Literatuur Michael Žantovský - Václav Havel. Een leven

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Vandaag is een nieuwe biografie over Havel in het Nederlands verschenen: Vaclav Havel. Een leven, geschreven door Michael Zantovsky. Het boek is eerder in het Engels verschenen.
Link: www.bol.com
Hopelijk brengt de post het morgen al, krijg ik toch nog een Sinterklaascadeautje:dank2:
Ben wel bang dat ik dan de rest van het weekend niet meer bereikbaar ben voor de rest van de familie, maar goed, dochter krijgt een hoop speelgoed en ook een boek, dus geen enkele reden mij te storen:zwijg:
 

Ad Verschoor

Donateur
Voorpublicatie nieuwe Václav Havel-biografie

Zojuist is bij uitgeverij De Bezige Antwerpen een nieuwe biografie over Václav Havel verschenen, geschreven door Michael Žantovský. U kunt op onze website het eerste hoofdstuk van Žantovský's boek downloaden.


9789085424420.jpg


Michael Žantovský - "Václav Havel. Een leven" (De Bezige Bij Antwerpen; Antwerpen 2014)
Vertaald uit het Engels door Fred Hendriks
ISBN 9085424429
€ 39,90.
Het boek kan besteld worden via de website van De Bezige Bij Antwerpen.

Michael Žantovský (1949) werkte in de jaren tachtig als psycholoog en vertaler. Toen hij in 1988 correspondent voor Tsjechoslowakije van het persbureau Reuters werd, leerde hij Václav Havel kennen, met wie hij later nauw zou samenwerken. Žantovksý hoorde in 1989 bij de oprichters van Burger Forum -de protestbeweging die het einde van het communistische regime inluidde- en ging vervolgens aan de slag als woordvoerder en adviseur van Havel, die inmiddels president was geworden. Momenteel is Žantovský ambassadeur van Tsjechië in Groot-Brittannië. Over zijn boek verscheen al een enthousiaste recensie in De Volkskrant, zie hier.

Het eerste hoofdstuk kunt u hieronder downloaden:
 

Ad Verschoor

Donateur
Václav Havel, een feilbaar groot man
Door Carel Peeters

De toneelschrijver en mensenrechtenactivist Václav Havel (1936-2011) was tussen 1989 en 2003 de minst presidentiële president van Tsjechië en de wereld. Zijn toespraken waren zo goed dat ze onmiddellijk werden gepubliceerd. Met ‘Vaclav Havel. Een leven’ schreef zijn Michael Zantovsky de biografie van een non-conformist in de wereldpolitiek.

Na Polen en Amerika, was in 1990 de Sovjet Unie het derde land dat Václav Havel, de kersverse eerste president van het onafhankelijk verklaarde Tsjecho-Slowakije, bezocht. Het eerste onderwerp dat Havel in zijn gesprek met Gorbatsjov ter sprake bracht waren de zeventigduizend militairen die de Sovjet Unie nog in Tsjecho-Slowakije had gestationeerd.

Die wilde Havel binnen een jaar weg hebben. Havel had al een gezamenlijke verklaring opgesteld waarin een en ander werd geregeld. Gorbatsjov was even verrast dat dit meteen ter tafel kwam, maar ging na ampel beraad met zijn adviseur akkoord. Dat was het moment om te doen wat Havel zich had voorgenomen toen hij in Amerika van een vertegenwoordiger van een indianenstam een ceremoniële pijp had gekregen. ‘Meneer de president’, zei hij tegen Gorbatsjov, ‘op dat moment kreeg ik het idee deze pijp mee te nemen naar Moskou, zodat wij die met ons tweeën konden roken als een vredespijp.’ ‘Nu was Gorbatsjov werkelijk verbluft’, schrijft Havels biograaf Michael Zantovsky, ‘Hij keek naar de pijp alsof het een ontgrendelde handgranaat was, staarde zijn gast onbegrijpend aan en stamelde: “Maar ik…rook niet”.’

Het schuldgevoel van Havel werd door de communisten die in 1948 aan de macht kwamen aangewakkerd.

Hier manifesteerde zich de toneelschrijver Havel, de man die in staat is om op het juiste moment met afstand naar iets te kijken, naar een situatie, een scene of naar zichzelf. En die weet hoe hij een situatie de juiste kleur moet geven wanneer die dreigt zwaarwichtig te worden. Dat Havel een half jaar eerder, in oktober 1989, nog werd gearresteerd en tot negen maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, en dat hij daar nu als president van zijn land stond, was natuurlijk absurd. En voor Havel alle aanleiding om over te ‘reflecteren’ zodra hij de kans kreeg. Die kans deed zich voor toen hij al in april van datzelfde jaar 1990 (men liet er geen gras over groeien) een eredoctoraat van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem kreeg.

