Literatuur Marek Sindelka

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Ad Verschoor

Donateur
16-17 november: Marek Šindelka op Crossing Border

De jonge Tsjechische schrijver Marek Šindelka is vrijdag en zaterdag te zien op het literatuur- en muziekfestival Crossing Border in Den Haag. Šindelka is dit jaar één van de chroniqueurs van het festival, zijn eerste column staat al online.

Kijk voor meer informatie over het festival op: www.crossingborder.nl

Kijk voor Šindelka's column op http://hague.czechcentres.cz/nieuws/sindelka-proloog/
 

kuurgast

Donateur
Marek Šindelka - Anna in kaart gebracht

In deze originele roman vol felle cultuurkritiek smeedt Sindelka met veel humor en vernuftig taalgebruik een liefdesdrama.

anna-in-kaart-gebracht-marek-sindelka.jpg


Anna heeft eerst een verhouding met een vijftien jaar oudere, getrouwde architect, door wie zij zich wil laten vormen als mens. Als ze beseft dat het tijd is om nu eens zelf iemand te gaan ‘modelleren’, verruilt ze hem voor zijn zoon Ondrej. De wijze waarop Sindelka hem in een van de laatste hoofdstukken neerzet, laat zien dat hij behalve de registers van het sarcasme en het absurdisme ook die van het tedere spel beheerst. Als Anna bijvoorbeeld ziet hoe Ondrej, van wie ze een kind wil, zich voortdurend in de foetushouding oprolt omdat hij zich nog altijd een kind voelt dat een moeder zoekt, lees je: ‘Zijn enthousiasme was telkens altijd louter een spel, zijn woede was telkens altijd louter gemok, zijn verlangen naar een kind was een verlangen naar zichzelf. Naar zichzelf in een kleine versie.’

Op haar beurt beschouwt Anna haar vriend als een onvoltooid mens, dat enkele stadia in zijn leven wil overslaan om volwassen te worden. Van liefde is nergens sprake. Als Sindelka Ondrejs verlangen naar een kind beschrijft als een verlangen naar ‘weerloze spiegels van zijn eigen, erbarmelijk onvolmaakte bestaan’, bereikt de roman een tragisch hoogtepunt. Dat dit speelse en knap gecomponeerde mozaïek, ondanks de mislukte pogingen van enkele andere personages om lief te hebben, toch nog redelijk goed afloopt geeft dan ook hoop. In ieder geval heeft Sindelka met deze roman een briljante proeve van literair vermogen afgelegd, waarmee hij laat zien dat sommige verhalen het wel degelijk waard zijn om verteld te worden.

Hippe twintigers moeten het ontgelden.
Deze jonge, Tsjechische schrijver weet als geen ander de wereld van de hipsters in zijn land te beschrijven. Liefde lijkt niet meer te bestaan, leegte en marketing overheersen alles.
In een van de eerste hoofdstukken van zijn roman Anna in kaart gebracht rekent de Tsjech Marek Sindelka (1984) af met de traditionele literatuur, als hij een van zijn vertellers aan een jonge vrouw, Anna genaamd, het volgende laat bekennen: ‘alle verhalen zijn afgezaagd, machinaal versleten, en jij wil geen inkopen doen in dit naar mottenballen stinkende bordeel waar conventies huishouden als syfilis.’

Zo’n zin doet je opveren, zo goed is ie. Meteen bekruipt je het vermoeden dat je met een schrijver te maken hebt uit de school van literaire reuzen als Bohumil Hrabal en Jaroslav Hasek. Net als deze landgenoten ontwaart Sindelka in het leven van alledag overal het absurde en verbeeldt hij dat op een hilarische wijze. Als zo iemand dan ook nog eens het traditionele verhaal dood verklaart, weet je dat je iets bijzonders te wachten staat.
Lees het artikel verder op nrc.nl.

In september was Marek Šindelka in Nederland om zijn boek te promoten, zie topic.
 

Ad Verschoor

Donateur
Leesclub rondom 'Anna in kaart gebracht'

Op zondag 29 januari bespreekt leesclub Le Monde in Paradiso de roman 'Anna in kaart gebracht' van Marek Šindelka. Met o.a.. schrijfster Hanna Bervoets.


Kijk voor meer informatie en kaartverkoop hier.

Marek Šindelka - Anna in kaart gebracht (Amsterdam 2016; Das Mag Uitgeverij)
Vertaald uit het Tsjechisch door Edgar de Bruin.
ISBN 9789082410648
€19,95

Wie is Anna? Door de ogen van haar te oude minnaar (een voortvluchtige architect), haar grootvader met een glazen oog en een schrijver die verhalen haat, komen we steeds meer te weten over deze mysterieuze jonge vrouw. Maar welke verteller kunnen we vertrouwen? Wie laat zich niet leiden door vooroordelen, ogenschijnlijk onschuldige misverstanden en onzekerheden? Wie kent Anna echt? Deze fabelachtige mozaïekvertelling, die de moderne tijd op intelligente wijze ontleedt, is een kleinood vol verborgen parels. Een meerdimensionale plattegrond, waarin de puzzelstukjes met elk perspectief meer op hun plaats vallen.

Plaats: Paradiso, Weteringschans 6-8, 1017 SG Amsterdam
Datum: 29 januari 2017 van 11:00 - 16:45 uur
 

Ad Verschoor

Donateur
‘De jeugdjaren van mijn generatie zijn voorbij’

Interview door: Jesse van Amelsvoort

Marek Šindelka is slechts een dag in Amsterdam. Na een paar interviews reist hij door naar Brussel en Gent. Ondanks de lovende ontvangst in zowel Tsjechië als Nederland van Anna in kaart gebracht, dat in 2016 door Das Mag werd uitgegeven, blijft Šindelka (1984) onbekend bij het grotere publiek.

Hoe zou je jezelf introduceren?

‘Hoe zou ik mezelf introduceren… Ik ben een Tsjechische schrijver. Mijn debuut was een poëziebundel. Daarna maakte ik de overstap naar proza. Mijn eerste prozaboek was een zeer experimentele roman. Daarna publiceerde ik twee verhalenbundels, waarvan Anna in kaart gebracht er een is.’

In een eerder interview refereerde je aan Anna in kaart gebracht als een ‘niet-lineaire roman’. Tegelijkertijd is het ook een verhalenbundel.

‘Het is iets ertussenin. Een literaire mutant. Ik koos voor deze vorm vanwege het onderwerp van het boek. Ik probeerde op een structuur te komen die daarbij kon horen en besefte dat het fragment goed zou passen. Onze levens zijn gefragmenteerd en door sociale netwerken een soort web geworden. Je kunt verbindingen maken tussen de verschillende verhalen.’

