Bijgaand een paar leuke verhalen. Het heeft mijzelf bijzonder geboeid en ik wil het met jullie delen. Misschien wel bekend bij de doorgewinterde Tsjechen onder ons.
Ridder Bruncvík,
zijn omzwervingen leidden ridder Bruncvík en zijn gezelschap naar een naargeestig eiland waar geen levende ziel te bekennen was. Bijna de hele groep kwam om van de honger en de dorst. Bruncvík die in het bezit was van een heel bijzonder zwaard, wist zich echter door een list van de hulp van de Mythologische vogel Nob (een griffioen) te verzekeren en ontkwam. Het lot voerde hem naar een plaats waar een negenkoppige draak in gevecht was met een dubbelstaartige leeuw. Bruncvík slaagde erin de draak met zijn zwaard enige koppen kleiner te maken. De leeuw was de dappere ridder zo dankbaar dat hij hem vanaf die dag als een trouwe hond volgde.Na diverse omzwervingen bereikte Bruncvík en zijn metgezel zijn vaderland Bohemen. Zijn vrouw had zich tijdens zijn afwezigheid uitstekend vermaakt en had zojuist een nieuwe vrijer gevonden. Bruncvík ontstak in woede en doodde zijn rivaal met het legendarische zwaard. Vanaf die tijd keerde de rust terug in de streek. Het zwaard is volgens de verhalen in de sokkel, waar het beeld van de ridder op staat verborgen. De leeuw siert sinds die tijd het Tsjechische wapen.
De oude Weduwe
Vlak bij de Loreto kerk woonde een arme weduwe die evenveel kinderen had als er klokken in het carillon hingen. Deze kinderen werden daarom "de Loretta klokken"genoemd. De weduwe droeg een ketting met daaraan voor elk kind een zilveren muntje. In die dagen heerste er een pestepidemie. Ook aan de deur van de weduwe ging de zwarte dood niet voorbij. Een voor een nam de dood de kinderen weg. Voor elk kind offerde de weduwe een muntje op om de doodsklok te laten luiden, zodat de hemelpoorten zich voor het kind zouden openen. Als laatste werd de weduwe zelf het slachtoffer van de zeer besmettelijke ziekte. Toen ze haar einde zag naderen werd ze getroost door de gedachte dat ze haar kinderen naar het paradijs zou volgen. Haar muntjes waren echter op en er was niemand die het luiden van klokken voor haar kon betalen. Opeens begonnen de klokken uit zichzelf te klingelen en speelden een liefelijk lied. Sinds die tijd werd het uur niet langer door eenvoudig gelui aangegeven, maar speelt het carillon die romantische melodie.
Bron: Reishandboek Tsjechie & Slowakije
Auteur: Boukje Jansen van Galen
Ridder Bruncvík,
zijn omzwervingen leidden ridder Bruncvík en zijn gezelschap naar een naargeestig eiland waar geen levende ziel te bekennen was. Bijna de hele groep kwam om van de honger en de dorst. Bruncvík die in het bezit was van een heel bijzonder zwaard, wist zich echter door een list van de hulp van de Mythologische vogel Nob (een griffioen) te verzekeren en ontkwam. Het lot voerde hem naar een plaats waar een negenkoppige draak in gevecht was met een dubbelstaartige leeuw. Bruncvík slaagde erin de draak met zijn zwaard enige koppen kleiner te maken. De leeuw was de dappere ridder zo dankbaar dat hij hem vanaf die dag als een trouwe hond volgde.Na diverse omzwervingen bereikte Bruncvík en zijn metgezel zijn vaderland Bohemen. Zijn vrouw had zich tijdens zijn afwezigheid uitstekend vermaakt en had zojuist een nieuwe vrijer gevonden. Bruncvík ontstak in woede en doodde zijn rivaal met het legendarische zwaard. Vanaf die tijd keerde de rust terug in de streek. Het zwaard is volgens de verhalen in de sokkel, waar het beeld van de ridder op staat verborgen. De leeuw siert sinds die tijd het Tsjechische wapen.
De oude Weduwe
Vlak bij de Loreto kerk woonde een arme weduwe die evenveel kinderen had als er klokken in het carillon hingen. Deze kinderen werden daarom "de Loretta klokken"genoemd. De weduwe droeg een ketting met daaraan voor elk kind een zilveren muntje. In die dagen heerste er een pestepidemie. Ook aan de deur van de weduwe ging de zwarte dood niet voorbij. Een voor een nam de dood de kinderen weg. Voor elk kind offerde de weduwe een muntje op om de doodsklok te laten luiden, zodat de hemelpoorten zich voor het kind zouden openen. Als laatste werd de weduwe zelf het slachtoffer van de zeer besmettelijke ziekte. Toen ze haar einde zag naderen werd ze getroost door de gedachte dat ze haar kinderen naar het paradijs zou volgen. Haar muntjes waren echter op en er was niemand die het luiden van klokken voor haar kon betalen. Opeens begonnen de klokken uit zichzelf te klingelen en speelden een liefelijk lied. Sinds die tijd werd het uur niet langer door eenvoudig gelui aangegeven, maar speelt het carillon die romantische melodie.
Bron: Reishandboek Tsjechie & Slowakije
Auteur: Boukje Jansen van Galen