Dag 10 Woensdag 1 augustus 2018: Český Krumlov
Na het gebruikelijke ontbijt, haakwerk en typewerk nemen we de auto om die na een ritje van 6 km een vrije dag te gunnen.
We brengen vandaag namelijk de hele dag door in Český Krumlov.
Als we op de parking rondkijken, zien we een scala aan buitenlandse gasten staan: enkele Nederlanders, twee Belgen, enkele Duitsers, enkele Oostenrijkers, een Hongaar, een Slowaak, een Brit en voor de rest Tsjechen.
Het eerste interessante gebouw dat we tegenkomen is de synagoge. Van buiten ziet hij eruit alsof het vroeger een kerk geweest is waarvan men het rozetvenster heeft omgeturnd tot een Davidster verdeling en het kruis eveneens vervangen heeft door een Davidster. Op de tentoonstelling binnen blijkt echter dat het gebouw vanaf het begin (1909) in Nieuw Romaanse stijl ontworpen is als synagoge. Toen Amerikaanse soldaten het aan het eind van WO2 gebruikten als overnachtingsplaats, ziekenhuis en kerk, hebben zij de entreehal voorzien van het wapen van hun divisie, hetgeen een raar gezicht oplevert bij binnenkomst. Van 1945 tot 1968 werd het gebouw gebruikt voor diensten van de Tsjechische Hussietenkerk, waarna het sinds de Russische inval in 1968 nog slechts gebruikt werd als opslagruimte. Het zou tot 1997 duren eer de Joodse gemeenschap het gebouw opnieuw in eigendom kreeg en de zaak in 2012 gerestaureerd kon worden.
We bekijken een tentoonstelling over het Joodse leven in de stad en de belangrijkste Joodse families, waarvan er heel wat vooraanstaande functies in de industriële opkomst van Český Krumlov bekleedden, tot hen in WO2 het leven onmogelijk gemaakt werd.
Het bord met openingstijden naast de entree doet ons glimlachen:
Synagoge-café: 09.00-17.55 uur
Synagoge: 09.00-18.00 uur
De synagoge van buiten ...
... en van binnen
Uitzicht over de daken
Na het bezoek aan de synagoge slenteren we een stukje door de winkelstraatjes in het zuidelijk deel van de stad. Net als eerder deze week toen we aan de noordzijde het centrum in liepen, staat ook hier weer een groepje Jehova’s getuigen gewapend met foldermateriaal klaar om nieuwe bekeerlingen te vinden. Veel interesse is er onder de toeristen niet voor deze mobiele geloofseenheid, maar gezien de minimale assertiviteit lijkt dat wederzijds te zijn.
waiting for a train that never comes...
Als we bij het regionaal museum arriveren, gaat de deur net voor onze neus op slot; men heeft middagpauze van 12.00 tot 12.30 uur.
Wij besluiten dan maar hetzelfde te doen: pauzetijd!
We zoeken een terrasje in de schaduw langs de Moldau en genieten daar van een fruittaartje met frambozenlimonade uit de tap. Omdat het de laatste dagen haast traditie is, bestellen we als alles op is nog maar een tweede točená limonáda.
Vanaf de oever kunnen we, al lurkend aan het verfrissend drankje, de dagelijks voorbijdrijvende meute gadeslaan. Er komt weer van alles langs in kano’s en opblaasboten. Een stel heeft zelfs een geit bij zich in de kano.
Langs het water in de schaduw
Pirates of the Vltava
Na een klein uur kijkplezier wandelen we terug richting regionaal museum.
Daarbij passeren we de 14e eeuwse St. Vitus kerk, waar een mevrouw scheldend naar buiten komt. Even staan we verbaasd te kijken, maar al snel blijkt dat ze een soort beheerster/toezichthoudster is en dat ze boos is geworden op een ietwat beneveld uitziende jongeman die in de kerkbanken in slaap gevallen is.
Doordat de kerk op een plateau boven de Moldau uittorent, zie je hem van veel plekken goed liggen. In tegenstelling tot veel andere godshuizen is er geen plein voor deze kerk, simpelweg omdat er door de dichte bebouwing geen plaats voor is. Ook voor een grote ingang was er geen plaats meer, vandaar dat die aan de zijkant zit.