Die fragmentatie zie je terug in de cover. Het plastic is een los hoesje.

(Lacht) ‘Dat heeft een Nederlandse grafisch ontwerper bedacht. We hebben het erover gehad met mijn Tsjechische grafisch ontwerper. Zij heeft de kristalstructuur ontworpen die ook op de Nederlandse editie staat. Maar misschien is de Nederlandse versie wel mooier dan de Tsjechische…’

Hoe begon je aan Anna in kaart gebracht? Wat was de eerste vonk?

‘Ik zag een meisje voor me dat niet aanwezig zou zijn in het verhaal. Onzichtbaar, een puzzel. Je weet in het begin niet wie Anna is, ze is niet in het eerste verhaal, niet in het tweede verhaal. In het derde duikt ze ineens op. Later realiseer je je dat ze ergens ook aanwezig was in het eerste verhaal en dat haar partner zijn opwachting maakte in het tweede. Het was heel spannend zo te schrijven.’

‘Ik wilde schrijven over het moderne leven. Dat was moeilijk.Het moderne leven is fluïde, het is als water, het glipt door je vingers. Je kunt het zien, maar niet vastpakken. De uitdaging was deze gevoelens, deze sfeer en alles wat ermee te maken heeft vast te leggen.’


Fotograaf: Prokop Souček

Hoe is je dat gelukt? Was er ergens een doorbraak?

‘Ik had een aantal fragmenten, stukken uit mijn dagboek. Dat is een soort literair DNA. Toen ik aan Anna in kaart gebracht begon, heb ik deze fragmenten gebruikt. Twee verhalen waren zeer belangrijk. Een daarvan is ‘Onroerend goed’, dat is een echt een pilaar waar het boek op rust. De kern van ‘Onroerend goed’ is een schrijver die verhalen haat, maar ermee geïnfecteerd is en niet kan stoppen ze te vertellen. Hij heeft het gehad met de geschiedenis, met al deze verhalen die ons omringen maar die we niet kunnen stoppen. Hem op papier krijgen was een cruciaal moment. In dat moment ontwikkelde ik een nieuwe aanpak tot tekst in het verhaal. Deze verteller en zijn flow, zijn gedachten…’

Zijn tirade tegen de wereld.

‘Ja, precies. Dat uitspuwen van woorden. Hij is bang voor mensen, voor de wereld, maar hij durft ook niet alleen te zijn. Hij kan niet alleen zijn. Hij heeft iemand nodig die naar hem luistert. Deze spanning was cruciaal.’

Anna in kaart gebracht slaagt er uitstekend in zowel een levendig beeld van een specifieke tijd en plaats te geven – in dit geval Tsjechië, en vooral Praag, na de val van het communisme – als een boodschap te geven die de condition humaine weergeeft. Zo lezen enkele verhalen, waaronder ‘Onroerend goed’, niet alleen als een elegie voor het Praag uit de jaren negentig, maar ook als een verhaal over menselijk verlangen.

‘In het begin van dat verhaal,’ legt Šindelka uit, ‘gaat het over de Nuselsky-brug, en zakenmannen met champagne in de handen in hun Cadillacs en de hoofden uit het raam. Het is deels een grap, maar ook weer niet zó ver verwijderd van de realiteit. Staatsondernemingen en -fabrieken werden geprivatiseerd. Mensen verdienden veel geld. Iedereen deed ergens zaken in. Dit waren de jeugdjaren van mijn generatie – het leek wel een droom. Deze tijd is nu voorbij. Het moderne Praag is anders. Maar toen ik het boek schreef, dacht ik aan Europa, aan hedendaagse dertigers in heel Europa.’

Wanneer Šindelka wil laten zien hoe de tijden zijn veranderd, refereert hij aan zijn vrienden. Velen van hen zijn communist geworden, wat tien jaar geleden nog ondenkbaar was. ‘Mensen zouden je op straat in je gezicht slaan,’ zegt hij, lachend. Het communisme werd gehaat. Maar dit is, blijkbaar, veranderd.

In het derde verhaal zegt de verteller, de verhalen-hatende schrijver: ‘Plotseling merkte ik dat tussen de woorden Holocaust en Transformers geen groot verschil meer zat.’ In zo’n tijd leven we blijkbaar.

‘Klopt. Voor een jongere generatie zijn dit woorden uit een parallel universum. Ik schrik ervan als ik zie hoe gemakkelijk we de Tweede Wereldoorlog veranderen in een Disneyland voor schrijvers. Misschien gebeurt het altijd, maar het verbaasde me hoe verhalenvertellers elk kwaad in zich op kunnen nemen en het ombuigen naar entertainment. Er is het kwaad, en het goede, sommige bad guys zijn eigenlijk goed, sommige good guys vallen ten prooi aan het kwaad. In Mefisto beschrijft Klaus Mann op wonderbaarlijke wijze hoe complex en gecompliceerd de situatie vroeger was. Er waren geen slechteriken of helden. Dat was niet zichtbaar, het liep door je vingers.’

‘Uit de geschiedenis zijn zoveel verhalen te vertellen, gebeurtenissen uit het verleden zijn zo gepolijst opgeleverd. Er blijven heldere, schitterende vormen over die we gemakkelijk tot ons kunnen nemen en waar we gemakkelijk over kunnen dromen. Maar we zijn niet in staat lessen te leren van het verleden en deze lessen door te geven. Mensen willen de meest simpele oplossing, of de meest eenvoudige verklaring van wat er gebeurt, maar die bestaat niet. De wereld is ingewikkeld, en zo verbonden met onze geschiedenis. Je moet uitzoomen om te begrijpen wat er gebeurt.’

Postmoderne vercommercialisering leidt ook naar wat wel ‘kopieën van kopieën’ genoemd wordt. We verlangen naar verhalen, maar willen ze niet. Dan ben je nergens.

‘Kopieën van kopieën, dat is… dat is niets nieuws, dat heb ik niet verzonnen. Baudrillard schreef erover. Volgens mij is het cruciaal in onze maatschappij, vooral kopieën van andere levens…’

Zoals die van Anna.

