de Chrudimse el noemen dus eigenlijk gewoon een Weense el van 77,8 cm.

full

el en duim: metingen aan de muur van het stadhuis​

Na het bekijken van de foto vraagt wellicht menigeen zich af hoe het dan kan dat de middelvingertop van ondergetekende bij lange na niet het streepje van de el haalt.
Welnu, dat zit zo. Ooit is de el ingevoerd door de Egyptenaren. Bij hen werd de el gedefinieerd als de afstand van de top van de middelvinger tot de onderkant van de elleboog. Zoals op de foto dus.
Dit wordt ook wel eens de korte el genoemd en heeft doorgaans een lengte van rond de 45-50 cm.
In de lage landen was de el een lengte in de buurt van de 69 cm, ook wel eens de lange el genaamd. Zo was de Amsterdamse el bijvoorbeeld 68,8 cm, die van Brugge 70,1 cm en die van Workum zelfs 70,9 cm. Deze lange el werd echter gemeten inclusief het stuk van de bovenarm, dus van oksel tot de top van de middelvinger.
En dat is een stuk langer dan alleen die van de onderarm zoals we op de foto zien.

Doorgaans wordt de el maat op het stadhuis dan weer onderverdeeld in halven, kwarten, achtsten enzovoorts waardoor kleinere maten voor de marktkooplui ook in delen van ellen na te meten waren. In Bohemen was de Praagse el onderverdeeld in 30 prst (vinger). Wat wij een duim noemden (1/12 van een voet) kwam in Bohemen daardoor redelijk overeen met de vinger.
Van de Praagse duim zouden er 31 ½ in een Weense el passen.
En dat valt dus redelijk goed te checken met het 1/32 el-streepje op de muur van het stadhuis in Chrudim.
Nadat ondergetekende zijn el langs de meetlat heeft gelegd is vrouwlief aan de beurt om de duim op de stok te leggen.

Conclusie: de duim van vrouwlief komt vrijwel overeen met de Praagse versie.

Intens gelukkig dat ik in bezit ben van een Egyptische el en vrouwlief van een Praagse duim lopen we verder de straat af richting het regionale museum van Chrudim. Dat is gevestigd in een prachtig neorenaissance gebouw uit 1898.

full

alweer zo'n mooi gebouw uit 1898​

waar we alweer door een super vriendelijke mevrouw uitleg in gebroken Duits krijgen. Met wederom drie Duitstalige papieren erbij over wat er allemaal te zien is.
Op de benedenverdieping zien we een tijdelijke tentoonstelling over de geschiedenis van alles wat met zeep, wassen en wasmachines te maken heeft. Dan op de volgende verdieping hetgeen we voor gekomen zijn: Jugendstil-plakkaten van Alfons Mucha.
Prachtig prachtig prachtig!

Verder nog een soort diorama waar in beeld en geluid een tiental voor de Tsjechische en plaatselijke geschiedenis belangrijke momenten in uitgebeeld worden.
Op de bovenverdieping tot slot nog een tijdelijke expositie van beren, beren en nog eens beren.
Kennelijk heeft een of andere verzamelaar zijn/haar collectie tijdelijk in bruikleen gegeven aan het museum. Volgens de medewerkster zijn het er meer dan 2000!

full

de evolutie van de wasmachine

full

Alfons Mucha: edelstenen serie (1900)

full

reclame posters voor diverse tentoonstellingen (1900/1902/1903)

full

Chrudim in de 16e eeuw

full

er is er een jarig hoera hoera !​

Als we buiten komen is het al half vijf door en pakken we de auto naar Pardubice. Daar vinden we een voormalig Italiaans restaurant dat sinds kort ook andere gerechten serveert. We genieten er van. Voor het eerst in tijden lukt het om dankzij vier halve liters limonade, twee tomatensoepjes, een reuze Cesar salade en een zalm met spinazie en in de schil gekookte aardappelen net boven de 30 euro uit te komen.
Na het eten wandelen we een stukje door het historisch beschermde stadscentrum van Pardubice waar vooral het haast ingesloten centrale plein een mooie aanblik geeft dankzij de verschillend gekleurde barokgevels.