In de kerk zien we een technisch wondertje; een groot kaarsenblok met elektrische kaarsen en muntgleufje. Voor 10 kronen (of een muntstuk van 50 eurocent) gaat 1 kaarsje 15 minuten branden, voor 20 kronen (of een 1 euromunt) gaan twee kaarsjes 15 minuten branden en voor 50 kronen (of een 2 euro stuk) gaan 5 kaarsjes branden. Afgezien van de ietwat rare omrekenkoers (op de lage brandtijden maakt men de meeste winst) is er iets anders slim ingebouwd: als iemand er geld instopt gaan de kaarsjes van de vorige gebruiker uit.
?%^$#@!?
Handige jongens die technische dienst.
St. Vitus kerk
In het regionaal museum bekijken we een uitgebreide verzameling Český Krumlov-gerelateerde schilderijen, men heeft er een serie archeologische vondsten tentoongesteld, we zien een barokke apotheek, een overzicht van de invloed van WO1 en WO2 op de stad, een keramisch model van hoe de stad er rond 1800 uitzag, een overzicht van de communistische tijd en de Praagse lente, de industrie in en rond de stad en het snelle herstel na de val van het ijzeren gordijn.
Al met al goed voor bijna anderhalf uur geschiedenisles.
Model van de paardentrein
Als we weer buiten staan, worden we bijna overhoop gereden door een Hongaarse toerist met haast. In principe is het stadscentrum autovrij, maar pendelbusjes en hotelgasten zijn hier uitgezonderd. Een paar ongeduldigen onder hen houden weinig rekening met de voetgangers in de smalle straatjes, zodat voordat je er erg in hebt er plots een motorkap achter je staat de hijgen om langs te kunnen.
Horní
Maria tussen twee vensterramen
Op het uitkijkpunt even verderop vinden de Aziaten het te warm om in de zon te staan en zoeken verkoeling onder de enige boom op het pleintje die nog wat schaduw biedt. Het met touw afgezette perkje en de “verboden op het gras te komen bordjes” ten spijt. Om de beurt verlaten ze de schaduw even om een foto van zichzelf en de stad (in die volgorde) te kunnen maken. Selfiesticks zijn dan ook alom aanwezig in de souvenirshops. Met als gevolg dat in menig museum een bordje ophangt dat selfiesticks verboden zijn.
Uitzicht op het kasteel vanaf de Jezuïetentuin
We wandelen verder door de straten van Český Krumlov en komen meermaals de stadsreiniging met sproeier tegen. Telkens als er eentje passeert zijn het met name Chinezen die erachter springen om wat verfrissend water over zich heen gesproeid te krijgen. Een opmerkelijk tafereel als je bedenkt dat het juist Aziaten zijn waarvan menigeen met een doekje of lapje voor zijn mond rondloopt tegen de slechte lucht en hygiëne, terwijl de vloeistof die gesproeid wordt naar alle waarschijnlijkheid echt niet alleen gedestilleerd zuiver water bevat…
Stadsreiniging
Of dat zo gezond is?
Onderweg naar ons volgende bezoekdoel, het Minorietenklooster, stoppen we even bij het Muzeum Obchodu (museum van handel en commercie), een soort grootmoederswinkeltje dat het vooral moet hebben van de verkoop van aluminium kopieën van oude emaillen reclameplaten. De eigenaresse heeft haar winkel ingericht als combinatie van winkel en museum dat gratis toegankelijk is en waar allerlei verpakkingen en handelswaar uitgestald is met de nadruk op het begin van de twintigste eeuw.
Een alleraardigste afwisseling tussen de toeristenwinkels die uitpuilen van het glaswerk, aardewerk, houten speelgoed en andere snuisterijen.
Museum voor handel en commercie
Grootmoeders winkeltje
Bij het Minorietenklooster aangekomen doen we eerst een rondgang door het eigenlijke Minorietenklooster met Wolfgang-kapel, kerk en nog een tweede Einsiedeln-kapel (met een kopie van de zwarte Madonna uit Einsiedeln, Zwitserland). Prachtige lunetschilderijen met het leven van de heilige Franciscus als thema onder iedere boog in de galerij en in de verschillende kamers krijg je een idee van het kloosterleven. Alle kunstvoorwerpen zijn eigendom van rond 1200 in Praag gestichte “Ordo militaris Crucigerorum cum rubea stella” (de Orde van het Kruis met de Rode Ster), zo melden de toelichtende bordjes.