‘Zoals die van Anna, precies. Het centrale verhaal in Anna in kaart gebracht gaat over een familie-infectie, bijna een soort ziekte. Routinematig gedrag, gedachten en strategieën. Anna voelde veel druk, bijvoorbeeld die van haar familiegeschiedenis. De manier waarop haar vader en haar moeder leefden, hun ongelukkige relatie, beïnvloedde haar toen ze nog een kind was en later heeft ze haar eigen relaties door zulke schema’s laten schaden. Op het moment dat ze dat beseft en besluit zich te ontdoen van deze patronen, gedachten en waarden, die ze immers geërfd heeft en daardoor nooit echt bij haar hoorden, op dat moment groeit ze eindelijk op. Ze breekt los uit hun greep.’

Een thema dat al Šindelka’s boeken verbindt, is de aandacht voor het lichaam en lichamelijke ervaringen. Anna wordt via haar lichaam in kaart gebracht. De eerste zin zegt dat luid en duidelijk: ‘Het begon heel lichamelijk.’ ‘Alles wat ik schrijf gaat over het lichaam, over het lichaam als probleem of als een kooi, als een gevangenis’, zegt Šindelka.

Anna komt in de roman door haar lichaam in beeld – haar ogen, haar lippen, enzovoort. Is het lichaam zo belangrijk voor wie we zijn? Beginnen we daar?

‘Zeker weten. Dat kun je niet ontkennen. In de christelijke traditie, in onze op die traditie geschoolde maatschappij, wordt het onderscheid tussen lichaam en geest onderstreept. We komen er niet van af. Ik durf wel te stellen dat het onderscheid in de moderne maatschappij nog wat sterker is, omdat onze geest door zoveel gadgets en digitale hulpmiddelen van ons lichaam gescheiden wordt.’

Tot slot: leestips. Wat moeten wij volgens Marek Šindelka lezen?

‘Ik bewonder Witold Grombowicz. Hij is een genie en niet zo populair als hij zou moeten zijn. Milan Kundera is geweldig, ik houd van zijn boeken. Hij was ook heel belangrijk voor me. (Zachtjes) En Cormac McCarthy. Hij schrijft ook over lichamelijke ervaringen, over onderwerpen zoals moord, dood en het menselijk lichaam in extreme situaties. Dat zijn heel belangrijke onderwerpen. We vergeten soms dat de dood bestaat. We zijn veilig, zo veilig – misschien wel té! We vergeten dat we levende wezens zijn. Dat is heel raar.’

Bron: 8weekly.nl
 

Ad Verschoor

Donateur
5a62dc40e533e8.43967550.jpg

Materiaalmoeheid Marek Sindelka

In zijn thuisland Tsjechië is hij bijzonder populair. Ginds wordt hij zelfs een supertalent genoemd en men beschouwt Marek Šindelka (1984) als de belangrijkste auteur van zijn generatie. In zijn stijlvol door Edgar de Bruin vertaalde roman Materiaalmoeheid vertelt de schrijver over twee jonge broers, samen op de vlucht voor de oorlog. De jongens bevinden zich in een vreemd land, ergens in Europa.

Amir is de oudste van de twee; de ander is echter wel de grote naamloze held uit het verhaal. Het uiteindelijke doel van hun vluchtroute is een stad in het noorden van Europa. Smokkelaars zijn er verantwoordelijk voor dat de jongens van elkaar gescheiden worden. Afwisselend volgt de lezer de individuele reisroute van elk van de twee protagonisten. Een bloedstollende en helse onderneming die zich afspeelt in koelwagens en goederentreinen. Hun ontsnapping gaat verder over desolate winterse landschappen en wordt afgeremd door prikkeldraad en onbereikbare bedrijfsdomeinen. Zullen de broers dit alles overleven en met elkaar verenigd worden?

Materiaalmoeheid is een tocht vol mensonwaardige omstandigheden. Een controversiële roman ook, die het huidige vluchtelingenprobleem nog maar eens extra en treffend accentueert. Ja, het materiaal – zeg maar het menselijke lichaam - wordt heel erg moe. Nadat eerder de geest, het brein al werd uitgeschakeld. Het imponerende verhaal wordt bijzonder raak beschreven door Šindelka; de lezer ervaart bijna zelf de beproevingen die de twee jongens moeten ondergaan. Kundig gaat de auteur om met zijn voornaamste karakters; heel scherp worden ze weergegeven.

“Hij werd eruit gesjord. Staan kon hij niet. Happend naar adem lag hij op met olie en diesel besmeurd beton. Hij was half gestikt, alles om hem heen tolde. Zijn hoofd bonkte, het voelde alsof zijn schedel openbarstte, een dreunende pijn, alsof een pomp in de schedelholte bezig was bloed ritmisch op te zuigen en het nergens kwijt kon.”

Het is vooral het fysieke leed, waarbij de wenkbrauwen meermaals worden opgetrokken. Hoe voelt het om langdurig gepijnigd te worden, ondergedoken in een onnatuurlijke houding onder een… motorkap van een rijdend voertuig? Al snel weet je dan dat dergelijke situaties heel wat lijfelijke en mentale problemen veroorzaken.

“Een lege vrachtwagen. Donker. Vrieskou. De vrachtwagen stopte met een schok. Er klonk een lange sis, een zucht, en het geraas van de motor stopte.”

Het afwisselende staccato ritme steekt fraai af tegen de vloeiende schrijfstijl en de mooi geconstrueerde zinnen, waarmee dit boek is geschreven is. Dialoog is eerder zeldzaam in de roman; de klemtoon ligt op het beschrijven en op de vertelling. Constant houdt stilist Šindelka de vinger aan de pols; geen sprake van eentonigheid. Ook zijn woordkeus is in geen enkel geval monotoon.

In Materiaalmoeheid krijg je een caleidoscopische blik voorgeschoteld op een getroebleerd Europa, waarin de lucratieve vluchtelingensmokkel en het bekampen ervan centraal staan.

Bron: hebban.nl
 

Ad Verschoor

Donateur
Presentatie Marek Šindelka 'Materiaalmoeheid'
100X100__materiaalmoeheid.png

Op zondag 3 juni gaat de Tsjechische schrijver Marek Šindelka samen met vertaler Edgar de Bruin in gesprek in de Haagse Kunstkring om de Nederlandse vertaling van Šindelka's roman 'Materiaalmoeheid' te presenteren. Daarbij zal vertaler Kees Mercks ook nog een presentatie geven over literatuur en de Praagse Lente.

'Vijftig jaar na de Praagse Lente van 1968 is de Tsjechische literatuur springlevend.

Een nieuwe generatie Tsjechische auteurs is opgestaan en vindt ook zijn weg naar Nederland.

