Literatuur Karel Čapek

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Ad Verschoor

Donateur
Twee nieuwe vertalingen Karel Čapek

In november kunnen we ons verheugen op twee nieuwe Nederlandse vertalingen van Karel Čapek. Uitgeverij Wereldbibliotheek in Amsterdam bereidt de uitgave van 'Een doodgewoon leven' (Obyčejný život) en 'Meteoor' (Povětroň) voor, beide vertaald door Irma Pieper.

Meer informatie over de boeken vindt u hier.

 
hoi Ad, een doodgewoon leven is prachtig. Ik heb het ook in het nederlands. Ik zoek zelf Dasenka. De nederlandse versie heb ik maar ik zou zo graag het Tsjechische origineel hebben. Misschien heeft iemand het in een verloren hoekje van de boekenkast staan. Als mijn reactie hier niet past zou je me dan kunnen zeggen waar ik hem kan plaatsen.
 

Ad Verschoor

Donateur
Recensie: ‘Meteoor’ van de Tsjechische schrijver Karel Čapek toont absurditeit en meerduidigheid.

Een kleine tien jaar geleden werd de Tsjechische schrijver Karel Čapek (1890-1938) herontdekt toen zijn roman ‘Een doodgewoon leven’ (1934) in het Nederlandse verscheen. Zo’n wijs boek was dat: een man komt na het voltooien van zijn memoires tot het inzicht dat het gestroomlijnde verhaal dat hij van zijn leven heeft gemaakt een veel complexere waarheid verhult.

In 1934 schreef Čapek nog een andere roman over illusies, hoe mensen zichzelf voor de gek kunnen houden: ‘Meteoor’, zojuist in het Nederlands vertaald. De plot is als volgt: een vliegtuigje crasht, uit het verkoolde wrak komt een man tevoorschijn - in coma en door de brandwonden onherkenbaar. In het ziekenhuis wordt hij opgenomen als geval X. Wie is deze man? Waar kwam hij vandaan? Waarheen was hij onderweg? De omstanders kunnen er alleen maar naar gissen.

Čapek laat de artsen, een zuster (non), een helderziende medepatiënt en een toevallig aanwezige schrijver aan het woord in hun pogingen om het raadsel van de verongelukte piloot te achterhalen.

Objectieve, medische bevindingen
De artsen baseren hun vermoedens over zijn identiteit op hun objectieve medische bevindingen, maar met een glimlach laat Čapek zien hoe ze zich te buiten gaan aan gissingen en speculaties die niet erg wetenschappelijk aandoen. Alle betrokken specialisten zien overal de ‘bewijzen’ voor hun eigen aannames.

‘De barmhartige zuster’ droomt ondertussen vrij samenhangende dromen over X. Daarin vertelt hij over zijn geheugenverlies - er zijn alleen nog brokstukken uit zijn verleden over. Als in een biecht houdt hij een monoloog over een jeugd zonder moeder, de opstand tegen zijn autoritaire vader, een eerste grote liefde die hij uit bindingsangst versmaadde (‘en deze lafheid hield ik voor een uiting van mijn vrijheid’) - een keuze die hem zijn hele leven zou achtervolgen als een vloek.

Onorthodoxe kennisleer
Als derde ‘duider’ baseert de helderziende zich op een tamelijk onorthodoxe kennisleer die draait om ‘het weerklinken van de wezenlijke mens’ die meer is dan de optelsom van ‘ervaringen, gevoelens, eigenschappen, daden en uitlatingen’. Het gaat om het krachtenveld van diepere drijfveren en driften waarbinnen ieder mens op zijn eigen manier beweegt. Hij, de helderziende, heeft daar een speciaal oog voor, en wat hij ziet is ‘een innerlijke verlatenheid die steeds weer de eenzaamheid zoekt’.

Ten slotte is het de beurt aan de schrijver. Voor hij van wal steekt, neemt Čapek de ruimte om ons iets over zijn eigen poëtica en de noodzaak van zijn schrijverschap te onthullen. Het verhaal van de schrijver is een oefening in empathie en verbeeldingskracht. In zijn verbeelding is X een man die na een traumatische ervaring in de liefde zijn toevlucht heeft gezocht in de verte van het Caribisch gebied. Daar raakte hij betrokken in duistere handeltjes en criminele kringen, en verloor hij bij een gewelddadig incident zijn geheugen. “Het was voor hem de enig mogelijke weg, de enige uitweg om aan zichzelf te ontkomen; het was zoiets als een ontsnapping naar een ander leven.” De schrijver portretteert een man die nergens thuis is, zonder doel en kompas, en die gesloopt wordt door het tropische klimaat en zijn drankzucht.