Het Minorietenklooster en het naastgelegen Clarissenklooster werden in 1350 als dubbelklooster gesticht en hebben tot de opheffing van de ordes in 1950 als klooster dienstgedaan. Sinds 1958 vallen de gebouwen onder de monumentenzorg en zijn ze ingericht als museum.
Tuin van het Minorietenklooster
In het Clarissenklooster zien we een wat bescheidener overzicht van het leven der Clarissen-orde. Op de achtergrond vergezeld van begeleidende zang van twee stemmen die ergens aan het oefenen zijn voor een concert dat hier eerdaags gaat plaatsvinden.
Na al het museumgeweld is het al 17 uur en zijn we toe aan een halve liter frambozenlimonade op hetzelfde terras als vanochtend. Op weg daar naartoe passeren we een oudere man met zoveel spullen op een karretje dat we ons afvragen of hij op reis is of dat hij gewoon zijn inboedel aan het verhuizen is, een didgeridoo speler die op de Lazebnický brug tegenover Nepomuk tracht de voorbijgangers de kunsten van het Aboriginal blaas instrument bij te brengen, een drietal stratenvegers/spuitwagens waar de kinderen blij achteraan rennen, talloze Chinezen met parapluutjes tegen de zon (die zich opnieuw niks aantrekken van met touw afgezette grasperkjes) en tig winkeltjes.
Ondergetekende blijft een CD van Natacha Atlas aan de vingers plakken en als souvenir kopen we een kleine houten Krteček (Het Molletje).
Nepomuk op de Lazebnický most
Da's weer eens wat anders
Einde vaarplezier
Als kort voor zessen het limonadeglas leeg en de botenparking langs de Moldau vol is, gaan we per auto terug naar het pension in Větřní en nuttigen daar op het binnenterras de avondmaaltijd. We blijven ons verbazen over de prijzen. Een glas witte wijn voor omgerekend 1,40 euro.
Als we tegen half negen op onze kamer zijn kijken we in bed nog een half uurtje de tekenfilm “Krtek ve městě” (Het molletje in de stad) en vallen ons de oogjes daarna toe.
Morgen meer.
Ahoj!
Na het gebruikelijke ontbijt, haakwerk en typewerk nemen we de auto om die na een ritje van 6 km een vrije dag te gunnen.
We brengen vandaag namelijk de hele dag door in Český Krumlov.
Als we op de parking rondkijken, zien we een scala aan buitenlandse gasten staan: enkele Nederlanders, twee Belgen, enkele Duitsers, enkele Oostenrijkers, een Hongaar, een Slowaak, een Brit en voor de rest Tsjechen.
Het eerste interessante gebouw dat we tegenkomen is de synagoge. Van buiten ziet hij eruit alsof het vroeger een kerk geweest is waarvan men het rozetvenster heeft omgeturnd tot een Davidster verdeling en het kruis eveneens vervangen heeft door een Davidster. Op de tentoonstelling binnen blijkt echter dat het gebouw vanaf het begin (1909) in Nieuw Romaanse stijl ontworpen is als synagoge. Toen Amerikaanse soldaten het aan het eind van WO2 gebruikten als overnachtingsplaats, ziekenhuis en kerk, hebben zij de entreehal voorzien van het wapen van hun divisie, hetgeen een raar gezicht oplevert bij binnenkomst. Van 1945 tot 1968 werd het gebouw gebruikt voor diensten van de Tsjechische Hussietenkerk, waarna het sinds de Russische inval in 1968 nog slechts gebruikt werd als opslagruimte. Het zou tot 1997 duren eer de Joodse gemeenschap het gebouw opnieuw in eigendom kreeg en de zaak in 2012 gerestaureerd kon worden.
We bekijken een tentoonstelling over het Joodse leven in de stad en de belangrijkste Joodse families, waarvan er heel wat vooraanstaande functies in de industriële opkomst van Český Krumlov bekleedden, tot hen in WO2 het leven onmogelijk gemaakt werd.
Het bord met openingstijden naast de entree doet ons glimlachen:
Synagoge-café: 09.00-17.55 uur
Synagoge: 09.00-18.00 uur
De synagoge van buiten ...