Op zondag 3 juni 2018 verwelkomt de Haagse Kunstkring de jonge schrijver Marek Šindelka Zijn tweede roman Materiaalmoeheid is half april in vertaling verschenen bij de Amsterdamse uitgeverij Das Mag dat al eerder zijn roman Anna in kaart gebracht publiceerde.

Šindelka’s vertaler Edgar de Bruin praat met hem.

Maar eerst biedt vertaler Kees Mercks een terugblik op de Tsjechische literatuur als wegbereider van de Praagse Lente, te beginnen met het absurdistische toneelstuk Het Ambtsbericht van Václav Havel uit 1963 (onlangs ook in het Nederlands verschenen).

Kunstkringleden actrice Tatiana Radier en dramaturg Rob Scholten zetten zijn verhaal luister bij met voordrachten uit het werk van Havel en de dichters Jaroslav Seifert en Miroslav Holub. Historicus Pim Reinders, eveneens lid van de Kunstkring, leidt het programma in begeleid door filmbeelden en muziek van de legendarische undergroundband The Plastic People of The Universe.'

Tekst: Haagse Kunstkring

Kaarten voor de middag zijn verkrijbaar via de Haagse Kunstkring. Reserveren is mogelijk via



Plaats: Vereniging Haagse Kunstkring, Denneweg 64, 2514 CJ Den Haag
Datum: 3 jun. 2018
Georganiseerd door: In samenwerking met het Tsjechisch Centrum
 

Ad Verschoor

Donateur
Materiaalmoeheid: het moment waarop het lichaam bezwijkt onder een lang aangehouden belasting
Marek Šindelka: ‘Ik wil dat mijn lezers de pijn van vluchtelingen voelen, de fysieke pijn’

57762_108890_xUPe9c.jpg

Afgelopen donderdag veroordeelde een Hongaarse rechter een groep mensensmokkelaars tot 25 jaar cel. Drie jaar geleden, op 27 augustus 2015, lieten ze langs de A4-snelweg in het Oostenrijkse grensgebied met Hongarije, Slowakije en Tsjechië een vrachtwagen van een vleesverwerkingsbedrijf achter. De Oostenrijkse politie ontdekte daarin 71 dode lichamen van Syrische vluchtelingen in staat van ontbinding. Onder hen ook een tweejarig meisje.

Europese politici, op hetzelfde moment verzameld voor een migratietop in Wenen, hielden een minuut stilte. De Tsjechische schrijver Marek Šindelka zat met zijn pasgeboren dochter te genieten van de zon toen hij het nieuws hoorde. Vooral de reacties van zijn landgenoten maakten hem misselijk.

‘Mensen waren blij’, zegt hij tijdens ons gesprek in het Turquoise Guesthouse in Gent. ‘Die vluchtelingen kregen hun verdiende loon, las ik overal. Mijn broer was vijftien jaar lang drugsverslaafd, dus ik weet wat het is om verstoten en bespot te worden.’

‘Terwijl mijn generatie zich onwetend en zelfgenoegzaam wentelt in de ondraaglijke lichtheid van het bestaan, zijn andere mensen op hetzelfde moment en op dezelfde grond bezig een absolute doodstrijd te voeren.’
Marek-Sindelka-Materiaalmoeheid.jpg


Materiaalmoeheid werd dan ook dat: een ultragedetailleerde beschrijving van de doodstrijd van vluchtelingen tijdens smokkeloperaties, van de fysieke reacties in het menselijk lichaam als de onderkoeling of de verstikkingsdood intreedt, of van de paniek in het voertuig waarin vluchtelingen gesmokkeld worden.

Alsof Šindelka de lezer met de neus drukt op datgene waarvan die geen getuige kan of wil zijn.

‘Mijn boek dwingt de lezer om bijna als een parasiet aanwezig te zijn bij vluchtelingen in noodsituaties, om samen met hen naar adem te happen’, zegt hij daarover.

Met minder menselijkheid
17 mei 2018. Op de E42-snelweg bij Bergen achtervolgt de Belgische politie een bestelbusje vol vluchtelingen. Een van de agenten schiet op het busje en raakt het hoofd van een tweejarig meisje. Het meisje overlijdt. Een paar dagen later zegt de voorzitter van de grootste partij van het land dat de ouders mee verantwoordelijk zijn voor de dood van hun kind.

‘Terwijl wij ons wentelen in de ondraaglijke lichtheid van het bestaan voeren andere mensen op hetzelfde moment en op dezelfde grond een ware doodstrijd.’

Als ik aan Šindelka een aantal reacties vanuit de Belgische bevolking voorlees, doen ze hem denken aan de reacties van vele Tsjechen na het drama met de vrachtwagen in Oostenrijk.

‘“Transmigrant” of “illegaal” zijn stigma’s die de menselijkheid reduceren’, reageert hij. ‘Dat maakt het later makkelijker om de verantwoordelijkheid voor je eigen daden te ontlopen. Taal is onze wereld. Verschillende taal voor verschillende groepen mensen laat je toe om hen anders te behandelen, met minder menselijkheid.’

Šindelka schreef een boek waarin het lichaam van de vluchteling centraal staat. ‘Op het niveau van het lichaam dat een overlevingsstrijd voert, zijn alle mensen gelijk’, zegt hij.

Je lichaam als set van instrumenten om te overleven. Je lichaam als bewijs dat tegen jou kan gebruikt worden: de kleur van je huid, je vingerafdrukken. Je lichaam als handelswaar die je kunt verkopen om aan geld te geraken. Je lichaam als materiaal.

En als de lichamen van vluchtelingen louter materialen zijn, gaat het boek over het punt waarop “materiaalmoeheid” intreedt, het moment waarop “het materiaal bezwijkt onder een lang aangehouden belasting”. Zo definieert WikiWoordenboek het woord.

Tegenover de sensationele beelden op de televisie of in de krant waarop we onze snelle oordelen enten, plaatst Šindelka haast medische beschrijvingen van lichamelijke aftakeling. Hij analyseerde dan ook tientallen medische verslagen die hij opvroeg in asielopvangcentra.

‘Na de boekvoorstelling heb ik drie weken met veertig graden koorts in bed gelegen. Alsof mijn lichaam alles zelf had beleefd en het literaire proces van zich af wilde schudden’, zegt Šindelka.

Wil je dat ook de lezer ziek wordt tijdens het lezen van je boek?

Marek Šindelka: De details zijn bedoeld om de empathie fysiek te laten worden, ja. Ik kreeg reacties van lezers die de claustrofobische passages niet konden verdragen. De jongen die in geboortepositie door een smokkelaar in de motorkap van een auto wordt gepropt: het is nochtans de harde realiteit. Literatuur kan al je zintuigen betrekken, zoals in een gecontroleerde droom waarin je dingen ervaart en voelt alsof het met je echte zintuigen is.

