Literatuur Albert Gielen - Het reële paradijs

Welkom op Tsjechie.net

Het Tsjechisch Forum, in een nieuw jasje!

kuurgast

Donateur
1.jpg


ALBERT GIELEN - HET REËLE PARADIJS

16.11.2009

Pas verschenen: een geïllustreerde gids van Albert Gielen over de vaak verguisde architectuur uit de communistische tijd in Praag. Een tip voor een kerstcadeau.

Het reële paradijs. Socialistische architectuur en stedenbouw in Praag 1948-1989
Gielen, Albert

In het eeuwenoude Praag hebben tal van ingrijpende perioden en gebeurtenissen hun sporen nagelaten in de architectuur van de stad. Een bijzonder ingrijpende periode is die van het communisme, dat van 1948 tot 1989 het land in zijn ijzeren greep hield. Het twintigjarig jubileum van de Fluwelen Revolutie in oktober a.s. is een goede aanleiding om de balans op te maken en zowel de geïnteresseerde thuisblijver als de bevlogen reiziger te helpen de sporen van het communisme - hoe fel bekritiseerd ook - terug te vinden en als zodanig te herkennen. De Praagse architecten van na de Tweede Wereldoorlog wilden in de stijl van het functionalisme blijven werken, maar de communistische heersers waren hier fel tegen gekant. Het tij leek te keren toen Tsjechoslowakije op de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 tal van nieuwe impulsen op het gebied van architectuur liet zien. Heel voorzichtig trachtte het land weer aan te knopen bij de internationale architectuur. Tijdens de Praagse Lente leek de aansluiting met het Westen gevonden te zijn, maar de militaire inval in 1968 deed alles weer teniet en daarmee was de Praagse lente voorbij. Er begon een 'normalisatieproces' en het reëel socialisme werd ingevoerd, zoals het socialisme in de oostbloklanden werd genoemd. Deze gids neemt de lezer mee naar de architectuur uit deze turbulente periode, niet alleen naar de afzonderlijke bouwwerken, maar ook naar de veel bekritiseerde uitbreidingswijken waar meer te zien is dan men in eerste instantie verwacht.
Dit is het boek dat ik gewonnen heb met de prijsvraag van Tsjechie.net.
Het is een overzicht van de architectuur in drie delen: individuele projecten, metrostations en sídlišté (uitbreidingswijken).
De foto op de omslag is van Hotel Panorama, deze 79 meter hoge hoteltoren heeft opvallende lintvensters.
Het is een mooi naslagwerk met veel informatie hoe, waarom en door wie de afgebeelde gebouwen tot stand kwamen. Grappig detail er staat ook vermeld met welke bus of metro je er kan komen.

Tsjechie.net hartelijk dank.:toppie:

ISBN: 978-90-5997-083-0
 

kuurgast

Donateur
Vodnik, het is allemaal rondom het centrum van Praag.

Letiště Ruzyně Praha: het oudste gedeelte dateert uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog en is ontworpen door Adolf Benš. In de jaren zestig vond de eerste van een reeks verbreidingen plaats. Filsak ontwierp ........ Tegenwoordig is dit Terminál 1. De ornamenten zijn van Jan Koblasa en Ladislav Karoušek ...... oorspronkelijke terminal uit 1937 ...... hangar (1962-1969) CSA. Het dak hangt aan kabels en is van Karel Hubáček-ism V. Conk en J. Lášek. In 2006 werd het vliegveld uitgebreid met een grote terminal.
 

kuurgast

Donateur
Ja Lina, het is een mooi boek waar veel in staat over heel veel verschillende gebouwen. Het is weer eens wat anders dan de toeristische boeken van Praag. Als ik naar Tsjechië ga, komen we met de bus wel deels door Praag maar zijn dan 3 weken in een kuuroord ver van Praag. Zo kan ik hier toch meer van leren en als we er doorheen rijden steeds meer herkennen.:top:
 

Tsjechie.net

Forumleiding
Administrator
De ongeliefde weeskinderen van de architectuur
in beeld