Absurditeit is nooit ver weg
De absurditeit is bij Čapek nooit ver weg: “Vergeefs, vergeefs is ons geploeter, met al onze kleinzielige, lage daden die elke samenhang en ordening missen en niets anders zijn dan gruis en chaos, zonder kop of staart.”

Zo lezen we meerdere versies van een ondoorgrondelijk leven, vanuit perspectieven die elkaar hier en daar raken en overlappen, en allemaal hun eigen geldigheid hebben. Uit die meerduidigheid bestaat de waarheid, laat Čapek ons weer eens fijntjes weten, net zo speels en stilistisch verfijnd als in ‘Een doodgewoon leven’. In de vindingrijke vertaling komt zijn vertelplezier opnieuw sprankelend uit de verf.

Bron: trouw.nl
 

Ad Verschoor

Donateur
Dasja; Oftewel het leven van een pup - door Karel Čapek

100X100__dasenka-cover.PNG


Een nieuwe Nederlandse vertaling van dit beroemde boek door de uitgeverij Voetnoot.

 

Ad Verschoor

Donateur
Karel Capek over volkswoede in Tsjechië

Begin jaren dertig van de vorige eeuw schreef de herontdekte Tsjechische schrijver Karel Capek (1890-1938) een trilogie over een tijdloos thema dat in onze dagen wel actueler lijkt dan ooit: de meerduidigheid van de waarheid.


In ‘Een doodgewoon leven’, mijn eerste overrompelende kennismaking met deze auteur, komt een man na het voltooien van zijn memoires tot het inzicht dat het gestroomlijnde verhaal dat hij van zijn leven heeft gemaakt bij nader inzien een veel complexere waarheid verhult.

In ‘Meteoor’ buigen verschillende omstanders zich over de mogelijke identiteit van een verongelukte piloot die in coma en onherkenbaar verminkt door brandwonden in een ziekenhuis ligt. Zo krijgen we meerdere mogelijke versies van een ondoorgrondelijk leven voorgeschoteld, vanuit perspectieven die elkaar hier en daar raken en overlappen, en allemaal hun eigen geldigheid hebben. Uit die meerduidigheid bestaat de waarheid, spiegelt Capek ons voor.

Vergetelheid in de natuur
In het net vertaalde ‘Hordubal’ kruipt de schrijver onder de huid van zijn hoofdpersoon Juraj Hordubal die na acht jaar werk in de mijnen in de Verenigde Staten terugkeert naar zijn boerderij in Tsjechië, zijn vrouw Polana en zijn inmiddels 11-jarige dochter Hafia. Zijn thuiskomst waar hij zich enorm op verheugd heeft, wordt een ontgoocheling. Zijn vrouw ontvangt hem met kille vervreemding, het heeft er alle schijn van dat de ‘knecht’ Stepan haar minnaar is (zijn dochter noemt hem oom Stepan). Is hier nog wel plek voor hem? Thuiskomen kost tijd, houdt hij zichzelf voor (‘Als het ijs niet breken wil, zal het wel langzaam smelten’) Maar wat hij ook onderneemt – hout zagen, de koeien melken, bij de koeien in het stro slapen – het gevoel van ontheemding wil maar niet wijken. Vergeefs zoekt hij vergetelheid in de natuur, die in haar overweldiging zijn gevoel van een noodlot alleen maar onderstreept.

763

Karel Capek - Beeld: TR beeld


Capek laat de lezer meeleven met het malende hoofd van de steeds wanhopiger Hordubal, een gevoelsmens pur sang. De beleving van de hulpeloze Hordubal is aangrijpend genoeg, maar uiteindelijk is het Capek om iets anders te doen. Na de moord op Hordubal beschrijft hij in de laatste twee hoofdstukken van de roman als alwetende verteller het recherche-onderzoek en de rechtszaak waarin Polana en Stepan in de beklaagdenbank staan. Capek maakt een waar pandemonium van de waarheidsvinding. De nogal amateuristische dorpsagenten gaan zich te buiten aan malle gissingen en speculaties, de rechtszaak is een amalgaam van dubieuze getuigenissen, beschuldigingen uit het ongerijmde en morele verontwaardiging van de kant van de aanklager. De volkswoede van de streng gelovige dorpsgemeenschap geeft de rechtszaak het karakter van een tribunaal.

In zijn nawoord bij de trilogie legt Capek nog eens uit hoe de poging om de waarheid te achterhalen verzandt in een ‘aaneenrijging van tegenstrijdigheden’. “Hiermee is niet gezegd dat er geen waarheid bestaat, maar ze is dieper en moeilijker, en ook de werkelijkheid is uitgestrekter en ingewikkelder dan we gewoonlijk aannemen.”