Eigenaardige roes
Waarom is dat “dwingen tot fysieke empathie” belangrijk?

Marek Šindelka: In Tsjechië verwachtten mensen het einde van de wereld toen de vorige regering twaalf vluchtelingen opnam als onderdeel van het tijdelijke Europese spreidingsplan. Twaalf.

‘Sommige verslaggevers zien vluchtelingen louter als voorwerpen die ze sensationeel in beeld moeten brengen.’

Dat zulke gevoelens van angst bestaan, is zeker niet uitsluitend de schuld van de Tsjechische bevolking zelf. Onze politici doen er niets aan om mensen met deze angst te laten omgaan, integendeel.

Mijn land leeft al drie jaar in een eigenaardige roes: er worden cellen van semimilitaire burgerwachten opgericht en massaal wapenvergunningen aangevraagd, er is overwogen om jagers te mobiliseren om onze grenzen en bossen te beschermen.

De Amerikaanse historica Tara Zahra noemt die roes een “migratiepaniek”, een morele paniek die een vermoedelijke bedreiging voor de samenleving uitvergroot. De verbeelding slaat op hol. Jouw boek roept die verbeelding tot de orde.

Marek Šindelka: Literatuur maakt mensen als mens aanwezig, niet als een anonieme massa op de televisie die vervolgens als politiek wapen wordt ingezet.

In je beschrijving van een fotograaf die in Syrië op zoek is naar het perfecte shot, en van een fotograaf die een hulpverlener fotografeert tijdens haar hulpacties voor vluchtelingen, klinkt heel wat kritiek op de media.

Marek Šindelka: Om de beeldenverzamelaars te beschrijven, heb ik me gebaseerd op het Twitterprofiel van een fotograaf. Zijn tweets waren waanzinnig. Hij pronkte zelfvoldaan met een menselijk bot in Afghanistan. Als een gier. Onze beschaving is verslaafd aan beelden. Dat is de taal van de moderne samenleving geworden.

Ook voor sommige verslaggevers zijn de slachtoffers en vluchtelingen louter voorwerpen die ze in beeld brengen. Net zoals ze voor de smokkelaars louter materialen zijn, een vracht, vlees en botten getransporteerd van het ene continent naar het andere.

België is nu ook een transitland, zoals Tsjechië. En de strijd tegen mensensmokkel heeft het leven van een kind gekost.

Marek Šindelka: En wie is verantwoordelijk? De politieagent, of het beleid? Ik beschrijf in mijn boek een hilarische scène van een wantrouwige politieagent die aan een Palestijn vraagt hoe het kan dat hij uit Syrië komt. Die blijk van onwetendheid over de geschiedenis kan symbool staan voor onze onwetendheid over de mensen die bij ons terechtkomen.

Onwetendheid kan leiden tot geweld. Dat schreef de filosoof Ibn Rushd al in de twaalfde eeuw.

Marek Šindelka: Onze politie spreekt geen Engels. In 2015 en 2016 schreven ze nummers op de huid van gearresteerde vluchtelingen omdat ze hun namen niet konden verstaan of uitspreken. Als beesten werden de vluchtelingen vervolgens in onmenselijke detentiecentra gestopt, erger dan gevangenissen. Het was een groot schandaal in Tsjechië.

‘Winton hielp joodse vluchtelingen “illegaal” grenzen oversteken. Dezelfde mensen die hem een held noemen, schrijven de lelijkste dingen over vluchtelingen vandaag.’

Zes jaar eerder was in het Centraal Station van Praag een monument ingehuldigd voor Nicholas Winton, een Duits-joodse bankier die na de Kristallnacht honderden joodse kinderen Praag hielp ontvluchten naar het Verenigd Koninkrijk. Die vluchtelingen werden in die tijd ook als “illegalen” beschouwd.

(nvdr: Winton stuitte bijvoorbeeld op de Nederlandse regering die na de Kristallnacht de grenzen voor joodse vluchtelingen sloot en elke gearresteerde vluchteling terugstuurde naar Duitsland. Extreemrechts waarschuwde voor een “overstrooming van Nederland door het internationale Jodendom”.)

Tachtig jaar later worden in Tsjechië, een land met amper moslims, anti-islambewegingen opgericht. In het treinstation naast het monument voor Winton arresteerden Tsjechische politieagenten vluchtelingen en schreven ze de nummers op hun handen. Zonder cognitieve dissonantie, of mentale tweestrijd.

Door de propaganda en de angstzaaierij kan dat perfect gelijktijdig gebeuren. Dezelfde mensen die Winton “een echte held” noemen, schrijven de lelijkste dingen over vluchtelingen vandaag. Er is iets aan de hand met onze waarden.

null_108889_FJeXCn.jpg

***
Wat is er aan de hand met die waarden?

Marek Šindelka noemt het een vreemd soort melancholie naar geslotenheid, een verlangen naar de oude wereld: ‘Migratiepaniek is een terugslag van de ingebeelde bedreiging die uitgaat van een meer verbonden wereld. Leiders als Viktor Orbán zijn bang om aan hun bevolking uit te leggen dat de wereld rondom hen is veranderd. Vluchtelingen gebruiken bijvoorbeeld de mobiele telefoon om beweeglijker dan ooit te zijn. Dat de mobiele telefoon voor vluchtelingen onderweg bepaalt of je leeft of sterft, speelt een grote rol in mijn boek. Leiders maken hun bevolkingen wijs dat de wereld nog altijd die eenvoudige wereld van weleer is, met één partij aan de macht en een vijandige buitenwereld.’

De Amerikaanse historica Tara Zahra zoekt de verklaring dan weer in de angst om nieuwe verworvenheden te verliezen: ‘Zoveel nakomelingen van de Europeanen die de grootste slachtoffers waren van een totaal gebrek aan bewegingsvrijheid, staan vandaag vijandig tegenover nieuwkomers’, schrijft ze in The Great Departure. ‘Ze hebben zelf nog maar kort geleden dat recht op bewegingsvrijheid herwonnen. De witte privileges verbonden aan lidmaatschap van de club van West-Europa willen ze niet bedreigd zien door nieuwkomers van buiten Europa toe te laten.’

Dat is waarom ze, in plaats van de EU te willen afschaffen, van de EU een fort willen maken dat volgens hun regels speelt: die van de nationale soevereiniteit.