full

Pardubicertjes, de humoristische versie van Amsterdammertjes :)

full

Pernštýnské náměstí

full

bij het kasteel is het rustig...

full

... vindt ook meneer pauw​

Het stadhuis staat helaas in de renovatie-steigers, evenals een deel van de muur rondom het kasteel. Daar is -aan muziek en geroezemoes te oordelen- een of ander feestje aan de gang. De plaatselijke pauwen hebben op het binnenhof van het kasteel de rust opgezocht en laten zich door onze aanwezigheid niet afschrikken.
Na het wandelrondje door Pardubice nemen we de auto terug naar het pension en sluiten we de avond af op het terras met nog een paar huisgemaakte limonades. De gastvrouw is enigszins verbaasd dat ik geen biertje uit eigen brouwerij neem.
Tsja, een nacht voor vrouwlief zonder gesnurk van mijn kant is ook wel eens prettig.

We bekijken nog even de plannen voor de rest van de week.
Omdat het morgen ca 31 graden wordt en het de laatste dag is waarop men volop zon voorspelt, besluiten we de eigenlijk pas voor volgende week zaterdag geplande wandeling op de Sněžka naar morgen te verschuiven. Liever een goed uitzicht rondom dan met ons hoofd in de wolken te lopen.
In vergelijking tot de huidige omstandigheden in Nederland is het hier in Bohemen trouwens nog steeds relatief koel
We gaan het zien morgen.
Tot dan.
 
Leuk in deze tijd van corona weer eens wat anders te lezen. Als landmeter van opleiding spreekt het verhaal over de el me bijzonder aan. Ik had met een landmeter van het kadaster contact over de kaartschaal van de oudere kaarten van het kadaster. Die gebruikten een maat die in Nederland niet wordt gehanteerd. Zo zie je maar de verschillen van de landen ook op dit gebied.
 
Dag 5: Vrijdag 26 juli 2019 – wandelen bij de Sněžka

Oorspronkelijk was het plan vandaag om naar het kloostercomplex in Kuks te gaan, maar kijkende naar de weersvoorspellingen hebben we gisteravond besloten het programma van volgende week zaterdag naar vandaag te verplaatsen. Dan hebben we namelijk een wandeling op de Sněžka (letterlijk vertaald Sneeuwkop, spreek uit: Snjetsjkaa) voor, maar omdat vandaag de laatste dag zou zijn met volop zon en bovenop het uitzicht bij bewolkt weer waarschijnlijk stukken minder mooi is besluiten we niet naar Kuks te gaan maar te gaan wandelen.

Na het ontbijt wordt nog even gemaild naar het thuisfront en nemen we onder het afdak een kijkje naar de tractor die nu voor onze neus staat.

De tractor van de dag betreft ditmaal een Steyr 80a.
De geschiedenis van de firma Steyr gaat terug tot maar liefst 1864. In dat jaar richtten de broers Werndl in de Oostenrijkse plaats Steyr een wapenfabriek op. Na een aantal jaren begint men ook fietsen, dynamo’s en verlichtings-installaties te fabriceren. Als een van de broers in 1889 overlijdt beëindigt men alles wat met elektrische componenten te maken heeft. Tijdens de eerste wereldoorlog start men met de fabricage van vliegtuigmotoren en wordt er een automobiel-tak opgericht. Pas in 1947 start men met het fabriceren van tractoren. Doordat er na de oorlog een grote vraag naar tractoren maar een gebrek aan materialen was moest men in het begin vaak erg creatief te werk gaan. Zo zijn er tractoren gebouwd waarvan de banden van afgedankte legervliegtuigen gemaakt waren.