De beste kennismaking met Karel Capek blijft voor mij ‘Een doodgewoon leven’, een boek dat ik, tot enthousiasme van de ontvangers, al vaak cadeau heb gedaan aan vrienden die op een leeftijd kwamen waarop ze zich begonnen af te vragen wat het allemaal geweest is.

763


Oordeel: tijdloos thema, aangrijpend

Bron: trouw.nl
 

Ad Verschoor

Donateur
Dasja: genomineerd voor de vlaamse kinder- en jeugdjuryprijs 2021!

100X100__dasa.jpg


Het boek DASJA, OFTEWEL HET LEVEN VAN EEN PUP door Karel Čapek, uit het Tsjechisch vertaald door Edgar de Bruin, Voetnoot, 2019, werd genomineerd voor de Vlaamse kinder- en jeugdjuryprijs 2021. Gefeliciteerd!
 

Ad Verschoor

Donateur
Karel Čapek - de visionair
100X100__capek-akce-foto-carre.jpg

Ter gelegenheid van de 130e verjaardag van de Tsjechische schrijver Karel Čapek organiseert het Tsjechisch Centrum in samenwerking met OBA en Tsjechisch Centrum Brussel een literaire avond.

Wie was Karel Čapek? Karel Čapeks boeken en opvattingen zijn dankzij de tijdloze thema’s nog altijd zeer actueel. Zijn visionaire boeken vertonen vele parallellen met de wereld van nu (kunstmatige intelligentie, robotisering, pandemie, machtspolitiek). Zijn roman Oorlog met de salamanders (Válka s mloky) hoort samen met 1984 (George Orwell), Heerlijke nieuwe wereld (Aldous Huxley) en The War of the Worlds (H. G. Wells) tot de top van de dystopische literatuur. De Nederlandse lezer kon de afgelopen jaren kennismaken met Čapek dankzij de vertalingen van Irma Pieper en Kees Mercks.

Wanneer: donderdag 27 augustus 2020 om 19.30 uur

Waar: online via de Facebook-pagina van het Tsjechisch Centrum

Moderator: Michel Krielaars

Sprekers: Ewoud Kieft, Kees Mercks, Eric Metz

Michel Krielaars is journalist en schrijver. Hij studeerde geschiedenis en Russisch aan de UvA. Krielaars is de chef van de boekenbijlage van NRC en was daarvoor jarenlang correspondent in Moskou. In 2015 won hij de Bob den Uyl Prijs voor zijn reisboek Het brilletje van Tsjechov. Hij is een liefhebber van Bohumil Hrabal en schrijft recensies over vertaalde Tsjechische literatuur.

Ewoud Kieft is schrijver, historicus en muzikant. HIj studeerde geschiedenis aan de VU Amsterdam en promoveerde op een proefschrift over de radicalisering van intellectuelen in het Europa van voor 1914 aan de Universiteit Utrecht en het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD). Daarna schreef hij Oorlogsenthousiasme. Europa 1900-1918 (2015), over het verlangen naar oorlog aan het begin van de twintigste eeuw, en Het Verboden Boek (2017), over de aantrekkingskracht van Mein Kampf en het nazisme. Onlangs is zijn geprezen romandebuut De onvolmaakten verschenen over kunstmatige intelligentie en de relatie tussen mens en machine. Regelmatig schrijft Kieft artikelen voor NRC.

Kees Mercks was jarenlang verbonden aan de UvA als docent Tsjechische literatuur. Hij vertaalde onder meer werk van Karel Čapek, Jaroslav Hašek, Václav Havel, Bohumil Hrabal, Ivan Klíma, Božena Němcová, Josef Škvorecký, Ludvík Vaculík, Jiří Weil. Voor zijn vertalingen ontving hij de Aleida Schot-prijs en de Martinus Nijhoffprijs.

Eric Metz is sinds 2011 als docent vertaalwetenschap en Slavische talen en culturen aan de UvA verbonden. Hij publiceerde in het verleden voornamelijk over Russische modernistische poëzie en in zijn vrije tijd vertaalt hij poëzie en kort proza van Russische, Tsjechische, Poolse en Oekraïense auteurs. Uit het Tsjechisch vertaalde hij onder meer werk van Fráňa Šrámek, Richard Weiner, Petr Borkovec a Petra Hůlová voor Tijdschrift voor Slavische Literatuur en Revolver.



Plaats:
OBA, Amsterdam
Datum:
27 augustus 2020 om 19.30 uur
Georganiseerd door:
In samenwerking met het Tsjechisch Centrum
 
Bovenaan