‘We hebben een generatie antidemocratische politici die wel heel erg cynisch de reële gevoelens van angst voor immigratie inzet om puur aan de macht te blijven.’

In haar standaardwerk The Origins of Totalitarianism noemt de Amerikaanse filosofe Hannah Arendt de migratiepaniek van eind jaren ‘30 een ‘symptoom van de obsessie met homogene bevolkingen en nationale soevereiniteit’.

De krachten van populistisch nationalisme en antiglobalisme voeden de huidige migratiepaniek om zich te handhaven in het tijdperk van de mondialisering. Grensbewaking en anti-immigratie zijn dan strategieën om het verlies van controle tegen te gaan en toch nog de indruk van nationale soevereiniteit te creëren.

Het bezorgt hen verkiezingsoverwinningen en centrumpartijen voelen zich bedreigd. Oostenrijk, dat na het drama met de vrachtwagen in de zomer van 2015 nog Zuid-Europa en West-Europa volgde in een pleidooi voor een spreidingsplan voor vluchtelingen, volgt inmiddels de Tsjechische en Hongaarse weigering.

De Duitse Bondskanselier Angela Merkel, die na de tragedie de beroemde woorden wir schaffen das uitsprak en de grenzen van Duitsland opende, heeft nu een hardliner als minister van Binnenlandse Zaken die ook op de lijn van Oostenrijk en Hongarije staat.

In West-Europa waren het lange tijd enkel de ideologisch radicaal rechtse politici die ijverden tegen immigratie en de multiculturele samenleving. In Centraal-Europa was het altijd anders: Viktor Orbán, Janez Janša, Miloš Zeman,… stuk voor stuk waren het ooit liberalen en socialisten. Ze zijn radicaal rechts geworden, ook al staan hun partijen officieel nog geboekstaafd als centrumpartijen.

Die ontwikkeling komt nu ook naar West-Europa: het centrum wordt radicaal rechts. Centraal-Europa is de leider geworden, West-Europa de volger.

57762_108900_KCISvE.jpg

Angst als politiek handelswaar
‘Sinds mensenheugenis is angst politiek handelswaar van het effectiefste soort, overal. Maar in Centraal-Europa hebben we een generatie antidemocratische politici die wel heel erg cynisch de reële gevoelens van angst voor immigratie inzet om gewoon puur aan de macht te kunnen blijven’, zegt Šindelka.

Zo’n cocktail van emoties – het verlangen om terug te keren naar de oude wereld én de angst om de nieuwe wereld te verliezen – bereidt je niet voor op het moment waarop de onbekende buitenwereld plots aan je voordeur staat. Dan kijk je door de bril van je vooroordelen. Het is makkelijk om zo’n bevolking te bevestigen in die emoties.

In de verbeelding mogen de vluchtelingen dus geen slachtoffers zijn. Anders stuiten we op de contradictie met de visie dat iemand als Winton een held is omdat hij vluchtelingen grenzen hielp oversteken.

Alleen door de oorlogsslachtoffers (zelfs gezinnen, moeders, kinderen) te framen als daders, en een beleid ter bescherming van slachtoffers om te buigen in een eenzijdige strijd tegen illegale immigratie, verdwijnt die contradictie en kunnen we met een gerust geweten verder.

***
Jouw boek is een stok in de wielen van die framing, een obstakel op die uitweg uit de mentale tweestrijd. Omdat je de vooroordelen niet activeert.

Marek Šindelka: Alles wat bij de lezer een keten van vooroordelen en beelden kan activeren, heb ik achterwege gelaten. Ik schrijf niets over de levens en de namen van de hoofdpersonages, niets over de locatie waar het verhaal zich afspeelt. Als schrijver wil je een intieme band met je lezer opbouwen en die band niet al in het eerste hoofdstuk verliezen door meteen informatie over identiteit te geven. Het verhaal gaat over “een mens in Europa”, niet over “een Syriër in Tsjechië”.

Hopelijk wordt de lezer zich dan bewust van de mentale tweestrijd en beseft hij dat de hedendaagse vluchtelingen dezelfde strijd voeren als joodse vluchtelingen van tijdens de migratiepaniek van de jaren ’30: de overlevingsstrijd van mensen in nood.

24668061435_d634a2278c_c.jpg
Lezers die het nieuws over vluchtelingen in Centraal-Europa volgen, zullen hier en daar in je boek wel verwijzingen naar echte plaatsen en gebeurtenissen herkennen. De scène waarin afgeleefde vingers over de kaart van Europa bewegen in een treinstation deed mij denken aan de chaotische scènes van de grote groepen vluchtelingen in het Keleti treinstation in Boedapest in 2015.

Marek Šindelka: De Hongaarse premier Viktor Orbán verwijst tot vandaag naar deze beelden – opnieuw: het gebruik van beelden – om zijn extreme anti-immigratieretoriek kracht bij te zetten en herkozen te raken. In Slovenië won Janez Janša de verkiezingen door naar die beelden te verwijzen.

Tijdens de presidentsverkiezingen in Tsjechië hing het team van Miloš Zeman, vroeger een sociaaldemocraat, het land vol met billboards die de tegenkandidaat onderuit moesten halen: ‘Stop immigranten en Drahoš. Dit land is van ons. Kies Zeman.’ Zijn tegenstander Drahoš zou “honderdduizenden vluchtelingen uitnodigen”. Een pure leugen. Maar het werkte.

Op de nationale feestdag deelde Zeman het podium met Martin Konvička, die eerder veroordeeld werd voor uitspraken dat er voor moslims concentratiekampen moesten komen, dat ze moesten worden vergast of vermalen tot beendermeel.

‘Waarom ik enkel de lichamelijke aftakeling beschrijf? Op het niveau van het lichaam zijn we allemaal gelijk. Het kan, wie weet, wat gevoelens van solidariteit opwekken.’

En de nieuwe Tsjechische premier Andrej Babiš – de op één na rijkste Tsjech en onderwerp van een politieonderzoek naar fraude met EU-subsidies voor een bedrag van twee miljoen euro – zei dat we kampen zouden moeten bouwen voor vijftien miljoen mensen in Noord-Afrika. Ook hij kon premier van Tsjechië worden na een campagne tegen het Europese spreidingsplan voor vluchtelingen.

De trieste ironie wil dat het bedrijf Hyza, van de vrachtwagen waarin de 71 vluchtelingen stikten, eigendom is van Babiš. Op de zijkant stond de reclameslogan Hyza: De Eerlijke Kip.