Bron: NRC (26-02-10)
Door: Bernard Hulsman


Het reële paradijs is een onwaarschijnlijke architectuurgids. De gids is gemaakt door een Nederlander, Albert Gielen, en uitgegeven door een Nederlandse uitgeverij, maar heeft de Oost-Europese weeskinderen van de architectuur als onderwerp: de gebouwen die na de Tweede Wereldoorlog zijn neergezet onder de communistische regimes. Niemand houdt van ze, niemand kijkt naar ze om, zeker in het Westen. Als ze in het Westen al eens ter sprake komen, dan worden ze gebruikt als een negatieve kwalificatie. Wordt een gebouw Oost-Europees genoemd, dan bedoelt de schrijver dat het lomp, lelijk en deprimerend is.

In het geval van Het reële paradijs gaat het om de architectuur in Praag uit de jaren 1948-1989, de periode die begon met de vestiging van een communistisch bewind in Tsjechoslowakije en eindigde met de val ervan. Gielen, een architectuurhistoricus die in Praag woont, begint zijn gids met een lang essay over de politieke ontwikkelingen in het naoorlogse Tsjechoslowakije - Het reële paradijs moet wel de architectuurgids zijn met het langste stuk over politiek. Hierin schetst hij hoe de communisten dank zij de Sovjet-Unie aan de macht kwamen en die, met de nodige zuiveringen en slachtoffers in de loop der jaren, wisten te behouden tot de Fluwelen Revolutie van 1989, toen er een zacht einde kwam aan veertig jaar communisme.

In een tweede essay laat Gielen zien hoe de architectuur in Praag zich ontwikkelde. Eerst wilden de Praagse architecten de vooroorlogse, modernistiche draad weer oppakken. Maar ze werden eind jaren veertig tot de orde geroepen door de nieuwe communistische machthebbers. Die stelden ook voor de architectuur het socialistisch realisme verplicht, een exportproduct van de Sovjet-Unie. Midden jaren vijftig was de periode van het socialistisch realisme alweer ten einde en sloten de Tsjechische architecten alsnog aan op de modernistische traditie. In de jaren tachtig deed het postmodernisme, in beperkte mate weliswaar, zijn intrede in de Praagse architectuur.

Het mooie van Het reële paradijs is dat Gielen helemaal niet zijn best doet om uit te leggen waarom de naoorlogse Praagse gebouwen een gids verdienen. Het is voor hem vanzelfsprekend dat het Nederlandse publiek ze zou willen zien. Op droge, zakelijke wijze heeft hij zich over de Praagse weeskinderen ontfermd. Zijn liefde ervoor blijkt uit de moeite die hij zich heeft getroost om precies uit te zoeken wanneer en door wie ze zijn ontworpen en hoe ze in elkaar zitten.

Slechts heel af en toe neemt hij het voor ze op. Zo schrijft hij over de Praagse buitenwijken uit de jaren zestig en zeventig dat de problemen die zich in de vergelijkbare Franse banlieue voordoen, zijn uitgebleven.

Mooi zijn ze nog steeds niet, zo blijkt uit de driehonderd kleurenfotos van Praagse gebouwen uit de communistische tijd. Maar dank zij Gielens gids, begin je sommige weeskinderen toch te waarderen. Ja, ze zijn lelijk maar soms zijn ze door hun knoestigheid en hoekigheid wel aandoenlijk. Zeker, monsters blijven het, maar hoe langer je naar ze kijkt, des te aardiger ga je ze vinden.
 
grappig, ik had dit topic nog niet gezien. Terwijl ik ook een van de prijswinnaars ben!

Het boek is zeker interessant! Ik vond het echter interessanter dan mijn Tsjechische partner...
 
Leuke recensie van een prachtig boek! Ik heb het met veel plezier bekeken en gelezen, vond er zelfs de flat van een Tsjechische oom in terug met de was zichtbaar op zijn balkon. Vond ie helemaal fantastisch :).
 
Bovenaan