In 1949 wordt de Steyr 80 op de markt gebracht, een eenvoudige trekker met een vermogen van 13 pk, één cilinder en zonder spatborden of andere opsmuk. Omdat er na het verschijnen van de 80 ook voor bepaalde werkzaamheden behoefte is aan meer ruimte onder de trekker wordt in 1950 de 80a geïntroduceerd. Deze heeft een verhoogde vooras en grotere achterbanden. Nadeel is dat door zijn hogere zwaartepunt hij minder geschikt is voor heuvelachtig terrein. Uiteindelijk worden er in de 80-serie tot 1964 zo’n 45.000 tractoren geproduceerd. Het exemplaar hier in Velká Jesenice zal ergens van begin jaren 50 zijn. Het lijkt erop alsof hij nog in de originele lak zit.

full

De tractor van de dag komt vandaag uit Oostenrijk​

Tegen elf uur nemen we plaats in de auto voor een rit van ongeveer een uur naar Pec pod Sněžkou. We duimen dat het daar niet al te druk is. Online hebben we al meerdere verhalen gelezen van mensen die (vorige week nog) anderhalf uur in de rij moesten staan voor de kaartjes van de kabelbaan.
Helaas blijkt bij aankomst dat we niet hard genoeg geduimd hebben.
Parkeerplaats 3 (de grootste en dichtst bij de kabelbaan zijnde) is, bomvol en dus mogen we omdraaien en de afslag naar P4 nemen. Dat betekent dus eerste 2 km lopen alvorens we in de rij mogen gaan staan.
Daar aangekomen valt het uiteindelijk nog mee met de wachttijd. Wellicht is de grootste drukte al voorbij. We staan na iets meer dan een half uur wachten aan het loket voor twee enkele kaartjes naar boven. Jawel mevrouw, u heeft het goed verstaan, we hoeven niet met de baan terug.
Twee enkeltjes dus.

full

het valt nog mee met de wachtrij​

Omdat het gebied rond de Sněžka een beschermd natuurpark is mogen er maar maximaal 250 bezoekers per uur met de kabelbaan naar boven.
Het Tsjechische deel van Nationaal park Krkonoše is 36.300 hectare groot. Het is onderverdeeld in 3 zones met in striktheid toenemende regels. Zone III (27900 hectare) is (deels) bewoond door ongeveer 5000 mensen. In Zone I met de strengste regels (4400 hectare) en zone II (4000 hectare) wonen in totaal 300 mensen. Met 1603 meter bevindt het hoogste punt, de Sněžka zich op de grens van Tsjechië en Polen. Gemiddeld is de top 5 à 6 maanden per jaar met sneeuw bedekt. Ongeveer 300 van de 365 dagen is het er bewolkt. Gemiddelde jaartemperatuur: 0,2 graad Celsius.

Die kabelbaan brengt ons in iets meer dan 15 minuten in 2 etappes van Pec pod Sněžkou (829 meter) via het tussenstation Růžová hora (1339 meter) naar het topstation Sněžka op 1588 meter hoogte. De laatste meters mogen we te voet afleggen om uiteindelijk aan de Pools-Tsjechische grens op 1603 meter hoogte te eindigen. In onze cabine raken we aan de praat met een Pools stel op leeftijd dat een jubileum viert: ze gaan vandaag voor de tiende keer de berg op.

full

op naar de top​

Als de wind harder gaat dan 60 km/h wordt de kabelbaan op het tweede stuk stilgelegd. Dat schijnt ongeveer in 50% van de dagen het geval te zijn. Vandaag is de wind volgens het meteo-station 30 km/h dus dat zit goed. Als we uitstappen is het op de steenachtige bult rondom de top een stuk drukker dan we verwacht hadden. Rond zowel een vliegende schotel achtig gebouw dat een Pools observatorium blijkt te zijn, als bij een modern gebouwtje dat Tsjechisch hoogste postkantoor is, is het een gekrioel van jewelste. De halve liters bier gaan er aan de bar in rap tempo doorheen. Er waait hierboven een heerlijk frisse wind. Bij het dalstation was het ca 24 graden, hierboven is het nog net 20 graden.
Een stukje verderop staat een ronde kapel: de 17e eeuwse Sint Laurentius kapel.
Het heeft er bij het postkantoor overigens alle schijn van dat de omzet aan drank- en eetwaren een veelvoud is van dat wat post-gerelateerd is.