Twee scènes vallen me op in je boek: één van extreem geweld en één van extreme solidariteit. Een Palestijn uit het Syrische Jarmuk, die in Syrië verschrikkingen doormaakte, wordt straffeloos gefolterd door jongeren ergens in een bos… in Europa.

Marek Šindelka: Die scène is gebaseerd op een waargebeurd incident dat veel ergere gevolgen had. Tsjechische kinderen folterden een dakloze man alsof ze een gewonde kat treiterden. Voor ze hem vermoordden, verkrachtten ze hem met een stuk hout.

Dat brengt me bij het andere extreem: de scène van de jongen die onderdak vindt in een ruïne en daar een dakloze man ontmoet. “Hij was ook alleen”, vind ik een van de belangrijkste zinnen in je boek. Gelijk worden in de kwetsbaarheid. Absolute gelijkwaardigheid in plaats van absolute macht.

Marek Šindelka: In die scène wordt alles behalve het overleven van het lichaam tussen haakjes gezet: nationaliteit, afkomst, taal, sociale klasse. Het zijn gewoon twee mensen die waren doodgevroren moesten de laatste lucifers niet ontvlamd zijn om het vuur aan te steken. Op het niveau van het lichaam zijn we allemaal gelijk. Het stemt tot nadenken en kan, wie weet, wat gevoelens van solidariteit opwekken.

Bron: mo.be
 

kuurgast

Donateur
In Tsjechië verwachtten mensen het einde van de wereld toen de vorige regering twaalf vluchtelingen opnam als onderdeel van het tijdelijke Europese spreidingsplan. Twaalf.

‘Sommige verslaggevers zien vluchtelingen louter als voorwerpen die ze sensationeel in beeld moeten brengen.’

Dat zulke gevoelens van angst bestaan, is zeker niet uitsluitend de schuld van de Tsjechische bevolking zelf. Onze politici doen er niets aan om mensen met deze angst te laten omgaan, integendeel.

Mijn land leeft al drie jaar in een eigenaardige roes: er worden cellen van semimilitaire burgerwachten opgericht en massaal wapenvergunningen aangevraagd, er is overwogen om jagers te mobiliseren om onze grenzen en bossen te beschermen.
Eindelijk iemand die weet te verwoorden wat ik de laatste jaren al merkte in mijn dagelijkse rondje Tsjechische media en de reacties daarop.
Het is een hele lap tekst van het interview , maar de moeite waard om het eens goed door te lezen.
 

Ad Verschoor

Donateur
Marek Šindelka wint lezersprijs met zijn boek 'Únava materiálu'
100X100__bo_marek-sindelka-materiaalmoeheid_cover-2.jpg

Het boek 'Únava materiálu' van Marek Šindelka ('Materiaalmoeheid' in vertaling van Edgar de Bruin) heeft in de categorie ‘Vertaling‘ de 14e Cutting Edge Award gewonnen. Dank aan hen die hun stem hebben uitgebracht.

Cutting Edge is een Belgisch, onafhankelijk platform dat cultuur voor een breed publiek toegankelijk maakt.

De winnaars worden in de jaarlijks terugkerende wedstrijd gekozen door de lezer die zijn stem uitbrengt.
 

Ad Verschoor

Donateur
Nacht van de Europese Literatuur 2019

Marek Šindelka (1984) behoort tot de op dit moment meest vertaalde Tsjechische auteurs. Zijn boeken worden uitgegeven in het Engels, Duits, Pools en vele andere talen.

In het Nederlands werden de verhalenbundel Mapa Anny (Anna in kaart gebracht) en de roman Únava materiálu (Materiaalmoeheid) vertaald. Beide boeken kwamen in vertaling van Edgar de Bruin uit bij uitgeverij Das Mag en boekten veel succes bij de lezer en in de media. Daarbij won Únava materiálu in de publieksstemming voor beste vertaling de 14e Cutting Edge Award van het gelijknamige Belgische platform en is het boek genomineerd voor de Europese Literatuurprijs 2019. Marek won twee maal de Magnesia Litera prijs voor proza, en zijn vooralsnog laatste publicatie is de strip Svatá Barbora.

“Read My Lib”
Op 16 en 17 mei viert De Nacht van de Europese Literatuur in de De Brakke Grond de Bibliotheek, in samenwerking met de OBA, die honderd jaar bestaat. Twaalf schrijvers en dichters uit heel Europa zullen in gesprek gaan over toevallige ontmoetingen met boeken en mensen, over de eerste keer dat ze ooit een bibliotheek bezochten, over nostalgisch verlangen naar het papier en het stof en eindeloze rijen boeken; over het internet als plek waar mogelijk ooit alle teksten digitaal toegankelijk zijn. Over verleden en toekomst van het lezen.

Donderdag 16 mei 2019, 19.00 – 22.00 uur
Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
Nes 45, Amsterdam
Tickets: €10 / Online €8
Tickets & info: ZDE

Vrijdag 17 mei 2019, 14.00 – 17.00 uur
Openbare Bibliotheek Amsterdam
Oosterdokskade 143, Amsterdam
Free tickets
Reservations & info: ZDE

Georganiseerd in samenwerking met het Tsjechisch Centrum
 

Ad Verschoor

Donateur
Geïnfecteerde jongeren die migranten aftuigen

‘Ik ontplofte bijna van woede toen mijn land slechts twaalf vluchtelingen opnam”, zegt de Tsjech Marek Sindelka (1984) op 16 mei in Amsterdam, waar hij deelneemt aan de Europese Nacht van de Literatuur. „Toen ook onze minister van Buitenlandse Zaken nog zei dat we niet meer konden doen, schaamde ik me zo dat ik wel moest reageren. En dat kon ik alleen maar via de literatuur.”

krielaars-michel-online-artikel.png


Het leverde in 2018 de roman Materiaalmoeheid op, waarin Sindelka de vluchtelingenpolitiek van de Tsjechische regering aan de kaak stelt zonder moraliserend te worden. Zo beschrijft hij het menselijk lichaam als materiaal en doorgeefluik van ervaringen aan de hand van twee broers die naar Europa zijn gevlucht en elkaar onderweg zijn kwijtgeraakt. Een van hen wordt onder de motorkap van een auto Tsjechië binnengesmokkeld. Sindelka: „In Materiaalmoeheid is het lichaam vooral een last, iets wat tegen je werkt vanwege zijn uiterlijke kenmerken, waardoor je op ieder checkpoint moet bewijzen dat je geen bedreiging bent. Terwijl iedereen vergeet dat we juist op grond van ons lichaam allen gelijk zijn. Je lichaam is het enige dat je echt bezit.”