... en van binnen
Uitzicht over de daken
Na het bezoek aan de synagoge slenteren we een stukje door de winkelstraatjes in het zuidelijk deel van de stad. Net als eerder deze week toen we aan de noordzijde het centrum in liepen, staat ook hier weer een groepje Jehova’s getuigen gewapend met foldermateriaal klaar om nieuwe bekeerlingen te vinden. Veel interesse is er onder de toeristen niet voor deze mobiele geloofseenheid, maar gezien de minimale assertiviteit lijkt dat wederzijds te zijn.
waiting for a train that never comes...
Als we bij het regionaal museum arriveren, gaat de deur net voor onze neus op slot; men heeft middagpauze van 12.00 tot 12.30 uur.
Wij besluiten dan maar hetzelfde te doen: pauzetijd!
We zoeken een terrasje in de schaduw langs de Moldau en genieten daar van een fruittaartje met frambozenlimonade uit de tap. Omdat het de laatste dagen haast traditie is, bestellen we als alles op is nog maar een tweede točená limonáda.
Vanaf de oever kunnen we, al lurkend aan het verfrissend drankje, de dagelijks voorbijdrijvende meute gadeslaan. Er komt weer van alles langs in kano’s en opblaasboten. Een stel heeft zelfs een geit bij zich in de kano.
Langs het water in de schaduw
Pirates of the Vltava
Na een klein uur kijkplezier wandelen we terug richting regionaal museum.
Daarbij passeren we de 14e eeuwse St. Vitus kerk, waar een mevrouw scheldend naar buiten komt. Even staan we verbaasd te kijken, maar al snel blijkt dat ze een soort beheerster/toezichthoudster is en dat ze boos is geworden op een ietwat beneveld uitziende jongeman die in de kerkbanken in slaap gevallen is.
Doordat de kerk op een plateau boven de Moldau uittorent, zie je hem van veel plekken goed liggen. In tegenstelling tot veel andere godshuizen is er geen plein voor deze kerk, simpelweg omdat er door de dichte bebouwing geen plaats voor is. Ook voor een grote ingang was er geen plaats meer, vandaar dat die aan de zijkant zit.
In de kerk zien we een technisch wondertje; een groot kaarsenblok met elektrische kaarsen en muntgleufje. Voor 10 kronen (of een muntstuk van 50 eurocent) gaat 1 kaarsje 15 minuten branden, voor 20 kronen (of een 1 euromunt) gaan twee kaarsjes 15 minuten branden en voor 50 kronen (of een 2 euro stuk) gaan 5 kaarsjes branden. Afgezien van de ietwat rare omrekenkoers (op de lage brandtijden maakt men de meeste winst) is er iets anders slim ingebouwd: als iemand er geld instopt gaan de kaarsjes van de vorige gebruiker uit.
?%^$#@!?
Handige jongens die technische dienst.
St. Vitus kerk
In het regionaal museum bekijken we een uitgebreide verzameling Český Krumlov-gerelateerde schilderijen, men heeft er een serie archeologische vondsten tentoongesteld, we zien een barokke apotheek, een overzicht van de invloed van WO1 en WO2 op de stad, een keramisch model van hoe de stad er rond 1800 uitzag, een overzicht van de communistische tijd en de Praagse lente, de industrie in en rond de stad en het snelle herstel na de val van het ijzeren gordijn.
Al met al goed voor bijna anderhalf uur geschiedenisles.
Model van de paardentrein
Als we weer buiten staan, worden we bijna overhoop gereden door een Hongaarse toerist met haast. In principe is het stadscentrum autovrij, maar pendelbusjes en hotelgasten zijn hier uitgezonderd. Een paar ongeduldigen onder hen houden weinig rekening met de voetgangers in de smalle straatjes, zodat voordat je er erg in hebt er plots een motorkap achter je staat de hijgen om langs te kunnen.
Horní
Maria tussen twee vensterramen
Op het uitkijkpunt even verderop vinden de Aziaten het te warm om in de zon te staan en zoeken verkoeling onder de enige boom op het pleintje die nog wat schaduw biedt. Het met touw afgezette perkje en de “verboden op het gras te komen bordjes” ten spijt. Om de beurt verlaten ze de schaduw even om een foto van zichzelf en de stad (in die volgorde) te kunnen maken. Selfiesticks zijn dan ook alom aanwezig in de souvenirshops. Met als gevolg dat in menig museum een bordje ophangt dat selfiesticks verboden zijn.