full

van links naar rechts: St. Laurentiuskapel (CZ), Meteorologisch Observatiestation (POL), postkantoor (CZ)​

Als we verder willen rondneuzen geeft de VW-app op mijn eier-föhn een merkwaardige boodschap: de autodeuren zouden niet afgesloten zijn. Nu kan het dat we aan geheugenverlies lijden maar we menen toch allebei dat ie wel degelijk op slot was toen we wegliepen. Even op en neer zit er niet in dus dan maar op hoop van zegen verder. Gedurende de middag zou de melding toruwens nog een paar keer binnenkomen.

Het uitzicht rondom is prachtig. Er is geen top in de buurt die hoger is dan deze waardboor je rondom 360 graden een vrij uitzicht hebt. In de cabine hebben we al even mogen genieten van wat steile afgronden in het Obří důl (Reuzendal), een door een gletsjer gecreëerd dal, maar vanaf de top is het uitzicht nog overweldigender. En zit er geen glasraam in de weg om foto’s te maken
We komen er pas na een half uur achter dat we kennelijk met een ander idee hierboven zijn dan de meeste anderen. De dame in het dalstation keek ons al raar aan toen we slechts een enkeltje top wilden hebben ipv een retour. Het grootste deel van de bezoekers gaan hier blijkbaar naar boven, wandelt in een grote kring van ca. 3 km rond de top eerst naar beneden en dan weer omhoog, neemt wat spijs en drank tot zich en gaat dan per kabelbaan weer terug naar beneden.

Wij willen middels een tevoren uitgestippelde route in een grote boog vanaf de top terug naar het dalstation gaan. Geen 3 maar ongeveer 15 km zou dat moeten gaan worden. Onderweg zouden we langs een serie hutten moeten komen waar we vast ergens een worst en wat fris kunnen krijgen.
We hebben ze maar alvast in de GPS gemarkeerd. En wellicht kunnen we ook ergens een complete maaltijd krijgen, we zien wel.

De drukte op het kleine rondje rondom de top is zo groot dat er voor de wandelaars al enige tijd éénrichtingsverkeer is ingesteld; je moet aan Tsjechische zijde naar beneden en mag aan de Pools zijde aan de beklimming weer omhoog. Daar komen wij echter pas achter als we na het eerste steile stuk over de ongelijke rotsen en stenen aan Poolse zijde beneden komen en het waarschuwingsbord zien dat we via de andere kant hadden moeten afdalen.

full

aan het begin van de afdaling

full

een indrukwekkende berg stenen

full

blik op Śląski Dom​

Kennelijk zijn we tegen de stroom in gegaan maar een dergelijk bordje hebben we aan het begin van het pad niet gezien. We zijn niet de enigen, voor en achter ons hebben ook mensen gelopen in dezelfde richting, kennelijk eveneens onwetend van het eenrichtingsverkeer hier.
Bij Śląski Dom, de eerste hut / snack tent met terras aan Poolse zijde is het net als op de top een drukte van jewelste. Geen wonder want voor diegenen die het kleine rondje Sněžka doen ligt het op ongeveer 2/3 van de wandeling, net voor het begin van de klim.