In Tsjechië voert tijdens de aankomende Europese verkiezingen de anti-migratiepolitiek de boventoon. Het geeft sommige Tsjechen een vrijbrief om paramilitaire burgerwachten op te richten en migranten af te tuigen. „Het zijn opvallend veel jongeren die zich hieraan schuldig maken”, zegt Sindelka. „Van dragers van humanistische waarden zijn ze verworden tot mensen die geïnfecteerd zijn met flauwekul.”

Tsjechië kampt met een explosie van extreem-rechtse partijen. Eén daarvan wordt geleid door Tomio Okamura, een Tsjech met een Koreaans-Japanse vader, die behalve tegen migranten ook tegen zigeuners is. „Zo iemand, die zelf een soort migrant is, belichaamt het idiote van de situatie. Zo werd onlangs op het ene Praagse station Nicholas Winton herdacht – een Duitse Jood die tijdens de oorlog honderden Joodse kinderen per trein naar Engeland liet vluchten – terwijl op een ander station migranten op doorreis naar Duitsland werden gearresteerd en een stempel op hun hand kregen.”

Dertig jaar na de val van de Muur blijkt Tsjechië niet meer het land te zijn waar een dissidente schrijver als Vaclav Havel president kon worden. Sindelka: „We hebben tegenwoordig een heel ander soort politiek, met een zakenman als premier, die als een maffiabaas de hele landbouw in ons land bezit. Een debat over menselijke waarden is daardoor onmogelijk. Iemand als Havel wordt gehaat, ook al hebben we de laagste werkloosheid ooit en stijgen de salarissen.”

Gevraagd waar die agressie vandaan komt, antwoordt Sindelka: „Onder het communisme waren we een gesloten samenleving, die niet met vreemde culturen in aanraking kwam. Daardoor is vooral de oudere generatie bang voor migranten. De terroristische aanslagen hebben die angst versterkt. Terwijl de meeste migranten geen terroristen zijn, ook al legt president Zeman dat verband wel om kiezers te winnen.”

Wie hoopt dat de jongere generatie voor verandering zal zorgen, heeft het mis, zegt Sindelka. „Ze ervaren de vrijheid als een last, alsof ze verlamd zijn door alle mogelijkheden om te reizen en in het buitenland te studeren. Behalve op Facebook lijken ze hun bestaan met niemand anders te delen, terwijl het daar juist om gaat. Ze leven als in een eindeloze kindertijd.”

Bron: nrc.nl
 
Zo pijnlijk om te lezen hoe een volk, wat zich relatief kort geleden nog bevrijdde van een dictatuur en vervolgens koos voor een president die menselijkheid en tolerantie op de eerste plaats had staan, zo snel moreel failliet kan gaan dankzij de manipulatie van een stel ordinaire volksmenners en oplichters die het maar om één ding te doen is: macht.

Vaclav Havel zou zich in z'n graf omdraaien; hij had er een mooi, satirisch toneelstuk over kunnen schrijven.

Sindelka weet dit alles prima te verwoorden, maar ik vrees dat zijn ideeën ook in Tsjechië, net als nu in Nederland zo vaak gebeurt, afgedaan worden als geitenwollensokkenpraat en thee-met-een-koekje-geleuter van een linkse-kerkganger.
:snotter:
 

Ad Verschoor

Donateur
Vertaald in het Nederlands: "Blijf bij ons"

MOLDAVIET #27 MAREK ŠINDELKA: BLIJF BIJ ONS

'Blijf bij ons' is de kreet van de tv-presentator waarmee hij de kijkers aanspoort niet weg te zappen. Maar het is ook een roep tegen eenzaamheid. Eenzaamheid wanneer mensen langs elkaar heen praten, zoals in de langzamerhand doodgebloede relatie tussen de tv-presentator en zijn partner Andrea. Marek Šindelka legt haarfijn de kracht van de taal bloot en confronteert ons met alle ongemakken, venijnigheden en de daaruit voortvloeiende hilarische momenten, kortom de miscommunicatie die tussen de moderne mensen bestaat en waarop relaties stuklopen. Of zoals Šindelka zelf zegt: 'We hebben de ander nodig om onszelf te zien. Desondanks krijgen we een vertekend beeld en onze relatie wordt er een van ongelukkige afhankelijkheid die niets goeds kan brengen.' Marek Šindelka (1984) grossiert tegenwoordig in prijzen. Al bij zijn debuut in 2006 ontving hij voor zijn dichtbundel Strychnine de Jirí Orten Prijs en in 2011 kreeg hij voor de verhalenbundel Blijf bij ons de Magnesia Litera Prijs. Uit deze bundel verscheen eerder in de Moldaviet-reeks (#21) het verhaal Polaroid, en nu het titelverhaal."

Vertaling en nawoord: Edgar de Bruin, Amsterdam
 

Ad Verschoor

Donateur
Právě vyšel další nizozemský překlad Marka Šindelky
100X100__mo_klimaatverdriet_wit-marek-sindelka.jpg


"Klimaatverdriet’, het nieuwe boek van Marek Šindelka is net verschenen bij Das Mag Uitgeverij. Het Nederlandse omslag net als het Tsjechische is ontworpen door Nikola Janíčková.

Ergens in de nabije toekomst. Europa zucht onder aanhoudende hittegolven, Praag heeft regelmatig te kampen met overstromingen en heftige stortbuien en het is economisch niet langer rendabel de ondergelopen stadsdelen en metrostations te renoveren. In de Deense dierentuin kun je de laatste ijsbeer bezichtigen. En steeds meer mensen lijden aan een nieuwe ziekte: klimaatverdriet, een soort winterslaap die de patiënt in totale passiviteit stort.

Tegen deze achtergrond opereert Kryŝtof Warjak, een botanicus die zich ontwikkeld heeft tot smokkelaar van bedreigde plantensoorten. In opdracht van een Russische maffiabaas is hij onderweg met een Japanse orchidee als hij wordt gearresteerd voor een moord die hij niet gepleegd zegt te hebben. Tijdens het verhoor wordt niet alleen duidelijk hoe Warjak in deze ruimte verzeild is geraakt, maar ook welke misstappen de mensheid heeft gezet en die hem tot dit punt gebracht hebben.

Klimaatverdriet is een ingenieuze en stilistisch volmaakte roman die de lezer voortdurend op het verkeerde been zet – zoals alleen Marek Šindelka dat kan. Vertaald door Edgar de Bruin.
 
Bovenaan