Uitzicht op het kasteel vanaf de Jezuïetentuin
We wandelen verder door de straten van Český Krumlov en komen meermaals de stadsreiniging met sproeier tegen. Telkens als er eentje passeert zijn het met name Chinezen die erachter springen om wat verfrissend water over zich heen gesproeid te krijgen. Een opmerkelijk tafereel als je bedenkt dat het juist Aziaten zijn waarvan menigeen met een doekje of lapje voor zijn mond rondloopt tegen de slechte lucht en hygiëne, terwijl de vloeistof die gesproeid wordt naar alle waarschijnlijkheid echt niet alleen gedestilleerd zuiver water bevat…
Stadsreiniging
Of dat zo gezond is?
Onderweg naar ons volgende bezoekdoel, het Minorietenklooster, stoppen we even bij het Muzeum Obchodu (museum van handel en commercie), een soort grootmoederswinkeltje dat het vooral moet hebben van de verkoop van aluminium kopieën van oude emaillen reclameplaten. De eigenaresse heeft haar winkel ingericht als combinatie van winkel en museum dat gratis toegankelijk is en waar allerlei verpakkingen en handelswaar uitgestald is met de nadruk op het begin van de twintigste eeuw.
Een alleraardigste afwisseling tussen de toeristenwinkels die uitpuilen van het glaswerk, aardewerk, houten speelgoed en andere snuisterijen.
Museum voor handel en commercie
Grootmoeders winkeltje
Bij het Minorietenklooster aangekomen doen we eerst een rondgang door het eigenlijke Minorietenklooster met Wolfgang-kapel, kerk en nog een tweede Einsiedeln-kapel (met een kopie van de zwarte Madonna uit Einsiedeln, Zwitserland). Prachtige lunetschilderijen met het leven van de heilige Franciscus als thema onder iedere boog in de galerij en in de verschillende kamers krijg je een idee van het kloosterleven. Alle kunstvoorwerpen zijn eigendom van rond 1200 in Praag gestichte “Ordo militaris Crucigerorum cum rubea stella” (de Orde van het Kruis met de Rode Ster), zo melden de toelichtende bordjes.
Het Minorietenklooster en het naastgelegen Clarissenklooster werden in 1350 als dubbelklooster gesticht en hebben tot de opheffing van de ordes in 1950 als klooster dienstgedaan. Sinds 1958 vallen de gebouwen onder de monumentenzorg en zijn ze ingericht als museum.
Tuin van het Minorietenklooster
Na al het museumgeweld is het al 17 uur en zijn we toe aan een halve liter frambozenlimonade op hetzelfde terras als vanochtend. Op weg daar naartoe passeren we een oudere man met zoveel spullen op een karretje dat we ons afvragen of hij op reis is of dat hij gewoon zijn inboedel aan het verhuizen is, een didgeridoo speler die op de Lazebnický brug tegenover Nepomuk tracht de voorbijgangers de kunsten van het Aboriginal blaas instrument bij te brengen, een drietal stratenvegers/spuitwagens waar de kinderen blij achteraan rennen, talloze Chinezen met parapluutjes tegen de zon (die zich opnieuw niks aantrekken van met touw afgezette grasperkjes) en tig winkeltjes.
Ondergetekende blijft een CD van Natacha Atlas aan de vingers plakken en als souvenir kopen we een kleine houten Krteček (Het Molletje).
Nepomuk op de Lazebnický most
Da's weer eens wat anders
Einde vaarplezier
Als kort voor zessen het limonadeglas leeg en de botenparking langs de Moldau vol is, gaan we per auto terug naar het pension in Větřní en nuttigen daar op het binnenterras de avondmaaltijd. We blijven ons verbazen over de prijzen. Een glas witte wijn voor omgerekend 1,40 euro.
Als we tegen half negen op onze kamer zijn kijken we in bed nog een half uurtje de tekenfilm “Krtek ve městě” (Het molletje in de stad) en vallen ons de oogjes daarna toe.
Morgen meer.
Ahoj!