Ad Verschoor
Donateur
Waarom Tsjechisch Koh-i-Noor potlood geel is
Op de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs presenteerde de Tsjechische firma Hardtmuth zijn nieuwste product: een geel potlood. Daar zat slimme marketing achter en het werd een doorslaand succes.
De gele kleur van het potlood was opmerkelijk, want voordien werden potloden alleen gelakt als het nodig was om imperfecties in het hout te maskeren. Het doel van Hardtmuth op de Wereldtentoonstelling was dan ook om de kwaliteit van het gebruikte grafiet te adverteren.
Lange tijd kwam het beste grafiet uit het westen, met name uit Engeland, maar de voorraden raakten uitgeput en de kwaliteit van het grafiet liet te wensen over. In Siberië werden echter nieuwe en superieure voorraden ontdekt en potloodfabrikanten haalden voortaan daar hun grafiet vandaan.
Siberië deelt een lange grens met China en Hardtmuth koos ervoor geel gelakte potloden te fabriceren. Sinds mensenheugenis is geel in China de koninklijke kleur en tevens symbool van geluk en wijsheid. Voor de Tsjechen verwees de kleur naar de geografische afkomst van het uitstekende grafiet en naar de indrukwekkende Chinese geschiedenis.
Hardtmuth gaf zijn nieuwste product de naam Koh-i-Noor, naar de beroemde diamant in de Britse kroonjuwelen. Ook diamanten zijn grafiet en de keuze voor de naam moest nog eens extra de kwaliteit van de potloden benadrukken.
De marketing werkte uitstekend. De potloden werden zo populair dat het bedrijf zijn naam veranderde in Koh-i-Noor Hardtmuth. Andere producenten als Faber en Dixon volgden al snel en brachten ook gele potloden op de markt met oriëntaalse namen.
Hoe sterk we een goed potlood identificeren met de kleur geel blijkt uit een test die in het midden van de vorige eeuw door Faber werd gedaan. Een groep proefpersonen testte duizend potloden die identiek waren, op de kleur na: de helft was geel en de andere helft groen. De proefpersonen wisten het zeker: de groene potloden waren van inferieure kwaliteit.
Bron: 360magazine.nl Foto: Wikimedia Commons