Ons plan is hier een klein pad door het toendra-achtige landschap te nemen. Als we aan het begin ervan staan is het helaas pindakaas: ondanks dat er twee officiële wandelwegen over lopen is het pad met een barricade afgesloten. Omdat we een stuk verderop nog zo’n pad in de planning hebben maar het zeer waarschijnlijk is dat men ook dat deel heeft afgesloten hebben we dan maar wat geïmproviseerd om de route zodanig aan te passen dat we zeker ervan kunnen zijn alsnog binnen een redelijke afstand terug te kunnen komen aan de auto. Het jammere daarvan is dat een deel van de omweg op Pools grondgebied over een route met dikke ongelijk liggende stenen loopt. Dat maakt het wandelen er niet echt makkelijk op.
Gelukkig gaat na een paar kilometer de onhandig lopende ondergrond bij de Tsjechische grens over op deels zand, deels asfalt waarna het weer een stuk aangenamer loopt.

full

de kamweg naar Luční bouda is helaas afgesloten

full

even terugkijken naar waar we vandaan komen

full

Grensovergang Równia pod Śnieżka (POL) / Luční bouda (CZ)​

De eerste snacktent op Tsjechisch grondgebied (Luční bouda) blijkt een groot hotel met restaurant, wellness, sauna enz. te zijn. Wie toe is aan een partijtje onthaasten en daar 120 euro per koppel per nacht aan wil uitgeven is hier in the middle of nowhere op de juiste plek.
We houden er een half uurtje pauze en verorberen er de duurste klobasa (gegrillde worst) in 4 jaar Tsjechië. Maar over de smaak hoor je ons niet klagen
Waar menigeen volgens de diverse recensie-sites wel over klaagt is de (on)vriendelijkheid van het personeel. Maar ja, wat verwacht je in zo’n toeristische omgeving als deze?

full

Luční bouda in de toendra

full

decadent maaltje ;)

Na een plasje op de nette wc wandelen we weer verder. Ditmaal gaat het weer licht omhoog op een stuk dat vanaf Tsjechische kant intensief gebruikt wordt door MTB-ers. Vanuit het dal komen ze een voor een omhoog op hun fiets, om aan Luční bouda om te draaien, want per fiets mag je daar niet meer verder. Wandelaars zien we vanaf hier nauwelijks meer.
Alle hierna volgende stops met restaurant, hut, snacktent en/of overnachtingsmogelijkheid zijn stuk voor stuk potdicht. Vergane glorie of men moet het van de winter hebben, we hebben geen idee. Tussen de naaldbomen gaat het verder naar beneden, nog steeds in een regelmatig opstekend een koel briesje. Af en toe stoppen we eens om een bes of plant langs de weg te bekijken of even van het uitzicht te genieten en dan gaat het weer verder. Op een stuk met steil dalend asfalt gaan we een paar keer achterstevoren staan om onze kuitspieren wat op te rekken. Die hebben het door al dat gedaal hard te verduren. We vrezen dat we morgen flink wat spierpijn hebben…

full

toendra & Sněžka

full

een van de vele bunkers van de Tsjechische Muur (československé opevnění 1934-1938) op Modré sedlo

full

blik op het voormalige gletsjerdal Modrý Důl
Het laatste stuk van de route voert ons door het Zelený důl (groene dal), een grotendeels V-vormig gletsjerdal waar van de gletsjer nu alleen nog maar het beekje Zelený potok over is.

full

nog een kuitenbijter: afdaling in het volgende gletsjerdal: Zelený důl

full

langs de Zéleny potok (de groene beek)

full

het laatste stukje afdaling

full

bijna thuis
Uiteindelijk zijn we om 18.20 uur na netto 15 km gewandeld te hebben, terug aan de auto.
En die auto blijkt gewoon op slot.
Waarschijnlijk een storing van de app dus.
Gelukkig maar.

full

uiteindelijk werd dit de route​

Met behoorlijk stijve kuiten stappen we in de auto en met nog veel stijvere kuiten stappen we een dik uur later bij ons pension er weer uit. Met Google Translate zoeken we iets lekkers uit op de menu-kaart en onder het genot van een biertje en een wijntje sluiten we de dag af.
Na het eten rollen we vrijwel direct het bed in. Van een mailtje naar het thuisfront gaat het er vanavond niet meer van komen.

Welterusten en tot morgen !
 
Bovenaan