Havel zei in zijn dankwoord dat hij natuurlijk in de verste verte niets gemeen had met Kafka’s Josef K., met de landmeter K., noch met Franz Kafka zelf, maar dat hij wel over een flink schuldgevoel beschikte, ‘een diep, basaal en daarom in elk opzicht onbestemd gevoel van eigen schuld. Alsof misschien mijn bestaan alleen al een soort zonde is’. Dit schuldgevoel is opmerkelijk, omdat Havel uit een van de rijke families uit Praag kwam. Dat maakte voor Havel kennelijk geen verschil. Omdat hij rijker was voelde hij zich als jongen al schuldig tussen de armere jongens waarmee hij omging in de buurt van hun buitenhuis in de Bohemen. Dat schuldgevoel werd door de communisten die in 1948 aan de macht kwamen ook aangewakkerd. Later zorgde dat voor een ‘innerlijk gevoel van uitgestoten of onaangepast te zijn, van een soort onterving en er wezenlijk niet bij te horen’. Maar Havel zou niet geworden zijn wat hij werd als hij dit niet als drijfveer had gebruikt: ‘Het schijnt me toe dat ik eigenlijk alleen maar steeds iets schep, iets organiseer en voor iets vecht om mijn voortdurend betwijfelde bestaansrecht te verdedigen,’ zei hij in Jeruzalem.

cafbf47a-3c63-440e-a2c0-51171ee78af4_Vaclav_Havel_cropped.jpg
Havel, door Jiri Jiroutek

In zijn biografie van Havel moet Michael Zantovsky steeds weer constateren dat Havel een tegenstrijdig bestaan leidde. Hij deed waar hij niet geschikt voor was en dat wist hij zelf. Maar al in Jeruzalem zei hij dat hij moest bekennen dat, als hij misschien een betere president is dan iemand anders, ‘dat juist komt omdat ik ergens in de meest verborgen uithoek van mijn werk voortdurend twijfel aan mijzelf en aan mijn recht om dit ambt te bekleden.’ Met deze instelling, die van een president die zijn functie weet te relativeren, is Havel van december 1989 tot 2003 president van Tsjecho-Slowakije (tot 1993) en Tsjechië geweest.

Zantovsky was met Havel, die al een reputatie had als belangrijkste woordvoerder van Charta 77, een van de oprichters van het Burgerforum dat eind 1989 zorgde voor de Fluwelen Revolutie die een einde maakte aan het communistische regime sinds 1948. Hij was Havels woordvoerder tot 1992, en daarna ambassadeur in Amerika, Israel en in Engeland. Zanovsky schrijft met luchtige zelfverzekerdheid over Havel als een ‘feilbare grote man’ die in de tijd van Charta 77 jarenlang te maken had met dagelijkse pesterijen van de politie en de overheid, permanent werd gevolgd en in de gaten werd gehouden. Er werd zelfs een politiepost voor zijn huis geïnstalleerd. Zanovsky is goed in het begrip dat hij heeft voor de Havel die soms als een presidentiële soldaat Svejk alle protocol aan zijn laars lapte. Hij geeft een integraal portret van Havel, van zijn familie, zijn vrouw Olga (en later Dasa), zijn manier van werken, zijn vrienden, zijn conflicten, zoals met Václav Klaus, die hem in 2003 als president zou opvolgen. En zijn altijd interessante toespraken en filosofie.

De kracht van Charta 77 was dat het geen politieke beweging was, maar een mensenrechtenbeweging. Er werd nooit in rechtstreekse politieke termen gesproken of geschreven, altijd ging het er om dat de communistische regering van Tsjecho-Slowakije de elementaire mensenrechten, en zelfs de grondwet, niet respecteerde. In het manifest dat Havel voor Charta schreef en dat bekend werd onder twee titels, Poging om in de waarheid te leven en De macht van de machtelozen is de kern dat mensen onder de ideologie van het communisme worden gedwongen niet verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leven. Ze moeten volgens een afgedwongen ideologie leven, terwijl ze in hun eigen waarheid willen leven. Ze raken daardoor vervreemd van zichzelf en moeten dagelijks toneelspelen. Zoals de groenteboer die Havel als voorbeeld geeft, die elke dag een kaartje tussen de uien en de worteltjes zet met de tekst ‘Proletariërs aller landen, verenigt u’. Dat doet hij automatisch, hij heeft in de leugen leren leven. Hij heeft dat kaartje gekregen van een hoge instantie. Volgens Havel staat er op het kaartje eigenlijk: ‘Ik ben bang, en aan mijn gehoorzaamheid bestaat dan ook geen twijfel.’ Maar in die waarheid kan de groenteboer niet leven.

79e07d67-8b15-409e-b945-64a0ab565d4c_Va%CC%81clav-Havel-een-leven-Michael-Zantovsky.jpg


Wat Havel over Charta 77 schreef was voor algemeen gebruik. In zijn Brieven aan Olga die hij in de jaren 1979-1983 schreef vanuit de gevangenis, ontstond een persoonlijker filosofie. Als toneelschrijver was Havel verwant aan meer of minder absurdisten als Albert Camus, Eugene Ionesco, Samuel Beckett en Harold Pinter. Doordat hij snel ergens de absurditeit van inzag, zag hij, schrijft hij, juist beter wanneer hij iets zinvol was. Zijn basale schuldgevoel over zijn bestaan inspireerde hem tot onbaatzuchtig idealisme. De totale twijfel aan alles kon bij hem samengaan met een rotsvast geloof in zichzelf. Of, zoals Zanovsky het omschrijft: ‘zijn diepe, persoonlijke stabiliteit en zelfvertrouwen konden niet helemaal door zijn verlegenheid worden gemaskeerd.’

Václav Havel. Een leven door Michael Zantovsky, vertaling Fred Hendriks, is uitgegeven door De Bezige Bij.

Bron: vn.nl
 
Bovenaan