"Gone Hepsville" uit Brno. Swingen in de jaren '50

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

Ad Verschoor

Donateur
Gone Hepsville. Een swingende duik in de jaren '50!

Haal je dansschoenen maar weer uit de kast, want die ga je zeker nodig hebben bij het beluisteren van dit album van de Tsjechische band Gone Hepsville.

Deze band uit Brno bestaat uit Petr Pospíšil (bass), Pavel Štursa (gitaar), Petr Janovský (tenor sax), Pavel Zlámal (bariton sax), Matěj Fouma (piano), Viktor Martinkovič (drums), en deze mannen nemen een flinke duik in het muzikale verleden.

Je wordt door ze meegenomen naar de jaren ’50 en de klanken van de jive, rhythm & blues en rock & roll. Mocht je altijd gedacht hebben dat een band uit Tsjechië niet in staat zou zijn om authentieke 50’s jive te produceren zonder daarbij als een goedkope imitatie te klinken, dan zit je er met deze band totaal naast. Deze band swingt als een trein!!! En houdt dat het hele album vol. Qua geluid komen er allerlei helden uit het verleden voorbij, zoals Louis Jordan, Amos Milburn, Louis Prima, Bill Haley, maar ook modernere bands als Roomful Of Blues en The Blasters.

Het begint met Gimme Gimme waarin je direct een geoliede swingmachine te horen krijgt met de tweekoppige blazerssectie en de priemende bluesgitaar in de hoofdrol.
Show Me That You Can Rock is een warme swinger waarin alle elementen kloppen. Zoals de jazzy blazers en een gitaar die het ene moment bluesy en dan weer jazzy klinkt.
Boogie And Bop heeft wel wat van de klassieker “Choo Choo Ch’ Boogie” en wordt gevoed door de krachtig stuwende drums en de boogiewoogie piano.
De blazers en de bluesy gitaar domineren de swingende instrumental Darn That Rhythm. De swingende piano wordt enigszins tekort gedaan in de mix door een te laag volume.
Een kletterende, slappende bas luidt het enthousiast swingende Bainswasher Boogie in.
Horn At Dawn heeft stiekem wat elementen uit ittle Willie John’s “Fever” geleend, waardoor een jazzy instrumental ontstaat met broeierige blazers en een relaxte jazzpiano.
Daarna jiven de mannen er weer op volle toeren op los in het uitbundige Day All Night met een hoofdrol voor de scheurende saxofoon.
In Just A Little Hepsville Surfbeat wordt de jive gemengd met surfmuziek, waarbij de harde zwevende surfgitaar uiteraard op de voorgrond staat.
In Men Like Me Don’t Grow On Trees wordt wat gas terug genomen voor een loom New Orleans-achtige swinger, waarin het geluid van Fats Domino terug te horen is.
De slappende bas stuwt Jam Or Bust naar grote swingende hoogten, waarbij een loom brommende saxofoon de vouwen uit je broek soleert.
In het laatste nummer van dit album kom ik tot de slotconclusie die je na het beluisteren van dit album gegarandeerd gaat maken: Legs Gone Wild!!!

Gone Hepsville heeft een perfecte swingende duik in het verleden gemaakt. Mocht je een feestje willen geven of een feest in een concertzaal willen meemaken, dan zit je met deze Tsjechische band gebeiteld!!

 
Bovenaan